Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Boschwegse kerk

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Boschwegse kerk.
Boschwegsekerk 01.jpg
Gebruik Kerkgebouw.
Start bouw 1928
Gereed Kerk in 1929.

Toren en doopkapel in 1954.

Opening juni 1929
Sluiting 2019.
Hoogte tot top 44,50 meter
Bouwstijl "Dom Bellot" expressionisme.
Bouwkosten 1928; f. 117.600 exclusief inrichting.

Uitbreiding, doopkapel en toren f. 180.000

Dakhoogte 22,00 meter
Monument status Gemeentemonument GM7240.
Bouwpartners
Architect Ch.J. van Liempd en

Ph. Donders

Eigenaar De Roomsch Katholieke Parochie van O.L. Vrouwe van den H. Rozenkrans.
Aannemer Kerk in 1928 van de Weterings - Mertens uit Raamsdonkveer.

In 1954; uitbreiding, doopkapel en toren, Gebroeders Schellekens uit Schijndel.

Boschwegse kerk.[bewerken | brontekst bewerken]

Oprichting Boschwegse kerk in 1928[bewerken | brontekst bewerken]

De voorbereidende plannen.[bewerken | brontekst bewerken]

Rond 1925 werden plannen gemaakt om een kerk te stichten op de Boschweg. Wat daarvoor nodig was was geld. Met de aanstelling van Pastoor A.J. Pessers op 23 januari 1928 [1] als bouwpastoor werd dat probleem opgelost. Pastoor Pessers was van rijke komaf dus daarmee was het geldprobleem opgelost.
Tot kerkmeesters werden de heren J.J. Geerts, Adr. Timmermans, J.A. Verhagen en Joh. van de Westelaken aangesteld. [2] Met de bouw van de kerk werden de architecten Th. Donders uit Tilburg en van Liempd uit Schijndel belast. [3] De locatie was een groter probleem. Het eerste voorstel was tegenover de vroegere winkel van Smid van Kasteren en waar de van Helmontstraat begint. De geplande locatie riep echter een heleboel weerstand op. Bewoners van het Lieseind, Molendijk en Oetelaar wilden de kerk dichterbij gebouwd zien, meer richting Den Bosch.
Toen het er naar uitzag dat aan de wensen van de bewoners voorbij werd gegaan, ging men tot actie over. Men ging niet alleen naar de Bisschop, ook werd gesteld dat als er niet naar de bewoners geluisterd zou worden, men dan het verzoek zou doen om op de Boschweg een openbare school te krijgen.
Daar schrokken de "plannenmakers" van. De positie van het bijzonder katholiek onderwijs in Schijndel mocht absoluut niet aangetast worden! De wijkbewoners hadden klaarblijkelijk met hun actie een gevoelige snaar weten te raken, want men kwam terug op het besluit om de plannen ten uitvoer te brengen. Ook was men weer bereid tot overleg. Vervolgens kwam er een compromis-voorstel voor een bouwplaats ter tafel, een laag gelegen, drassig terrein (in eigendom van Lambertus Kemps) naast het huis van de weduwe Pennings, dat in de volksmond "de kikvors" werd genoemd. Er volgde nog behoorlijk wat commotie:

  • Tijdens een vergadering over de bouwlocatie werden er kikvorsen losgelaten,
  • En er werd onder de bevolking via een stencil een spotlied over de bouw van de kerk verspreid, waarna de pastoor vanaf de kansel de mensen opriep om de tekst vanwege de kwetsende en provocerende inhoud op de pastorie in te leveren, maar uiteindelijk kwam men toch overeen om de kerk ter plaatse van de "kikvors" te bouwen.

Tijdens een extra raadsvergadering op vrijdag werd de plaats van de kerk en het toekennen van een subsidie van f. 15.000 besproken.

Tekst spotlied:[bewerken | brontekst bewerken]

wijze: Levie Sadok of Napoleon die lamme vent

Een keeshond, o wat een leelijk dier,
Verg'lijkt de kerk met bok en stier
En dan die kerel uit de West,
Vindt 't blaffen van zoo'n keeshond best.
Kastelein, kastelein, o wat blaft die keeshond fijn.
Kastelein, kastelein, o wat blaft hij fijn.

Hij geeft wel negentig procent
belasting, die royale vent.
En scheldt nu met dien dollen hond,
geweldig op den kikkergrond
Kastelein, kastelein, waar moet toch zoo'n blaffen zijn.
Kastelein, kastelein, op den kikker zijn

Al zit ze dan bij B en W.
Al praat ze bij den arme mee.
Wat hebben w'aan zoo'n keesenkliek,
Die doet aan draaiers-politiek
Kastelein, kastelein, maak die politiekers klein.
Kastelein, kastelein, maak ze netjes fijn.

De duizendbeender, onzen Diets,
Die weet waarachtig ook nog iets.
Den boycot voor zoo'n leelijk dier,
van hem lust ik geen pintje bier.
Kastelein, kastelein, o wat zijn je glaasjes klein.
Kastelein, kastelein, 'k moet bij jou niet zijn.

De boer, daar met vier stamboek koei,
die maakt ook nog een groot geloei.
Dat kan wel lijden, want die mag
drie liters melken in een dag.
Kastelein, kastelein, o wat zijn die uierkes klein
Kastelein, kastelein, o wat zijn ze klein.

Al hoort de U bij Udenhout,
toch werd ge daaruit weggesjouwd.
Geen nood, nu rijdt g'uit alle macht
maar naar den Bosch te middernacht!
Kastelein, kastelein, o wat ruikt dat zaakje fijn,
Kastelein, kastelein, o wat ruikt het fijn.

Vraag dat maar even aan den Hak,
want die trakteert op versch gebak.
Dat hoort er 'snachts nu eenmaal bij,
Van Houthem houdt van balkenbrij.
Kastelein, kastelein, o wat ruikt dat zaakje fijn,
Kastelein, kastelein, o wat ruikt het fijn.

En met een mitrailleurtje fijn,
schiet ik het Lieseind kort en klein.
Zo'n Schelvisch speelt wel op de fluit,
maar als hij schiet, dan schiet hij kuit.
Kastelein, kastelein, in 't Watersteegske moet hij zijn
Kastelein, kastelein, ja daar moet hij zijn.

Al maak j'een leven als een hel,
het Lieseind krijgt zijn kerkske wel.
Nooit springt de kikker meer terug,
met zulk een vrachtje op zijn rug.
Kastelein, kastelein, zeg, waar moet de oiver zijn?
Kastelein, kastelein, bij den kikker fijn.

Toelichting en verklaring op het spotlied:
keeshond = van den Oetelaar
West = Jan Westelaken
duizendbeender = caféuitbater-reepmaker-hoepelmaker-bomen/houthandel-vrachtvervoerder Janus Steenbakkers
Udenhout = Janus van Uden
balkenbrij = bewoner van de Borne
fluit = vader Jan Schellekens (aannemer)

Verslag van de Raadsvergadering van 20 april 1928. [4]
Schijndel. Spoedeischende openbare Raadsvergadering der gemeente Schijndel, op Vrijdag 20 April, des voormiddags om 10 uur.

