Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Rijvereniging Jan van Amstel

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Rijvereniging Jan van Amstel[1][bewerken | brontekst bewerken]

Opgericht: 1 februari 1959.
Per 1 januari 2009 samen gegaan met Ponyclub De Trouwe Vriendjes. Vanaf die datum als Paardensportvereniging Jan van Amstel.

Inleiding[bewerken | brontekst bewerken]

De paardensport in Schijndel en omgeving is zeer populair en er zijn dan ook veel paarden te zien. Een artikel in het Brabants Dagblad van 10 februari 2009 bevestigd dat er in de driehoek Den Bosch-Eindhoven-Deurne nergens in Nederland de dichtheid aan paardenbedrijven zo hoog is als hier.
De landelijke ruitersport, die eerst voornamelijk werd beoefend door jonge boeren, is vrijwel direct of zelfs meteen na de oprichting van Jan van Amstel uitgegroeid tot een ware volkssport. Ruiters en amazones kwamen uit alle lagen van de bevolking binnen Schijndel en omgeving. Zo werd er op concours gegaan met ondersteuning van vooral jongeren die de paardensport een warm hart toedroegen, niet zelf de beschikking hadden over een paard, of op één van de leden een oogje hadden en/of gewoon behulpzaam wilden zijn met de verzorging van de paarden op het concoursterrein. Bij dat laatste zou nu gesproken worden van een groom.

1959 - 1974[bewerken | brontekst bewerken]

