U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Noodkerk Paulusparochie
Noodkerk Paulusparochie | ||
Gebruik | Kerkgebouw | |
Start bouw | 4 mei 1949 | |
Gereed | 28 oktober 1949 | |
Opening | 29 oktober 1949 | |
Sluiting | 31 augustus 1963 | |
Hoogte tot top | 10 meter | |
Bouwpartners | ||
Architect | H.W. en G.F. Valk | |
Eigenaar | R.K. Kerkbestuur Paulusparochie | |
Aannemer | Gebroeders Schellekens |
Noodkerk Paulusparochie[bewerken | brontekst bewerken]
Een nieuwe parochie[bewerken | brontekst bewerken]
Door de overbevolking van de oude Servatiusparochie in Schijndel gaf de Bisschop van ’s-Hertogenbosch, Mgr. W. Mutsaers, op zaterdag 20 Maart 1948 de Schijndelse kapelaan Christ Vinken de opdracht om nieuwe parochie te stichten en de daarbij behorende nieuwe kerk te bouwen.
De omstandigheden waren uiterst moeilijk. De gemeente Schijndel was door de oorlog zwaar geteisterd. De kerk van het Wijbosch ligt totaal in puin terwijl de oude Servatiuskerk zwaar beschadigd was. En daartussenin moest dan een nieuwe kerk verrijzen in die zeer dure tijd.
Omdat de bouw van de kerk door de inwoners zelf moest worden bekostigd diende wel geheel Schijndel hun bijdrage hierin te gaan leveren.
De Bisschop had hierbij uitdrukkelijk bepaald :
- dat er voldoende financiële middelen moeten zijn voordat er aan de bouw van de kerk begonnen mag worden.
- dat de financiële middelen bepalen of er een noodkerk of een definitieve kerk gebouwd wordt.
Later is de Bisschop zelf op die opdracht teruggekomen, met de bedoeling Hoevenbraak en Wijbosch tot één parochie samen te voegen. In een particuliere audiëntie bood hij zelfs aan Christ Vinken in een andere plaats tot bouwpastoor te benoemen. Na ampele besprekingen met de respectievelijke pastoors, burgemeester en wethouders werd de knoop op 2 juni pas doorgehakt en werd de opdracht gehandhaafd. [1]
Op 20 juli 1948 ontving de geestelijkheid in Schijndel een brief van de Bisschop Wilhelmus Mutsaars waarin hij Christianus Josephus Petrus Vinken officieel benoemde als eerste pastoor van de parochie van de Heilige Paulus. Tot kerkmeester werden benoemd Bernardus Bolwerk, A van Engelen, Hubertus van der Steen en Mathijs Verhagen. Ook werden de grenzen tussen de nieuwe parochie en die van de Sint Servatius in Schijndel en de Heilige Martinus in Sint Oedenrode in dit schrijven vastgelegd. [2]
In december 1948 zou echt blijken hoe nijpend het tekort aan kerkruimte in Schijndel was. Op eerste kerstdag werd voor de parochianen van de Servatiusparochie 27 Heilige missen opgedragen die verdeeld werden over 16 verschillende tijden. Deze missen werden gehouden in het patronaat en in de gymzaal van de Lambertusschool in de Pompstraat; de Servatiuskerk was nog niet hersteld van de oorlogsschade. De kinderen gingen naar de kerk in de kapel van het moederhuis van de zusters. [3]
Niet alleen de overbevolking van de Servatiuskerk was de reden om een nieuwe parochie te stichten, in de omgeving waar de nieuwe kerk gepland was zou een complete nieuwe woonwijk, Schijndels grootste uitbreiding van die tijd, gebouwd worden. Deze wijk “De Hoevenbraak” zou bevolkt worden door inwoners vanuit geheel Schijndel en daarbuiten. Voor de kerkgang was het voor deze bewoners wenselijk om de afstand tot de kerk te beperken. [4]
Financiële middelen[bewerken | brontekst bewerken]
Het hing dus van de inwoners van Schijndel zelf af of er een nieuwe kerk zou komen, wat voor een kerk er kwam, een noodkerk of een mooie definitieve kerk en wanneer met de bouw ervan begonnen kon worden.
Dit was de start voor het verzamelen van de benodigde financiële middelen.
Gedurende twee jaar heeft Pastoor Vinken in zijn wekelijkse artikelen, “Aan de inwoners van Schijndel!”, geplaatst in de Schijndelse Krant de bevolking aangemoedigd om geld en middelen te schenken voor de bouw van de kerk.
Volgens pastoor Vinken zou een nieuwe definitieve kerk globaal geschat minstens driehonderdduizend gulden kosten. De hoogst toelaatbare schuldenlast die er na de bouw op de kerk kon blijven staan, mocht zeker niet meer dan honderdduizend gulden bedragen. Anders kon de parochie de rente, drie tot vierduizend gulden, niet betalen. [5]
Pastoor Vinken realiseerde zich dat de kerk niet gebouwd kon worden van alleen giften uit de Schijndelse gemeenschap, er woonde in Schijndel te weinig vermogende mensen die een hoge bijdrage konden leveren. Vele mensen waren niet in zo'n goeden doen, dat ze geld konden geven. Ze hadden het iedere week veel te hard nodig in hun huisgezin.