Voorzitter: Burgmeester Janssens.
Secretaris: F. H. de Bruijn.
Aanwezig alle leden.

De notulen der vorige vergadering werden onveranderd en onder dankzegging goedgekeurd. Ingekomen stukken. Goedkeuring der Ged. Staten tot verkoop van eenige stukjes gemeentegrond voorpotingen en kadastraal staande ten name der gemeente.
Vervolgens werd behandeld het eenige punt der agenda: Verzoek van het kerkbestuur der nieuwe parochie aan den Boschweg om subsidie in de kosten van stichting der nieuwe kerk. Voorzitter: In de vorige vergadering is aan het college van B. en W. een commissie van advies toegevoegd, om de zaak ernstig onder oogen te zien. Op de vergadering die op Donderdag 12 April in het Servatiusgebouw gehouden werd en waarop de voornaamste kopstukken van Elde, Voort en, Oetelaar, uitgenoodigd waren, is het voorstel ter tafel gekomen om de kerk 200 M. terug te zetten. Het kerkbestuur was hiervoor wel te vinden en de aanvrage uit het Lieseind om een openbare lagere school zou hierdoor kunnen worden ingetrokken. Deze conferentie heeft geleid tot bevrediging van iedereen. De afgevaardigden uit genoemde buurtschappen hadden liever de kerk op den grond van Mevr. de Wed. Bolsius, doch ter wille van den vrede konden zij opschuiven. Deze vergadering is zeer geanimeerd verloopen. Na afloop der vergadering heeft het nieuwe kerkbestuur met de commissie van advies aan den gemeenteraad voorgesteld de subsidie van ƒ 15000 toe te staan zoo de kerk kwam te staan tusschen den grond van Mevr. Bolsius en de stichting Verhagen en de school in te trekken. De financieele kant van de kwestie hebben wij ook overwogen. Zoo de school doorgaat, wordt de gemeente voor een groot geldelijk offer geplaatst. Sindsdien zijn er adressen binnengekomen van Oetelaar, Elde, Voort en Boschweg die den Raad er op willen wijzen bij het voteeren der subsidie alleen rekening te houden met het belang der gemeente. Genoemde personen kunnen zich moeilijk indenken, dat een afstand van 200 M. wel een subsidie van ƒ 15000 waard is en zoo de kerk op den grond van Mevr. Bolsius geplaatst wordt, krijgen ze geen subsidie. Dit is toch geen gemeentebelang. Uit dit ingekomen stuk is het volgende door mij geconstateerd:

  1. Er zijn enkele onderteekenaars, die op de vergadering van Donderdag 12 April aanwezig waren en toen hunne tevredenheid betuigd hebben. Deze tevredenheid is echter niet van langen duur geweest.
  2. Er zijn huishoudens die met twee personen onderteekend hebben.
  3. Er zijn gevallen bekend waar het hoofd van het gezin niet geteekend heeft, doch een ander.

Toch verliest dit stuk zijn waarde niet geheel. Het lid Steenbakkers: Wanneer hebt u dit stuk ontvangen.
Voorzitter: Het is gisteren in mijn bezit gekomen.
Het lid van de Westelaken: U vergeet te vertellen wat de drijfveer is. De volle ƒ 15000 worden toegestaan als de kerk 200 M. verder komt. En dat is schandalig.
Weth. van de Oetelaar: Wij moeten handelen in het belang der kerk. Wij moeten ons aansluiten bij de commissie, want anders komt de kerk er zonder subsidie.
Het lid van de Westelaken: De commissie heeft geen subsidie te geven.
Voorzitter: Het kerkbestuur had zich in verbinding moeten stellen met B. en W.
Het lid van de Westelaken: Zijn het gemeentebelangen dat de kerk 200 M. verder komt?
Voorzitter: Ik ben absoluut geen tegenstander. Persoonlijk belang zit er voor mij niet in, doch ik kom op voor het belang der gemeente.
Het lid Steenbakkers: Ik geloof, mijnheer de voorzitter, dat wij ter elfder ure als scheidsrechter worden opgeroepen. Laat de menschen zelf de zaak uitspinnen en geven wij eerst subsidie als de kerk er staat.
Het lid Bolsius: Hoe is het standpunt der commissie van advies.
Weth. van de Oetelaar: Als de heeren uitgepraat zijn, dan zal ik eens spreken.
Voorzitter: Een rapport van de commissie van advies moet uitgebracht worden.
Het lid van Heertum: Mijne heeren. Voor enkele jaren terug hebben de buurtschappen Boschweg, Lieseind en Voort een kerk kunnen krijgen. Ten minste dit werd gezegd. Doch dit is nog steeds niet bewaarheid. Hier is thans aan verbonden de openbare school. De gemeente komt hierdoor op hooge kosten. De commissie stelt voor ƒ 15.000 toe te kennen zoo de school ingetrokken wordt en de kerk geplaatst wordt tusschen den grond van mevr. Bolsius en de stichting Verhagen. Het lid Bolsius kon zich hiermede goed vereenigen. Het is echter wel belachelijk dat men voor 200 M. een subsidie van ƒ 15000 vraagt. De toestand is thans zeer bespottelijk. Wij kunnen toch niet blijven sollen. De een wil dit, de ander wil dat. Wij zullen als leden van den Raad de zaak moeten uitmaken.
Het lid van Heertum: Het kerkbestuur had voeling moeten houden met B. en W. Als dit gebeurd was, zou men thans niet voor deze moeilijkheid staan.
Het lid van Liempd: Van den beginne af heb ik den indruk gekregen dat het kerkbestuur geen bepaald terrein op het oog had. Het terrein van mevrouw Bolsius is het beste voor den bouw der kerk. Het kerkbestuur was het hiermede eens. Voor den goeden gang van zaken moest men toch weten op hoeveel de bouwkosten zouden komen. Dit was het financieele belang der kerk. Ik meen echter dat de aanvrage der school op den huidigen toestand veel invloed heeft uitgeoefend. Het is een publiek schandaal echter, dat een Katholieke gemeente een openbare school vraagt. Dit is ten zeerste af te keuren. Een subsidie van ƒ 15000 voor een afstand van 200 M. is echter schandalig.
Het lid van Heertum ging hiermede ook accoord.
Het lid van de Westelaken: Had men ons vrij gelaten met bouwen, dan was de ruzie niet zoo groot geweest. Wij worden gedwongen.
Het lid Boland: Was het voorstel in den Raad gekomen om te bouwen op den grond van Bolsius, dan was het gekelderd.
Het lid van de Westelaken: Was het maar gekelderd.
Het lid Boland: De commissie van advies heeft niet willen dwingen. De commissie heeft een subsidie van ƒ 15000 gaarne aanvaard. Wat de openbare school betreft, heb ik steeds gezegd, dat de menschen hun belangen tegenwerken.
Het lid van de Westelaken: Zet pastoor en kerk op den Kikvorsch!
Het lid Steenbakkers: Welk is het plan van het kerkbestuur.
Voorzitter: De kerk te plaatsen op een der perceelen van Wed. Pennings, van de Tillaart of op het gemeentebosch.
Het lid Wouters: Het kerkbestuur had om het gemeentebelang met B. en W. voeling moeten houden. Alle menschen in deze bevredigen, is niet mogelijk.
Het lid Vugts: Ik ben er voor de commissie van advies te steunen.
Weth. van den Oetelaar: Zoo wij een subsidie geven behoeven wij ons niet af te vragen waarvoor die gebruikt wordt. Zoo wij subsidie voor een zaanbok of een springstier geven is het niet noodig dat wij weten wat zij met dat geld doen. Wij moeten hier een oplossing vinden voor de algemeene tevredenheid. Laat ons een subsidie geven maar laat verder hun de vrijheid voor bouwen. De afstand is hier niet de oorzaak van de wrijving, doch wel het baasschap. De openbare school is een der dwangmaatregelen.
Voorzitter: Eerst waart u zoo goed tevreden en nu bent u tegen ons.
Weth. van den Oetelaar: Die negentig handteekeningen is hier een voorname zaak. Ik meende in het belang zoo te moeten handelen.
Voorzitter: Het gaat hier niet over de subsidie, doch wel over de kosten der openbare school.
Het lid van de Westelaken: Is het zeker, dat die school moet komen?
Voorzitter: Dat is in zooverre nog niet onderzocht.
Weth. van Esch: Ik ben altijd voor de subsidie geweest.
Het lid van Heertum: De commissie van advies heeft geen eischen gesteld aan B. en W. De 3 leden der commissie willen geen dwang uitoefenen op de 10 andere leden van den Raad. Verschillende stemmen. Dat kan ook niet.
Het lid Bolsius: met de oprichting der commissie ben ik accoord gegaan. Toen het kerkbestuur het terrein kocht van Mevr. Bolsius heeft het algemeen gemeentebelang voorgestaan. In verband met den uitbouw der gemeente is dit terrein beter voor een kerk dan het andere. Ik zie echter af van de latere kwestie. Toen is die commissie opgericht. Het Lieseind wil de gemeente den last opleggen een openbare school te bouwen. Er is toen een compromis gesloten, dat de kerk 200 M. verder zou komen, en de school hierdoor verviel. Laat echter nu ieder voor zich zelf stemmen, naar eigen eer en gevoelen.
Het lid Steenbakkers: De commissie moet nog eens in het werk stellen te weten te komen, waar de kerk nu zeker komt.
Het lid Bolsius: Dat is hetzelfde.
Het lid Verkuijlen: De vrede is ons meer waard dan ƒ15000. De aanvrage der openbare school is verkeerd.
Het lid van de Westelaken: Geeft die menschen een school. De pastoor zal die wel overnemen.
Het lid Wouters: De pastoor is het hoofd der parochie. Wij moeten op zijn bouwplannen geen pressie uitoefenen. Er is hier een wrijving tusschen van de Westelaken en de commissie. In stemming wordt gebracht het voorstel der commissie van advies om de kerk te plaatsen op den grond van:

