Voortgezet onderwijs

Voortgezet onderwijs

Beknopte beschrijving periode 1945 - 2000.

Het voortgezet onderwijs in Schijndel omvat:

1. De Mater Christi-ulo voor meisjes onder leiding van de Zusters van Liefde (1945-1965);
   
2. De Sint-Joseph-ulo voor jongens onder leiding van het Kerkbestuur van de Parochie Sint Servatius (1945-1965) later Stichting Sint Servaas, 1e directeur de heer H. Aldenhoff;
   
3. LHNO- en MHNO-Sancta Maria voor meisjes onder leiding van de Zusters van Liefde, 1e directrice Zuster Henriette Marie;
   
4. De Ambachtsschool (later Openbare LTS) onder leiding van het gemeentebestuur;
   
5. De Land- en Tuinbouwschool, later Lagere Agrarische School onder leiding van de NCB;
   
6. De R.K. Kweekschool (later Pedagogische Academie) onder leiding van de Zusters van Liefde en later de Stichting Sint Servaas;
   
7. Vanaf 1955: de Katholieke Levensschool: 3-jarig parttime onderwijs.
   

Vanaf 1963 is de Stichting Sint Servaas gestart met pogingen om de Havo-opleiding in Schijndel te realiseren.

In 1965 starten de uloscholen voor jongens en meisjes (553 leerlingen en 23 docenten), voorheen Mater Christi en St. Joseph, in het kader van de Mammoetwet (minister Cals) met de gecombineerde uloschool, later RK Mavoschool voor jongens en meisjes onder leiding van de directeur H. Aldenhoff en adjunct-directeur Zuster Heleni M. Het bestuur is dan de Stichting Sint Servaas.

In 1969 worden de eerste Mavodiploma’s uitgereikt door minister Cals zelf. In het gebouw aan de Pastoor van Erpstraat is er dan de tentoonstelling MAVO-Creatief van door leerlingen gemaakte tekeningen en handenarbeidwerken. In 1970 vertrekt adjunct directeur W. Tilanus. Daarna bestaat de directie uit: de heer H. Aldenhoff, directeur, 1e adjunct directeur de heer P. Creemers en de heer J. Raaijmakers. De Mavoschool telt dan meer dan 500 leerlingen en is gevestigd in 2 schoolgebouwen en noodlokalen aan de Pastoor van Erpstraat 2, 4 en 12.

In 1973 besluit mevrouw Ginjaar-Maas, staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, dat Schijndel de Havo-opleiding kan starten, hetgeen meteen in schooljaar 1973-1974 gebeurt met de leerjaren 2 en 3. Op 68-jarige leeftijd neemt de heer Aldenhoff dan afscheid en de heer J. Neefjes (historicus en conrector aan een havo-vwo-school uit Haarlem) wordt de 1e directeur/rector van de R.K. Scholengemeenschap MAVO-HAVO, later Skinlecollege, te Schijndel, gevestigd in de Pastoor van Erpstraat in diverse gebouwen.

Het Skinlecollege groeit tussen 1973 en 1980 uit tot een scholengemeenschap van 900 à 950 leerlingen. De directie bestaat uit: J. Neefjes, directeur, P. Creemers 1e adjunct-directeur, belast met de zorg voor mavo-3 en -4, en personeelszaken, dhr. H. Heijne, adjunct-directeur havo-3, -4, -5, ook belast met de nieuwbouw aan de Putsteeg en de heer J. Raaijmakers, die zorg draagt voor de brugklassen en leerjaar 2, en de financiën van de school. Als parttime directieleden worden later benoemd: mevrouw J. Hermans en de heer J. v.d. Wiel. Het aantal docenten en het onderwijs ondersteunend personeel neemt met de groei van het aantal leerlingen jaarlijks toe. In 1977 verhuist de scholengemeenschap naar het nieuwe, moderne schoolgebouw (versoberde elementenbouw) aan de Putsteeg 6, ontworpen door architect Ang van Architectenbureau Van Dillen.

In 1980 vertrekt de heer J. Neefjes als rector naar het Petrus Canisiuscollege in Alkmaar. In zijn plaats wordt de heer P. Creemers benoemd tot rector. In 1985 vertrekt conrector Heijne, zijn functie wordt overgenomen door de heer S. Ordelman.

In 1985 wordt het Skinlecollege uitgebreid met de atheneumopleiding, waarna de school verder groeit tot ruim 1400 leerlingen. In 1986 vindt er een besturenfusie (Skinlecollege en LHNO) plaats: het nieuwe bestuur heet Stichting Voortgezet Onderwijs Schijndel. Deze stichting besluit in 1989 tot de fusie van LTS, LHNO, LAS tot Scholengemeenschap De Steeg.

In 1995 vindt de laatste fusie binnen het voortgezet onderwijs plaats: het Skinlecollege gaat voortaan samen met Scholengemeenschap De Steeg en de MAVO Ruwenberg uit St.-Michielsgestel, waarbij de nieuwe scholengemeenschap onder de naam van Elde College groeit tot ruim 2100 leerlingen. De vroegere gebouwensituatie blijft vooralsnog gehandhaafd. De Centrale Directie bestaat uit de heer P. Creemers, voorzitter, en de heer W. Sporken, lid; zij worden bijgestaan door de conrectoren de heren S. Ordelman, G. de Bruin en A. v.d. Leest. Het aantal leerlingen loopt wat terug naar ongeveer 1900 en groeit later weer naar rond de 2100. Per 1 januari 2000 neemt de heer P. Creemers na 20 jaren rectoraat en 30 jaren lid van de directie afscheid van het Elde College. Per die datum wordt de heer F. Seeverens zijn opvolger.