Daarom werden dus in de jaren 1948-1949 diverse acties en evenementen georganiseerd voor het verzamelen van de financiële middelen voor de bouw van de nieuwe kerk:
- De werkende inwoners werd gevraagd, tot de inwijding van de kerk of tot 31 december 1949, een half uur per week, in hun eigen ambacht, voor de kerk te werken. Dit verdiende geld werd veelal door de werkgever verdubbeld en kwam ten goede aan de bouw van de kerk. Regelmatig, bijna wekelijks werden, de inwoners hieraan herinnerd. [6]
- De voetbalclub Schijndel zou tot de inwijding van de nieuwe kerk f. 10,00 doneren bij iedere gespeelde thuiswedstrijd. [7]
- De boeren doneerde elke week een bedrag van een liter melk die elke koe opbracht aan de kerk. [8]
- Verschillende middenstanders schonken 3% van hun verdiensten aan de nieuwe kerk. [9]
- Onze Schijndelse motorvereniging wist de nationale terreinwedstrijden van Tilburg naar Schijndel over te hevelen. Het batig saldo was voor de bouw van de nieuwe kerk. [10]
- Loterij [11] voor de bouw van de nieuwe kerk waarvan de trekking plaatsvond tijdens de fancyfair op 28 juni 1948, op het terrein bij het patronaat ook gehouden voor hetzelfde doel. [12].
- Een rad van avontuur op de kermis in de maand juli 1948. [13]
- Verkoop van oliebollen, patates-frites en snoep tijdens het koninginnenfeest in 1948. [14]
- Uitvoering van de Arnhemse Zangvereniging op 21 oktober 1948 in het City Theater ten bate van de Pauluskerk. [15]
- Half november 1948 de opvoering van het toneelstuk “Leven is het leven waard” van Schijndelaar Nol van Roessel. [16]
- Trainingsrit gehouden op 2e Paasdag in de Deken Baekersstraat, Akkerstraat, Servatiusstraat en Kerkendijk ten bate van de Pauluskerk. [17]
- De verkoop van tegels met de afbeelding van de Sint Pauluskerk. [18]
- De vertoning van een film over de bouw van de noodkerk op 17 en 18 december in de kelder onder de noodkerk. [19]
Voor de bouw van een definitieve kerk werd door de gemeente Schijndel een subsidie toegezegd van f. 60.000,=. Daarbij werd gewezen op het belang dat de gemeente had bij de bouw van deze kerk. [20]
Op 3 mei 1949 kwam de gemeenteraad in een spoedeisende vergadering bijeen waarin de subsidie voor de bouw van een parochiehuis (noodkerk) in de Paulusparochie besproken werd. Besloten werd een subsidie van f. 35.000,= toe te kennen die reeds goedgekeurd was door Gedeputeerde Staten. Ook besloot men aan pastoor Vinken ±1.800 m2. voor f. 2,75 per m2. te verkopen. [21]
Einde 1948, na negen maanden actie voeren, had men een bedrag van f. 35.000,= bijeengebracht. Bij lange na niet genoeg om een definitieve kerk te bouwen. [22]
Wat uiteindelijk alle acties bij elkaar hebben opgebracht hebben we, tot heden, nog niet kunnen achterhalen.
Naam en plaats van de parochiekerk.[bewerken | brontekst bewerken]
De nieuwe parochie en de parochiekerk kreeg Sint Paulus als patroonheilige. [23]
Het heeft er lang over gegaan waar de nieuwe St. Pauluskerk zou moeten komen staan.
De heren Jansen, directeuren van de firma Jansen de Wit, hadden toegezegd voor de bouw van een nieuwe kerk en pastorie met tuin, voldoende gronden ter beschikking te stellen. Deze gronden waren gelegen tussen het verlengde van de reeds bestaande Hoevenbraaksestraat en het eigenlijke speelveld van de voetbalclub ‚‚Schijndel” en omvatten een gedeelte van het hockeyterrein.
Omdat deze terreinen voor de bouw van een kerk op de Hoevenbraak zeer geschikt waren heeft men het aanbod om deze terreinen daarvoor beschikbaar te stellen, dankbaar aanvaard.
In juli 1948 wordt bekend dat de kerk zou worden gebouwd aan de Hoevenbraaksestraat, met de ingang naar de Stationsstraat gekeerd en als je dan voor de kerk stond, met het gezicht er naar toe zou links daarvan de jongensschool en rechts de meisjesschool met bewaarschool en waarschijnlijk later ook een klooster van de Zusters van Schijndel gebouwd worden, die zich ook bereid hadden verklaard het onderwijs voor de meisjes in de nieuwe parochie ter hand te nemen. [24]
In december 1948 is er nog geen definitief uitsluitsel over de plaats waar de kerk gebouwd kon worden en zijn tekeningen nog steeds niet goedgekeurd.
De plannen voor de nieuwe definitieve kerk.[bewerken | brontekst bewerken]
De voorlopige schets van de definitief te bouwen Sint Pauluskerk toont een bescheiden, maar waardevolle kruiskerk zonder toren, met een sprekende bekroning van het Eucharistische centrum.
