Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

KEG

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Keg al 35 jaar op de bres voor de verbeelding[1][bewerken | brontekst bewerken]

Al 35 jaar maakt de stichting Kulturele Evenementen Groepen (KEG) zich sterk voor kunst en cultuur in Schijndel. Keg is al sinds 1980 op tal van terreinen actief en toch blijken er nog altijd Schijndelaren te zijn die de stichting niet kennen. Vreemd, want in de loop der jaren hebben toch duizenden kinderen hun eerste theaterervaring opgedaan bij een van de vele voorstellingen die door de Keg hier werden en worden georganiseerd.

Hoe begon het ooit en wie waren het die vonden dat Schijndel zich niet alleen op sportief terrein maar ook op het gebied van kunst en cultuur zou moeten profileren?
Aan de wieg van de Keg stonden de beeldend kunstenaars Jan van den Dungen en Jo Santegoeds, beiden zijn nog steeds actief binnen de stichting. Ook Rein van Uden was erbij en als een goede fee boog de legendarische Jet Geerkens zich over de boreling om die een lang leven en een gelukkige toekomst te wensen.

“We waren halverwege de jaren '70 van de vorige eeuw betrokken bij het organiseren van tentoonstellingen, theatervoorstellingen en concerten in gemeenschapshuis In Den Herd, een cultureel centrum avant la lettre. Om de voortzetting van onze activiteiten te waarborgen bij de opheffing van In Den Herd hebben we in november 1980 Stichting KEG opgericht” vertellen Santegoeds en Van den Dungen. De gemeente zag het belang hiervan voor het kunstklimaat in Schijndel en kende een jaarlijkse subsidie toe.

De KEG werd opgericht op een moment dat de tijd rijp was voor een dergelijk initiatief. Enkele jaren eerder was burgemeester Gerard Scholten begonnen de openbare ruimte te verfraaien met kunst en met de opbouw van de collectie in het gemeentehuis. Wat dat betreft had Keg meteen de wind in de rug en zo kon de nieuwkomer al snel rekenen op een structurele subsidie vanuit de gemeente. Keg ging in haar eerste levensjaar voortvarend van start met een avontuurlijke beeldententoonstelling rond het Napoleonkerkje als een eigentijds antwoord op de gemeentelijke collectie. Waarom moest de Keg er toen komen? De beide grondleggers hebben daarop allebei een antwoord gegeven met de loopbaan die zij kozen als professioneel kunstenaar.
“De KEG telde in die tijd toen meer vrijwilligers dan nu”, aldus Jo Santegoeds. Alleen Jan en ik zijn nog van het eerste uur overgebleven als actief lid”. Een line-up van de huidige bezetting is te vinden op de site www.kegschijndel.nl

Leo Spoor en Marie-José Heijnen, sinds jaar en dag promotors van de orgelkunst vertellen: “Samen met Henk Hermes zijn we begonnen met het organiseren van drie concerten per jaar en daarvoor nodigden wij de beste organisten van Nederland uit. Dit gebeurde in samenwerking met Jan van de Eerenbeemt die in die tijd opbouwwerker in Schijndel was.
Na zijn vertrek werd de KEG opgericht en hebben wij ons als orgelwerkgroep daarbij aangesloten. Inmiddels had Jaap Pörtzgen zich ook bij de werkgroep aangesloten en na zijn dood heeft Marie-José Heijnen zijn plaats ingenomen.
Gedurende 38 jaar zijn er reeds veel concerten georganiseerd zowel op de zondagmiddag als op de zaterdagmiddag (marktconcerten). Helaas zijn die de afgelopen jaren soms even onderbroken geweest vanwege problemen met de windvoorziening van het orgel.
We hebben geprobeerd om de concerten niet alleen in het teken van de kerkmuziek te laten staan omdat de mogelijkheden van zo’n instrument veel verder reiken.
Zo zijn er combinaties gezocht met beeldend kunstenaars. Zij toonden schilderijen in de kerk en de organist zocht daar passende muziek bij of improviseerde erbij.
Ook hebben wij eens een organist gevraagd de beeldenroute te lopen om beelden uit te zoeken die we vervolgens projecteerden in de kerk en waarbij de organist al improviserend zijn visie op dat beeld gaf.
Wij, als orgelwerkgroep, vinden het zeer belangrijk dat de orgelcultuur, die sterk onder druk staat, niet verloren gaat.”