Landelijke rijvereniging Jan van Amstel is officieel opgericht in februari 1959 door de heren Wim van de Boogaard (bakker), Wim van Roosmalen en Dorus van den Oetelaar. Deze vormden ook het eerste bestuur met, zoals dat toen gebruikelijk was en zelfs vereist door de NCB, een geestelijk adviseur. Dat was de kapelaan van parochie Boschweg. De redenen daarvoor stammen uit een verder verleden waarbij de Bisschoppen van Breda en ’s-Hertogenbosch, na een verzoek van het NCB bestuur, destijds hun invloed aanwendden. De traditie was dan ook - zoals Christ Hellings dat als voorzitter van de Rabobank Schijndel nog vele jaren deed tot bij zijn afscheid in september 2000 - dat de voorzitter van de vereniging de jaarlijkse ledenvergadering, zo niet elke vergadering, opende met de christelijke groet.
Het eerste initiatief voor de oprichting van Jan van Amstel zou zijn ontstaan aan de bar bij Wim van de Boogaard die naast bakker ook cafébaas was met diverse personen die later ook in het achttal reden, zoals Theo van der Sangen, Cor van Heesch, Wim(ke) van den Bogaart, Rien de Bie en Ad Hazenberg. In die tijd was er in Schijndel al een rijvereniging, Ros Beyaerd genaamd, welke in 1927 was opgericht. Je zou je dan kunnen afvragen waarom dan een tweede rijvereniging en waarom dan geen aansluiting gezocht met de al bestaande vereniging? Je zou kunnen zeggen dat er, zoals we dat nu noemen, cultuurverschillen bestonden tussen Schijndel en de Boschweg. Er zullen zeer waarschijnlijk ook persoonlijke overwegingen zijn geweest. Dat er twee rijverenigingen in een plaats waren kwam nergens voor, het werd zelfs vanuit destijds nog de NCB - de overkoepelende organisatie waarbij men zich moest aansluiten in het zuiden van ons land - niet toegestaan. Rijverenigingen moesten namelijk zijn gelieerd aan een plaatselijke Boerenbond en omdat er in Schijndel een tweede Boerenbond was op de Boschweg kon er een tweede rijvereniging opgericht worden. Dorus werd de eerste voorzitter en Wim van de Boogaard de eerste penningmeester. Voor het clubhuis werd ook bij laatstgenoemde domicilie gekozen, hij had immers ook een café. Het eerste jaar was Dorus ook de commandant, een jaar daarna werd dit Wim van Roosmalen. Wim was commandant geworden omdat hij een veel volumineuzere stem had. Zijn commandantschap duurde tot circa 1975.
Kort na de oprichting – tijdens het eerste concoursseizoen - stapten een viertal ruiters over van rijvereniging Ros Beyaerd naar Jan van Amstel. Dit waren Sam van Geffen, Jan Wouters, Mies van Hoof en Ad van de Velden. Dat gaf meteen al enige wrijving, vooral op wedstrijden. Zo is Jan van Amstel op een concours een keer geschorst (Venhorst?) omdat deze ruiters nog niet waren uitgeschreven bij hun oude vereniging.
De overstap werd gedaan uit onvrede omdat enkele leden hun paarden moesten afstaan tijdens de concoursen aan de andere ruiters van deze vereniging. Daarnaast zullen er ook persoonlijke redenen aan ten grondslag hebben gelegen of was het oefenterrein gewoon een stuk dichterbij. Kapelaan Van Leeuwen, de geestelijk adviseur van Ros Beyaerd, heeft deze leden nog benaderd voor een eventuele terugkeer. Dat heeft echter niet mogen baten. Naar aanleiding van de genoemde schorsing en wat de vereniging mogelijk nog meer boven het hoofd hing zijn Wim van de Boogaard en Wim van Roosmalen speciaal naar de NKB in Tilburg afgereisd voor nader overleg met de heer Van Dieren.
De eerste tijd werd er geoefend – er was nog niet direct een terrein beschikbaar – op diverse plaatsen zoals op een terrein aan de Houtstraat, Oetelaar, de Molendijk, Jan van Amstelstraat (tegenover de ingang van het Lidwina) en op het KAJ terrein aan de Jan van Amstelstraat waar toen nog het standbeeld van Jan van Amstel stond en ook de (oude) Kajuit gelegen was. Daarna werd het eerste oefenterrein - het terrein gelegen achter het (nu) nieuwe zwembad - aan de Avantilaan, tegen de huidige Leemputtenweg in gebruik genomen. Daar is enkele jaren geoefend en ook de ponyclub heeft daar nog korte tijd gebruik van gemaakt. Het eerste ruiterfeest vond daar ook plaats. Vervolgens werd er geoefend eerst in het verlengde van het woonhuis en later tegenover het woonhuis van Dorus van den Oetelaar aan de Heikampen.
De oefeningen of trainingen, hoofdzakelijk van de afdelingsdressuur, vonden plaats opde zondagmiddagen. In die tijd waren er nog maar weinig concoursen en in de winter zelfs helemaal niet. Er kwam al meer autoverkeer van met name mensen uit de stad en van diegene die een betere positie bekleedde. Op de zondagen werd dan met hun gezin een rondje gereden en zo kwam het nogal eens voor dat men kwam kijken naar de verrichtingen aan de Heikampen. In de rust (pauze) mochten de kinderen dan rondstappen op de paarden. Dat sprak zich rond en zo kwamen er op de zondagen steeds meer toeschouwers. Uit hun gelederen kwam zelfs een bestuurslid (Jaap Pörtzgen).
De familie Van den Oetelaar, die ook in paarden handelde en dus paarden op stal had staan, bood heel gastvrij en joviaal bij deze toeschouwers aan, om bijvoorbeeld ook op zaterdagen te komen rijden en/of te helpen. Hieruit is de nu bloeiende manege “De Molenheide” ontstaan.
In de winterperiode werden door de leden op gezette tijden onderling buitenritten gemaakt, vooral naar de bossen in Heeswijk of Eerde. Dan gingen enthousiaste paardenvrienden die niet over een eigen paard beschikten vaak mee met de fiets. Er werd op de zandwegen wel eens flink gecrost. Voor wie dan met de fiets was, was dat erg zwaar. Er werd dan op het einde van deze crossbaan keurig gewacht op de uitgeputte fietsers. De fietser(s) werd(en) dan wel eens in de maling genomen. Dezelfde zware weg in het losse zand ging dan weer retour.
Tijdens de winterperioden werden er in de omgeving enkele crosswedstrijden gehouden, zoals in Boxtel georganiseerd door Sint Martinus en de bereden Politie, in Sint Oedenrode/Eerde bij Jan de Leijer en tijdens het kringkampioenschap in Uden. Daarnaast vonden er zogenaamde ruiterfeesten plaats met bevriende verenigingen zoals onder andere die van Volkel en Eerde, waarbij naast de gebruikelijke springrubrieken en dressuur ook andere disciplines werden beoefend. Vooral stoelendans en zakkenlopen waren populair. Vrijheidsdressuur en Hongaarse Post waren ook regelmatig te aanschouwen. Tuigpaardnummers werden vooral op de normale concoursen uitgebracht. In deze periode werd ook “onder de man” naar de jaarlijkse paardenzegening in Esch gegaan en werden oriëntatieritten gehouden.