Er werd naar gestreefd de kerk in stijl en vorm te laten harmoniëren met de in de omgeving gebouwde huizen. Deze kerk moet plaatsruimte bieden voor 800 personen. (De oude Servatiuskerk heeft slechts 900 zitplaatsen, de niet afgebouwde kerk van de Boschweg 600). Een kruiskerk biedt aan de gelovigen beter de mogelijkheid om de H. Geheimen mee te vieren door hen dicht bij het altaar te brengen. In iedere kruisarm zijn namelijk 250 zitplaatsen; in de kruisvoet 300. De gelovigen zitten zodoende rond het altaar. (vergelijkbaar zoals in de noodkerk van gymnastieklokaal Pompstraat) en iedereen kan dan van dichtbij het gebeuren op en rond het altaar volgen. [25]
Een nieuw schetsplan toonde ‘n kruiskerk, voor 800 personen en met de verder voor de toekomst mogelijke uitbreiding van de kruisvoet, kreeg ze zelfs plaatsruimte voor 1.100 personen. In ieder van de kruisarmen is ruimte voor 300 zitplaatsen samen dus 600. Het was de bedoeling dat voorlopig deze kruisarmen gebouwd werden en een ruimte van de kruisstam, groot genoeg voor 200 zitplaatsen. Bij latere uitbreiding kon de kruisstam dan langer gemaakt worden. Later zou aan het einde van de kruisstam ook de toren gebouwd worden.
De ontworpen kerk bood het grote voordeel dat zeer veel mensen zeer dicht bij het altaar zaten. In deze voorlopige kerk van 800 zitplaatsen was de verst verwijderde plaats op de twaalfde rij; dus nog zeer dicht bij het altaar. Een tweede zeer groot voordeel was dat het zicht op het altaar vanaf geen enkele zitplaats door pilaren gehinderd werd. Het zou dus zeer goed mogelijk zijn om de H. Mis mee te leven en mee te vieren, iets waar onze mensen als goede katholieken zeer op gesteld zijn. Natuurlijk zijn er aan deze kerk ook nadelen verbonden. We verhelen het niet, maar die bekend te maken, is tijd genoeg wanneer we de uitslag van de bouwcommissie van 't bisdom weten. [26]
Op 12 januari 1949 ontving de bisschoppelijke bouwinspecteur een officieel schrijven van minister In ’t Veld dat nieuwe kerken voorlopig niet aanbesteed mogen worden. [27]
Het motief was dat het bouwvolume van 1949 reeds in 1948 was verbruikt. Mocht het bouwvolume voor 1949 door de minister verruimd worden dan zou de Pauluskerk bovenaan de lijst komen staan.
Begin december 1948 werden de definitieve tekeningen voor de tweede keer ingediend, deze plannen worden in februari 1949 opnieuw afgekeurd. [28]
Op 29 maart 1949 volgt het bericht van de Bisschop over de ingediende maquette: „Op de laatste vergadering onzer Bisschoppelijke Bouwcommissie heeft de commissie de maquette der nieuw te bouwen kerk bestudeerd. De commissie was van oordeel, dat de uitvoering van dit project, wil het degelijk zijn, kostbaar zal zijn, en bovendien de onderhoudskosten na betrekkelijk weinig jaren hoog zullen liggen. Tenslotte heeft de commissie dan ook gemeend tegen de bezwarende adviezen van deskundigen niet te mogen ingaan, en de plannen van een kerkgebouw in deze trant te moeten verwerpen.”
Op dat moment komt ook het bericht dat er in 1949 een bouwverbod geldt voor kerken. Als gevolg daarvan zou de nieuwe Pauluskerk na twee á drie jaar pas ingewijd kunnen worden. Gezien de nijpende situatie in Schijndel is dit niet acceptabel.
In het begin is altijd gesteld dat er geen noodkerk zou worden gebouwd in de zin van een semipermanent gebouw omdat men daar tientallen jaren mee zou blijven zitten. Een parochiehuis echter kan voor een paar jaren als noodkerk dienen en verder kan het dan voor zijn eigenlijke bestemming worden gebruikt. Wanneer verlof wordt gekregen om een parochiehuis te bouwen was dit een voorlopige oplossing. Nadat bij verschillende instanties informatie was ingewonnen had men goede hoop daarvoor toestemming te krijgen. [29]
De bouw van de noodkerk.[bewerken | brontekst bewerken]
In april ontving men van het departement in Den Haag telefonisch de goedkeuring voor de bouw van een parochiehuis. Ook de Bisschop geeft hier toestemming voor. De Bisschoppelijke Bouwcommissie heeft het schetsontwerp goedgekeurd, mits het financieel verantwoord is. De Bisschop geeft aan dat als voor de financiering een bevredigende oplossing kan worden gevonden de plannen verder uitgewerkt kunnen worden. [30]
Op 19 april wordt door het Kerkbestuur van de Paulusparochie de bouwvergunning aangevraagd voor de bouw van een parochiehuis dat tijdelijk dienst zal doen als Rooms Katholieke kerk. De architect is H.W. & G.H.F. Valk uit ’s-Hertogenbosch. De opgegeven bouwkosten bedragen f. 45.000,=. [31]
De voorlopige kerk (het parochiehuis) wordt 35 meter lang, 15 meter breed en 10 meter hoog. De kerk bied plaats aan ongeveer 500 personen. [32]
De aanbesteding van het parochiehuis/ noodkerk vond op 30 april 1949 plaats, bij de aanbesteding is het grondwerk en de fundering en de levering van acht spanten met een overspanning van 11,90 meter met een waarde van f. 6.000,= geschonken door de Bisschop, buiten het bestek gehouden.