  1. of de Wed. Pennings,
  2. of v. d. Tillaart,
  3. of Gemeentebosch, maar niet op het terrein van mevr. Bolsius en de subsidie van ƒ 15000 te verleenen en het plan der school in te trekken.

Vóór: Bolsius. Wouters, van Liempd, Vugts, Verkuijlen, van Heertum en Boland.
Tegen: Steenbakkers, Oetelaar en Smits.
Blanco: v. Esch, Westelaken en Schevers.

Voorgevel van de Boschwegse kerk van 1929.
Rechter zijgevel van de Boschwegse kerk van 1929.

Op 28 maart 1928, dus ruim voordat de discussie over de plaats van de kerk en de subsidie plaatsvond, is de bouw van de kerk aanbesteed. De laagste inschrijver was van de Weterings - Mertens uit Raamsdonkveer die inschreven voor een bedrag van f. 117.600,=.
Op 15 mei 1928 dient de architect Christ van Liempd, namens het kerkbestuur, aan aanvraag voor de bouw van een kerk in op het percelen kadastraal sectie B nummers 3169 - 3170 -3264 gelegen aan de Boschweg, het perceel bij de weduwe Penning genaamd "de Kikvors" (?). Burgemeester en Wethouders verlenen op 25 mei 1928, na de rapportage van de opzichter van Bouw en Woningtoezicht waarin de plannen goed worden bevonden, de bouwvergunning. [5]

De bouw van de kerk.[bewerken | brontekst bewerken]

Op 24 mei 1928 wordt gestart met het grondwerk voor de bouw van de nieuwe kerk. [6] Op 28 augustus 1928 vond de eerste steenlegging plaats.

