Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Petrus Verhagen (1916 – 1996)

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Petrus Verhagen
Petrus Verhagen (1916 - 1996) 01.jpg
Persoonsinformatie
Volledige naam Petrus Verhagen
Roepnaam Piet
Geboorteplaats Schijndel
Geboortedatum 3 april 1916
Overl.plaats Schijndel
Overl.datum 6 mei 1996
Partner(s) Lamberdina Cornelia (Dien) Vermeltfoort
Beroep(en) wethouder

gemeenteraadslid

Bidprentje Petrus Verhagen (1916 -1 996) 02.jpg

Lamberdina Cornelia Vermeltfoort (1918 - 1994) 01.jpg Lamberdina Cornelia Vermeltfoort (1918 - 1994) 02.jpg

Petrus Verhagen (1916 – 1996)

Petrus (Piet) Verhagen werd geboren op 3 april 1916 in Schijndel (Oetelaar), zoon van Johannes (Jan) Verhagen geboren in Schijndel (1886 – 1930) van beroep landbouwer en Johanna van Boxtel geboren in Veghel (1881 – 1978), als vijfde kind in een gezin met acht kinderen. Piet overleed op 6 mei 1996 in Schijndel.

Petrus Verhagen trouwde op 28 mei 1946 in Sint Oedenrode met Lamberdina Cornelia Vermeltfoort.

Lamberdina Cornelia (Dien) Vermeltfoort werd geboren op 1 september 1918 in Sint Oedenrode, dochter van Arnoldus Cornelus Vermeltfoort geboren in Sint Oedenrode (1885) van beroep landbouwer en Antonetta Bekx geboren in Lieshout (1888 – 1963), als tweede kind in een gezin met zeven kinderen waarvan er een vroegtijdig overleed. Dien overleed op 2 juli 1994 in ’s-Hertogenbosch.

Kinderen uit het huwelijk van Piet en Dien:

  1. Johanna Antonetta Josefina Maria (Hanny) trouwde met Frank van Donzel. Dinah en Dory zijn de twee kleinkinderen uit dit huwelijk
  2. Jan trouwde met Ans van Kaathoven. Robert en Koen zijn de twee kleinkinderen uit dit huwelijk

Overzicht van functies en werkzaamheden door Piet vervult:

  • Penningmeester R.K.J.B.
  • Voorzitter R.K.J.B.
  • Voorzitter NCB kring Uden.
  • Voorzitter Landelijke Rijvereniging NCB
  • Centraal bestuur NCB Tilburg
  • Toneelregisseur
  • Penningmeester K.V.P.
  • Reorganisator NCB Centrale
  • Afgevaardigde centraal bestuur NCB
  • Inspecteur voedselvoorziening
  • Suikerbieten campagne
  • Voorzitter Rijvereniging Ros Beijaart Schijndel
  • Voorzitter Rijvereniging Kring Uden
  • Voorzitter illegale werkers C.O.I.W. 40-45
  • Directeur landelijk herstel
  • Politiek rechercheur
  • Secretaris Tuinbouwtelers
  • Voorzitter Contracttelers vereniging
  • Vanaf 1945 lid gemeenteraad Schijndel
  • Voorzitter benoemingsraad
  • Voorzitter bloembollen vereniging
  • Wethouder gemeente Schijndel
  • Hoofdvertegenwoordiger Zaadhandel
  • Drogerij Zaden en Granen
  • Beheerder en eigenaar diepvriesinstallaties

Verhalen geschreven door Piet

Zie artikel De tijd van 1940 – 1945 in Schijndel, tijdens de oorlog en direct daarna.