De resultaten van de aanbesteding onder Schijndelse aannemers was als volgt:
- W. van Wouzik f. 68.800,=
- J. Mouriks f. 68.500,=
- Gebroeders Eijmberts f. 66.400,=
- J. van Hamond f. 65.750,=
- J. van Tartwijk f. 60.750,=
- Gijs Schellekens f. 56.000,=
- A. de Wit f. 55.990,=
- Gebroeders van Schaik f. 54.799,=
- Ger. Goossens f. 53.674,=
- Gebroeders Schellekens f. 53.350,=
De uitslagen zijn dan reeds naar de Bisschop gestuurd met het verzoek het werk te mogen gunnen.
Het verwijderen van de toplaag door de R.K.J.B. Voor meer details klik hier.
Op 4 mei start de R.K.J.B. met de graafwerkzaamheden. Op maandag 9 mei starten de boeren met zand rijden in de bouwput dat uitgegraven werd in de zandbank achter het Joodse kerkhof. De boeren werden in groepen op verschillende dagen ingedeeld:
- Maandag 9 mei de boeren van de Paulusparochie.
- Dinsdag 10 mei de boeren van de Plein, Schoot en Venushoek.
- Woensdag 11 mei de boeren van het Hermalen.
- Donderdag 12 mei de boeren van de Keur, Borne, Elde, Putsteeg en Bunder.
- Vrijdag 13 mei de boeren van de Steeg, Bogaard, Elschot, Lariestraat en Hopstraat.
- Zaterdag 14 mei de boeren van de Houterd en de Molenheide.
- Wanneer het terrein dan nog niet klaar is worden de boeren van de Boschweg ingezet. [33]
Intussen is het werk opgedragen aan de aannemer Gebroeders Schellekens die komende week een begin zal maken met de werkzaamheden, het egaliseren van het terrein, het plaatsen van de afrastering en het inwateren van de bouwput. [34].
Op 13 juni 1949, wanneer de bouw al lang is aanbesteed en de werkzaamheden zijn gestart, wordt door de gemeente Schijndel de bouwvergunning afgegeven voor de bouw van een Patronaatsgebouw op het perceel kadastraal bekend sectie D nummers 978 – 982 – 983 - 986. [35]
Voorbereiding keldervloer. Voor meer details klik hier.
Storten van de keldervloer. Voor meer details klik hier.
Onder het priesterkoor, dat in de toekomst als podium dienst doet in het parochiehuis, was een kelder gepland met geringe hoogte en een oppervlakte van 140 m2., 20 meter lang en 7 meter breed en was, gezien zijn geringe hoogte, uitsluitend bestemd voor het opbergen voor stoelen en voor de benodigdheden bij bijzondere gelegenheden.
Aangezien er binnen een redelijke afstand geen ruimte beschikbaar is voor het houden van vergaderingen, repetities van het zangkoor en bijeenkomsten van de jeugdbewegingen moest hiervoor ruimte gecreëerd worden. De oplossing is gevonden door de kelder te verdiepen en te verdelen in twee ruimtes van 4 bij 7 meter en een van 11 bij 7 meter. Het gevolg was dat de kelder dieper moest worden uitgegraven en worden voorzien van een betonnen plaatvloer.
Daarvoor is natuurlijk tijd nodig geweest en dat heeft op zijn beurt het hele werk weer gestagneerd. [36]
Op 16 juli 1949 werd de eerste steen gelegd. De volledige volgorde van de plechtigheid van een eerste steenlegging is aldus: Na een kort inleidend woord, begint het kerkkoor de Litanie van Allerheiligen te zingen. Na de daarop volgende wijding van de eerste steen heeft de zegening der fundamenten plaats. Daarna volgt gewoonlijk een toespraak.
Als slot van deze plechtigheid zal door de aanwezigen het toepasselijke lied: Rooms Schijndel, worden gezongen. Na de plechtigheid kreeg iedereen de gelegenheid om de bouw te bezichtigen. [37]
Eind juli zijn de spanten opgetrokken. Zichtbaar is dan de ruimte van de gangen aan de buitenzijde van de spanten die 1,50 meter breed zijn. Tussen de spanten blijft een ruimte van 12,00 meter over waar in het midden een gangpad van 1,70 meter is gepland. In de linker uitbouw waar voorheen een berging was gepland wordt een kinderkapel gemaakt met plaats voor 60 kinderen. [38]
Begin september werd het hoogste punt bereikt. De gordingen zijn geplaatst waarover de opleggers worden aangebracht waarover later de Nefa-platen worden aangebracht. Daarop wordt voor de isolatie een laag sisal Kraft aangebracht waarop panlatten worden bevestigd en rode mulderpannen worden gelegd. [39]
Begin oktober werken de metselaars de laatste hoeken en kantjes bij, het voegwerk schiet aardig op, de timmerlui slaan het zachtboard tegen het plafond. Heel de kerk staat vol steigers. Onmiddellijk achter de timmerlui volgen de schilders, die opleggers en spanten gedekt groen schilderen. Het geheel maakt een zeer frisse indruk. “Onder in de kerk vaart de zandschuit”. Doordat indertijd de kerk twintig centimeter omhoog werd gebracht, ligt de vloer te laag en moet er dus over de hele oppervlakte zand aangevuld worden. [40]
Half oktober werden de vloeren afgewerkt. In de vergaderlokalen in de kelder werden tegels gelegd. In de kerk werden de verschillende gangen ook met tegels afgewerkt, met name in de middengang 1,70 meter breed, de zijgangen die ieder 1,50 meter breed zijn, de gang achter die 1,25 meter breed is en tenslotte voor de Communiebank waar nog over een breedte van 2,40 meter tegels komen. Deze tegels zijn in de kerk grijs en geel gevlamd en worden gelegd in dambord verband. In het keukentje zijn ze uitsluitend grijsgevlamd; in de vergaderlokalen grijsgevlamd met terra gevlamd. Ter plaatse van de banken in de kerk worden de vloeren van hout. [41]
In de week van 16 tot 23 oktober hebben de heren Jansen, directeuren der firma Jansen de Wit, de gronden voor de bouw van de definitieve kerk en pastorie met tuin ter beschikking gesteld.