Verslag van de de eerste steenlegging. [7]
Eerste steenlegging van de nieuwe parochiekerk te Schijndel. Heden had te Schijndel de plechtige eerste steenlegging plaats van de nieuwe kerk van O. L. Vrouw van den H. Rozenkrans, die te Schijndel in de door Pastoor A. Pessers, voormalig kapelaan van de parochie van St. Jacob te 's-Hertogenbosch, te stichten parochie aan den Boschweg in aanbouw is. De parochianen hadden door het uitsteken van de vlag uiting gegeven aan hun vreugde op dezen heuglijken dag, want thans zal met rassche schreden de voltooiing naderen van het werk, waarnaar reeds zoolang met verlangen is uitgezien. Een fraaie versiering was aangebracht aan het terrein van den bouw en een aardige eerepoort was opgericht. De plechtigheid werd ingezet met eene H. Mis, die te 10 uur in de parochiekerk van den H. Servatius werd opgedragen door den nieuwbenoemden pastoor met assistentie van zijn broeder den WelEerw. heer kapelaan Pessers uit Boxtel en kapelaan Aldenhuizen uit Den Bosch, den oudsten kapelaan van de parochie waar Pastoor Pessers jarenlang werkzaam was en waar hij zich een groote achting had verworven. Het Gemengd Koor van St. Jacob uit Den Bosch luisterde de plechtigheid op, eene attentie, die zeer zeker op prijs werd gesteld. De kerk was geheel gevuld met belangstellende parochianen en ook andere geloovigen, waaronder de burgemeester en andere autoriteiten. Het koor zong onder directie van den heer Jos. van Mackelenbergh de Mis van Griesbacher met orgelbegeleiding van den heer Quaadvliet, organist van St. Jacob. Na het Evangelie hield pastoor Pessers eene predicatie naar aanleiding van de tekstwoorden „De steen dien de bouwlieden verworpen hebben is een hoeksteen geworden". De profeet David had den volken voorspeld dat de Meester niet zou worden aangenomen door Zijn volk, maar dat Hij aan het hoofd gesteld zou worden van een ander volk. Christus is geworden de hoeksteen der Katholieke Kerk en de beteekenis van het leggen van den eersten steen is dan ook als een hulde aan Christus, waarop de geheele Roomsche Kerk steunt. Z.Eerw. wees er op, dat het voor de parochinanen van eene nieuwe kerk, maar ook voor den Pastoor een heugelijke gebeurtenis is, daar thans kan worden gezegd dat de fundamenten zijn gelegd voor het gebouw, dat het middelpunt moet worden van gebed en geloofsbelijding. Spreker beval verder den bouw der nieuwe kerk in den financieelen steun aan. Er wordt weliswaar veel goeds gedaan en er wordt ook veel gevraagd, doch laat den logischen gedachtengang ingang vinden: dat eerst Uw eigen zaak gesteund moet worden. Z.Eerw. eindigde met de hoop uit te spreken dat Gods zegen moge rusten op den verderen afbouw der kerk.
Na de H. Mis, die zooals reeds gemeld door een groot aantal geloovigen werd bijgewoond, werd een optocht opgesteld, die den priesters en genoodigden, die bij de plechtigheid der eerste steenlegging aanwezig wilden zijn, naar de in aanbouw zijnde kerk voorafging. Voorop gingen een aantal bruidjes, allen dragende mooie bloemen, daarachter het Gemengd Koor van St. Jacob, de knapen allen in rood kleed met wit koorhemd, de heeren zangers allen in het zwart, dan kwam Schijndel's Harmonie en daarachter volgden familie en genoodigden, dat alles omstuwd door een groote menigte belangstellenden, die echter door de gemeente- en rijkspolitie in goede orde werden gehouden.
Gedurende het trekken van dezen optocht speelde beurtelings de harmonie en zong het koor Marialiederen. Het prachtige zomerweer, dat des morgens niet te verwachten was wegens het zware onweer dat den nacht te voren had gewoed, begunstigde dezen tocht, die ongeveer een half uur ver moest worden gemaakt. Toen de stoet op het terrein van de in aanbouw zijnde werk was aangekomen zong het koor het „Magnificat", middelerwijl de priesters zich in kerkgewaad kleedden. Een podium was aangebracht, waar de genoodigden hunne plaats innamen. Ook hier waren tegenwoordig burgemeester en wethouders van Schijndel, leden van den gemeenteraad en de familieleden van pastoor Pessers, alsmede pastoor Donders en zijne kapelaans. Nadat de voorgeschreven kerkelijke gebeden waren verricht, tijdens welke het gemengd koor de liturgische gezangen, waaronder de „Litanie van Alle Heiligen", uitvoerde, werd door pastoor Pessers voorlezing gedaan van de oorkonde, die werd ingesloten in den eersten- of gedenksteen, welke oorkonde door de aanwezige autoriteiten, door de moeder van den pastoor en familieleden, aannemers en architecten werd geteekend. Toen de kerkelijke plechtigheden waren geëindigd nam de burgemeester van Schijndel het woord. Het deed spreker genoegen, mede namens het gemeentebestuur bij deze gelegenheid een woord te spreken en dan moet dat woord op de eerste plaats zijn een felicitatie voor den pastoor en zijne familie. Z.Ed.Achtb. gaf den wensch te kennen dat de verdere afbouw der kerk zeer spoedig zijn beslag moge krijgen en dat zonder persoonlijke ongevallen de bouw der nieuwe kerk tot stand moge komen. De Burgemeester feliciteerde den nieuwbenoemden pastoor met het grootsche werk dat deze ter hand heeft genomen en drukte de hoop uit, dat dit werk op de eerste plaats moge strekken tot eer en glorie van God, tot voldoening en zegen van den pastoor en zijne familie en ten slotte tot zielenheil van de parochianen en zeer zeker tot voldoening van den pastoor zelve. Pastoor Pessers, nam vervolgens het woord. Z.Eerw. voelde zich aan het einde van de plechtigheid verplicht een woord van dank te brengen aan allen, die ook maar eeniger mate hunne medewerking hadden verleend aan de oprichting der nieuwe parochie. Vooral dankte hij voor de bijwoning der plechtigheid van 's ochtends en voor de gebeden daarbij gestort. Dank bracht spreker aan de weldoeners uit zijne parochie en ook die van elders, en vooral ook zijn geachte familie, die hem financieel zoo mild gesteund heeft. Dank ook aan het parochiaal zangkoor van St. Jacob, dat de H. Mis en de plechtigheid van thans opluisterde en aan Schijndel's Harmonie-gezelschap, aan de ouders der kinderen en de bruidjes. Tenslotte bracht Z.Eerw. een woord van dank aan hen, die met zand rijden, met groote bereidwilligheid hunne medewerking tot heden hadden verleend. Menige kar zand is reeds aangebracht moeten worden om den grond op de vereischte hoogte te brengen, waarop de fundamenten moeten rusten. Pastoor Pessers hoopte wanneer straks weer een beroep op die bereidwilligheid zal moeten worden gedaan, daaraan met evenveel liefde zal worden gevolg gegeven. Na nog een woord van dank te hebben gebracht aan heeren architecten en aannemers en aan allen die in figuurlijken of letterlijken zin hunne medewerking hadden verleend, verklaarde Z.Eerw. de plechtigheid gesloten.

Kerkwijding[bewerken | brontekst bewerken]

Op 24 juni 1929 werd de Boschwegse kerk door Z. D. H. Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van s-Hertogenbosch plechtig ingewijd. Daags voor deze plechtigheid arriveerde de bisschop in Schijndel.

Feestelijke ontvangst van Z. D. H. Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van 's.Hertogenbosch [8]
SCHIJNDEL, 14 Juni. Het program voor de feestelijke ontvangst van Z. D. H. Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van 's.Hertogenbosch, op 23 Juni a.s., bij gelegenheid van de plechtige wijding der kerk van O. L. Vrouw Rozenkrans aan den Boschweg, is als volgt samengesteld:

5 Uur opstelling van den stoet.

  1. Marechaussée.
  2. Ruiterij.
  3. Deputatie R. K. Werkliedenvereeniging met vaandel.
  4. Deputatie R. K. Boerenbond met vaandel.
  5. Afdeeling schooljongens.
  6. Harmonie St. Cecilia.
  7. Bruidjes.
  8. Auto commissie van ontvangst.
  9. Auto gemeentebestuur.
  10. Auto kerkbestuur St. Servatius.
  11. Auto kerkbestuur nieuwe kerk.
  12. Bruidjes.
  13. Bisschoppelijke auto.
  14. Ruiterij.

5½ Uur ontvangst van Mgr. aan de grens der gemeente. Begroeting door den EdelAchtb. heer Burgemeester. Ontvangst van Mgr. aan de grens der nieuwe parochie, begroeting door den voorzitter der commissie van ontvangst, den heer G. van Velthoven. Bloemenhulde aan Mgr. door Dientje van Esch met toespraak door Betsie van den Oetelaar. Feestelijke intocht. Ontvangst van Mgr. aan de nieuwe kerk door de Eerw. geestelijkheid. Toespraak van Mgr. en den ZeerEerw. heer pastoor Pessers. Zoodra de gereserveerde plaatsen zijn bezet is de kerk toegankelijk voor alle geloovigen. Zanghulde aan den Bisschop door de schooljongens van de parochie.

7—8 Uur serenade aan Mgr. door de zangvereniging „De Dageraad".