Los hiervan werd door de Paardenfokvereniging Schijndel in de ’60 jaren enkele keren een paardenshow gehouden in samenwerking met alle drie de rijverenigingen aan de Schootsestraat achter de boerderij van Harry Timmermans waarbij er verschillende soorten “huifkarren” en ander soort “gerij” werden getoond, diverse paardenrassen hun ronde deden, werd gesprongen en een wedstrijd rennen tussen paarden en pony’s werd gehouden. De overwinning ging hierbij (bijna) altijd naar de pony’s, vooral Ria van Vught had een zeer snelle pony. Stoelendans en zakkenlopen werden tot grote hilariteit van het publiek ook uitgevoerd. Dierenarts Remmen gaf bij de show van karren en paardenrassen een uitgebreide toelichting. Na enkele keren werd dit evenement voortgezet bij manege “De Sluiperman”. Dit toch mooie paardensportevenement heeft echter nog maar een enkele keer plaats gevonden en stierf toen een stille dood.
De eerste jaren werd op concours gegaan met de platte paardenwagen. Daarachter werden drie of vier paarden geleid. Op de wagen was een bok gemaakt waarop de zadels - vaak nog Duitse legerzadels - gelegd werden. Op het concoursterrein zelf werden de paarden vastgezet oftewel aan de wagen of aan lange touwen die bevestigd waren aan palen in de grond. Op de terugweg werd er wel eens aangelegd of op de koffie gegaan. Er is een geval bekend dat Gerard Kastelijn had aangelegd bij zijn stamkroeg in Gemonde waarbij de jongsten toen moesten oppassen op de paarden(wagen). Bij terugkomst in de Jan van Amstelstraat kreeg Gerard ‘de wind zo van voren’ dat dit nooit meer is voorgevallen. Je kunt je wel voorstellen dat tijdens de lange ritten naar het concours er sterke verhalen werden verteld waarbij de emoties soms hoog opliepen en men al stoeiende in een modderige sloot belandde.
Het tenue bestond de eerste jaren uit een grijze rijbroek (Bouwman was de kleermaker) met slappe beenkappen en een witte blouse met een zwarte stropdas en zwarte cap.
Het eerste achttal waarmee meteen in het eerste jaar op concours werd gegaan bestond naast commandant Dorus van den Oetelaar uit: 1. Wim van Roosmalen, 2. Rien de Bie, 3. Theo van der Sangen, 4. Cor van Heesch, 5. Wim(ke) van den Bogaart, 6. Ad van de Velden, 7. Ad Hazenberg en 8. Sam van Geffen. Mies van Hoof, Jan Wouters en Gerard Kastelijn reden ook afwisselend in dit achttal. Na een jaar reden Dorus en Ad Hazenberg niet meer en zoals eerder genoemd werd Wim commandant en werd Joop Steenbakkers lid. Wim van de Boogaard (bakker) heeft zelf nooit gereden.
Enkele jaren daarna werd met de veewagen naar het concours gegaan en omdat de vereniging na verloop van tijd veel rijdende leden had, reed men zelfs meerdere keren en/of met een aanhanger. De meeste leden hadden in de beginjaren niet de beschikking over een personenauto vandaar dat soms enkele ruiters meereisden achterin deze veewagens. Ongevallen hiermede zijn de vereniging gelukkig bespaard gebleven. Wel zijn er twee ongevallen geweest waarbij circa 13 paarden door de veewagen rolden. Een keer was dat op de markt in Schijndel waarbij de paarden direct werden uitgeladen en weer geladen. De andere keer was dat ter hoogte van de Sporthal in Schijndel en reed Jac Verhoeven - de chauffeur - door naar de Jan van Amstelstraat omdat hij nu, in tegenstelling tot de andere keer, alleen in de vrachtwagen zat. Op de markt waren toen Ben van Kasteren en Theo van Rozendaal aanwezig die volop belangstelling kregen van de kerkgangers na de mis op de zondagmorgen.
Op een gegeven moment waren er drie achttallen, waaronder een achttal amazones, en een viertal. Met z’n allen werd gebroederlijk van ’s-morgens vroeg tot laat in de middag als de laatste had gesprongen naar het concours gegaan. Het ging er gezellig aan toe en er werd veel lol gemaakt. Elke zondagochtend om circa 7 uur werd er verzameld bij de familie Van Roosmalen, waar de koffie al klaar stond.
Medio ’70 jaren werd er vertrokken vanuit de Dahliastraat bij de familie Santegoeds. Er was een goede sfeer en samenhorigheid in de vereniging, men stond klaar voor elkaar. Er werd zelfs wel eens met bouwwerkzaamheden geholpen. De goede basis die was gelegd, en door de opvolgers voortgezet, is tot op de dag van vandaag nog speurbaar. Gelet op het individuele karakter is deze helaas steeds meer aan het verdwijnen.
Voor de meeste ruiters en amazones of de gezinnen met veel rijdende leden was de bekostiging van het vervoer met veewagens erg duur. Om dit te betalen werden er onder andere kerstbomen verkocht en een loterij gehouden. Voor de kerstbomen kocht men dan een bosperceel op waarna de leden de boompjes omhakten. Daarbij is het wel eens voorgevallen dat een verkeerd bosperceel is gerooid. Ook het plukken van maïskolven bij Jac. Verhoeven werd gedaan. Daarvoor werd dan de veewagen een seizoen ter beschikking gesteld.
In de beginjaren van de vereniging was het in ons katholieke zuiden verplicht om elke zondag – toen waren er alleen nog maar heilige missen op de zondagochtenden – naar de mis te gaan. Als dan vroeg naar een concours moest worden vertrokken werden er oplossingen gezocht. Men ging dan of naar de nonnen in ’s-Hertogenbosch, de paters in Eindhoven – de eerste mis was daar om 5 uur – of naar de eerste mis aan de Boschweg c.q. het Lidwinagesticht met de ruiterkleding al aan. Later kwam de kerkdienst op de zaterdagavond in zwang en nog later werd de kerkdienst steeds meer verzaakt. De geestelijk adviseur had inmiddels ook geen zitting meer in het bestuur.
De afdelingsdressuur met acht- en viertallen met daarbij de massale parades die tijdens de opening van een concours hippique werden gereden waren het speerpunt vanuit de NCB/NKB in relatie tot de landelijke paardensport. Samen iets presteren was het adagio en wat was beter geschikt dan acht- en viertallen, iets wat bij de vrije bond de NBVR niet voorkwam. Daar was de sport al geïndividualiseerd. Bij de parades presenteerden de ruiters en paarden zich en masse op het wedstrijdterrein aan het publiek. Men moest hieraan deelnemen alsook aan de individuele dressuur. Aan springwedstrijden kon men deelnemen. De meeste ruiters en amazones van Jan van Amstel was het vooral om dat laatste te doen. Je kunt zelfs stellen dat rijvereniging Jan van Amstel vooral hierom bekend is geworden. Wat later kwam ook de dressuur meer en veel beter onder de aandacht.