Het hockeyterrein en de twee oude huizen met tuin werden in die week per notariële acte voor de bouw van de definitieve kerk aan het kerkbestuur overgedragen. [42]
In de week voorafgaand aan de opening zijn schilders, voegers, glazenier en timmerlui nog druk bezig om de kerk klaar te krijgen zodat hij 29 oktober in gebruik kon worden genomen. Alles was dan nog wel niet precies zo als het gewenst was. Maar de kerkdiensten kunnen er gehouden worden.
In deze beginperiode zal men zich met het aantal plaatsen moeten behelpen. De banken waren slechts gedeeltelijk klaar en zijn dan nog niet geverfd. Om toch in zoveel mogelijk zitplaatsen te voorzien, werden er in Den Bosch een aantal stoelen ingehuurd. Ook de kinderbankjes waren nog niet klaar. [43]
Inrichting van de kerk.[bewerken | brontekst bewerken]
De Bossche Vereniging van het Allerheiligst Sacrament schonk een groen Bernarduskazuifel met toebehoren, een albe, een superplie, zes misdienaars superplies, zes kelkdoekjes, zes vingerdoekjes, zes corporalen en zes handdoeken. [44]
Er zijn 300 klepstoelen aangeschaft van Slavonisch eiken, die in Schijndelse Paulusparochie werden gemaakt. De stoelen zijn later ook bruikbaar in de definitieve kerk.
Bij de firma Petit & Fritsen uit Aarle-Rixtel werd de geschonken Angelusklok besteld. De klok weegt circa 125 kilo en heeft een doorsnede van 60 centimeter en is 50 centimeter hoog. De klok heeft de toon F.
Verder is de maak van een godslamp aangeboden.
Bereidwillige handen maken de smyrnalopers voor op het altaar.
Voor de devotiekapel achter in de kerk werd een schilderij van O. L. Vrouw van Altijddurende Bijstand cadeau gedaan. [45]
Besloten werd het gehele middenschip van kerkbanken te voorzien waardoor plaatsruimte werd gewonnen. De banken werden gemaakt van Oregon Pine.
Timmerlui uit de parochie boden aan zelf een altaar te maken. Zij deden dit in hun vrije tijd na hun dagelijks werk in de timmerwinkel van Jansen de Wit, met goedvinden van de heren Jansen. Ook zegde de timmerlui toe de communiebanken, de preekstoel en de afscheiding van het priesterkoor te vervaardigen. Alles werd gemaakt van Slavonisch eiken dat reeds besteld was. [46]
Vele geschenken kwamen de afgelopen periode binnen.
Als eerste noemen we dan een prachtige ciborie, die beloofd werd en reeds in de maak is. Deze ciborie kan tweeduizend hosties bevatten. Zoals bijna altijd wordt ze gemaakt van zilver met goud verguld.
Het lijstje van gaven bevat verder een kristallen purificeerglas, een wijwaterkwast, een kaarsendomper, een corporaal, een vingerdoekje, een kleine dwaal en een geborduurde rand voor een credenstafel. Het zijn allemaal geschenken van Schijndelse mensen.
Verder kregen we van de Sacramentsvereniging van Tilburg nog de toezegging van de volgende benodigdheden: een paars kazuifel, een zwart kazuifel, een groen kazuifel, een witte of zwarte koorkap, een albe, een superplie, drie misdienaars superplies, drie corporalen, drie amicten, twee biechtstola's.
In haar schrijven deelde het bestuur van deze Sacramentsvereniging ons mede dat zij deze benodigdheden ons doen toekomen na haar jaarlijkse tentoonstelling omstreeks einde juli 1950. In ieder geval hebben de Schijndelse Zusters toegezegd onze kerk met verschillende benodigdheden ook voort te helpen. [47]
De Eerwaarde Heer Deken schonk persoonlijk een zeer mooi Misboek, om de Heilige Mis uit te lezen. Het zal voor ons, die daar zo dikwijls de H. Mis hopen te lezen, altijd een zeer mooi aandenken blijven aan hem, die wij als kapelaan in een zeer prettige verhouding ruim vier jaar dienden.