Verslag van de ontvangst van Z. D. H. Mgr. A. F. Diepen en de kerkwijding van de O. L. V. van den H. Rozenkrans te Schijndel [9]
Heden is het de gloriedag voor den Zeer. Eerw. heer A. Pessers, pastoor der nieuwe parochie van O. L. V. van den H. Rozenkrans te Schijndel. Vandaag toch is door Z. D. H. Mgr. A. F. Diepen de nieuwe kerk aan den Boschweg aldaar plechtig geconsacreerd. Door den strengen winter, die achter ons ligt, werd het bouwwerk zeer vertraagd, doch door de voortvarendheid van de architecten Donders en Van Liempd werd na 't intreden van betere weersgesteldheid het werk weer spoedig hervat en de aannemer van den kerkbouw, de fa. Mertens en van de Wetering uit Raamsdonksveer, steunde die voortvarendheid en thans is aan den Boschweg verrezen een naar de laatste bouwmethode huis Gods, dat genoemde heeren tot eer strekt en dat voldoening moet schenken aan den Herder der parochie, die op jeugdigen leeftijd zich geroepen zag door Z. D. H. den Bisschop, om deze parochie te stichten. hard is er gewerkt, vooral de laatste dagen, om gereed te komen en met succes. De plechtigheid der kerkwijding ging gisteren vooraf door de feestelijke ontvangst van den Bisschop. Deze ontvangst getuigde van de groote vreugde die heerscht onder de parochianen van pastoor Pessers, die voorheen genoodzaakt waren bijna een uur ver te loopen om hunne godsdienstplichten in de parochiekerk van den H. Servaes te vervullen. Vanaf de grens der gemeente wapperden van vele woningen de vaderlandsche driekleur, terwijl aan de grens der nieuwe parochie een keurige eerepoort was opgericht, die boven in top het welkom voor den Doorluchten Kerkvorst als chronicum had. Omstreeks 5 uur had de opstelling plaats van den feeststoet die Z. D. H. bij zijne inkomste in de gemeente zou begroeten en vergezellen naar de nieuwe parochie. Deze stoet, die volgens nummering 16 corporaties telde, werd na de voor deze gelegen, heden vooral onmisbare marechaussee te paard voorafgegaan door wat men anders pleegt te noemen gardes d'honneur, de rijvereeniging „Het Ros Beyaerd", die in keurig uniform, onder leiding van haar commandant, den heer Krayvanger, daaraan een keurig cachet gaf. Verder merkten we in den stoet op: een deputatie van de R.K. Werkliedenvereeniging met vaandel; een deputatie van den Boerenbond met vaandel; schooljongens; een keurige stoet van bruidjes, allen in witte kleedjes en bloemen dragend; de harmonie „St. Cecilia"; het kerkbestuur van de parochie St. Servaes en het kerkbestuur der nieuwe parochie. Het geheel was omstuwd door een, het mag gerust gezegd, onafzienbare menigte, die in goede orde met een kleine politiemacht in het gareel werd gehouden. Mgr. Diepen werd aan de grens der gemeente ter hoogte van „Huize Dennenboom" verwelkomd door het dagelijksch bestuur der gemeente, Burgemeester Janssens en de wethouders van den Oetelaar en van Esch. Burgemeester Janssens richtte een kort woord tot den Bisschop en wees er op dat de gemeentenaren gemeend hadden Z. D. H. eene feestelijke ontvangst te moeten voorbereiden nu hij zijne intrede deed in de gemeente. Spreker drukte de hoop uit dat het verheven werk waarvoor Mgr. thans is gekomen, moge strekken tot heil van de parochie en tot heil ook van de geheele gemeente. Vervolgens noodigde het hoofd der gemeente den Doorluchtigen Kerkvorst uit om over te stappen in een gereedstaande auto en plaats te nemen in den feeststoet die Z. D. H. naar de nieuwe kerk zou vergezellen. Aan de grens der parochie had daarna de ontvangst plaats door den voorzitter der commissie van ontvangst, den heer G. M. van Velthoven.In een keurige toespraak, waarin vervat de gevoelens van hoogachting en liefde voor den drager van het hoogste kerkelijk gezag, riep de heer van Velthoven Z. D. H. het welkom toe, daarbij uiting gevend van zijne dankbaarheid nu hem deze taak was opgedragen. Spreker wees op den grooten godsdienstzin en aanhankelijkheid aan het kerkelijk gezag van de bewoners van de Meierij, maar speciaal van de inwoners van Schijndel, de taal der vele vlaggen en wimpels, de stemmen der kinderen, maar ook de aanwezigheid van zoovele gemeentenaren en vreemdelingen noemde spreker daarvan de beste getuigenis. Vervolgens werd door Dientje van Esch aan Mgr. een fraai boeket aangeboden, waarna Betsie van den Oetelaar een lieve toespraak hield. Mgr. Diepen dankte voor de woorden van den heer van Velthoven en voor de lieve kinderhulde, waarna de stoet zich weer in beweging zette, waarbij zich intusschen hadden aangesloten een groot aantal bruidjes allen bloemen dragend, hetgeen een allerliefst cachet gaf aan den onafzienbaren stoet, die beschenen door een warme middagzon, zich in langzaam tempo naar de nieuwe kerk begaf. Het ruime plein voor de kerk en voor de pastorie was smaakvol versierd met denneboompjes en bloemen en reeds lang vóór de aankomst van den stoet had zich een duizendhoofdige menigte opgesteld om getuige te zijn van de schitterende ontvangst van den Bisschop, die door zijn verheven werk de laatste hand zou komen leggen aan een jaren en jaren lang gekoesterden wensch, n.l. dat ook de zoo veraf wonende katholieken een eigen parochiekerk zouden krijgen. Bij aankomst begaf Z. D. H. zich eerst naar de pastorie, om zich in bisschoppelijk gewaad te kleeden en vervolgens naar de nieuwe kerk waar Mgr. werd ontvangen door den herder der parochie en een breede schaar van priesters. Bij het binnentreden der kerk zong een knapenkoor onder directie van den heer Tibosch, hoofd der school, het „Ecce sacerdos". Door de goede zorgen van de Rijks, en gemeentepolitie werd de steeds aangroeiende menigte buiten de kerk gehouden, doch zoodra de gelegenheid werd gegeven om binnen te aan, stroomden de belangstellenden het nieuwe kerkgebouw binnen, dat in een minimum van tijd tot in de uiterste hoeken was gevuld. Nadat allen een plaats hadden gevonden en Mgr. Diepen op den voor hem bestemden troonzetel was gezeten beklom de pastoor der nieuwe parochie den preekstoel om Mgr. te verwelkomen. Z.Eerw. stelde in het licht de groote vreugde die heerscht onder de ingezetenen, maar vooral onder de nieuwe parochianen nu de Doorluchtige Kerkvoogd zijne intrede had gedaan in de gemeente, om door de plechtige kerkconsecratie het eenmaal begonnen werk, de oprichting der nieuwe parochie te komen voltooien. Het woord dat Z.Eerw. als eerste pastoor der nieuwe parochie tot Z. D. H. zal richten, kan niet anders zijn dan een woord van welkom. Z.Eerw. wees verder op de schitterende ontvangst die den bisschop was bereid en op de talrijk toegestroomde menigte, die gekomen is om Z. D. H. te verwelkomen. Pastoor Pessers wees er op dat bijna niemand onder de ingezetenen van Schijndel en van de bewoners van de nieuwe parochie zijn medewerking niet verleende aan den bouw der nieuwe kerk. Zij die over paard en wagen beschikten voerden zand aan, de vrouwelijke inwoners werkten met de naald om kerkgewaden en paramenten voor de nieuwe kerk te vervaardigen en ook allen droegen bij toen geldelijke steun werd gevraagd, en al was die steun nog lang niet toereikend, Z.Eerw. denkt dan aan het woord van Jezus Christus, waar Hij sprak over het penninkske der weduwe. Pastoor Pessers sprak de hoop uit dat het werk dat de Bisschop gaat verrichten strekken moge tot heil van Schijndel en van de nieuwe parochie. Ten slotte vroeg Z.Eerw. het gebed van zijne parochianen want als de Heer het huis niet bouwt werken de arbeiders tevergeefs. Verder deed Pastoor Pessers een beroep op de liefde en aanhankelijkheid voor het Huis Gods, van de vaders, de moeders en de kinderen, opdat de vrede moge heerschen over de geheele parochie. Vervolgens sprak Z. D. H. Mgr. Diepen de aanwezigen toe en wenschte op de eerste plaats dank te brengen voor de ontvangst die hem was bereid en verder dankte Z. D. H. voor den steun die het mogelijk maakte om deze nieuwe parochie te stichten. Na den dank aan allen die deze kerk mede hebben willen stichten, wenschte Z. D. H. nog op de allereerste plaats dank te brengen aan den pastoor der nieuwe parochie en zijne hooggeachte familie voor de ruime bij dragen, waardoor Schijndel in het bezit kwam van deze nieuwe kerk, waarin door leeren, offeren en bidden het H. Geloof zal worden bewaard, en waar zullen worden getroost en bijgestaan degenen die zulks noodig hebben, waar de mensch geleid zal worden in deze wereld en naar de gelukzaligheid hierboven. Mgr. Diepen gaf zijn groote vreugde te kennen over de totstandkoming dezer nieuwe kerk die genaamd is de parochie van O. L. Vrouw van den H. Rozenkrans, en spoorde de aanwezigen aan vooral veel te bidden tot Maria, die steeds zal zijn een hulp in welke gevaren en moeilijkheden men zich ook moge bevinden. Verder noodigde Mgr. uit dat alle huishoudens bij het H. Misoffer vertegenwoordigd zullen zijn en spoort ook aan tot de veelvuldige H. Communie, ook voor de kinderen, opdat allen die hunne gebeden hier storten voor Maria, steeds mogen zijn en blijven hare bevoorrechte kinderen. Met het geven van zijn Bisschoppelijken zegen eindigde Mgr. zijne toespraak. Vervolgens werd Z. D. H. weer uitgeleide gedaan om zich te begeven naar de pastorie, waar hij in ontvangst had te nemen eene zanghulde van de schooljongens en tenslotte eene serenade door de zangvereeniging „De Dageraad", waarbij de heer Van Bussel Z. D. H. toesprak. Mgr. Diepen dankte nogmaals allen voor de hulde hem gebracht en spoorde allen aan steeds te blijven trouwe kinderen van de Roomsch Katholieke Kerk. Hierna was de plechtigheid geëindigd en verspreidde zich de talrijke menigte belangstellenden. Er bleef echter nog lang een groote drukte heerschen in de gemeente.
Hedenmorgen reeds vroeg was er weer een groote bedrijvigheid in de nieuwe parochie. Mgr. Diepen verrichtte heden de kerkwijding. Z. D H. werd daarbij geassisteerd door de volgende ZeerEerw. en WelEerw. heeren: diaconus ecclesiae Pastoor Pessers, diaken van wijding prof. v. d. Kamp, subdiaken Kapelaan Bijnen, cantares prof. Kemps en Kapelaan Pr. Pessers, ad mitram Rector van Amstel, ad baculum Kapelaan Ruttens, ad aquam Kapelaan Steenbakkers, thuriferarius Conrector De Rooy, ad crucem Kapelaan Driessen, twee theologanten uit Schijndel de Eerw. heeren Timmermans en van Esch fungeerden ad candelam. Nadat de plechtigheid der inzegening was verricht werd door den ZeerEerw. heer Pessers het eerste H. Misoffer in de nieuwe kerk opgedragen. Z.Eerw. werd hierbij geassisteerd door Conrector De Rooy als presbyter-assistens, diaken Kapelaan Steenbakkers, subdiaken Kapelaan Driessen. Een groot aantal parochianen was bij deze H. Mis tegenwoordig, die gesloten werd met den zegen van het Allerheiligste. En thans gaat een gedeelte van Roomsch Schijndel een nieuwe toekomst tegemoet en zullen de parochianen hunne dankbaarheid zeer zeker laten blijken aan hun ijverigen jeugdigen herder, die er in slaagde, zoo'n keurig Godshuis te stichten in een gedeelte der gemeente, waar men zoo ver van de oude parochiekerk was verwijderd.

