U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Boerenbondsgebouw
Het ontstaan van het Boerenbondsgebouw Toon Bolsiusstraat 9 [1][bewerken | brontekst bewerken]
Twee gebouwen hebben voor de agrarische bevolking van Schijndel een bijzondere betekenis gehad, het Patronaatsgebouw en het Boerenbondsgebouw.
Het Patronaat is in 1907 gebouwd op initiatief van deken Norbertus Willibrordus Leonardus Baekers aan de Vicaris van Alphenstraat. In de grote zaal houdt de R.K. Boerenbond Schijndel zijn vergaderingen, zijn bijeenkomsten en de grote landbouwtentoonstellingen van 1925, 1930 en 1935.
De jongens kunnen zich er op zondagmiddag uitleven met biljarten, kaarten en gezelschapsspelletjes. De later opgerichte RKJB vergadert er en brengt hier zijn eerste toneelstukken voor het voetlicht. Ook de Boerinnenbond Schijndel heeft hier zijn start.
Omdat veel verenigingen gebruik maken van het Patronaatsgebouw besluit de Boerenbond Schijndel in 1928 een eigen Boerenbondsgebouw met woning te bouwen aan de Boterweg, naast de toenmalige Melkfabriek van C.S. “De Boerenbond”, later de Toon Bolsiusstraat.
De bovenetage, die bestaat uit een grote zaal met podium, zal veelvuldig worden gebruikt voor allerlei vergaderingen en uitvoeringen van de Boerinnenbond, RKJB en de BJB.
Beneden zal de eierbond, de noodslachtplaats, de groenteveiling en een winkel van de N.C.B. worden gevestigd. De grootste ruimte dient als inpaklokaal voor de eieren.
In maart 1928 vraagt architect Christiaan van Liempd namens het bestuur van de Boerenbond Schijndel een bouwvergunning aan voor de bouw van een Boerenbondsgebouw met woonhuis op het perceel aan de Boterweg kadastraal bekend sectie A nummer 4015. Na enig overleg tussen P. van de Ven, ambtenaar van Bouw- en Woningtoezicht, en de architect over de aanlegbreedte van de fundering wordt op 13 maart door Burgemeester en Wethouders van de gemeente Schijndel de bouwvergunning verstrekt.
Hierin is opgenomen dat de heer P. van de Ven drie dagen voorafgaand in kennis wordt gesteld wanneer:
- Het terrein ontgraven is.
- De fundamenten zijn aangelegd.
- De balklaag is gelegd.
- Het gebouw glas- en waterdicht is.
- Het gebouw in gebruik wordt genomen.
Periode 1962 tot 1989[bewerken | brontekst bewerken]
De Boerenbond Schijndel en zijn onderafdelingen en instellingen maken nauwelijks nog gebruik van het Boerenbondsgebouw. Achtereenvolgens huren de PTT, de Lagere Technische School en de Meubelhallen er enkele ruimten.
De noodslachtplaats, met een daarnaast gelegen kadaverhuisje, blijft tot 1980 in gebruik. Door de steeds strengere eisen met betrekking tot hygiëne en volksgezondheid moet de NCB uiteindelijk ook de noodslachtplaats sluiten.
In 1989 valt het oude Boerenbondsgebouw onder de slopershamer en moet plaatsmaken voor woningbouw. De gedenksteen van dit gebouw is daarna geplaatst in het kantoor van de voormalige Boerenbond-winkel een de Boschweg.
Bewoners van de woning[bewerken | brontekst bewerken]
De aangrenzende woning wordt bewoond door achtereenvolgens: J. Schevers, W. Broeren, J.Goijaarts en W. Verhoeven, die allemaal werkzaam zijn geweest in het Boerenbondsgebouw of in het pakhuis.
Kadaverhuisje[2][bewerken | brontekst bewerken]
In 1937 wil het bestuur van de Boerenbond nabij het Boerenbondsgebouw een kadaverhuisje plaatsen. Dit kadaverhuisje op het terrein van de noodslachtplaats zal voor rekening van N.C. Boerenbond worden gebouwd.
Afgesproken wordt dat de gemeente Schijndel, voor onbepaalde tijd, echter slechts zolang de aanwezigheid van een kadaverhuis noodzakelijk is, het gebouwtje kan gebruiken voor het verzamelen van de door de vleeskeuringsdienst afgekeurde runderen of organen van runderen, van het slachtafval van slagerijen, van doodgeboren dieren en van alle vlees en vleeswaren onbruikbaar als voedsel voor mens en dier.
