U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Hendrikus Johannes Maria Donders (1870 - 1932)
Hendrikus Johannes Maria Donders[bewerken | brontekst bewerken]
Hendrikus Johannus Maria Donders werd geboren op 11 mei 1870 in Tilburg, zoon van Johannes Ludovicus Donders geboren in Tilburg (1827 - 1905) van beroep fabrikant en Anna Allegonda Janssen geboren in Tilburg (1832 - 1905), als tiende kind in een gezin met twaalf kinderen waarvan er twee vroegtijdig overleden en een dood werd geboren. Hendrikus, van beroep pastoor, overleed op 21 oktober 1932 in Venlo.
Pastoor Hendrikus Johannus Maria Donders[bewerken | brontekst bewerken]
Hij werd priester gewijd in de St. Janskathedraal te ’s-Hertogenbosch op 30 mei 1896.
Hij was achtereenvolgens kapelaan in Groesbeek, Boxtel en Eindhoven (Woensel) en daarna pastoor te Bergharen en Schijndel waar hij de Servatiusparochie centrum bediende.
Hij was medeoprichter van St. Raphaël en tweede bondsadviseur daarvan.
Verder was hij hoofdredacteur van het blad “Het Rechte Spoor” en eerste binnenvader van het Mgr. Mutsaersoord te Venlo.
Hij was Ridder in de Orde van Oranje – Nassau.(K.B. 9 februari 1922)
Afscheid Pastoor Donders te Schijndel[1][bewerken | brontekst bewerken]
Men meldt ons uit Schijndel d.d. 1 juni:
Hedenavond werd in de grote zaal van het patronaat de geannonceerde afscheidsavond gehouden, aangeboden aan den Zeer Eerw. Heer H.J.M. Donders, pastoor van Schijndel, bij zijn vertrek naar Venlo. De zaal was voor deze gelegenheid smaakvol en deftig versierd. De opkomst van het publiek was buitengewoon groot. Verschillende belangstellenden moesten zich met een staanplaats tevreden stellen.
Onder de talrijke aanwezigen merkten we onder meer op den Ed. Achtb. Heer Burgemeester van Schijndel met beide wethouders, de heeren A. van den Oetelaar en G. van Esch, kapelaan Wouters uit Berlicum, oud-kapelaan van Schijndel, het hoofdbestuur van den St. Raphael-bond, Dr. Koolen, de familieleden van den scheidenden pastoor, den Edel Groot Achtb. Heer Henri Bolsius, lid der Provinciale Staten van Noord-Brabant, prof. Van der Biezen uit Heeswijk.
Ruim zeven uur betrad Pastoor Donders, voorafgegaan door een file van bruidjes, de prachtigste bloemenmanden dragend, onder de fanfares der harmonie, de zaal. Het enthousiasme bij de intrede was bijzonder groot. Zeer Eerw. Zetelde zich op een in de zaal aangebracht versierd podium. Vervolgens werd door een tweetal lieve kindertjes een vers opgezegd dat door Z.E. dankbaar werd aanvaard. Hierna speelde de harmonie op verdienstelijke wijze Inno Pontificio van Hallmayr. Op het officieele podium was plaats genomen door een gemengd koor dat dezen avond met welgekozen zang zou opluisteren. Het geheel stond onder leiding van de Weled. Geboren Heer Frits Bolsius, directeur van de Zangvereeniging “De Dageraad”. Het mannenkoor De Dageraad zong hierna Festgesang An die Kunstler van Mendelsohn. Een dankbaar applaus volgde op deze onberispelijke vertolking.
Vervolgens is het woord aan den Weled. Zeer Gel. Heer Dr. Koolen tot het houden der afscheidsrede. Spreker betuigde zijn hooge afkeuring, daar de laatste dagen een dissonant over dit feest is gegaan, die de vreugde heeft willen verstoren. Deze persoon is als een veracht individu te beschouwen. Zijn naam zal echter niet onbekend blijven. Spreker memoreert het 25-jarig priesterfeest van pastoor Donders in den jare 1921 gevierd. Als voorzitter der feestcommissie had ik toen het genoegen de beste wenschen der parochie aan u over te brengen. Wie had in die dagen kunnen vermoeden dat u Pastoor thans zoudt vertrekken. Maar de mannen van het Rechte Spoor schijnen de verdiensten van hun grooten promotor te willen waarderen door u een rustigen ouden dag in het Mgr. Mutsaersoord te gaan bezorgen. Tien jaren hebt gij hier gewerkt en veel hebt gij intusschen tot stand gebracht. De tijd bouwt op en breekt af. Maar uw stalen energie, uw redenaarstalent heeft men in dien tijd niet kunnen breken. God heeft u vele en groote talenten gegeven en hiermede hebt ge gewoekerd. Veel, ja zeer veel hebt ge tot stand gebracht, Uwe Thabithavereeniging, als steun voor de armen onzer parochie, de oprichting van een R.K. Propagandaclub voor de jongeren, deze instellingen zijn allen een bewijs van uw groote energie.