Nieuw altaar in de Boschwegse kerk (1950)[10][bewerken | brontekst bewerken]

In 1949 is in de Boschwegse kerk de Broederschap gevestigd van Onze Lieve Vrouwe van de Rozenkrans. Voor deze Broederschap werd in het jaar 1950 een Maria-altaar geplaatst. De opstand van dit altaar is ontworpen en vervaardigd door de bekende Brabantse kunstenaar Luc van Gent, die ook de gebrandschilderde ramen in de zijbeuken van de kerk heeft ontworpen. Deze opstand is geboetseerd in Limburgse klei, daarna gebakken en is door de kunstenaar zelf gekleurd. Het zijn vier taferelen. Bovenop het aan reiken van de rozenkrans aan de H. Dominicus. Daaronder in ’t midden de nederdaling van de H. Geest op Pinksteren en aan de ene zijde de geboorte van Christus en aan de andere zijde de hemelvaart.

Uitbreiding van de Boschwegse kerk in 1954.[bewerken | brontekst bewerken]

Boschwegsekerk na de verbouwing in 1954.

Op 25 mei 1954 vraagt architect Phil. Donders, wonende op de Koekoeklaan 6 in Eindhoven, namens het kerkbestuur van den parochie Onze Lieve Vrouw van de Heilige Rozenkrans een bouwvergunning aan voor de bouw van de uitbreiding van de kerk en de bouw van een toren en doopkapel. Op 5 juli 1954, direct na de viering van het 50-jarig bestaan van de parochie Boschweg, verlenen B. en W. de goedkeuring voor deze uitbreiding aan Boschweg, kadastraal B nummer 3348. [11]
Het kerkbestuur diende bij de gemeente Schijndel een aanvraag in tot het verlenen van subsidie groot f. 20.000 voor de afbouw van de kerk. In de raadsvergadering van 13 augustus 1954 wordt de subsidieaanvraag besproken en verleend. [12]
Op 29 oktober 1954 is de aannemer de gebroeders Schellekens zover gevorderd dat de fundaties en de steigers zijn geplaatst.
In een krantenartikel worden de totaalkosten voor de uitbreiding van de kerk, de bouw van de doopkapel en de toren onder de aandacht van de parochianen gebracht. Het werk was voor f. 157.000 door de gebroeders Schellekens aangenomen. De kosten van het architecten honorarium, lichtdrukkosten en bestekken bedragen ongeveer f. 15.000. Voor de inrichting van de kerk, banken, doopvont en het verplaatsen van het orgel met de niet te vermijden tegenvallers, vergen nog eens f. 25.000. Daardoor komen de totaalkosten op f. 200.000. Aangezien de de gemeente een subsidie geeft van f. 20.000 resteren er nog f. 180.000 die door de parochie opgebracht moeten worden. [13]
In een serie artikelen in de Schijndelse Krant wordt dit financieel tekort onder de aandacht gebracht en worden de parochianen gestimuleerd tot het houden van acties waarmede een bedrag van f. 30.000 bijeen wordt gebracht waardoor de jaarlijkse lasten door de parochie te dragen zijn.