De Verhagens

Wilhelm Verhagen, zoon van Maria Verhagen.
Wilhelm Verhagen, getrouwd met Anemie van Liempd.
Anemie van Liempd, nicht van Lambertus van Liempd, en van Kuiper van Liempd uit de Hoofdstraat waar thans slagerij van den Oetelaar is.
Wilhelm Verhagen had een zoon Toon en dochter Mieke die is vroeg gestorven (drie jaar oud).
Toon moest studeren en ging naar den Ruwenberg, hier studeerde hij 3 jaar, daarna naar een klein seminarie in Sint-Michielsgestel want hij moest priester worden dat was de wens van vader Wilhelm en moeder Anemie. Toon werd 20 jaar en stopte met studeren.
Hij kwam thuis op de boerderij, intussen stierf vader Wilhelm. Toon als enigste zoon moest de boerderij beheren met meid en knecht. De knecht woonde vlakbij de boerderij, waar later klompenmaker Persons woonde. Het huisje was van de boerderij, de knecht werkte en at op de boerderij. Men leefde in die tijd eenvoudig, de lonen waren laag, het inkomen van de boer was niet hoog.
De knecht kreeg veel mee naar huis, hout, melk en brood voor de vrouw en kinderen. Toen de knecht een keer vergeten was hout mee te nemen om te koken schepte hij uit de varkensketel een emmertje gekookte aardappels met maismeel voor zijn gezin.
De boerderij was plusminus 9 Ha en 7 Ha bos. Er waren 8 koeien en 6 stuks jongvee op het bedrijf. Men fokte en mestte varkens waarvan men een of twee slachtte voor eigen gebruik. Prijzen van varkens waren laag, 8-12 gld. per stuk, melk was 3 cent per liter. Kippen waren er een vijftig stuks, de prijs lag rond een cent, aardappelen waren 12-15 cent het vat een hl. De teelt van rogge was voor roggemeel en stro voor de daken.
Toon Verhagen legde zich op de aardappelteelt toe. Hij zocht contact met de Godshuizen in Den Bosch, hij sloot contracten af voor het leveren van aardappelen. Met omwonende boeren maakte hij afspraken voor het leveren van aardappelen. Ze reden met paard en hoogkar naar Den Bosch, 8 karren achter elkaar een hele stoet. Bij Christ de Brier werd aangelegd in Den Bosch.
De aardappelschilsters kregen ene slip aardappels cadeau, anders keurde zij de aardappels af. Op de terugreis werd weer aangelegd bij Brier (ofwel tolplaats Barrierre) kastelein T. Eijkemans. Hier werd het geld verdeeld door Toon Verhagen. Als Toon thuis kwam was het geld op, want hij had geld uitgeleend aan de boeren die koe of zeug moesten kopen. Moeder Mie was het niet naar den zin hoe Toon handelde, ze waren met z’n tweeën.
Toon ging naar het dorp en was bij allerlei verenigingen, het Gilde, fokvereniging, aankoop veevoeder en kunstmest. (In die tijd kwam híj in de gemeenteraad en kwam op als enigste boer voor de boeren.) Hij richtte met Janus Schellekens de Boerenleenbank op en de melkfabriek in samenwerking met Bolsius, Als vrijgezel zat híj meer in het dorp als op de boerderij, er werd in diverse stamcafés gekat en gepolitiekt over grond en bossen.
Moeder Mie wou dat Toon trouwde en een vrouw zocht. Toon werd verliefd op een buurmeisje maar moeder Mie vond dit niet goed.
Moeder Mie ging zelf op stap en kreeg contact met de familie van Heesch in het Hermalen. Hier waren veel dochters. Moeder Mie vroeg hier een van de dochters als meid en huishoudster, Seintje was de uitverkorene. Ze beviel goed. Na een half jaar werd Toon verliefd op Seintje, en na een jaar trouwde ze.
Er werden kinderen geboren, Mieke dochter, Jan zoon, Wilhelm zoon gestorven, hierna 3 dochters allen gestorven, toen Anna dochter en Johanna.
Toen Jan 14 jaar was moest hij op school in Heeswijk. Hij moest priester worden. Mieke moest op school in Oirschot. Janske op pensionaat in Geffen, Anna bleef thuis werken.
Vader Toon was veel op stap naar de beurzen, markten, gemeenteraad en aardappelhandel. Zoon Jan kreeg slechte ogen en kwam naar huis en werkte op de boerderij.
Moeder Seintje vond dat het beter was dat het gezin verhuisde, daar vader veel onderweg was naar het dorp. Ze trokken naar de Schoot op een boerderij waar later Jan Visser gewoond heeft. De boerderij op het Olieëind werd verhuurd aan Tienus Verbruggen. Op 2 november 1912 stierf vader Toon in de leeftijd van 54 jaar.