Theater[bewerken | brontekst bewerken]

In de eerste jaren van haar bestaan, organiseerde de Keg nog theatervoorstellingen voor volwassenen. Gaandeweg is de omschakeling gemaakt naar het kindertheater en tegenwoordig verzorgt de gelijknamige werkgroep zeven voorstellingen per jaar die goed bezocht worden. Die voorstellingen zijn met name in de Blauwe zaal van 't Spectrum maar ook bij de Schaapskooi en in De Vink was al een en ander te zien. Joke van Riel vormde de afgelopen vijftien jaar in haar eentje de werkgroep kindertheater: “Aan de ene kant is het heerlijk om even in een andere wereld te vertoeven”, verklaart zij haar passie voor theater; “theater als magische plek waar nieuwe werelden kunnen ontstaan. Ook is het theater een plek waar je herkenbare dingen tegen kunt komen die je ontroeren, verbazen of blij maken. Het heeft ook iets intiems om dit samen te beleven. Het is steeds weer een fijne uitdaging om voorstellingen te zoeken die kinderen serieus nemen. Gezien de reacties van de kinderen en ouders slaagt de Keg daar goed in. En een kijkje achter de schemen na afloop van de voorstelling brengt theater ook dichterbij. De voorstellingen vind ik tijdens de presentatiedagen van de diverse impresariaten. Dan zie ik soms wel vijf voorstellingen en presentaties per dag en krijg zo een goed zicht op de ontwikkelingen op het gebied van het kindertheater en op de toekomstplannen van de diverse groepen”.

Tempus Arti[bewerken | brontekst bewerken]

“In 2003, het jaar dat de tentoonstelling Tempus Arti op allerlei locaties in het dorp te zien was, werd het oude schoolgebouw van “Sancta Maria” gesloopt. Het was een perfect gebouw om met leerlingen kunst te maken op locatie, geïnspireerd door de locatie zelf: hun eigen schoolgebouw. Als docent beeldende vakken en Culturele Kunstzinnige Vorming voor VMBO aan het Elde college kon Anja Düting deze unieke kans niet laten schieten.
“Het had echter heel wat voeten in aarde om het te kunnen realiseren: toestemming vragen aan de gemeente en de aannemer, nutsvoorzieningen voor één dag weer aan laten sluiten, het gebouw weer toegankelijk maken, de directie overtuigen zodat die toestemming zou geven voor het project, alle Schijndelse kunstenaars vragen om belangeloos mee te werken, collega’s enthousiasmeren, materialen regelen enz. Kortom, het kostte me een hele zomervakantie. Het project op de eerste schooldag in augustus was een succes, het foto- en filmmateriaal wat er nog is daarover, spreekt voor zich. Henk Kastelijn had samen met leerlingen door honderden en honderden oude schoolboeken te stapelen een compleet gemeubileerd klaslokaal gerealiseerd. Lonneke de Wit toverde de oude aula om tot een balzaal met een immense baljurk van tule. En in het kantoortje van de adjunct-directrice was letterlijk een leerling tegen de muur geplakt onder begeleiding van Mirjam Konijnenberg. Na afloop hebben we nog een paar avonden mensen de kans gegeven om te komen kijken naar de tentoonstelling en voor sommigen was het meer een afscheid van het gebouw waar ze zelf een aantal jaren hadden vertoefd.
Bij het opzetten van het project zocht ik uiteraard contact met de Keg die “Tempus Arti” organiseerde zodat ze op de hoogte waren. Jan, Jo en Miriam hebben zelfs geholpen bij het realiseren van het project door te helpen bij de workshops. Na een paar weken belde Mirjam Konijnenberg op: “of ik eens wilde komen praten”. De Keg zocht nog nieuwe leden en misschien had ik interesse. En zo is het gekomen”
Mirjam was zelf toen al tien jaar bij de KEG: “ Begin 1983, na mijn afstuderen aan Tehatex kwam ik weer in Schijndel wonen en ben toen lid geworden van de tentoonstellingswerkgroep; sinds 2009 ben ik ook penningmeester en dus bestuurslid.”