Ook de misdienaars van de Hoevenbraak, 16 in getal, bleven niet achter. Zij dachten heel attent aan iets wat des misdienaars is en schonken een stel glazen ampullen met blaadje.
Bij de aanbieding ervan hebben we de hoop uitgesproken, dat ze ze nooit zouden laten vallen en er altijd heel devoot mee dienen.
Ook een zilveren schaal, om in de Huwelijksmis de ringen van het bruidspaar op te leggen, was hun cadeau. Met zo'n mooie schaal zal er op de Hoevenbraak voorwaar deftig getrouwd worden.
Iemand bezorgde ons een prachtig zelf geknoopt Smyrna knielkussen.
Een parochiaan heeft ons nog toegezegd, een mooi geborduurd kleed voor het altaar te maken.
Van de Eerwaarde Zusters mochten wij het volgende lijstje van nieuwe of vernieuwde paramenten ontvangen: vier kazuifels rood, zwart-wit-paars, een albe, een superplie, drie superplies voor misdienaars, een lof stola, twee biechtstola's, twee cingels, twaalf kerkdoekjes, zes vingerdoekjes, een lof Bursa, twee palla's. [48]
In de week voor de opening kwamen nog enige prachtige cadeaus binnen.
De firma Bolsius schonk een kaarsenstandaard van f. 200,= en f. 1.800,= te besteden aan kaarsen, olie, wierook enz.
Van de firma Kamp in Sint Oedenrode mochten wij een brandvrije kluis voor in de sacristie ontvangen.
De Sacramentsvereniging in Helmond schonk ons een mooi zwart kazuifel.
Door de firma Gebroeders Schellekens werd een gebrandschilderd raam met Sint Paulus toegezegd. [49]
Eind november zijn de 48 banken, gemaakt van Amerikaans Oregon Pine met beits en vernis eikenhout getint, geplaatst in de kerk die daardoor nog groter en voornamer lijkt.
Aan de godslamp wordt ook reeds geruime tijd gesmeed, het belooft iets moois te worden.
De klok is ook gearriveerd en wacht nog op stoel, luidas en lagers.
Hetzelfde gold voor de consecratieklok die aan de kerk werd geschonken.
Aan de kant van de kinderkapel werd nog een preekstoel gepland voor de symmetrie en om het storend gezicht der kinderen in de kinderkapel te verminderen.
Om het muurvlak achter het altaar aan te kleden zal in overleg met de architect drapering worden aangebracht. Door een okerkleurig gordijn van velours van vier meter hoog en vijf meter breed werd het altaar en het raam tot een geheel gemaakt.
Voor de altaardienst werd een kunstig bewerkt ciborie velum en vier cingels in verschillende liturgische kleuren ontvangen. [50]
Voor een kerststal werd door de Tilburgse kunstenaar Frans Mandos een ontwerp gemaakt dat door mensen uit de parochie in acht dagen werd gebouwd. De ontwerper ging uit van een afgebroken zuil als middelpunt, symbool voor het heidense uit het Oude Testament. Daartegen aan staat het stalletje, een schot van oude planken, versleten en verweerd. Een paal houdt de planken vast, waarlangs een kleine ruif. Tegen het schot is een strooien dak aangebracht; de voorste punt wordt opgehouden door een stuk boom. Voor en langs loopt een berkenhouten hekje. Het terrein is oneffen door zand, turfstrooisel, mos, sintel en gras. Een kale boom en een paar blauwsparren voltooien het geheel.
De beeldjes werden gesneden door de Oosterhoutse beeldhouwer Sjaak Krijkamp die door Mandos werden gepolychromeerd en door een fijne naaldwerkster prachtig werden aangekleed.
Door de hoge kosten kon de nieuwe kerststal niet in zijn geheel worden aangeschaft. Men verwacht er wel vijf jaar over te doen voor alle kerstfiguren aangeschaft zijn.
Voor het eerste jaar was het Kindje Jezus, Maria, Sint Jozef en een herder met een schaapje gekocht. [51]
Opening van de Pauluskerk[bewerken | brontekst bewerken]
Op zaterdagmiddag 29 oktober zal de nieuwe Sint Pauluskerk geopend worden. In een plechtige processie wordt vanuit de oude Servatiuskerk het Allerheiligste daarheen overgebracht en zal de nieuwe pastoor geïnstalleerd worden. De zondag daarop, op het feest van Christus Koning werd er voor het eerst de Heilige Mis opgedragen. [52]
Bij de processie werden de volgende personen en besturen van organisaties uitgenodigd om hieraan deel te nemen. De stoet vertrok op 15.00 uur en men werd verzocht de onderstaande volgorde te lopen:
- Rijvereniging „Het Ros Beyaert”.
- Kruis.
- Leiders der verkenners en verkenners uit de Sint Paulus parochie.
- Welpen uit de Sint Paulus parochie en hun leidsters,
- Leiders der Jongensgilde en leden uit de Sint Paulus parochie.
- Leiders der Kajotters en leden uit de Sint Paulus parochie.
- Bestuur R.K.J.B. en leden uit de Sint Paulus parochie.
- Bestuur R.K. Jonge Middenstand en leden uit de Sint Paulus parochie.
- Leidsters der Gidsen en leden uit de Sint Paulus parochie.
