U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bezoeken van de commissaris van de Koningin
Letterlijke verslagen van commissaris der Koningin van Voorst tot Voorst van zijn werkbezoeken aan Schijndel van 1898 tot en met 1923.[1]
Hij was Commissaris der Koningin van 1 september 1894 tot zijn overlijden op 27 juli 1928.
Bezoek 13 Augustus 1898[bewerken | brontekst bewerken]
Den 13den Augustus 1898 bezocht ik deze gemeente. Ik reed van ’s Bosch over den Dungen en St. Michielsgestel naar Schijndel en vandaar weer terug naar den Bosch.
Even voor de kom van Schijndel vond ik de harmonie; het hoofd der school hield een goede toespraak, en in optocht ging het toen naar het Gemeentehuis. Daar vond ik den burgemeester met de wethouders van de Ven (een broeder van den Bisschop) en Timmermans.
Op mijn audiëntie verschenen de pastoor van Schijndel, en die van Wijbosch, benevens drie kapelaans.
Daarna het lid der Staten Bolsius (van beroep wasbleeker); vervolgens Notaris van Beverwijk, een van de 7 Protestanten uit Schijndel (diens vader, grootvader en overgrootvader waren ook notaris in Schijndel).
Vervolgens de hoofden van de school te Schijndel en van die te Wijbosch.
Daarna zat ik zeer geruimen tijd met het Dagelijksch Bestuur te praten; ik hoorde van de Heeren, dat de steenoven van den Heer van der Elst zoowel des zomers als des winters zal werken, en dat er 25000 steenen daags gefabriceerd kunnen worden; alles wordt machinaal gedreven; de terreinen worden electrisch verlicht, de steenen worden binnenshuis gedroogd; alles is grandioos ingericht; de installatie zou zeker twee ton gekost hebben.
Burgemeester B.J. Hulshof van Didam is een jaar burgemeester van Schijndel geweest; hij was daar niet op zijn plaats; de menschen begrepen hem niet, en hij niet de menschen. De boel liep er erg in het honderd. Men was blij, dat hij heen ging.
Het liefdeshuis te Schijndel is het Moederhuis Pastoor van Erpstraat van de zoogenaamde “zusters van Schijndel”. Deze hebben niet minder dan 20 huizen. Ze hebben te Schijndel een kweekschool; dit jaar presenteerden zich drie religieusen voor de hoofdakte, die alle drie slaagden. De kweekschool wordt bezocht door ongeveer zestig religieusen. Op deze wijze hoopt de orde op den duur in het tekort aan onderwijzeressen te voorzien.
Van mijn bezoek aan Schijndel nam ik een gunstige indruk mede.
Administratie van den secretaris.
De beslissingen van B. en W. volgens de Hinderwet zijn niet in een register opgenomen; wel zijn de desbetreffende stukken in ééne portefeuille verzameld.
Aan het bevolkingsregister ontbreekt een personenklapper. Meerdere personen of gezinnen worden in strijd met art: 8 K.B. 1887 No. 140 op één blad geplaatst.
Bezoek 1 Mei 1903[bewerken | brontekst bewerken]
Den 1 Mei 1903 kwam ik weer in Schijndel; ik reed er van uit den Bosch heen, en bezocht daarna nog Dinther.
In de kom van Schijndel wonen ±1000 menschen; die vormen de burgerij; de rest is boerenstand. Uit de burgerij worden de Liedertafel en de Harmonie Sint Cecilia gevormd; dat is wel wat veel voor zoo’n kleine plaats, vooral wanneer gelijk in Schijndel, er eene rivaliteit bestaat tusschen de twee gezelschappen, in plaats van dat ze samen werken.
De bevolking gaat tamelijk sterk vooruit, dat komt door de vele geboorten; door vestiging tegenover vertrek zou Schijndel verliezen in aantal. Huwelijken worden meestal in den minderen stand gesloten; onder de gegoede burgerij en onder den gegoeden boerenstand komen bijna geene huwelijken voor.
Er zullen jaarlijks 2 gedwongen huwelijken voorkomen, en bovendien 2 à 3 onwettige geboorten; een en ander komt bijna uitsluitend voor onder de parochie Wijbosch; het volk dat onder Wijbosch hoort en woont tusschen Wijbosch en het spoor is veel verwilderd; het is daar allemaal familie van elkaar; werken doen ze niet; leven veelal van diefstal en stroopen; een graadje erger dan Gemonde.