Mieke trouwde Dorus van Esch en ze kregen 3 dochters en een zoon. Na het vierde kind overleed Mieke. Anna Verhagen ging Dorus van Esch helpen in het huishouden en trouwde later met Dorus van Esch. Zoon Jan kreeg verkering met Johanna van Boxtel, dochter van Driek van Boxtel.
Johanna van Boxtel woonde op de Steeg in de buurt van het Sleutje. Ze woonde daar met vader van Boxtel die van de Nonnenbosche hoeve afkwam waar hij jaren gewoond had. Toen vader van Boxtel stierf trouwde Johanna met Jan Verhagen en ging op de Steeg wonen, want de boerderij op het Olieëind was verhuurd aan Tienus Verbruggen. Moeder Sientje en Johanna trokken naar het dorp in een burgerwoning naast boer Korsten.
Johanna ging mutsen maken en poffers toen nog klederdracht.
Toen de boerderij op het Olieëind leeg kwam is Jan op het Olieëind gaan wonen. Ze kregen acht kinderen; Jans, Toon, Harrie, Frans, Piet, Marinus, Marie en Wim.
Als hulp was de knecht Frans van den Bergh, als meid Marie van Balkom.
Johannna Verhagen kreeg verkering met Theodorus van der Wiel uit Veghel.
Deze begon een drukkerij in de woning, Hoofdstraat, met als hulp Ties van Kleef.
Na enkele jaren ging Seintje naar Huize Lidwina en sleet daar haar jaren.
Johanna ofwel Janske v.d. Wiel kreeg 3 kinderen, een jongen Piet, een meisje Francien en een meisje Sjan. (Johanna)
Dorus van de Wiel stierf en de drukkerij werd overgenomen door zoon Piet en Martijn van der Donk.
Sjan begon een uitgebreide boekwinket met medewerking van moeder Janske. Janske ging op rust naar het Bekkershuis.
Anna van Esch-Verhagen, heeft na het overlijden van Dorus van Esch nog jaren in het Hermalen (Schoot) gewoond. Veel van haar kinderen zijn geëmigreerd naar Canada. Ze is thans op rust in het Bekkershuis.
Zoon Theo woont thans op de moederlijke boerderij. Het leven op de boerderij op ’t Olieëind was heel goed, ondanks het vele werk. Vader Jan was met allen bevriend, buurten was daar een goede bezigheid.
De wegen waren vroeger zeer slecht, het waren grondwegen met diepe karresporen. Het water stroomde dwars over de straat, vooral in de Mulktop. Het fietspad stond veeltijds in de winter onder water. De kinderen gingen met klompen aan naar school. Ze moesten over greppels springen. Ze trokken met z'n allen naar de school te voet, De afstand was 8 kilometer. De school stond waar nu de Rabobank staat. Meester de Smet was 't hoofd der school. We namen brood mee om over te blijven. Groepen kinderen kwamen met verschillende buurten en allen gingen door de Hoofdstraat naar huis, ’t Lieseind, Molendijk, Elde en Oetelaar. Ze splitste bij bakker Bruns, tegenover smid van Thiel. Er werd dikwijls hardhandig afscheid genomen en werd er gevochten. Op de weg naar huis woonde als eerste hoepelmaker Marinus Cromsigt, dan Hendrien Verhoeven er tegenover, Piet van Loon, dan de boerderij Wed. v. Heeswijk, er tegenover Tienus van de Ven, dan kwam de Steenen Kamer. Daar woonde Bertus Aryjes Timmermans. Aan ’t Oetelaar woonde v.d. Boogaarden jongens. De Mulktop voorbij rechts woonde Frans Timmermans. Er waren kinderen, Jan, Gijs, Toon, Marie, Dien.
Dan kwamen we in de Kruisstraat links in 't veld woonde Marinus Schoot, later Hannes van Heesch. Verder de straat in Driekske zoon van Wilhelm van Wilhelm van Roosmalen, volgende boerderij was Jan Korsten.
Verder het Oetelaar op rechts Pietje Persoons en dan Marinus Wouters die had een klompenmakerij, winkel en cafeetje. Marinus had ook een boomgaard.
Verderop woonde Bertuske van Liempd, schuin tegenover woonde dochter Marie van Liempd getrouwd met Jan Hellings.
Verderop Hannes van der Aa, dan van Kuringen, Marinus Pennings, Willem van Heeswijk, er tegenover Christ de Vroom, dan Janus van Aarle met een groot gezin, schuin hier tegenover woonden Smitske, ook een winkeltje en cafeetje, daar tegenover woonde Toontje Habraken.
Terug naar 't Olieëind woonde Hannes van Boxtel, Piet Verbruggen, Janus v.d. Heijden, Gijs van Aarle, Marinus Vermeer, wed. v.d. Eerde, Marinus Steenbakkers, Willem Broks, Marinus van Gorcum en Hannes van Kaathoven, later Wilhelm van de Heijden.
