Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Gemeentehuis

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Gemeentehuis
Gemeentehuis 02.jpg
Gemeentehuis Markt.
Gebruik kantoor
Start bouw 1959
Gereed 1960
Bouwpartners
Architect Ir. J.C. van Buitenen
Eigenaar Gemeente Schijndel
Gemeentehuis Markt.
Voor meer details klik hier.

Gemeentehuis[bewerken | brontekst bewerken]

Het nieuwe gemeentehuis Markt 20[1][bewerken | brontekst bewerken]

Een felle brand in de nacht van 27 op 28 september 1944 verwoestte het uit 1792 daterende Oude Raadhuis voor ongeveer de helft. Daags na de bevrijding van Schijndel werd als noodoplossing het gebouw van de landbouwschool als gemeentehuis ingericht. Na enkele jaren werd dit gebouw dringend nodig voor de huisvesting van het onderwijs, zodat men moest uitzien naar andere huisvesting. Op 23 januari 1948 besloot de gemeenteraad van de heer A. Bolsius de Villa Rozenburg aan te kopen. In het voorstel aan de raad werd gezegd, dat de bouw van een nieuw gemeentehuis nog wel 10 à 15 jaren zou vorderen. Deze prognose blijkt aardig te kloppen! Het duurde 12 ½ jaar.
Intussen werd het steeds duidelijker, dat villa Rozenburg niet voor een lange reeks van jaren dienst zou kunnen doen. Het was al van de aanvang af te klein. De bouw van een definitief huis bleef in de belangstelling.
Op 6 oktober 1953 wees de raad Ir. J.C. van Buijtenen, b.i. te Eindhoven aan als architect. Hij werd uitgenodigd, een schetsontwerp te maken, er van uitgaande, dat in het gebouw het plaatselijk overheidsapparaat gehuisvest moest worden. Het gebouw moest verder berekend zijn op de eisen welke aan dat apparaat gesteld zouden worden bij een inwonertal van 20.000 – 25.000. Nadat de architect zijn schetsen ontworpen had en deze in de vergadering van de raad had toegelicht, besloot de raad op 12 maart 1954 de bouw van een raadhuis aan de nieuwe markt te bevelen en een krediet op de begroting te brengen. Op 15 december 1954 berichtten Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, dat zij tegen de voorgenomen investering geen bezwaar hadden. De Rijksgoedkeuring werd aangevraagd, er werd op spoed aangedrongen, doch de goedkeuring bleef uit.
De in het midden van 1956 afgekondigde bestedingsbeperking legde alle activiteiten voorlopig stil. Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar de terugslag in de conjunctuur in de tweede helft van 1958 gaf de stoot tot de verwezenlijking van de plannen. Begin 1959 drong het gemeentebestuur nogmaals aan op afgifte van de rijksgoedkeuring, erop wijzende, dat de raadhuisbouw te Schijndel de werkloosheid in de bouwvakken ter plaatse en in de omgeving tot geringere proporties kon terugbrengen. Bovendien was de financiering van de bouw verzekerd.
Op 25 februari 1959 werd de rijksgoedkeuring ingevolge artikel 17, eerste lid afgegeven. Er kwam schot in het werk.
Op 26 februari 1959 werd de bouw opgedragen aan de fa. Gebr. Schellekens te Schijndel.
16 maart 1959: de afrastering wordt rond het bouwterrein geplaatst.
24 maart 1959: het bouwterrein wordt afgegraven.
25 april 1959: begonnen wordt aan de betonstorting van de 84 pijlers.
Adviesbureau W.K. Heuves te Voorburg was adviseur voor de betonconstructies.
30 mei 1959: het vlechtwerk voor de vloer van het souterrain is gereed.
Op 1 juni wordt het beton gestort; 50 wagens van 3 ½ m3.
16 juli 1959: betonstorting vloer begane grond.
26 oktober 1959: hoogste punt bereikt, de vlag.

De aanleg van de centrale verwarming en de elektrische installatie werden afzonderlijk aanbesteed. Onder toezicht van het adviesbureau Ir L.B. Huygen te Rotterdam werd de centrale verwarming gegund aan het technisch bureau W. Lindeman te Eindhoven, terwijl de elektrische installatie werd opgedragen aan F.A. de Louwere te Schijndel.

