U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bouwvereniging Huis en Erf
Bouwvereniging Huis en Erf[1][bewerken | brontekst bewerken]
Opgericht 1917 - per 1 januari 2018 met Wovesto gefuseerd tot Woonmeij.
Een terugblik op vijfenzeventig jaar bouwvereniging Huis en Erf 1917 – 1992.
Een pas opgerichte vereniging kan niet zonder mensen die met hart en ziel met de “zaak” begaan zijn, die inzicht en de nodige kennis hebben, die leiding kunnen geven, die initiatieven nemen, kortom: mensen die een voortrekkersrol vervullen. Zonder dergelijke personen is het moeilijk iets overeind te houden. Gelukkig was Huis en Erf daar niet van verstoken.
Wie waren die mensen van het eerste uur? Op grond van de notulen van Huis en Erf en wat via overlevering bekend is, verdienen de volgende personen zonder meer vernoemd te worden:
Kapelaan Meijer. Deze was mede-initiatiefnemer en geestelijk adviseur van de Rooms-Katholieke Werkliedenbond St. Joseph, van waaruit Huis en Erf is opgericht. De heer Meijer, kapelaan in Schijndel van 1907 tot 1927, was niet alleen geestelijk adviseur van de bouwvereniging, hij was in de beginjaren ook nog secretaris. Later is de heer Meijer pastoor-deken van Asten geworden;
De heer A. Verkuijlen. Samen met kapelaan Meijer was hij de oprichter van de Schijndelse werkliedenbond. Enkele tientallen jaren lang was hij bestuurslid van Huis en Erf. Binnen het bestuur was met name hij degene die zich voor het bouwen van woningen beijverde om zodoende de woningnood in Schijndel te bestrijden. De heer Verkuijlen, officieel postbode van beroep, was tevens gemeenteraadslid en enkele malen wethouder, alsook medeoprichter van het Ziekenfonds Midden-Brabant;
De heer H. Bolsius. Vanaf de oprichting tot aan zijn overlijden in 1954 was Harry Bolsius, die directeur van de kaarsenfabriek was, voorzitter van Huis en Erf;
Notaris S. van Dieten. Hij was de eerste penningmeester van de bouwvereniging.
De eerste 24 woningen van Huis en Erf, ontworpen door architect Van Liempd, werden in 1919 aan de Sint Servatiusstraat gebouwd. Deze huizen kregen later de naam “de hongerhoek”.
De allereerste huurder/bewoner van Huis en Erf was Bert van Schijndel. Lange tijd werd de huur wekelijks geïnd. Tijn van Lier was de eerste huurophaler.
Ten gevolge van oorlogsgeweld werden acht woningen van Huis en Erf aan de Sint Servatiusstraat onherstelbaar vernield en niet meer opgebouwd. In 1974 werden de 16 resterende woningen afgebroken. Ter plaatse verschenen 36 nieuwe woningen. Momenteel heet het daar Molenhof en Jansenpark.
Een tweede complex kwam in 1929 tot stand. Op de Boschweg werden 17 woningen gebouwd: vijf blokken van twee in de Meijgraaf, nu Schutsboom geheten, drie blokken van twee zogenaamde middenstandswoningen langs de Boschweg en een winkelwoonhuis (daarin is nu de Woonwinkel gevestigd). Huis en Erf trad hier als beheerder van de huizen op; de gemeente was de eigenaar.
De hiervoor genoemde huizen aan de Meijgraaf werden in de volksmond “de beentjeshoek” genoemd.
Tijdens de bevrijding van Schijndel werd onze gemeente zwaar gehavend. Begrijpelijk is dan ook dat de gemeente na de oorlog de woningbouw ter hand nam.
Het beheer en de administratie van de bouwvereniging werd verzorgd door gemeentepersoneel. Eerst door gemeentesecretaris Verhagen, later door Wim van Kessel.
Op het einde van de jaren zestig gaf burgemeester Van Tuijl te kennen dat de gemeente niet langer op dezelfde voet met sociale woningbouw door moest gaan. Wim van Kessel en Gerard van Herpen kregen van hem de opdracht Huis en Erf nieuw leven in te blazen.
Zonder geld en zonder personeel werd begonnen. Eerst moest een nieuw bestuur gevormd worden. Vervolgens werd uitgekeken naar een eigen kantoor. Een oud woonhuis van de gemeente aan de Elschotseweg, dat voor f. 47,85 per maand gehuurd kon worden, zou daarvoor dienst kunnen doen.