Oefeningen, lessen of instructie[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste instructeurs van de verenigingen werden commandanten genoemd. Dat kwam vanwege de oorsprong van de ruitersport welke stamde uit het leger. Daar bepaalde de commandant welke oefeningen van belang waren voor de ruiters. De commandant was de ziel van de vereniging, doch beschikte niet altijd zelf over een opleiding als instructeur.
Vermeldenswaard is overigens wel dat de(ze) commandanten “om niet” instructie gaven aan de groep of aan de leden van de vereniging en zich daarvoor beschikbaar stelden. Naast de instructie bij het oefenen door de commandant(en) zelf werd in de eerste jaren vooral vanuit de kring, twee keer tijdens de winterperiode, een instructieles verzorgd met name door Ben van Daal uit Heeswijk of Frans van de Berg uit Uden. Als vervolg daarop werden er in de loop der tijd pas lessen gegeven door verschillende instructeurs, zoals onder andere Cees van Eijndhoven uit Gemonde, Jan de Leijer uit St. Oedenrode en De Punder (bereden politie) uit Boxtel.
Geruime tijd later werden door de leden zelf privélessen genomen. Heden ten dage met de individualisering van de sport is dat steeds meer het geval en worden er nauwelijks nog groepslessen gevolgd.
Zoals gezegd werden in het begin tijdens de winterperiodes geen oefeningen gehouden of wedstrijden georganiseerd. Daar kwam verandering in door de opkomst van maneges medio jaren zestig. Er was weliswaar een overdekte manege in het centrum van Sint Oedenrode (Sjef de Leyer) maar daar werden, voor zover bekend, geen wedstrijden gereden. Daar werd enkel les gegeven. In onze contreien kwam er “De Sluiperman” in Schijndel en Hertog Jan van Brabant (Jan de Leijer) in Sint Oedenrode en in de Reek. Tijdens de winter kon er vanaf toen geoefend worden in “De Sluiperman”.
Door de bouw van deze maneges kwamen er steeds meer spring- en dressuurwedstrijden tijdens deze periode. Zo zijn vooral in die beginperiode de springwedstrijden op tweede Kerstdag in de nieuw gebouwde manege Hertog Jan van Brabant op de Koevering - de bestaande manege, een oude bedrijfsloods, in het dorp was door de gemeente gekocht en geamoveerd - en die in de Reek vermaard geworden.
Toen met de veewagen gereisd kon worden ging de vereniging veel op concours zoals onder andere naar Bergen op Zoom, Oudenbosch en Limburg. Het nodigde ook uit om bijvoorbeeld een strandrit te maken waarbij Ben van Kasteren met zijn paard, ondanks waarschuwingen over drijfzand, in het moeras wegzakte.