Ge zegt steeds, men moet niet alleen katholiek zijn in naam maar ook in de daad en hierin zijt ge Schijndel voorgegaan. Ook de kunstavonden, die elk seizoen werden gegeven, getuigen van uw groote kunstzin. En thans, Pastoor, gaan we van elkander scheiden. Tien volle jaren hebt ge met ons lief en leed gedeeld. Dit is het lot van elken mensch. Een hoe hooger men op den wetenschappelijken ladder staat, des te grootter is de critiek. Vergeet bij uw vertrek echter het leed en sluit het aangename en liefdevolle van uw pastoraat in uw hart voor altijd als een aangename herinnering aan uw parochieelen arbeid hier in Schijndel. De beste wenschen vergezellen u voor de toekomst en dit is tevens mijn wensch als vriend. God spare u nog vele en lange jaren voor de Roomsche zaak. Een stormachtig applaus volgde op deze schitterend uitgesproken rede.
Hierna is het woord aan den WelEdelen heer G. van Velthoven, ter aanbieding van het cadeau der parochie. Spreker vindt het moeilijk de actueele gemoedsstemming te ontleden. Thans heerscht in deze zaal een chaotische mengeling van blijheid en weemoed. Dire adieu, c’ est mourir un peu. Dit geldt niet alleen voor de scheidenden maar ook voor de achterblijvenden. Mourir un peu beteekent hier het einde van een vruchtbaar levensdoel. Het is echter niet goed ons in deze zaak te verdiepen. Laat ons, pastoor, de toekomst hoopvol tegemoet blikken om de toekomst straks met meerdere moed en energie tegemoet te treden. We meenden van u geen afscheid te mogen nemen zonder onzen plicht van dankbaarheid te vervullen. Dat de oprichting van sociale vereenigingen de vruchten zijn van den boom van het pastoraat, geldt ook voor uwe parochie. Want ge hebt hard gewerkt. Enkele van die vruchten hebben we in deze mandjes geplant, aanschouw de diverse kleuren dezer bloemen en ge hebt een klein beeld van de eindelooze gevoelsnuanceeringen. Een gevoel klimt echter boven de andere uit en dat is het gevoel der dankbaarheid. Pater Hyacinth Hermans heeft u geschilderd als dichter. Ik noem dichter, ieder mensch die een mooie gedachte heeft. En de mooiste gedachte die ge hebt is, dat ge met de uwen vereenigd wilt blijven door de radio. De bedragen die voor de aanschaffing van een radiotoestel bij mij zijn ingekomen, zijn wel zoo groot, dat u zich waarlijk een prachtig toestel kunt aanschaffen. Eenieder is in de gelegenheid gesteld zijn bijdragen te doen. Het penningske der weduwe als de gift der meer gegoeden was welkom. Persoonlijk neemt spreker nog afscheid van Pastoor Donders als vriend. Hij spreekt de wensch uit dat het pastoor Donders moge wel gaan.
Vervolgens spreekt burgemeester Janssens een woord van afscheid namens de gemeente. De heer van Liempd erkent de groote verdiensten van den scheidende Pastoor, voor de teekenschool en de harmonie. Wethouder van den Oetelaar spreekt waarderende woorden wegens de groote verdiensten voor den Boerenbond. De heer J. van Bussel huldigt hem als den grooten promotor van het bijzonder onderwijs in onze gemeente. De heer Timmermans, lid van het hoofdbestuur van St. Raphael, huldigt Pastoor Donders als de groote werker van het Rechte Spoor en denkt met genoegen terug aan de aangename vergaderingen op de pastorie te Schijndel gehouden en dankt de inwoners van Schijndel voor de vriendschappelijke verhoudingen die altijd hebben bestaan tussen Schijndel en St. Raphael. Een langdurig applaus volgde na ieder uitgesproken rede.
Vervolgens speelt de harmonie Cavalerie légère van Suppé.