Vechten en snijden doen ze niet; men kan er volkomen veilig ’s avonds in donker op straat zijn. Maar het is er zoo’n rommel, dat fatsoenlijke menschen daar niet willen wonen.
Die menschen kunnen –om hun soort- bij den boer geen werk krijgen; bij wijze van werkverschaffing neemt de gemeente ze wel eens des winters. In Schijndel zelf wordt dat gedeelte van de gemeente aangeduid onder den naam “den Berg” en wordt dan met verachting gesproken van de bewoners van “den Berg”.
De leden van den gemeenteraad wonen vrijwel over de geheele gemeente verspreid; 4 leden wonen in de kom (Bolsius, Kemps, van Heertum, Jan W. Timmermans]; een op Wijbosch (Smits) 1 op Keur (van Esch); 1 op Oetelaar (Verhagen); 2 op Schootsche hoek (Jan J.Timmermans en van. Heeswijk); 1 op Elschot (Jan Goyaerts); en 1 op Borne (Eimbert Timmermans).
De Heeren moeten soms bij stemming gekozen worden, dat is dan het werk van de herbergiers. Bepaald misbruik van drank wordt bij verkiezingen niet gemaakt.
Schijndel is eene echte houtstreek; voor laag zuur weiland wordt tot f. 1.000,= de H.A. betaald; dat wordt dan meestal beplant met canada’s, terwijl men als onderhout els en hoephout plant. Al het hoephout dat in de gemeente groeit, wordt in de gemeente verwerkt; van de canada’s zal 1/3 buiten de gemeente gaan om tot klomphout verwerkt te worden. Er zijn in Schijndel ± 45 klompenmakersbazen, die door elkander drie knechts hebben; deze knechts werken winter en zomer tot ’s avonds acht uur, en zullen van f. 1,= tot f. 1,25 daags verdienen; ze gedragen zich over het algemeen goed, heel wat beter dan voor een 25 jr toen ze Zaterdag en Maandag hielden.
Tot het jaar 1892 ging het den klompenmakers in Schijndel slecht; degenen, die nog iets hadden verloren dat langzamerhand; ze werden tenslotte allen straatarm. De oorzaak daarvan was, dat de menschen de canada’s op crediet kochten; de minst credietwaardigen kochten mede, en maakten ook voor de beteren het hout te duur; daarvan daan dat allen slechte zaken maakten.
In 1892 is men van systeem veranderd; men kan geen boomen meer koopen dan tegen contant geld; dientengevolge wordt het hout niet meer tot boven de waarde opgejaagd door menschen, die niets te verliezen hebben; van den anderen kant heeft de gemeente geen kwade posten meer oninbaar te verklaren.
Volgens B. en W. was de genomen maatregel zoowel in het belang van de gemeente als van de houtkoopers; deze hebben nu ook andere condities gemaakt tegenover hunne afnemers van klompen; zij verkoopen hunne klompen ook tegen contant geld, en hebben zelve ook geene kwade posten meer. Sinds 1892 gaan de klompenmakers in hunne zaken vooruit.
Het hoepelhout wordt door de gemeente nòg op crediet verkocht; als reden gaf men daarvoor op, dat zij, die dat hoepelhout kochten zulke groote uitgaven tegen contant geld moeten doen, alvorens er zelve iets voor te maken (hakken, naar huis voeren, schillen enz.) geheel anders dan de klompenmakers, die wanneer ze een boom thuis hebben, direct, wanneer ze maar enkele paren klompen klaar hebben, daarvoor contanten kunnen maken.
Men heeft weer quaestie met Mr. Bondam over den gedrukten inventaris van het archief. Mr. Bondam vroeg voor 2 jaren dien op kosten van de gemeente gedrukten inventaris op, om er nog een kleinigheid in te veranderen en om er een voorwoord in te schrijven. Sinds heeft men Bondam er meermalen over geschreven maar den inventaris niet weer terug kunnen krijgen.