10 jarig bestaan[bewerken | brontekst bewerken]

Ter gelegenheid van het 10 jarig bestaan is één van de eerst zelf georganiseerde concoursen gehouden op 23 juni 1969 op de terreinen aan de Heikampen-Molenheide. Het allereerste concours was dit echter niet omdat op 23 april 1967 al een concours werd gehouden.
Volgens de verenigingsperiodiek van juni 1984 waren er in 1969 61 leden waarvan 29 rijdende. Daarin staat verder te lezen dat er toen gereden werd met twee achttallen licht waarvan één met amazones en een viertal.
Bij het 10 jarig bestaan bestond het bestuur uit: Dorus van den Oetelaar voorzitter, Rian Oerlemans secretaris, Wim Derks penningmeester, Jaap Pörtzgen, Christien van Rozendaal en Henk Bozelie als lid. Wim van Roosmalen was commandant. Het clubhuis was inmiddels verhuist naar café De Spar aan de Molendijk.
In het jaar 1972 kwam een achttal uit in de klasse zwaar. Daar maakten deel van uit met Wim van Roosmalen als commandant: 1. Wim van den Oetelaar, 2. Ben van Kasteren, 3. Maart van Roosmalen, 4. Ria van Vught, 5. Jo Buuts, 6. Frank van Rozendaal, 7. Henk Bozelie en 8. Joop Steenbakkers. Met dit achttal werd een keer in feite een eerste plaats behaald ware het niet dat – destijds gebeurde dat regelmatig – men een inspectie kreeg van paard, ruiter en tuigage waarbij van een ruiter de laarzen waren gescheurd. Daarvoor werden strafpunten uitgedeeld en werd met één punt achterstand een tweede plaats behaald achter Gemert. Men zal begrijpen dat daarover de nodige woorden werden uitgewisseld met als resultaat dat er een week later andere laarzen waren. In datzelfde jaar werd met dit achttal het dag- en kringkampioenschap (Uden) behaald en afgevaardigd naar de NCB kampioenschappen in Nuland.
Het achttal amazones bestond eind jaren zestig uit: 1. Antonet van Roosmalen, 2. Liesbeth van Roosmalen, 3. Christien van Rozendaal, 4. Wilma Schellekens, 5. Anki Schellekens, 6. Rian Oerlemans, 7. Ria van Vught en 8. Carolien van den Oetelaar. Op het grote concours te Oudenbosch werd dit achttal eerste tot trots van de commandant.
Begin zeventiger jaren, voor zover bekend, waren er de amazones: Marina Oerlemans, Bea Houet, Marianne van Roosmalen, Helma de Laat, Francien van de Boogaard, Marian Rijkers, José Santegoeds, Marga van Aspert, Marion Keetels en Lucy Uytterschout. Gerrie van Helvoirt, die later trouwde met Sam van Geffen, was al eerder lid. Gedurende de jaren daarna kwamen er steeds meer en meer amazones. Op dat moment werd de ruitersport, zeker in de dressuur, zelfs overheerst door amazones.
De overige ruiters zo omstreeks 1970 waren, voor zover bekend, Theo van Rozendaal, Wim Derks, Addy Santegoeds, Rien Voets, Rob Bernink, Geert van Roosmalen, Rien van Roosmalen (Den Dungen), Frank van de Boogaard en Tonny van den Oetelaar.
Theo van Rozendaal is kort daarna daadwerkelijk gaan werken in de paardensportsector (Jac. van Dongen te Aalst en in Duitsland) en was tijdelijk geen lid meer. Ook Christien van Rozendaal trok haar stoute schoenen aan en trad toe tot de professionele paardensport, eerst op een stoeterij, daaropvolgend in Engeland om daarna met Wim Derks een manege te starten in het dorp Zeeland. Geruime tijd later streek zij weer neer in Schijndel met – ook een paardenman - Hans Berben. Piet, Albert en vader Arnold van den Heuvel waren eind jaren zestig overgegaan naar Ros Beyaerd. Ook Gerard Kastelijn is enige tijd lid geweest bij Ros Beyaerd.
In de loop der tijd kwamen er wijzigingen in het bestuur en zo omstreeks 1975 ook andere commandanten als Wim van den Oetelaar, Rien Voets en wat later Theo van Rozendaal. Daarbij werd het ledenaantal alsmaar groter, wat zelfs na enige tijd opliep tot ruim 110 leden. Daardoor moest er een ledenstop afgekondigd worden.
Het volgen van opleidingen en cursussen door de genoemde commandanten en een aantal leden wierp zijn vruchten af in allebei de disciplines, de springsport en vooral in de dressuur. Er kwamen inmiddels uit eigen gelederen goede spring- en dressuurruiters/ - amazones.