De gemeente betaald hiervoor uiteindelijk gedurende 20 jaar jaarlijks een vergoeding van f. 74,90.
Nadat de architect P.J. van de Ven het kadaverhuisje heeft begroot op een bedrag van f. 808,60, inclusief architectenhonorarium, wordt door hem namens de R.K. Boerenbond een bouwvergunning aangevraagd. Het gebouwtje, buitenwerks groot 4,22 X 4,44 meter, wordt geplaatst op het perceel kadastraal bekend sectie A nummer 4171 aan de Toon Bolsiusstraat.
De bouw wordt aangenomen door aannemer G. Goossens voor een bedrag van f. 873,00. De uiteindelijk bouwkosten bedragen inclusief architecten honorarium f. 1.064,71.
Op woensdag 16 maart 1938 wordt het kadaverhuisje in gebruik genomen.
De opslag van kadavers en vleesafval heeft nogal eens stankoverlast gegeven. Vooral de naast het bondsgebouw wonende Cor Michels heeft hier erg veel last van. Zij en buurtbewoners voeren jarenlang actie om het gebouw gesloten te krijgen. Dit duurt tot c.a. 1971.
Noodslachtplaats [3][bewerken | brontekst bewerken]
Aan de Toon Bolsiusstraat, voorheen de Boterweg, was in het gebouw van de Boerenbond de noodslachtplaats gevestigd met een ruimte voor opslag van kadavers. Hannes Scheffers (Schevers) was een van de beheerders. Hij sorteerde daar de eieren voor de veiling.
Destijds hadden de boeren een fonds opgericht dat diende als een verzekering van hun vee. Zij betaalden aan het fonds per stuks vee en voor de geschatte waarde van het vee. Als er bij een boer een koe of varken dood ging werd het dier door hen zelf naar de destructorruimte gebracht. Ook moesten de slagers hun slachtafval in tonnen afval in deze ruimte afleveren. In deze ruimte was geen koeling aanwezig.
Als een boer vee had met een gebrek dan moest hij zelf zorgen dat het dier naar de noodslachtplaats werd gebracht. Alvorens te slachten moest het dier door een veearts of een keurmeester worden beoordeeld en voorzien van een stempel. Het vlees werd voorwaardelijk goedgekeurd of geheel of gedeeltelijk afgekeurd wat te zien was aan de verschillende soorten stempels.
Pietje Berkelmans en Piet Steenbakkers verrichtten die slachtingen en Hannes Schevers sorteerde het vlees. Dit vlees mocht niet in de handel verkocht worden maar werd verdeeld onder de leden van het fonds naar gelang zij betaald hadden bijgedragen. De getroffen boer werd door het fonds schadeloos gesteld.
De huid was voor de loonslachters, plus een portie vlees. De veearts, de keurmeester en andere betrokkenen zullen ook wel van het vlees gesmuld hebben.
Na verloop van tijd zijn er ook door de Gezondheidsdienst voor het keuren van vee en vlees (de vleeskeuringsdienst) strenge wetten gemaakt voor het slachten van vee. Tegenwoordig wordt vee met een gebrek dat niet meer door een veearts wordt behandeld, geheel afgekeurd en gaat tegen betaling naar de destructor. De boeren kunnen nu hun vee bij een verzekeringsmaatschappij onderbrengen.
De bouwstijl kort en bondig (volgens M.I.P.) [4][bewerken | brontekst bewerken]
Kantoor Boerenbond Leegstaand.
Architect Ch.J. van Liempd, bouwjaar 1928.
Elementen Art Deco.
Machinale baksteen. Houten gootlijst op klosjes. Hoge kruiskozijnen. Paneeldeur.
Plat dak.
Klimop.
Cultuurhistorisch belang. L-vormig complex.
Er werd al eerder, namelijk 1912 - 1917, een kantoor met pakhuis in opdracht van de Boerenbond gebouwd.
Overige afbeeldingen.[bewerken | brontekst bewerken]
Het voormalige Boerenbondsgebouw in de Toon Bolsiusstraat was in 1979 in gebruik door Kemps meubelhallen. Voor meer details klik hier.
Het voormalige Boerenbondsgebouw in de Toon Bolsiusstraat was in 1979 in gebruik door Kemps meubelhallen. Voor meer details klik hier.
Het voormalige Boerenbondsgebouw in de Toon Bolsiusstraat was in 1979 in gebruik door Kemps meubelhallen. Voor meer details klik hier.
Bronnen, noten en/of referenties |