Over de begroting voor 1903 heeft Schijndel moeite gehad met G.S. omdat de geheele opbrengst van eene groote houtverkoop als gewone inkomsten in de begrooting werd gebracht. G.S. gaven tenslotte voor 1903 toe na een dringend betoog van B. en W. Men was nu van plan om in het vervolg bij houtverkoopingen ± 1/3 op het grootboek te beleggen.
Er is in Schijndel eene begraafplaats voor Israelieten, hoewel daar geen enkele Jood woont; de Joden uit de buurt (Uden, Vechel, St Oedenrode) worden in Schijndel begraven.
Gemeentegeneesheer is Dr. A.A.M.P. Koolen; hij heeft f. 1.000,= van de gemeente + vrije woning; breukbanden en derg. worden hem extra betaald. Hij schrijft veel te hooge rekeningen; volgens B. en W. zou hij van f. 7.000,= tot f. 8.000,= ’s jaars maken.
Sinds dat er een tram naar den Bosch kwam, gaan er nog al wat zieken naar de klinieken van de doctoren te ’s Bosch.
De vroedvrouw krijgt van de gemeente f. 400,-- benevens f. 50,= gratificatie wanneer er geen klachten komen, dat ze de armen en min gegoeden niet behoorlijk bedient of hun niet al te veel afzet.
Gemeentekeurmeester – veearts is een empiricus (hb: ervaringsdeskundige), die van de gemeente f. 200,= tractement heeft; hij is ook aangesteld door Boxtel.
Er waren aanvankelijk nog al overtredingen van de leerplichtwet; na enkele veroordeelingen is dat veel minder geworden. Volgens B. en W. zou men echter een kunstje hebben uitgevonden om art. 1 van de leerplichtwet te ontduiken, dan zou er bij den kantonrechter een ontslag van rechtsvervolging moeten volgen.
Het herhalingsonderwijs in de kom neemt tamelijk af; er namen 15 jongens aan deel; in Wijbosch genoot het geen belangstelling.
Twee liefdeshuizen: één in de kom, één in Wijbosch; zelfde orde. Moederhuis is in Schijndel; heeft thans 30 huizen, heeft zelf eene normaalschool; gisteren (30 April 1903) waren er 8 opgeroepen voor de hulpakte; slechts 3 slaagden.
Schoolvoeding wordt zoowel in Wijbosch als in de Kom verstrekt; de wijze waarop die voeding geregeld wordt, is in beide plaatsen niet dezelfde. Het gaat meestal met behulp van de zusters in het liefdeshuis.
De steenfabriek van van der Elst werkt goed en druk; de leem is echter te zanderig, vandaar dat de leem moet gewasschen worden, alvorens men er stenen van kan bakken.
Op 6 April staakten de scheepslossers uit solidariteit met de elders in het land stakende arbeiders; na 8 dagen gingen de menschen weer aan het werk, nadat de grootste oproerkraaier ontslagen was. Van de anderen werd bij wijze van straf het loon verminderd.
Bezoek 4 April 1906[bewerken | brontekst bewerken]
Den 4den April 1906 kwam ik weer in Schijndel. Van uit den Bosch had ik tevoren per rijtuig den Dungen en St Michielsgestel bezocht; per trein keerde ik van Schijndel naar den Bosch terug.
Voor mijne audiëntie had zich alleen aangemeld de stationschef van Schijndel, de Heer Sonneberg. Zijn mijne informaties juist, dan werd hij tijdens de spoorwegstaking in 1903 door de S.S. Mij ontslagen als stationschef te Boxmeer omdat hij, socialist, aan die staking had medegedaan. De Noordbr. Duitsche Spoorwegmij nam hem toen in dienst en maakte hem Chef te Veghel en later te Schijndel.
Hij klaagde zijn nood, dat het maximum tractement van een stationschef 1 ste klasse bij zijne Mij slechts f. 900,= was, met vrije woning, vuur en licht; te Schijndel had hij slechts f. 700,-- .
Van B. en W. vernam ik, dat de Zusters van Schijndel voorlopig geen nieuwe huizen meer vestigen; zij willen eerst over voldoende onderwijzend personeel kunnen beschikken, en concentreeren daarop al hare krachten.