1984-1999[bewerken | brontekst bewerken]

Gedurende deze 25 jaar heeft de vereniging de nodige wisselingen in het bestuur ondergaan.
Het bestuur in 1984 bestond uit: Jan Santegoeds voorzitter, Ad van de Spijker secretaris, Ad van der Heijden penningmeester, Lucy Uytterschout, Theo van Rozendaal, Henk Bozelie en Jos Voets als lid. Wim van den Oetelaar en Rien Voets waren de commandanten. Dorus van den Oetelaar was ere-voorzitter en Nico van der Meer beschermheer.
Het 25 jarig bestaan, in 1984, is gevierd met een jubileumconcours waarbij het nieuwe vaandel van de vereniging - geschonken door Ad van der Heijden - werd overhandigd tijdens de parade. Bij de feestelijkheden werd de zilveren draagspeld opgespeld door de heer Van Wely namens het bestuur van de NKB aan Dorus van den Oetelaar.
Gedurende de periode van 1984 tot 1999 zijn diverse goede resultaten geboekt, zoals onder andere het behalen van een individueel kampioenschap van de kring Uden in 1989 door notabene drie amazones, te weten: Richanne Kapteijns, Karin Kuipers en Anita Kastelijn, allen in de individuele dressuur. In 1986 wist Marian van der Heijden het reservekampioenschap in de klasse L 1 van de NKB te behalen bij de indoor-dressuur te Wanroij. In 1991 werd Ine Brus kringkampioen in de L2 dressuur. In de afdelingsdressuur werd in 1989 het indoor kringkampioenschap behaald door het viertal, waarin onder andere reden; Karin Kuipers en Anita Kastelijn. Ton Smulders was commandant. Dat 1988 een topjaar was bewijst verder de uitslag van het viertal met Wim de Voigt, Richanne Kapteijns, Corine van Esch en Henk Nooyen dat NCB kampioen werd met Wim van den Oetelaar als commandant. Zo omstreeks 1990 - naast die van medio jaren ‘70 waar het toenmalige bestuur werd weggestemd door plotseling nieuw aangemelde leden - was er een woelige periode waarbij Frans Timmers en Ad van de Spijker, welke niet meer in het bestuur zat, de financiën van de vereniging veilig stelden. Addy Santegoeds nam de functie van penningmeester over. Voorzitter was Koos Blummel, wat later Wim Santegoeds en secretaris Tony van Hees. Het overige bestuur bestond toen uit: Rien Voets, Theo van Rozendaal, Wim van den Oetelaar, Ton Smulders, John Slegers en Mark Kasius.
Rondom deze tijd - medio jaren ‘90 - ging de vereniging, ondanks fors tegenstribbelen, over van kring Uden naar kring ’s-Hertogenbosch vanwege een herverdeling van de kringen. Kring Uden was te groot vond men bij de NKB. Jan van Amstel, één van de grootste rijverenigingen van de NKB, was een goede aanvulling voor de kring ’s-Hertogenbosch.
In de jaren 1997, 1998 en 1999 zijn zeer behoorlijke prestaties geleverd zowel individueel als door het viertal wat steeds kringkampioen werd.
Eind jaren zeventig komen de eerste acties op gang voor een geheel eigen en kwalitatief goed oefenterrein. In 1983 werd uiteindelijk het terrein aan de Dungensesteeg (voorlopig) in gebruik genomen waaraan – als de kranten vanuit die tijd nog eens worden opengeslagen - nog kwalitatieve verbeteringen uitgevoerd moesten worden. Een onderkomen voor het hindernismateriaal en een toiletvoorziening werd op het terrein gerealiseerd. Er vonden ook nog discussies met de gemeente plaats over een definitieve huisvesting omdat qua bestemmingsplan deze locatie was bestemd voor natuur. Deze onzekere situatie zal tot medio 2008 duren, waarna de locatie definitief de bestemming sport krijgt en het terrein flink wordt opgehoogd. Voor de uiteindelijke definitieve regeling / bestemming samen met de menvereniging DIO heeft Henk van der Spank zich vooral ingespannen en verdienstelijk gemaakt.
Tot 1992 waren er nog steeds twee landelijke rijverenigingen en een ponyclub in Schijndel. In dat jaar is in goed overleg Ros Beyaerd samen gegaan met Jan van Amstel. De redenen daarvan waren dat Ros Beyaerd maar enkele leden had en de (voormalige) cultuurverschillen niet meer zo aanwezig bleken. Dat deze integratie niet zonder slag of stoot ging blijkt uit het volgende.
In 1991 waren enkele personen, op eigen initiatief, met een werkgroep gestart “Initiatiefgroep integratie ruitersport in Schijndel” om te bezien of er in Schijndel de drie paardensportverenigingen onder één bestuur / vereniging konden worden gebracht. Dat werd vanuit de NKB om diverse redenen ook gestimuleerd om sterke onafhankelijke verenigingen te creëren die toekomstmogelijkheden hadden en ook aantrekkelijk waren voor sponsoring en financiële ondersteuning van buitenaf. Deze groep bestaande uit Koos Blummel, Henk van der Spank, Ad van de Spijker, Frans Timmers en Joop Steenbakkers (twee andere personen hadden zich afgemeld) staakten dit initiatief nadat een door drie voorzitters ondertekende brief van 22 november 1991 werd ontvangen. Daarin stond onder andere – tot grote verbazing – eendrachtig vermeld dat de drie voorzitters het niet van belang achtten om de Schijndelse ruiterverenigingen onder één noemer te brengen omdat er al eenheid heerste en men optimaal samenwerkte. Ook in de toekomst zag men niet de mogelijkheid te komen tot één vereniging. De initiatiefnemers konden toen niet bevroeden dat de actie uit 1991 al zo snel resultaat zou hebben door het opgaan van Ros Beyaerd in Jan van Amstel het jaar daarop.
De ponyclub bleef toen echter zelfstandig. Over de redenen daarvan wordt niet dieper op ingegaan, doch heden geven de leden duidelijk aan dat het samengaan in een veel eerder stadium had moeten plaatsvinden. De genoemde initiatiefgroep had een juiste toekomstvisie en kan constateren dat de afgestopte integratie een gemiste kans is geweest.
In deze periode komt - door de individualisering - de afdelingsdressuur steeds meer op de achtergrond, ja zelfs, na 1998, geheel te vervallen, men gaat individueel naar de concoursen.