- Leidsters Genoveva gilde en leden uit de Sint Paulus parochie.
- Leidsters der Kajotsters en leden uit de Sint Paulus parochie.
- Bestuur der K.A.B.
- Verschillende besturen der Vakgroepen.
- Bestuur Credo Pugno.
- Bestuur der K.A.V.
- Bestuur der Boerenbond.
- Bestuur Boerinnenbond.
- Bestuur Middenstandsbond.
- Comité van ontvangst en comité aanbieding cadeau.
- Schooljongens der Sint Paulus parochie.
- Schoolmeisjes der Sint Paulus parochie die geen bruidje zijn.
- Bruidjes.
- Zangkoor der Sint Paulus parochie.
- Harmonie.
- Bestuur Thuisfront.
- Bestuur Oranjevereniging.
- Misdienaars.
- Bruidjes.
- Misdienaars.
- Allerheiligste.
- Geestelijkheid.
- Gemeentebestuur.
- Kerkbestuur Sint Paulus parochie.
- Kerkbestuur Sint Servatius parochie.
- Leden der Congregatie uit de Sint Paulus parochie.
- Prefecten en leden der Heilige Familie uit de Sint Paulus parochie.
De processie trok vanuit de Sint Servatiuskerk door de Kerkstraat, Hoofdstraat, Wijbosscheweg, Hoevenbraaksestraat. De bewoners van deze straten werd verzocht de vlaggen uit te steken en als 't kan enige versiering aan te brengen.
De Wijbosscheweg, Hoevenbraaksestraat werden extra versierd. Voor de versiering kon men voor 10.00 uur bloemen brengen bij H. Pelders die aan de Wijbosscheweg woonde.
Aankomst der processie was ongeveer 4 uur. Daarna volgt direct aanbieding van het cadeau van de parochie. Vervolgens installatie door de Hoogeerwaarde Heer Deken, waarna kort Lof, gecelebreerd door de pastoor. [53]
Zaterdagmiddag 29 oktober om 2 uur werd de noodkerk door pastoor Vinken ingezegend waarna om 3 uur het Allerheiligste vanuit de Sint Servatiuskerk werd overgebracht. Dit geschiedde in een plechtige processie waarbij de besturen van alle verenigingen tegenwoordig waren en vele vertegenwoordigers van de nieuwe parochie. Men had gezorgd voor een keurige versiering, zodat het geheel een feestelijke aanblik bood. Direct na de intrede werd de pastoor begroet door enkele meisjes van het Genoveva-gilde. Onmiddellijk daarop aansluitend had de officiële installatie plaats en werden aan de nieuwe herder de rechten en de plichten overgedragen om zijn ambt naar behoren te kunnen vervullen.
De plechtigheid werd geleid door de Hoogeerwaarde Deken van Dijk in het bijzijn van de getuigen de pastoor Smits uit Tilburg en Pastoor Schoofs uit Sint Oedenrode.
Hierna besteeg Deken van Dijk de kansel om als eerste zijn gelukwensen aan te bieden aan de nieuwe pastoor. Hij stelde hem ten voorbeeld om zijn ijver en liefde voor de goede zaak. Door zijn taai vasthouden en door zijn groot doorzettingsvermogens was het gelukt deze kerk in zo'n korte tijd voor elkaar te krijgen. Bovendien had de hele gemeenschap hem daarbij prachtig geholpen door hun talrijke grote en kleine gaven. Maar, naast de vreugde om het nieuwe was er voor hem persoonlijk iets minder aangenaams aan verbonden. Het afscheid van een deel zijner parochianen viel hem zwaar, doch met liefde bracht hij dit offer, wetende dat zij aan veilige handen waren toevertrouwd.
Pastoor Vinken, dankte voor het medeleven en de medewerking, welke hij had mogen ondervinden. Hij roemde in het bijzonder de steun van diverse officiële instanties en de tegemoetkoming van de plaatselijke industrie. Dankbaar herdacht hij de vele overuren door de arbeiders gemaakt, de melkactie der boeren en de talrijke giften van de burgers. Hij gaf voorts enkele frappante staaltjes hoe de onderlinge samenwerking was geweest en hij prees zich gelukkig dat alles zo goed en vlot was verlopen. Een actie, die niet van hem was uitgegaan, had hem bijzonder getroffen nl. die van de geschenken welke hem door zijn eigen parochianen spontaan waren aangeboden, bestaande uit 6 kandelaars, een altaarkruis en altaar schellen [54]
Op maandag 31 oktober werd in het City-Theater om 2 uur een groot Kinderfeest gehouden, dat bestemd is voor alle kinderen tot en met 14 jaar oud uit de nieuwe parochie van Sint Paulus in verband met de opening van de nieuwe kerk.
Medewerking werd verleend door het Schijndelse orkest „The Hobbe Stars’’ onder leiding van Jac. Keetels, het moderne Jan Klaassenspel van Van Lieshout uit Sint Michielsgestel, de K.A.J. met enkele schetsen. Tussen de bedrijven door ontvingen de kinderen een kleine traktatie. [55]
Plaatsengeld.[bewerken | brontekst bewerken]
Het kerkbestuur besloot dat er geen plaatsen verpacht werden. Daardoor kan iedereen in alle Heilige Missen en in alle diensten naar vrije keuze plaats nemen. Voor alle plaatsen moet op zondag door de volwassenen 10 cent worden betaald.