Situering van het gebouw, verdeling van de ruimten.[bewerken | brontekst bewerken]

Het gebouw zorgt voor de afsluiting van het marktveld aan de achterzijde en is als zodanig een tegenhanger van de Sint Servatiuskerk. Het raadhuis heeft niet de omvang en de hoogte van de kerk, doch niettemin geeft het rookkanaal en vooral het buitenwaards schuinoplopende dak een ruimtelijke werking, welke een grotere hoogte suggereert. Zodoende bestaat er een evenwicht tussen de twee gebouwen.
Een bijzonderheid is, dat de hoofdingang van het raadhuis op bijzondere wijze correspondeert met de ingang van de Mariakapel voor de kerk. Stelt men zich in deze kapel op, dan ziet men recht op de ingang van het gemeentehuis.
Vanaf deze plaats heeft men trouwens een mooi overzicht op het gebouw; de fraaie N.O. – zijgevel en de voorgevel zijn in één blik te vangen en verrassen door hun voornaamheid en levendigheid. Hiervoor zorgen in niet geringe mate de banen en omlijstingen van savonniëre en de gevelafdekkingen van vaurion clair (Franse kalksteen), terwijl gemeentewapen boven het balkon uit gesmede figuren tegen een aluminium schild in kleuren met de windwijzer op de schoorsteen, een zeilschip, gevat in roodkoper, (beide vervaardigd door de fa. Kloosterman te Tilburg) het gebouw de nodige fleur geven. Hiertoe draagt ook de voordeur bij, gemaakt uit gepatineerd rood koper. De uitbreiding in de toekomst (over 20 – 25 jaren) in de richting van de St. Servatiusstraat zal voor een logische afsluiting zorg dragen.
Gaan we nu het gemeentehuis betreden over het tegelplateau van opdal-kwartsiet en noorse leisteenplaten en over de trap van blauwe hardsteen, dan valt allereerst de gedenkplaat op, uit italiaanse hardsteen. Bianco della mare, uitgekapt door de Gebr. Van Eck uit Eindhoven. De plaat spreekt voor zich. Aan de rechterhand bevindt zich de bodekamer. We betreden eerst de ruime hal, waar de blik getrokken wordt naar de ramen van gezandstraald en geslepen glas, met in het midden de figurale voorstellingen van Salomon, de rechtvaardige en David, de sterke, een kunstwerk, vervaardigd naar ideeën van de heer Frans Jacobs uit Deurne.
De paarsgewijze geplaatste kolommen, belegd met gepolijste hardsteen, noir zebré, accentueren de omvang van deze ontvangstruimte. De vloer is belegd met gezoet en geschuurde hardsteen, afkomstig uit Frankrijk, doorschoten met banen belgisch marmer, blanc clair. Evenals de buitengevels zijn ook de muren van de hal en het trappenhuis door banen natuursteen, gescheerd noir zebré, in vlakken gedeeld.
Aan onze linkerhand vraagt de trouwzaal onze aandacht. De deuren, vervaardigd uit massief eikenhout, zijn aan de binnenkant bekleed met suwide, een kunstproduct, het midden houdende tussen kunstleer en echt leder. Het contrast met de zwarte muurvlakken met de goudkleurige gordijnen is opvallend. De hemelsblauwe wanden, behangen met ballacuir, geven de zaal een zachte vriendelijke sfeer, waarbij het houtsnijwerk bijzonder naar voren komt. Dit snijwerk in afzelia, een tropisch houtsoort, werd ontworpen en vervaardigd in de ateliers van de gebr. Van Eck te Eindhoven; het symboliseert de verbondenheid van man en vrouw in het huwelijk. De bladeren en de vogels, evenals de maansikkel duiden op de vruchtbaarheid.
Het meubilair uit geloogd eikenhout werd, evenals dat van de raadzaal en de kamer van burgemeester en wethouders, naar ontwerpen van de architect vervaardigd door de N.V. v.h. firma van Schaik en Berghuis te Waddinxveen.
Dit vertrek zal dienst doen als trouwkamer, eventueel ondertrouwkamer en kan ook gebruikt worden voor ontvangsten van intiem karakter.
Uit de trouwzaal wederom in de hal komend, vinden we aan de rechterhand een garderobe en de toiletten, waarvan de betegeling de moeite van het bekijken waard is.
Vóór ons rijst nu de trap naar de verdieping op. De treden zijn gekapt uit hardsteen, de stootbanden bestaan uit marmer, blanc clair. De uitsparingen in de muur links van de trap dienen voor de verwarming met hete lucht of, naar behoefte, voor de ventilatie van de ontvangsthal. Rechts van de trap bevindt zich de bodekamer, een centraal punt in het gebouw. Een bijzonderheid van dit vertrek is de oproepinstallatie, waardoor vanuit vijf punten, te weten de kamers van de burgemeester en de secretaris, de vergaderruimten van burgemeester en wethouders, de raadzaal en de trouwkamer, de bode ontboden kan worden. Ook is een alarminstallatie ten dienste van de centrale verwarming aangebracht.
Doorlopend langs de trap bereiken we via een doorgang, bezet met gepolijste hardsteen, noir zebré, hetzelfde materiaal waarin de deuren gevat zijn, de afdeling algemene zaken. Daar onder deze afdeling de bevolkingsadministratie en de burgerlijke stand zijn ondergebracht, bureaus, welke door het publiek het frekwenst bezocht worden, was situering van deze afdeling op de begane grond geboden. Een flinke wachtruimte staat ten dienste van het publiek, van de werkruimte afgescheiden door een balie van mahonie- en essenhout, belegd met een blad van hard plastic. Het hoofd van de afdeling heeft de beschikking over een afgeschoten vertrek. Gewezen wordt op de ruime vensterbanken (noir zebré). In de afdeling is een kluis aangebracht tot berging van de belangrijke stukken, zoals de registers van de burgerlijke stand.
Rechts van de afdeling is de typekamer gelegen, waarin ook het bedieningstoestel van de telefoon is opgesteld. (Het gemeentehuis is te bereiken onder twee nummers, 235 en 236, voor uitgaande gesprekken zijn vier lijnen beschikbaar.) Naast de typekamer bevindt zich de registratuur. Dit bureau verzorgt het boeken van inkomende en uitgaande stukken en het centrale archief. Voor deze werkzaamheden is het bureau gunstig gelegen: de beide trappenhuizen bevinden zich in de onmiddellijke nabijheid.
We vervolgen onze gang en bereiken via de trap (leuning is van mipolam, een plastic product) het souterrain. De eerste deur geeft toegang tot de keuken. De hal links ingaande vinden we aan onze linkerhand een magazijn voor de berging van blanco materiaal, jaargangen van tijdschriften en dergelijke. In de volgende ruimte geeft een aparte deur toegang tot de rijkstelefooncentrale. In deze ruimte is de volautomatische oliestookinrichting opgesteld. De beide ketels werken onafhankelijk van elkaar en bedienen elk een deel van het gebouw. De ene verwarmt de noord-westzijde en de noord-oost kant, de andere de zuid-oost en zuid-west kant van het gebouw. Twee thermostaten, buiten aan de noord- en zuidkant aangebracht, regelen de temperatuur. Verder gaande treffen we in de buurt van de achteruitgang aan onze linkerhand de ruime fietsenberging aan. In de brede doorgangshal, belegd met groendaal kwartsiet met een omlijsting van zwarte sellsteen, wordt onze aandacht getrokken door de verlichting. Het valt op, dat in alle representatieve ruimten van het gebouw een ander soort lichtornamenten is gebruikt, welke niettemin uitstekend bij elkaar blijken te passen.
Het souterrain biedt huisvesting aan de afdeling sociale zaken en aan het kantoor van de gemeenteontvanger, waaromheen enkele spreekkamers zijn gesitueerd, onder andere voor de sociale werkster. Het publiek kan deze kantoren via de trap aan de achterzijde van het gebouw bereiken. Het balieblad van de afdeling sociale zaken bestaat uit een italiaanse steensoort, vert de Vittoria, terwijl de pui is vervaardigd van zilverkleurig en zwart geanodiseerd aluminium.
Rechts voorbij de trap van groendaal kwartsiet bevindt zich een vertrek, dat in de toekomst het kadaster moet bergen. Daarnaast is de ruimte voor het oud-archief, gekenmerkt door de verhoogde dorpel (waterkering) en de brandvrije deur. De muren zijn speciaal vochtwerend gemaakt door een laag porisosteen, terwijl een kanaal van eternit voor de ontluchting zorg draagt.
Een vertrek voor de accountantsdienst, grenzende aan het kantoor van de gemeenteontvanger completeert deze bouwlaag.