1999-2009[bewerken | brontekst bewerken]

Het 40 jarig bestaan, in 1999, is eveneens gevierd met een jubileumconcours en een feest voor (oud)leden, bevriende zusterverenigingen en relaties.
Het bestuur in 1999 bestond uit: Theo Schellekens voorzitter, Henk van der Spank secretaris, Theo Schellekens penningmeester, Rien Voets, Bart Hellings en Carlo van Kaathoven als leden.
Wim van den Oetelaar, Rien Voets en Theo van Rozendaal waren de commandanten.
In 2008, vooraf aan het 50 jarig bestaan en het samengaan van de verenigingen, bestond het bestuur uit: Theo Schellekens voorzitter, Kim van Engeland secretaris, Marian van Weerdenburg penningmeester, Rien Voets, Bart Hellings, Addy Santegoeds en Arie van Dijk als lid. Opvallend zelfs lovenswaardig - enkele personen zaten 10 jaar geleden of langer ook al in het bestuur – dat deze personen zich gedurende een zo lange tijd geheel belangeloos willen inzetten voor de vereniging. Van een commandant is, door de individualisering ook in deze sport, geen sprake meer.

Behaalde resultaten/successen[bewerken | brontekst bewerken]

De resultaten werden niet zozeer behaald bij de afdelingsdressuur - al zijn daar ook behoorlijke prestaties geleverd door het behalen van bijvoorbeeld het kampioenschap van de kring Uden in 1968, het dagkampioenschap van het achttal zwaar op het kringkampioenschap in 1972, het SKOL kringkampioenschap in 1977, het kringkampioenschap viertallen in 1997, 1998 en 1999 en mogelijke overige titels bij kringkampioenschappen - alswel op individueel gebied. Dat laatste met name in de springsport en daarna zeker ook in de dressuur.
Bij de dressuur kunnen onder andere worden genoemd: Ine Hellings-Brus, Karin van Helvoirt- Kuipers, Frank Schellekens, Wim de Voigt, Renee Schellekens, Richanne Kapteijns en Florian Blummel welke uitkwamen in de klasse Z. Daarnaast Marian van der Heijden, Anita Kastelijn en Wendy van Boxtel.
Bij het springen is dat eerst en bovenal Rien Voets die, als een van de weinige ruiters, doorstroomde vanuit de pony’s, veel en grote prijzen in de wacht heeft gesleept, diverse kampioenschappen heeft behaald, op hoog niveau heeft gepresteerd en zelfs internationaal in een aantal wedstrijden goed voor de dag kwam. Daar is de vereniging trots op. Een aantal leden die ook goede prestaties leverden zijn onder andere: Jan Wouters, Wim van den Oetelaar, Henk Nooyen, Hans Wouters, Theo van Rozendaal en Ine Kappen. Bij het springen werden in 1977 kringkampioen Helma Voets in de klasse B en Cristo van Grinsven in de klasse L. Addy Santegoeds werd in1998 kringkampioen met Look a Like in de klasse L.
Rien Voets grossierde in titels en reserve titels - naast die bij de pony’s - zoals onder andere: in 1985 NCB reserve kampioen klasse Z te Asten Heusden, 1983 NCB reservekampioen klasse Z in Liessel, NCB reservekampioen klasse M te Eersel, de grote prijs van Helmond in de klasse Z en diverse kampioenstitels bij indoor kampioenschappen.
De behaalde resultaten zijn niet alleen toe te schrijven aan de gevolgde opleidingen doch mede door de invoering van de commissie dressuur. Deze dressuurcommissie bestond uit: Koos Blummel, Anita Kastelijn, Wendy van Boxtel, Bernadine van den Akker, Heidi van den Heuvel, Maaike Stoop en Ine Hellings-Brus. Deze commissie hield zich ook bezig met de organisatie van de jaarlijkse indoor dressuurwedstrijd.
Door de individualisering, ook in de paardensport, gaat elke ruiter/amazone ieder voor zich naar het concours. Veelal kennen de leden van een vereniging elkaar niet (goed) meer. Bij veel verenigingen was het al langer een strijd om voldoende leden enthousiast te krijgen voor bijvoorbeeld het gezamenlijk oefenen. De afdelingsdressuur, eens de bakermat van de landelijke ruitersport, werd steeds moeilijker te realiseren en komt daarom dan ook nog maar zeer weinig meer voor. De amazone of ruiter wil bij voorkeur zelfstandig oefenen, in een tijdsbestek die haar of hem past, eventueel onder begeleiding van een eigen instructeur. De afdelingsdressuur is niet meer verplicht gesteld voor deelname aan wijdstrijden vanuit de huidige KNHS. Het inschrijven op wedstrijden kan zelfstandig via internet gebeuren en behoeft niet meer via het secretariaat van de vereniging te geschieden. Dit tot grote vreugde van de (wedstrijd) secretaris. Deze had, vooral door de vele wijzigingen van de steeds meer professionele en/of beroepsmatige ruiters die diverse paarden uitbracht, ontzettend veel werk aan het doorvoeren van de gewenste veranderingen.
Jan van Amstel is nog steeds een actieve vereniging die in tegenstelling tot vele andere verenigingen elk jaar nog een concours organiseert in het Pinksterweekend, naast een jaarlijks indoor springconcours en -dressuurwedstrijd(en). Een vereniging die diverse kampioenen heeft voortgebracht en leden die professioneel met de paardensport verder zijn gegaan. Daarbij kan men denken aan personen die bijvoorbeeld professioneel les geven waaronder (Christien Berben- van Rozendaal, verbonden waren aan het paardensportcentrum in Ermelo als instructeur (Ine Hellings-Brus), nationaal en internationaal parcoursbouwer zijn (Marc Kasius), zijn voorbeelden daarvan.
Diverse juryleden zijn er, na een aantal jaren zelf te hebben gereden, actief zoals onder andere Wim de Voigt, Koos Blummel, Renee Schellekens en Gerard Kastelijn.
Per 1 januari 2009 is Rijvereniging Jan van Amstel en ponyclub De Trouwe Vriendjes samengevoegd tot Paardensportvereniging Jan van Amstel. Op 29 mei 2009 werd gezamenlijk het 50 jarig-, respectievelijk bijna 50 jarig jubileum worden gevierd.