Het woord is aan Pastoor Donders. Mijn hart, aldus spreker, is vol waardering. Thans sta ik tusschen een weelde van bloemen. Thans sta ik nog voor u als uw herder, die weldra zijn kudde gaat verlaten. Mijn voortreffelijke lijfarts, Dr. Koolen, heeft in overleg met een dokter uit Utrecht mij geadviseerd of Schijndel vaarwel te zeggen of den Bond van St. Raphael te laten varen. En St. Raphael heeft overwonnen. Vervolgens betuigt de gewijde spreker zijne bijzondere ingenomenheid met deze spontane hulde en de pracht van bloemen. Een bijzonder woord van dank richt spreker tot de ijvervolle dames van Thabitha, geeft een levensles aan de Maria-Congregatie, prijst de activiteiten van den Vrouwenbond, spreekt lof tot de dames van de St. Elizabethvereeniging, die hun pastoor durven te eeren, spreekt een huldewoord tot het bestuur der Leeszaal, waardeert de bloemenhulde van het kerkbestuur, harmonie, zangvereeniging De Dageraad, kerkkoor, beveelt het Wit-Gele Kruis ten zeerste aan, prijst de landbouwschool, de werking van den Boerenbond, waardeert het streven der vereeniging Voor God en Vaderland en dankt de spreekers voor hunne eerlijke en welgemeende rede. Vaartwel, mijn goed volk van Schijndel, 10 jaren lang heb ik u bestuurd en in die jaren heb ik u leren waarderen als een volk met eminente kwaliteiten. Gij zijt meegaand en gevoelig. Doch voor een ding wil ik u waarschuwen, weest vooral een, een in uw geloof, een in uw streven, want eenheid is macht. Ziet slechts St. Raphael, door zijn eenheid is het een machtig iets. Parochianen, ik zal u niet vergeten. Wanneer ik eenmaal in Venlo zal zijn in welk huis ook mijn principaal, O.L. Heer woont dag en nacht, daar zal ik elken morgen voor u bidden aan het altaar. Ik zal bidden en vragen aan mijn God, het vaderland der ziel, waar we elkander eenmaal zullen ontmoeten. Een stormachtig applaus volgde op deze van enthousiasme tintelende speech.
Het gemengd koor zong hierna: Beweinet, die geweint uit de Hebaische Gesange. Vervolgens zingt mej. M. van Dijk Ave Maria, van Cherubini, en Zonnelied van Catharina van Rennes. Waarachtig een hoogstaande en onberispelijke vertolking. Uw naam, van Richard Hol, werd eveneens schitterend gezongen door mej. M. van Dijk en den heer Frits Bolsius. Hierna volgde de Paus cantate van Johan van Nuenen, voor gemengd koor. Deze cantate werd eveneens keurig gezongen. Een woord van hulde aan dirigent, componist, die zelf accompagneerde, executrices en executanten.
Nummer 13 van het program was défilé. Hieraan heeft ieder der aanwezigen deelgenomen. De scheidende pastoor gaf elke der aanwezigen een hartelijken handdruk en gas als aandenken een door hem zelf gemaakt morgen en avondgebed. Intusschen zong het koor: Roomsch Schijndel getrouw aan zijn Koning, door Pastoor Donders gecomponeerd. Deze avond is een waardig slot geweest aan het ruim 10-jarig pastoraat van Pastoor Donders.
Overlijden Pastoor Donders[2][bewerken | brontekst bewerken]
Em. Pastoor-Rector H.J.M. Donders.
Wat reeds maanden gevreesd werd is eindelijk geschied. Rector Donders is vrijdagavond om 8 uur na een smartelijk pijnlijk lijden overleden. Lang had zijn sterk gestel zich verzet, hij wist dat de kwaal waaraan hij leed zijn dood zou zijn, maar desondanks was het: Zoo lang er leven is, is er hoop. Met Em. Pastoor Donders ging een hoogst begaafd redenaar heen, die niet alleen Rhetorica maar tevens Poëtica tot in al zijn vezels machtig was en door zijn woord en door zijn verzen veel heeft bijgedragen, niet alleen om Gods Woord en Gods Leer te verbreiden maar tevens om de werkman, en dan doelen wij hier vooral op den spoor- en tramwegman op hooger godsdienstig en sociaal peil te brengen. Want Donders was met zijn stad- en standgenoot Mgr. Toon Mutsaers voor de mannen van St. Raphael, om dat te beschrijven heeft men boekdeelen nodig. Wij bepalen ons tot zijn priesterleven hier in ons bisdom tot den dag dat hij naar Venlo ging om daar in het oord, genoemd naar zijn boezemvriend, Mgr. A.J.M. Mutsaers, te werken voor het godsdienstig en sociaal leven van zijn spoorwegmannen, want Pastoor Donders en “het spoor” waren synoniem, we zullen dit zien in den tijd dat hij kapelaan was te Boxtel (Breukelen).
Hendrikus Johannes Maria Donders, gelijk hij in de geboorte registers van Tilburg ten jare 1870 staat vermeld, deed zijne studiën aanvankelijk elders en kwam eerst in 1888 op Beekvliet op de klasse der Poesis, alwaar vermoedelijk of wel zeker ’t fundament is gelegd voor zijn dichtkunst. In september 1890 verliet hij het klein seminarie en ging over naar de naaste voorbereiding voor het H. Priesterschap, tot Groot seminarie te Haaren. Op beide was hij onder leiding geweest van Mgr. Adr. Kamp en Mgr. A.J.M. Mutsaers, twee mannen die de talenten, waarmee hij reeds als student door God begiftigd was, wisten te waarderen. Op 30 mei 1896 ontving hij de H. Priesterwijding en nu begint voor hem dra de arbeid, waarvoor hij zijn verdere leven steeds strijden zal.