Monumenten Inventarisatie Project 1990 [14][bewerken | brontekst bewerken]

O.L. Vrouw van de Rozenkrans 1928.
Phil Donders

"Dom Bellot" expressionisme.
Bakstenen gevel. Hardsteen. Vensters en deuren in glas-in-lood.
Zadeldak, verbeterde Hollandse dakpan.
Bakstenen kruisribgewelven.
Doopkapel en toren dateren uit 1954, de 1e ter herdenking van de omgekomen Gebrs. de Wit.
Kerkhof met Calvarieberg met kruisbeeld en corpus. Regelmatig aangelegd kerkhof met zeer dicht opeen staande graven, omzoomd door coniferenhaag.
Ramen en altaarreliëf van Luc. van Hoek.
Een breed middenschip en twee smalle zijbeuken, gescheiden door spitsbogen welke het muurvlak onderbreken.
De vloer bestaat uit een geometrisch patroon gevormd door tegeltjes in crème, oranje, grijs, zwart.
Architectuurhistorisch belang, ligging, gaafheid. Dreibeukige kruiskerk met westtoren en dakruiter.
Entree kerkhof: twee geknielde gietijzeren engelen. Secundair gebruik uit ca. 1986.
Interieur: de eiken kerkbanken zijn origineel, Zes zuilen zijn met marmer bekleed en dragen op uitkragend kapiteel een heiligenbeeld. Aan de wanden een kruiswegstatie, op doek uit 1933, gesigneerd A. van de Laar, kopie Fugel.
Het middenschip wordt bekroond door bakstenen kruisribgewelven.

Beschrijving uit de gemeentelijke monumentenlijst 1993. [15][bewerken | brontekst bewerken]

Typering, situering en bouwgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De rooms-katholieke parochiekerk 'O.L. Vrouwe van den H. Rozenkrans' is een kruisbasiliek. Voorbouw, transeptarmen en apsis zijn van gelijke hoogte maar iets lager dan het middenschip en het koor, en hebben een omvang van één travee. Het schip telt drie traveeën. De hoektoren aan de rechter voorzijde is vijf verdiepingen hoog. Links terzijde van het schip staat een doopkapel met achthoekig grondplan. Links van het koor en de absis staat een tweelaags sacristie.
De vrijstaande kerk is overhoeks geplaatst op een perceel, dat verder een pastorie (Boschweg 116), sacristie en begraafplaats omvat.
De sacristie en de kerk - met een schipomvang van twee traveeên - dateren van 1928. De architecten Ph. Donders en Ch.J. van Liempd hebben de kerk ontworpen in baksteen-expressionisme, in een vormentaal die gelijkenis vertoont met het werk van Dom-Bellot.
De kerk is in 1955 onder leiding van architect Ph. Donders afgebouwd. De kerk werd toen overeenkomstig het ontwerp uit 1928 uitgebreid met één travee in het schip en een voorbouw met toren. Het ontwerp uit 1928 voorzag in een portaal met wimberg in de voorbouw en een groot spitsboogvenster daarboven. Deze opzet is niet gevolgd. Bovendien werd links van het schip een doopkapel toegevoegd ter herdenking van de omgekomen gebroeders De Wit.

Beschrijving van het exterieur[bewerken | brontekst bewerken]

Van de bakstenen kerk zijn voorbouw, middenschip, koor en transeptarmen overkapt met zadeldaken, die gedekt zijn met blauwe verbeterde Hollandse pannen. De topgevels hebben brede ingemetselde kalkstenen boven de gootlijst. Op de viering staat een overhoeks geplaatste dakruiter.
De absis heeft een veelhoekige dakafsluiting met kruis op de top.
De zijportieken van de voorbouw, de zijschepen en de driezijdige afsluitingen van de transeptarmen hebben platte daken met loden afdekstroken op de randen.
De toren wordt bekroond door een naaldspits met leien in maasdekking en een smeedijzeren kruis met haan op de top.
De afwatering geschiedt via overkragende gootlijsten en koperen waterpijpen met vergaarbakken.
Drie spitsbogen van het ingangsportiek in de voorgevel worden ondersteund door twee kunststenen zuilen met trapeziumvormige, hardstenen basementen en kalkstenen teerlingkapitelen. De opgeklampte deuren in het portiek zijn van eikenhout. Aan weerszijden van het portiek bevinden zich twee gekoppelde raampjes met keperbogen. Op de verdieping is een groot glas-in-lood roosvenster aangebracht. Het maaswerk in de vorm van een bloem is van beton. In de top van de voorbouw en in de daar bovenuit stekende top van het middenschip bevinden zich smalle verticale venstertjes. Onder de dakrand en om het roosvenster is een bloktandlijst ingemetseld.
De linker en rechter zijgevel zijn identiek. De wand van het zijschip wordt versterkt door twee steunberen, die overgaan in luchtbogen boven de zijschepen. De wand wordt bovendien geleed door lisenen en een verdikte baksteenband onder het platte dak.
Elk muurvlak tussen liseen en steunbeer bevat één venster met keperboog. De lichtbeuk van het middenschip bestaat uit drie glas-in-lood spitsboogvensters met bakstenen montants.
De gevel van het transept is voorzien van een driezijdige uitbouw van gelijke hoogte als het zijschip. Elke zijde heeft twee gekoppelde vensters met keperbogen. Boven de polygonale uitbouw is een groot spitsboogvenster aangebracht met bakstenen maaswerk. In de top bevindt zich een rond venster waar overheen een, in de gevel doorlopend, bakstenen kruis is gemetseld. In de top van de gevel is baksteenvlechting aangebracht. De zijgevels van de transeptarmen zijn versterkt met steunberen.
In de hoeken tussen de transeptarmen en het koor zijn rechthoekige kapellen gebouwd. Het koorgedeelte is even hoog als het schip en heeft een uitgemetselde 'schoorsteen' in de top van de eindgevel. Een polygonale absis sluit aan op het koor. Elke zijde van de absis bevat één venster met keperboog tussen steunberen, die ter hoogte van de vensters eindigen in een kunststenen sluitsteen.
Alle ramen in de kerk met keperbogen hebben tevens keperboogvormige strekken met een uitgemetselde baksteenlaag aan de bovenzijde, uitgehoekte dagkanten en afgeschuinde bakstenen dorpels. Alle kerkramen zijn voorzien van glas-in-lood (Luc. Van Hoek).
De sacristie is verbonden met het koor. Het is een tweelaags, bakstenen gebouw onder zadeldak. De ingang bevindt zich in de voorgevel. Op de verdieping zijn vier vensters aangebracht. In de top van de linker zijgevel is baksteenvlechting aangebracht. De achtergevel bestaat uit acht vensters op de verdieping en drie samengestelde ramen op de begane grond.
De toren heeft een opgeklampte eikenhouten, getoogde deur aan de voorzijde. De verdiepingen worden aangegeven door een reeks smalle vensters boven elkaar. De bovenste verdieping heeft aan alle zijden twee galmgaten met rondboog, betonnen omlijsting en balustrade. Het middendeel van elke zijde is opgetrokken tot een topgevel. Tegen de topgevels zijn de klokken bevestigd. De toren wordt bekroond door een ingeknikte naaldspits met leien in maasdekking.
De achthoekige, bakstenen doopkapel wordt overkapt door een achtzijdig tentdak met een piron op de top. De verdiepte muurvelden van zeven zijden bevatten elk één kunststenen, rechthoekig venster met een maaswerk van acht cirkels gevuld met glas-in-lood.
Een poort met twee witgeschilderde, gietijzeren geknielde engelen geeft toegang tot een pad aan de rechterzijde van de kerk, dat leidt naar het kerkhof. Op de calvarieberg midden op de begraafplaats staat een kruisbeeld. Het regelmatig aangelegde kerkhof is omzoomd door een coniferenhaag.