Het gemeentebestuur is met die Zusters in onderhandeling over de stichting van een gebouw voor lijders aan besmettelijke ziekten; het gemeentebestuur wilde eigenaar van de inrichting blijven; de bisschop was daartegen en wilde dat de Zusters aan de gemeente recht van opstal gaven. Dit laatste zal nu vermoedelijk geschieden; de heele bouw is eene zaak van f 6.000,= à f 7.000,=!
Aan B. en W. verzocht naar de reden te zoeken van het abnormaal (14) groote getal levenloos aangegeven kinderen.
Er heeft zich naast Dr. Koolen een tweede geneesheer in Schijndel gevestigd, Dr. Smulders; dat was niet naar den zin van de vroedvrouw; vandaar een tijd lang groote moeilijkheden; door gedurende een jaar de gratificatie der vroedvrouw in te houden bracht het gemeentebestuur haar tot rede.
B. en W. trachten het er heen te leiden, dat ook de verkoopingen van hoepelhout om contant geld geschieden; thans is men zoo ver gevorderd, dat de koopers vóór 1 februari moeten betalen, en niet met hakken mogen beginnen, voor zij betaald hebben. Wellicht dat men er een volgend jaar toe kan komen, om den verkoop om contant geld te doen geschieden.
Men heeft op het oogenblik in Schijndel eigenlijk te veel hakbaar canadahout. Had men het maar goed kwijt gekund, dan had men gaarne nog voor een f 3.000,= meer verkocht. Er zijn nog ± 8 H.A. broekgrond, die tot canadabosch moeten aangelegd worden; dan is alles volgepoot. De ondervinding moet nog leeren, of, nadat de canada’s zijn gevallen en alles opnieuw is aangelegd, het hout even welig blijft groeien.
De Schijndelse Klompenmakers zijn thans in een bond vereenigd met een adviseur; B. en W. vreezen, dat zulks op den duur aanleiding zal geven, dat de Heeren monopolie maken, en de prijzen van het hout kunstmatig drukken.
Men heeft nog altijd moeite over den inventaris van het gemeente archief, met den Rijksarchivaris; den Heeren geraden zich deswege tot mij te wenden.
De steenfabriek van Van der Elst werkt buitengewoon veel; uit een groot deel van de Molenheide is de leem reeds ontgraven; de gemeente heeft volgens het contract met Van der Elst eerst in 1919 recht, om over die heide weer te beschikken. Aan B. en W. geraden om, desnoods me eenige financiele opoffering, te trachten nu reeds de beschikking over die gronden terug te krijgen, om die heide in cultuur te kunnen brengen.
B. en W. hebben mijn raad van vroeger gevolgd, en het onderhoud der hoofdwaterleidingen ten laste der gemeente gebracht; zij waren over het resultaat uiterst tevreden; als men overal elders overlast had van het water, merkte men er in Schijndel nog niets van.
De veldwachters krijgen ieder f 500,= tractement + f 50,= gratificatie; de Raad wil geen f 550,= tractement geven;
B. en W. zijn zeer blijde, dat de veldwachters onder dezen vorm toch f 550,= ´s jaars hebben, tot bezwaar gaf tot nu toe deze regeling geen aanleiding.
De menschen van “Den Berg” lijden dikwerf armoede, omdat ze ongebonden zijn, zich niet aan tucht of regelmaat willen onderwerpen; daardoor kunnen zij bijna geen werk bekomen; niemand wil hen hebben. Ook van der Elst heeft het met hen geprobeerd; een dag of drie ging het goed; maar toen bleven de menschen, zonder eenige waarschuwing, thuis en lieten Van der Elst met zijn werk zitten.
Werkelijke armoede wordt er in Schijndel niet geleden.
Overtredingen van de leerplichtwet komt veel voor door de bewoners van “de Berg”; daar zijn huishoudens, waarvan de kinderen helemaal niet op school komen; er valt nog al eens ontslag van rechtsvervolging door den kantonrechter wanneer de kinderen verhuurd zijn, en dientengevolge de aansprakelijke persoon niet kan gestraft worden.
Bezoek 18 Maart 1910[bewerken | brontekst bewerken]
Den 18 Maart 1910 kwam ik weer in Schijndel; te voren was ik in Vught en St Michielsgestel geweest.
Onder den boerenstand zitten er veel met broers en zusters te samen te wonen; onder den boerenstand moest meer getrouwd worden, onder de arbeiders moesten de huwelijken op later leeftijd tot stand komen.