In november 1897 volgt hij kapelaan Ed. A.J. Clercx, benoemd te Oeffelt, op als zoodanig te Groesbeek, hier werkt hij tot 1901, tot de Zeer Eerw. Heer J.F.M. Eras zijn H. Hartkerk te Breukelen onder Boxtel betrekt en kapelaan Donders als zijn hulp wordt aangewezen. Hier geschiedde wat tot zijn dood hem is bijgebleven: liefhebber van ’t ijs had hij schaatsrijdend ’t ongeluk te vallen en wel zo erg, dat zijn been niet meer recht was en hoe hij dit ongemak opnam sprak altijd duidelijk, wanneer hij zich aan onbekenden voorstelde: “Ik ben de kromme Donders van het rechte spoor”. Dat is hij gebleven, we zouden zeggen tot ’t laatste ogenblik, want al viel hem het spreken moeilijk zijn geest bleef helder en “t rechte spoor” miste zelden iets van zijn pennevruchten.
Ook als dichter blonk hij bij menige gelegenheid uit ’t zij in vreugd of in droefheid. Negen jaren lang heeft hij met zijn vriend pastoor Eras op Breukelen aan het zielenheil gewerkt, totdat op 18 maart 1910 Mgr. W.v.d.Ven hem vanuit Boxtel riep om de plaats in te nemen van kapelaan L.C.A. van Dun te Woensel, die toen benoemd was tot pastoor te Geffen. Na ruim vijf jaren verblijf aldaar kwam de promotie tot Pastoor van St. Anna te Bergharen, doordat op 1 april 1915 aldaar overleden was de Zeer Eerw. Heer H. v.d. Velden. Ieder begreep, dat pastoor Donders aldaar zijn leven niet slijten zou en zoo kwam na den dood van Mgr. N.W.L. Baekers, pastoor-deken te Schijndel (26 februari 1920) de benoeming tot pastoor van Schijndel, alles behalve onverwacht. ’t Was een der eerste benoemingen door Z.H. Excellentie Mgr. A.F. Diepen, als bisschop van den Bosch gedaan. Hij is tijdens zijn pastoraat te Bergharen steeds zijn wekelijkse bijdrage aan St. Raphael’s “Rechte Spoor” blijven geven, voor hij pastoor was van een zo uitgebreide gemeente als Schijndel, versaagde hij niet, neen, zijn spoorwegmannen misten daardoor niets. Hij was de aanvoerder, want middelerwijl had zijn vriend past. Mgr. Mutsaers, reeds een ruim deel van zijn bemoeiingen voor St. Raphael aan hem afgestaan. Dat hij in 1918 bij de vergissing van Troelstra zijn spoorwegpersoneel degelijk goed geschoold had, niet alleen in de godsdienstplichten maar ook in de plichten jegens de maatschappij, werd erkend door de regering, die hem in 1922 benoemde tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Gaanderweg begon de kwaal die zijn vruchtbaar leven bekampte, zich meer en meer te openbaren, hij leed meer dan iemand wist en toch streed hij er tegen, overtuigd dat vroeg of laat hij de nederlaag zou lijden en toen hij onmogelijk beide functies zoo van zijn pastoraat als van algemeen adviseur van St. Raphael meer vervullen kon, vroeg hij aan Mgr. Diepen eervol ontslag als pastoor, hetwelk hem verleend werd op 6 juni 1930 en van Schijndel ging hij naar Venlo om in het Mgr. Mutsaers-oord zoveel nog in zijn vermogen was het geestelijk heil van zijn spoorwegmannen te behartigen. Hij heeft zijn leven gegeven voor St. Raphael; in zijn onuitstaanbare pijnen was hij toch toegankelijk voor alles wat St. Raphael betrof.
Verder kan men daar lezen: De Eerwaarde Moeder-overste van het Mutsaers-oord met alle Zusters, de Hoogweerw. Heer Deken J. van Oppen, de Eerw. Pater Lazerist, die pastoor Donders in zijn functie als rector verving, de familie van den pastoor, de heer en mevr. Bolsius uit Schijndel en de heer W. Hendrikx uit Venlo, hoofdbestuurslid van St. Raphael en bestuurslid van het Mgr. Mutsaers-oord, waren aan ’t sterfbed aanwezig.In hetzelfde blad van 25 oktober 1932 staat onder meer dat de begrafenisstoet uit ruim 4000 deelnemers bestond.
Bronnen, noten en/of referenties |