Ook werd er personeel aangenomen. Samen met een secretaresse vormden de heren Van Helvoirt en De Kleijn het eerste team. Inmiddels is het aantal personeelsleden gegroeid tot 37 personen. (stand 1992)
Van het huis aan de Elschotseweg is men verhuisd naar de Molenhof. En sinds kort is men gehuisvest in het prachtige kantoor aan de Kerkendijk.
Begonnen met een startkapitaal van f. 270,-- is Huis en Erf uitgegroeid tot een moderne en financieel gezonde woningcorporatie. Huis en Erf heeft in 1992 niet minder dan 2100 woningen in Schijndel, 900 in Sint-Michielsgestel en 250 in Den Dungen.
Gerard van Herpen, erevoorzitter Huis en Erf.
Honderd jaar bestaan Bouwvereniging Huis en Erf in 2017.[2][bewerken | brontekst bewerken]
Het begon in 1917 met het oprichten van de R.K. Werkliedenbond Sint Joseph. Het bestuur van deze bond vond dat er iets gedaan moest worden om de volkshuisvesting te verbeteren. De oprichting van Bouwvereniging Huis en Erf werd op 5 november 1917 een feit.
De eerste woningen werden in 1919 gebouwd. Het waren 24 arbeiderswoningen aan de Sint Servatiusstraat, ontworpen door architect Van Liempd. De huurprijs bedroeg f. 2,75 per week. Vergeleken met de meeste huizen in die tijd was dit een hoge huur, vandaar dat deze huizen in de volksmond “de hongerhoek” werden genoemd.
Het 2e complex woningen werd in 1929 gebouwd. Het waren 17 woningen aan de Meijgraaf, tegenwoordig Schutsboom; deze woningen werden later “de beentjeshoek” genoemd.
Direct na de Tweede Wereldoorlog werden er noodwoningen gebouwd, die je voor f. 5,-- per week kon huren. Deze woningen in de Heikantstraat en de Bunderstraat bleven uiteindelijk langer staan dan bedoeld was omdat er weinig gebouwd werd. Ook kwamen er 60 noodwoningen op de hoek van de Sint-Servatiusstraat en de Molenstraat “de blokkendoos” genoemd.
In 1951 werd er weer nieuwbouw gepleegd. Er kwamen 18 eengezinswoningen aan de Boskoopstraat, de Jan van Amstelstraat en de Gasthuisstraat. Pas in 1963 en 1968 volgden er 69 woningen onder andere in de Harry Jansenlaan en de Deken Baekersstraat.
De bouwvereniging nam tussen 1968 en 1970 het gemeentelijk woningbedrijf over, waardoor Huis en Erf bijna 1000 woningen had. Na de gemeente Schijndel volgden in 1973 ook Den Dungen en Sint-Michielsgestel. De jaren ’70 stonden in het teken van groei!
Huis en Erf betrok met drie werknemers haar eerste eigen kantoor aan de Elschotseweg. Omdat dit kantoor te klein werd verhuisden de 7 medewerkers in 1977 naar de Molenhof. Na 15 jaar werd ook dit kantoor te klein en verhuisden de 37 medewerkers in 1992 naar de Kerkendijk.
Begin jaren ’90 werd de organisatie anders ingericht als gevolg van nieuwe wetgeving. Er kwam een nieuwe bestuursstructuur. Woningbouwverenigingen gingen steeds meer zelf doen met minder bemoeienis en financiële hulp van de landelijke overheid. Samenwerking met gemeenten, huurders en andere woningbouwers werd het sleutelwoord.
De omgeving van woningbouwcorporaties is sterk veranderd. Ze moeten zich financieel gezond houden en tegelijkertijd het doel van genoeg goede en betaalbare woningen realiseren. Om deze doelstelling te halen besloot Huis en Erf de bedrijfskosten terug te brengen. Ook is er geïnvesteerd in training en scholing van het personeel. De bouwvereniging werd kleiner, flexibeler en efficiënter.
Toenmalig voorzitter Henk de Laat kreeg in 1999 een Koninklijke onderscheiding voor zijn optreden tegen de sterkte stijging van de huren. Zijn uitleg in de Tweede Kamer zorgde ervoor dat hij eerst bij Huis en Erf en later bij corporaties in de regio en weer later landelijk, de huurprijzen de landelijke inflatie gingen volgen.
De bestuurlijke organisatie veranderde met ingang van 1 januari 2006. Huis en Erf ging van een drielagenstructuur naar een tweelagenstructuur. Het dagelijks bestuur kwam te vervallen. Huis en Erf kent vanaf die dag een tweelagenstructuur tussen directeur-bestuurder en de Raad van Toezicht.
Video[bewerken | brontekst bewerken]
Video Afscheid voorzitter Antoon de Jong van Huis en Erf op 4 februari 1994
| Bronnen, noten en/of referenties |