Eindelooze klachten over de ellendige toestanden op den Berg = gedeelte van de gemeente tusschen Wijbosch en het spoor; daar willen de menschen zich niet aan een normaal leven gewennen, en leeft men van diefstal en stroopen. De kinderen komen er wel op school en in den catechismus, dank zij de spijskokerij welke de pastoor en de gemeente samen hebben opgericht; maar zoodra als de kinderen 14, 15 jr oud zijn, is alle lucht er uit en is het een echte bende; alles trouwt nu in de familie; er wordt dispensatie gegeven omdat het “moeten” is; en, als er geen zwangerschap is, dan wordt die voorgewend, om toch dispensatie te krijgen! Niemand wil die menschen in het werk hebben, omdat men ze niet vertrouwen kan; als men ze een uur zonder toezicht laat, dan hebben ze al beet gehad! Als ze werken, dan werken ze soms hard; maar men kan er niet op aan; men heeft ze drie dagen, en dan komen ze niet weer terug en laten u met uw werk zitten, ook al ondervindt ge daardoor de grootste moeielijkheden. Steenfabrikant van der Elst wil ze niet; de boeren willen ze niet; ze kunnen nergens terecht. Na mijn aandringen heeft de burgemeester het politietoezicht verscherpt; dat helpt wel wat; maar op den duur vreest hij het niet zonder marechaussee te kunnen stellen.
Het Groene Kruis wordt door de gemeente gesubsidieerd; eene vroomsche zuster doet als wijkverpleegster dienst, vooral voor de lijders aan tuberculose.
Pastoor wil een gasthuis bouwen met inrichting voor besmettelijke zieken; hij vraagt f. 20.000,= subsidie van gemeente. B. en W. vragen mijn advies; ze zouden dan inschrijving grootboek willen verkoopen; ik vind f. 20.000,= nog al veel; vroeger vroeg pastoor voor een ander plan slechts f. 6.000,=.
Burgemeester heeft mij beloofd een mooien gedetailleerden staat aan te leggen, omtrent de exploitatie der gemeentelijke bezittingen.
Binnen een paar jaren moet van der Elst f. 14.000,= betalen voor leem ten behoeve van zijne fabriek; met dat geld hoopt men het Raadhuis te vergrooten, en tevens een brandvrije kamer voor het archief te bouwen; de benodigde grond is bereids aangekocht.
Burgemeester laat politie thans veel dienst doen; heeft daarvoor bijzondere zakboekjes ingevoerd; hij meent dat er thans geen aanmerkingen op politie kunnen gemaakt worden.
Toestand van armen gaat niet vooruit; gemeente moet thans f. 2.400,= subsidie aan armbestuur geven!
Op boerenleenbank staat f. 158.000,=; er is slechts f. 8.000,= op voorschot gegeven; ook hier sticht de bank dus niet veel nut.
Burgemeester is erg doof; ik zat links van hem, om van zijn goede oor te profiteren; maar ik kon toch haast niet met hem praten.
Bezoek 14 Mei 1915[bewerken | brontekst bewerken]
Den 14 Mei 1915 kwam ik weer in Schijndel; ik reed er per auto van uit den Bosch heen; dezelfden dag bezocht ik ook nog de gemeente Erp.
Het Raadhuis is zeer doelmatig verbouwd, en voor een groot gedeelte brandvrij gemaakt; het ziet er zeer goed uit; alles werd uitgevoerd naar de plannen van architect Heijkants uit Erp.
Aantal levenloos aangegeven kinderen is weer zeer groot; er is voldoende verloskundige hulp; onbevoegden helpen de kraamvrouwen niet. B. en W. meenen, dat de begrafenisfondsen verkeerd werken.
Kweekschool van de Zusters is zeer goed; in 1914 slaagden 13 van de 14 meisjes. Slechts 2 van de geslaagden traden in de Orde.
Canada’s en hoephout brengen veel geld in; verleden jaar ± f. 10.000,--. In 2/3 van de gevallen geeft eene tweede beplanting van canada’s een goed gewas. Sinds jaren heeft gemeente geen schade geleden door niet betalers; men mag niet hakken of snijden vóór dat gemeente betaald is.