Dit was de buurt rond Jan van Toon van Wilhelm.
Men ging buurten bij elkaar en liep dan binnendoor, Wilmke Wouters café en Smitskes waren pleisterplaatsen van de buurt. Bij Jan Verhagen werd ook veel afgebuurt. Vader Jan was een liefhebber van lezen. Boeken werden op de leeszaal gehaald. Die was in het Patronaat.
Jan las voor en de buurt luisterde gezet en rond de plattebuiskachel. Boeken over bokkenrijders en Old Sjatterhand werden voor gelezen.
De onderlinge verhouding van de buurt was geweldig, bij ziekte of overlijden stond men voor elkaar klaar. Uitvaart werd door de buurt verzorgd. De lijkbidders van de buurt trokken de kennissen en familie af om de begrafenis aan te zeggen. Bij feesten was dit ook het zelfde, iedereen deed mee.
Bij ernstige zieken of overledenen werd er de rozenkrans gebeden, 3 avonden. Voor de begrafenis dronken de dragers een paar borreltjes en gingen dan met het lijk de gebruikelijke kerkweg, gevolgd door familie. Bij slechte weg werd de hoogkar gebruikt als vervoermiddel.
Als teken van rouw werd voor 't lijkhuis 't Strootje gezet.
Vrouwen droegen zwarte kleren en een falie, een zwarte grote hoofddoek met kant afgezet. Dit werd 3 weken gedragen. Mannen droegen zwart of een zwarte band als rouw. Begrafenissen konden gebeuren met gelezen of of gezongen maandstonden en jaargetijden.
Gezongen zevende was zeven gezongen H. missen in zeven opvolgende dagen of gelezen h. missen. De kerk werd aangekleed naar gelang men betaalde, volop kaarsen rond 't lijk en loper tot achter in de kerk.
Bij geboorte werd 't kind ten doop gedragen door naaste buurvrouw en familie.
Bij slachte weg ging men met de ertkar en na de doop werd aangelegd in 'n café waar ook de voerman en de kar stond. Men gebruikte meestal brandewijn met suiker. Het kind schoof men onder de biljart. Men speelde een partijtje biljart en pikte menig borreltje. Dan werd de terugtocht aangevangen. Het is wel eens voor gevallen dat het kindje nog onder het biljart stond, terwijl men op weg was naar huis.
Na zes weken moest de moeder de kerkgang doen. Dan ging ze aan 't Maria-altaar zitten en werd door de geestelijke naar het altaar begeleid en moest zij de stola van de priester vasthouden en daar bidden zij dan. Dit was een teken der reiniging.
Toen de fiets kwam de muts, want fietsen met een muts was heel moeilijk. Janske hield op met mutsen maken. In de vrije tijd van Janske ging ze zangles halen bij Diena van Osch. Ze moest daar 25 cent per uur voor betalen. Bij de vraag is dit niet te weinig, antwoorde Diena: ,,lk kan er 2 dagen mik van eten” Janske deed ook graag mee aan toneel in 't Patronaat onder leiding van Frans Hulshof, ambtenaar der gemeente, ze speelde koningin Elisabeth.
Later was Ties Wels regisseur. In 1914 kwamen de Gele Rijders in Schijndel. Ze brachten leven in de brouwerij.
Menig meisje werd verliefd. Verschillende Gele Rijders zijn in Schijndel getrouwd en blijven wonen.

Jan Verhagen is zeer jong gestorven na een langdurige ziekte op 44 jarige leeftijd.
Toon trouwde met Jans Westelaken en trok naar de Hopstraat. Janske was getrouwd met Henk Terhal en woonde in Heerlen. Harrie trouwde Met Marie v.d. Vleuten en trok naar 't Hermalen. Frans was geestelijke en later pastoor in Tilburg, daarna emigrantenpastor in Canada waar hij ook een kerk bouwde.
Piet trouwde met Diena Vermeltfoort en trok naar een boerderij op de Elschotseweg.
Marinus trouwde met Anna van Rijbroek en ging in Den Dungen wonen.
Marietje trouwde met Piet Habraken en trok op 't ouderlijk huis op ’t Olieëind.
Moeder Verhagen bleef bij Marietje wonen.
Wim emigreerde en trouwde met Joke Vissers.
Moeder Verhagen vertrok na jaren bij Marietje gewoond te hebben naar Huize Lidwina, waar zij op 96 jarige leeftijd overleed.
De broer van Moeder Verhagen, Pater Piet van Boxtel, had grote invloed op het gezin Verhagen. Hij was een tweede vader en steunde moeder Verhagen op allerlei gebied.