Beschrijving van het interieur[bewerken | brontekst bewerken]

Het portiek is overwelfd met drie graatgewelven van gele baksteen. De boogvelden zijn van witte baksteen. De centrale hoofdingang ligt in de as van het middenschip. De zijingangen leiden via een portaal naar het middenschip. Boven de ingang - op de verdieping van de voorbouw - bevindt zich een zangers tribune met orgel. De kerkvloer bestaat uit een geometrisch patroon, gevormd door tegeltjes in crème, oranje, grijs en zwart. De glas-in-lood ramen vertonen geometrische patronen, tenzij anders vermeld.
De opstand van het middenschip.
Het brede middenschip kent een alternerend stelsel van afwisselend een zuil en een pijler. De zes zuilen zijn achthoekig, met marmer (Nap. Roug.) bekleed, staan op hardstenen basementen en hebben kalkstenen kapitelen, die in het middenschip tevens dienst doen als sokkels voor heiligenbeelden (de vier evangelisten, Petrus en Paulus).
De pijlers zijn van baksteen en lopen in het middenschip over in gordelbogen. In de zijschepen zijn ook de pijlers voorzien van kalkstenen kapitelen. Boven een spitsboogarcade zijn de muren tot en met de lichtbeuk wit geschilderd. Het middenschip van drie traveeën wordt overwelfd door kruisribgewelven.
De ribben en gordelbogen zijn van rode baksteen, de gewelfkappen zijn van gele bakstenen.
De zijschepen hebben een vlak, wit geschilderd plafond. In de zijschepen en het transept hangen geschilderde kruiswegstaties van A. van de Laar, die dateert van 1933 (kopie Fugel). In de zijschepen en in de polygonale afsluiting van de transeptarmen staan eikenhouten biechtstoelen.
De zijschepen monden uit in de transeptarmen, die overwelfd zijn met kruisribgewelven.
De polygonale afsluiting van de transeptarmen wordt van het transept gescheiden door een spitsboogarcade, die rust op een zuil. Daarboven bevindt zich in de rechter transeptarm een venster met een voorstelling in glas-in-lood van de treurende Maria, en in de linker transeptarm een voorstelling van Maria ten hemel, de drie-eenheid en de 'deur des hemels' in de linker hoek en het 'gouden huis' in de rechter hoek. In de linker transeptarm staat een polychroom beschilderd stenen Maria-altaar van Luc. van Hoek. In de rechter transeptarm bevindt zich het Johannes-altaar.
Bakstenen viering pijlers met decoratief metselwerk ondersteunen het bakstenen stergewelf van de viering.
Pilasters met kunststenen kapitelen ondersteunen het ribgewelf van de veelhoekige absis. De wanden met verdiept, getoogde velden zijn wit geschilderd. In de glas-in-lood ramen zijn van links naar rechts afgebeeld: Maria Mozes zuster, Anna moeder van Samuel, Rachel moeder van Jozef en Benjamin, Judith die Israël heeft gered en Abigaïl, zij stilde Daniëls toorn. In de absis staat een koperen hoogaltaar - met een kruisbeeld onder een baldakijn - op een marmeren sokkel.
Op een gedenksteen rechts in het koor staat te lezen:

Prim Lap posuit A.J. Pessers Prim Par XXV aug MCMXXVIII.

De doopkapel is vanuit het linker zijschip te bereiken. Deze centraal bouw heeft een achthoekige verlaging in de vloer met een hekwerk daar omheen. In het midden staat een hardstenen doopvont met koperen deksel, dat voorzien is van Christusmonogrammen. De vloer van lage middendeel is van hardsteen. De hoger gelegen vloer rondom is van leisteen. De centraal bouw is overwelfd met een vlak pompoengewelf.
Op de begane grond van de toren is een Mariakapel ondergebracht. De kubische ruimte is overwelfd door een graatgewelf met een centrale oculus. De muren zijn ook hier wit en de vloer is identiek aan die in de kerk. Op een glas-in-lood raam is een vrouw met twee kinderen voor een Mariakapelletje afgebeeld. Op het glas-in-lood raam ernaast verschijnen twee engelen aan een vrouw met kind.

Motivatíe tot plaatsing op de monumentenlijst[bewerken | brontekst bewerken]

De kerk vertoont elementen van het Expressionisme en heeft een gaaf exterieur en interieur.
Het is een belangrijk werk van Ch.J. van Liempd en Ph. Donders.
De markant gelegen kerk vormt samen met de pastorie een karakteristiek geheel voor het dorp.
Het complex heeft cultuurhistorische waarde omdat het getuigt van een geestelijke ontwikkelingsfase.

Overige afbeeldingen.[bewerken | brontekst bewerken]

De bouw van de Boschwegse kerk.[bewerken | brontekst bewerken]

De Boschwegse kerk.[bewerken | brontekst bewerken]

Interieur Boschwegse kerk.[bewerken | brontekst bewerken]

Gebeurtenissen in de parochie Boschweg.[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbosche courant 14 januari 1928
  2. Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbosche courant 21 januari 1928
  3. Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbosche courant 21 januari 1928
  4. Provinciale Noordbrabantsche en ´s Hertogenbosche courant 21 april 1928
  5. BHIC 1484 - 323
  6. Provinciale Noordbrabantsche en ´s Hertogenbosche courant 23 mei 1928
  7. Provinciale Noordbrabantsche en ´s Hertogenbosche courant 25 en 27augustus 1928
  8. Provinciale Noordbrabantsche en ´s Hertogenbosche courant 15 juni 1929
  9. Provinciale Noordbrabantsche en ´s-Hertogenbosche courant 24 juni 1929
  10. Heemblad Rond die Cluse 17e jaargang nummer 1 bladzijde 36
  11. BHIC 1484 - 1530
  12. De Schijndelse Krant 20 augustus 1954.
  13. Schijndelse Krant 29 oktober 1954.
  14. MIP gemeente Schijndel 1990, bladzijde 34.
  15. Gemeentelijke monumentenlijst 1993.