Er is nog geen beschrijving van de exploitatie der bezittingen; burgemeester zal die nu spoedig laten maken.
Voor de uitgeleemde Molenheide werden 18 H.A. weer in cultuur gebracht. Van der Elst heeft in zijn steenfabriek een paar ton verloren; hij heeft die nu verkocht aan de Gebrs. Boland, vier heeren: een ingenieur, een doctor, een directeur van een fabriek en nog een. Fabriek ligt momenteel stil; kan geen steenkool krijgen. De steenen zijn mooi op het oog, zoo lang ze nieuw zijn; de leem, waarvan ze gemaakt worden, trekt veel water aan en houdt dat vast; daardoor worden de steenen na een jaar of wat groen, en later zwart; de muren zijn bovendien zeer vochtig.
Er zijn te weinig boerderijen in Schijndel; daardoor kunnen jonge menschen zich niet vestigen en blijven broers en zusters ongehuwd samen wonen.
Aan B. en W. geraden, toch een eind te maken aan de procedure over de beplanting langs de wegen; gemeente moet al die processen verliezen. B. en W. konden met den advocaat der tegenpartij (Mr van Hugenpath) niet tot een accoord komen; zij zullen nu aan G.S. vragen om als tusschenpersoon te dienen, en te trachten van Mr van Hugenpath een billijk en redelijk accoord te verkrijgen. Mr Loeff (J.A.) had hen geraden om te trachten buiten de advocaten om met belanghebbenden tot overeenstemming te komen; deze zijn voor onderhandelingen niet te vinden en verwijzen naar Mr van H.; en deze laatste stelt onmogelijk hooge eischen.
Aardappels is wel het voornaamste gewas dat in Schijndel geteeld wordt; in een normaal jaar worden 200 wagens van 125 H.L. uit de gemeente uitgevoerd.
Bezoek 29 juli 1919[bewerken | brontekst bewerken]
Den 29 Juli 1919 bezocht ik per auto van uit den Bosch de gemeenten Veghel en Schijndel.
Burgemeester H.L. Manders is overleden; ik ben dus aangewezen op de wethouders Van den Boogaard en Timmermans, met wie zeer goed te praten was.
Er is een andere secretaris, de Bruijn, vroeger secretaris in Oeffelt; de man had zijne secretarie er keurig netjes uitzien.
Om in den woningnood te voorzien zijn er 24 arbeiderswoningen in aanbouw; huur f 2,75; met den grond zal iedere woning ± f 4.000,= kosten; bij de woningen ligt 1.40 H.A. land, zoodat iedere woning ± 6 are heeft.
Bij de raadsverkiezing zijn vier van de elf leden uitgeworpen en vervangen o.a. door 2 vertegenwoordigers der arbeiders. Ook werd gekozen A. Boland (Niet Katholiek) directeur van de Molenheide.
Gemeente heeft nog vier processen loopen over het voorpotingsrecht; Witlox occupeert voor de gemeente en heeft opdracht door eene dading de processen te beëindigen.
Distributiebedrijf loopt goed; kostte in 1918 ± f 7.000,--. Er is geene huurcommissie; geraden is er eene in te stellen.
Nog geen staat van exploitatie van gemeentelijke bezittingen; daarop nogmaals sterk aangedrongen.
Wethouder van den Bogaard voelde daar blijkbaar veel voor.
Waterschade, vooral in Gemonde. Geraden daaraan zoo spoedig doenlijk tegemoet te komen.
Twee gemeente doctoren: Koolen en W.H.A. van Oppenraaij; de geestelijkheid wil met Koolen niets meer te maken hebben.
De gemeente veldwachters worden niet voldoende betaald; hunne belangen sterk aan de wethouders aanbevolen.
Er wordt geen armoede in Schijndel geleden; behalve het algemeen armbestuur zijn er 4 diverse fundaties:
- Stichting P.A. Verhagen (oud burgemeester) voor diverse liefdadige doeleinden + 4 beurzen
- Fundatie ter beschikking van den deken voor zieken en ouden van dagen
- Fundatie van Jenneke van Berckel 4 woningen voor oude vrijsters
- Fundatie van ? 4 woningen voor behoeftigen.