De schoolgaande jeugd had plaatsen in de kinderkapel, links van het altaar, deze plaatsen waren gratis. Gingen kinderen echter in de banken bij de volwassenen zitten, dan moesten ze 5 cent betalen. Alle andere diensten, behalve de zondagse Heilige Missen, waren voor allen gratis.
Omdat het grootste deel van de Sint Paulusparochie uit arbeiders bestond, en om de meest billijke regeling van het plaatsengeld voor kerk en parochianen te zoeken, werd het plaatselijk bestuur der K. A. B. schriftelijk om advies gevraagd die zich hiermee kon verenigen. [56]
Kerkhof Paulusparochie[bewerken | brontekst bewerken]
Op zondag 20 november 1949 werd het nieuwe kerkhof ingewijd, aan de rand van de parochie, aan de Eikenstraat.
Tijdens de inzegening werd de litanie van Alle Heiligen gezongen, de grond wordt met wijwater besprenkeld en het midden op het kerkhof staande verrijzeniskruis bewierookt; drie brandende kaarsen worden op de armen geplaatst en vervolgens met wijwater besprenkeld. Over de graven zijn armen strekkend, zal het kruis daar staan, herinnerend aan de opstanding en in zijn schaduw zullen de doden slapen tot de jongste dag. [57]
Film over de bouw van de Noodkerk.[bewerken | brontekst bewerken]
Van de bouw van de noodkerk was een smalfilm opgenomen die de bouw zelf prachtig in beeld brengt. De première werd voor genodigden op de dag van de opening der kerk vertoond. De film duurt ongeveer drie kwartier.
Op verzoek werd deze film op zaterdag 17 december voor een dubbeltje voor de kinderen getoond om half 4 en om half 5 onder in de raadskelder. En op zondag 18 december voor de volwassenen voor een kwartje om 4, 5 en 6 uur in de raadskelder. Kaartjes zijn te krijgen bij Bert Pelders op de Wijbosscheweg. [58]
Sluiting van de Noodkerk[bewerken | brontekst bewerken]
Toen de noodkerk op 29 oktober 1949 werd geopend bestond de parochie uit 1.700 parochianen. Begin 1956 was dit aantal gestegen tot 3.000. Het gevolg hiervan was de noodkerk veel te klein was geworden en werd daarom besloten tot de bouw van een nieuwe definitieve Pauluskerk aan de Julianastraat in Schijndel.
Vanaf het moment van de ingebruikname van de nieuwe Pauluskerk op 31 augustus 1963 werd de noodkerk als parochiehuis in gebruik genomen. [59]
Overige afbeeldingen.[bewerken | brontekst bewerken]
De noodkerk van de Paulusparochie, Hoevenbraaksestraat 38, werd in 1949 gebouwd. De eerste steen werd gelegd op 16 juli 1949, op 29 oktober 1949 werd de kerk in gebruik genomen. Voor meer details klik hier.
De noodkerk van de Paulusparochie, Hoevenbraaksestraat 38, werd in 1949 gebouwd. De eerste steen werd gelegd op 16 juli 1949, op 29 oktober 1949 werd de kerk in gebruik genomen. Later doet dit gebouw dienst al Sociaal Cultureel Centrum "De Vink". Voor meer details klik hier.
De noodkerk van de Paulusparochie, Hoevenbraaksestraat 38, werd in 1949 gebouwd. De eerste steen werd gelegd op 16 juli 1949, op 29 oktober 1949 werd de kerk in gebruik genomen. Later doet dit gebouw dienst al Sociaal Cultureel Centrum "De Vink". Voor meer details klik hier.
De noodkerk van de Paulusparochie, Hoevenbraaksestraat 38, werd in 1949 gebouwd. De eerste steen werd gelegd op 16 juli 1949, op 29 oktober 1949 werd de kerk in gebruik genomen. Voor meer details klik hier.
Bouw van de noodkerk in 1949. Voor meer details klik hier.
Bouw van de noodkerk in 1949. Voor meer details klik hier.
Bruidsmeisjes in de Hoofdstraat ter hoogte van de huidige Glazen Boerderij tijdens het overbrengen van het allerheiligste naar de noodkerk van de Paulusparochie van de Hoevenbraak. Voor meer details klik hier.
Interieur van de Noodkerk Paulusparochie. Voor meer details klik hier.
De noodkerk van de Paulusparochie, Hoevenbraaksestraat 38, werd in 1949 gebouwd. De eerste steen werd gelegd op 16 juli 1949, op 29 oktober 1949 werd de kerk in gebruik genomen. Later doet dit gebouw dienst al Sociaal Cultureel Centrum "De Vink". Voor meer details klik hier.
De noodkerk van de Paulusparochie, Hoevenbraaksestraat 38, werd in 1949 gebouwd. De eerste steen werd gelegd op 16 juli 1949, op 29 oktober 1949 werd de kerk in gebruik genomen. Later doet dit gebouw dienst al Sociaal Cultureel Centrum "De Vink". Voor meer details klik hier.
Film over de bouw van de noodkerk.[bewerken | brontekst bewerken]
Film Film bouw noodkerk
Bronnen, noten en/of referenties
|