Oefenterrein[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds begin 1980 maakt de vereniging gebruik van het oefenterrein aan de Dungensesteeg. Voordien werd vooral gebruik gemaakt van eigendomspercelen van de gemeente Schijndel her en der in het gebied Schijndel-Boschweg o.a aan de Jan van Amstelstraat en de Vossenbergsesteeg. Het waren vooral percelen die later weer een andere bestemming kregen zoals o.a. woningbouw. Ook stelden soms particulieren die de paardensport een warm hart toedroegen grond beschikbaar. Ofschoon er dankbaar gebruik van werd gemaakt was de situatie verre van ideaal. Voor concoursen werd uitgeweken naar De Sluiperman en de indoor wedstrijden werden gehouden bij manege De Molenheide. In 1982 werd de eerste stap gezet naar een eigen terrein. Met de nodige planologische en inrichtingsperikelen werd samen met ponyclub “De Trouwe Vriendjes” en de andere landelijke rijvereniging in Schijndel “Ros Beyaerd” een door de gemeente in bruikleen gegeven terrein aan de Dungensesteeg betrokken. Het 25 jarig jubileum van de vereniging werd hier gevierd en ook de buitenconcoursen werden hier georganiseerd in eigen beheer met hulp van alle leden en vrijwilligers.
Rond 1994 werd het echter duidelijk dat ook dit terrein geen eeuwigheidswaarde had. De landinrichting Sint Oedenrode wilde het gebied tussen Leemputtenweg en Vijverweg vanwege de ligging inrichten als vernattingsgebied. Dit betekende weer een verhuizing. In 2000 werd door de gemeente het terrein aan de Heikampenweg nabij de Visvijver als nieuwe locatie voor een oefenterrein aangewezen voor zowel “Jan van Amstel”, “De Trouwe Vriendjes’ en de menvereniging “Door Inspannen Ontspanning”. Deze nieuwe plaats werd door de verenigingen met de nodige scepsis ontvangen vanwege de ligging en bodemgesteldheid. Het “Putje” van de Molenheide was lang in beeld en in nauwe samenwerking tussen de verenigingen zijn plannen, tekeningen en begrotingen gemaakt alles in de gedachte dat er geen weg terug was. Steeds bleef de hoogteligging een probleem. Bij de vraag of er handhaving van het terrein aan de Dungensesteeg mogelijk was bleef een hardnekkig nee het antwoord tot de vraag gesteld werd of dat ook al eens gevraagd was bij degenen die hierin het bevoegd gezag waren nl. Staatsbosbeheer en de Provincie Noord Brabant. Toen bleek snel dat een grondruil en handhaving wel tot de mogelijkheden behoorde mits aan een aantal voorwaarden werd voldaan. De verenigingen verklaarden zich bereid tot inkrimping van hun terrein, hun samenwerking werd nauwer, en de gemeente was bereid tot een grondruil waardoor toch het aantal natuurhectares gelijk bleef en Staatsbosbeheer verkreeg daarmee reeds ingericht natuurterrein. Wat resteerde was nog de opwaardering van het bestaande terrein wat door intensiever gebruik toch als sportterrein moest worden ingericht. De aanleg van een aantal kunstgrasvelden in 2008 door de Gemeente Schijndel bracht de oplossing voor zowel de noodzakelijke ophoging als inrichting van het terrein. Een adequate besluitvorming bij de gemeente en goed overleg tussen de partijen zorgde ervoor dat werk met werk gemaakt kon worden. Per heden kunnen de verenigingen beschikken over een goed opgehoogd van een afdoende drainage voorzien instructieterrein waarbij met zelfwerkzaamheid van de verenigingen verlichting, een gerenoveerde accommodatie met kantine en opslagen en een halfverhard parkeerterrein is gerealiseerd, passend in de natuurlijke omgeving. Een proces van 15 jaar plannen maken, overleg en uitvoering, heeft geresulteerd in een samenwerking tussen paardensportvereniging Jan van Amstel en menvereniging Door Inspannen Ontspanning. Daarvoor is een beheersstichting opgericht die samen het nieuwe oefenterrein beheert. Van het terrein wordt verwacht dat het geschikt is voor alle takken van paardensport en in de zomer en de winter bruikbaar is. Daarmede zijn de verenigingen gereed voor de toekomst.

Manege[bewerken | brontekst bewerken]

Paardensport is aan allerlei ontwikkelingen van de tijdsgeest onderhevig. Werd in het verleden deze sport voornamelijk buiten beoefend, in de loop der jaren ontstonden maneges eerst in beperkte omvang, daarna steeds groter en ruimer en meestal ook luxer van inrichting en bouw. Dit aspect speelde ook bij Jan van Amstel. Werd er eerst geoefend op allerlei terreinen wat later kon en werd in de winter uitgeweken naar “De Sluiperman”. Later kwam er de behoefte aan een meer eigen overdekte accommodatie. Een overdekte rijhal met stallen werd gebouwd in samenwerking tussen de familie Van den Oetelaar en leden van onze vereniging.
Manege “De Molenheide” was/werd een feit. Begin jaren ’80 nam de familie Van den Oetelaar het initiatief tot een uitbreiding van de manege met een rijhal van 30 x 60 meter, in die tijd een hal die de mogelijkheden voor wedstrijden en instructie enorm vergrootte. De indoor wedstrijden vonden voortaan plaats in die grote hal, die overigens ook werd ingezet voor indoor motorcross en andere grootschalige evenementen. Dit medegebruik veroorzaakte ook spanning want een eertijds exclusief gebruik voor paardensport kreeg nu concurrentie en dus ook daarmee minder ruimte voor wedstrijden en instructie.
In de discussie rond het nieuwe oefenterrein werd dan ook de bouw van een eigen oefenhal voor de verenigingen onderdeel van de plannen. In diezelfde tijd liep ook Wim van den Oetelaar rond met plannen voor de uitbreiding van zijn bestaande manegecomplex met een overdekte hal van 30 bij 80 meter met aansluitende foyer en overige voorzieningen. Twee zaken waren al snel duidelijk, een dergelijke massale uitbreiding lag planologisch moeilijk, de bouw van een oefenhal in het buitengebied ook en het bouwen en exploiteren van een eigen oefenhal in eigen beheer van de verenigingen zou financiële offers betekenen. De noodzaak maar ook de wil van samenwerking tussen een commerciële en een maatschappelijke organisatie was geboren. Na veel overleg heeft dit geresulteerd in een unieke overeenkomst tussen de beide verenigingen en “De Molenheide” waarbij de verenigingen het commercieel initiatief ondersteunden, waartegenover zij rechten verkregen op gebruik voor indoor wedstrijden en instructie. In die overeenkomst is tevens het belang van de individuele ruiter voor zover mogelijk meegenomen. Door die samenwerking en het gecreëerde draagvlak is de besluitvorming rond de benodigde vergunningen zowel op gemeentelijk als provinciaal niveau aanzienlijk bevorderd. Nu er naast een commercieel ook een maatschappelijk belang was heeft dit de besluitvorming ontegenzeglijk positief beïnvloed. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in het manegecomplex met een prachtige nieuwe hal wat er nu staat en waar de vereniging graag gebruik van maakt. Een bijzonder spijtig feit is dat de initiatiefnemer Wim van den Oetelaar dit niet meer heeft mogen meemaken.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Paardensportvereniging Jan van Amstel, jubileumuitgave 1959 - 2009 door Joop Steenbakkers