- Stichting P.A. Verhagen (oud burgemeester) voor diverse liefdadige doeleinden + 4 beurzen
Voornaamste industriën zijn
- de wasbleekerij van de firma A. Bolsius
- de jamfabriek Asdonck II Schijndel van het Statenlid Bolsius;
- de Breifabriek van M. Jansen de Wit
- de wasbleekerij van de firma A. Bolsius
De klompenindustrie gaat op het moment heel slecht; er is een enorme voorraad; de klompen moeten duur verkocht, doch zijn onverkoopbaar.
Een klompenmakers leerling werkt eerst 6 weken voor niets; dan 6 weken voor half geld; dan tegen meer normaal loon. Enkele jongens kregen in den laatsten tijd hunne opleiding aan de school te Best.
25 H.A. van de Molenheide, waar de leem uitgehaald is, zijn tot bosch aangelegd; de hoogere gedeelten dennenbosch; de lagere gedeelten berken, elzen en slecht bandhout.
De bevolking van “den Berg” bestaat uit ± 150 personen. De moraliteit van de gehuwden zoowel als van de ongehuwden laat alles te wenschen over; de vrouwen en meisjes leven met de mannen en jongens; huwelijkstrouw is er onbekend. Korts was er eene missie; de menschen kwamen niet naar de Kerk; de Paters Capucijnen gingen in “de Berg” de menschen opzoeken, maar konden ook daar niets uitrichten.
Bezoek 13 juni 1923[bewerken | brontekst bewerken]
Den 13 Juni 1923 bezocht ik Schijndel en Haaren.
Bij de raadsverkiezing hadden de wethouder Timmermans en het raadslid van Geffen zich niet herkiesbaar gesteld. De andere aftredende leden werden allen herkozen. Er zijn in de gemeente geen partijschappen. In heel Schijndel wonen niet meer dan 25 Protestanten; de Israëlieten zijn alle vertrokken.
Het Protestantsche Raadslid A. Boland, directeur van Steenfabriek De Molenheide, werd op de Katholieke lijst geplaatst en mede herkozen. Voor het monument van het Heilig Hartbeeld schonk hij de benoodigde steenen benevens f 50,=.
Ter voorziening in den woningnood bouwde de gemeente 24 woningen; voorlopig komt men daaraan jaarlijks f. 1.000,-- te kort.
Met Rijkspremie – in het geheel f. 8.000,= – werden elf woningen gebouwd. Zonder Rijkspremie eveneens elf woningen.
Er is in Schijndel alleen maar gebrek aan arbeiderswoningen.
Burgemeester J. Janssens kocht zich een huis tegenover het Raadhuis voor f.13.000,= en is bezig dat te verbouwen, wat hem nog een paar duizend gulden kosten zal.
Het electriciteitsbedrijf is in October 1919 begonnen; het maakte over 1922 voor het eerst winst: f. 70,--. voor licht 55 cnt, voor kracht 25 cnt.
Voor een uurwerk in de Roomsche kerk betaalde men f. 1.390,=; gemeente is eigenaresse van uurwerk en klokken.
In 1922 werd een landbouwschool door het Rijk in Schijndel geopend. Vier leerjaren. Het eerste leerjaar sluit aan de lagere school aan.
In het eerste leerjaar wordt gedurende 40 weken twee dagen per week les gegeven; in het tweede, derde en vierde leerjaar gedurende 1 dag per week. In de vier leerjaren zitten thans ± 75 kinderen, waarvan ongeveer de helft uit Schijndel komen. Er is voor alle lessen één leeraar, de heer Zijlmans. Bij de school behoort een proeftuin van 11 are; iedere jongen heeft zijn eigen tuintje. Met veel genoegen de inrichting bezocht.
Er zouden door het Rijk vier van dergelijke scholen in Noordbrabant gevestigd worden; er zijn er thans twee: te St. Anthonis en te Schijndel; er komt er binnenkort eene te Eersel.
Aan B.en W. nogmaals opgedragen om eene beschrijving met kaart van de gemeentelijke bezittingen te laten maken. Burgemeester Janssens begreep mijne bedoeling en beloofde mij er onverwijld voor te zullen zorgen.
In den afgelopen winter moest Schijndel voor 40 werkeloozen zorgen; thans nog voor 12. De toestand is wat beter door dat de klompenindustrie weer wat opleeft.
Bronnen, noten en/of referenties
|