Zo heb je dus mensen die van kunst houden en, vaak tegen de verdrukking in, proberen hun passie over te brengen op anderen, niet met geweld maar vriendelijk, bescheiden bijna, via exposities, voorstellingen, concerten en publicaties. Dat zijn de mensen achter de KEG. Misschien doen en deden ze het met in hun achterhoofd de uitspraak van oud-burgemeester Gerard Scholten dat kunst het enige is dat blijft. Een terechte uitspraak als je kijkt naar de rijen die zich verzamelen voor de Rembrandttentoonstelling of naar de files in het Louvre of de Sixtijnse kapel. Kunst is dan inderdaad het enige dat blijft tenzij de mannen van IS aan de voordeur rammelen. Dan blijkt de kunst toch niet eeuwig en geldt niet langer: Ars longa, vita brevis. Op dat moment geldt wel het tot cliché verworden woord van de dichter dat alles van waarde weerloos is. Hetgeen weer doet denken aan Michel Zeeman, juist ja, die van Zeeman met boeken. Toen hem gevraagd werd naar een reden om kunst te koesteren zei hij: “Kunst is er nu eenmaal en heeft het vaak moeilijk”. Hij vergeleek de kunst toen met ouderen. Die zijn er nu eenmaal en zij zijn kwetsbaar, dus zorgen we voor hen. In Schijndel heeft de KEG die zorg voor kunst en kunstenaars op zich genomen en al 35 jaar lang kwijt zij zich met verve van haar taak. Al 35 jaar is de KEG bezig om de verbeelding en dus de kunst ruimte te geven in een dorp dat decennialang gekarakteriseerd werd door klompen, kaarsen en kousen. “Kunstenaars willen laten zien dat de wereld niet ėėn gezicht heeft maar vele”. Het ging niet altijd vanzelf. Bij het twintigjarig bestaan van de KEG in 2000, merkte burgemeester Scholten op: “Je krijgt niet van alle 21000 inwoners de handen op elkaar” en liet daarop volgen: “In zaken als deze telt niet de hoeveelheid van stemmen maar de inhoud van de opmerkingen”. En hij merkte op dat het goed was dat de KEG zich vrij kan opstellen en kan opereren buiten de politiek om.
Toch was er regelmatig ook waardering, zeker toen in 1990 de KEG een trein liet rijden op het Duits Lijntje tussen Veghel en Boxtel, onder het motto “Een reis uit de kunst” waarbij café Het Groene Woud in Olland als kunstzinnige stop functioneerde en de reizigers bij het Schijndelse station plechtig werden welkom geheten door de acteurs van de Schijndels theatergroep Bluf en in de trein werden vermaakt door Peer de Graaf.

Koeienkunst[bewerken | brontekst bewerken]

In 1995 verraste de KEG Schijndel met een opmerkelijke tentoonstelling waarbij de kunstenaars hun werk presenteerden in de etalages van de middenstand. “Kunst in de Kast” heette deze succesvolle manifestatie waarbij Duke Burgerhof overigens nog voor enige opschudding zorgde met zijn koeienkunst die niet door iedereen gewaardeerd bleek te worden. Het evenement was evenwel een succes en later kopieerden Schijndelse winkeliers het project nog een keer. “Zeker van mensen van buiten hoor je steeds enthousiaste verhalen over wat er in Schijndel gebeurt op het gebied van kunst en over de bijzondere rol daarin van de KEG”, aldus Jo Santegoeds over de reacties op de activiteiten van de KEG.

Herinneringen[bewerken | brontekst bewerken]

Het gaat te ver en het zou weinig leesplezier opleveren om op deze plek alle evenementen op te lepelen waarbij de KEG betrokken was. Wat dat allemaal was, stond onlangs nog te lezen in een artikel over de tentoonstelling die de Keg heeft ingericht met werk van 35 kunstenaars in haar eigen expositieruimte in 't Spectrum. Die is nog te zien tot en met 22 augustus. De catalogus die daarbij hoort geeft een prima beeld van het vele dat door de Keg in en voor Schijndel is georganiseerd. Blijvende herinneringen hieraan zijn onder andere de onderzeeër van Nico van Stichel in het Kloosterpark en de vier schoorstenen van Bert Poulisse aan de Kloosterstraat. Verder staan her en der in Schijndel groene borden met gedichten, een herinnering aan de manifestatie “Het landschap van Schijndel belicht en gedicht” waarmee de KEG in 2009 het 700-jarig bestaan van Schijndel vierde.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Tekst en foto's: Gerard Buenen