Via de beide trappen, waarbij de blank en zwart gebrande smeedijzeren afscheiding van de hoofdtrap de belangstelling verdient (naar een ontwerp van de architect uitgevoerd door de fa. Kloosterman), bereiken we de verdieping. Gewezen wordt op het schilderwerk, in verschillende kleuren verzorgd door het schildersbedrijf Wijnen te Uden.
Op deze verdieping zetelt het eigenlijke bestuursapparaat van de gemeente. Links is de ingang tot de afdeling financiën, waar ook grond- en belastingzaken, onderwijsaangelegenheden en personeelszaken worden behandeld. Daar deze afdeling weinig contact met het publiek heeft, is de ligging op de verdieping geen bezwaar. Aan dit vertrek grenst een ruimte, welke dient voor uitbreiding in de toekomst, nu te gebruiken als kadaster- en commissiekamer. De vloeren in deze vertrekken, evenals in de andere werkvertrekken, zijn belegd met marmoleum.
Weer in de hal aangekomen, zien we aan de linkerhand de kamers van respectievelijk de secretaris en de burgemeester, voorzien van een belet-installatie. De vloerbedekking in dit soort vertrekken bestaat uit tretford.
We begeven ons nu naar de vergaderruimte van burgemeester en wethouders, gelegen tegenover de vertrekken van de burgemeester en de secretaris, een stemmige vergaderruimte, waarin de kleurenverdeling bijzonder opvalt. De kast, afkomstig uit het uit 1792 daterende gemeentehuis, heeft al een respectabele ouderdom. Verder zij gewezen op de rubberachtige prikwand, bestemd voor het op overzichtelijke wijze aanprikken van kaarten, situatieoverzichten en bestektekeningen.
Naast dit vertrek bevinden zich een garderobe, waarin een toegangstrap tot het platte dak en de toiletten. Door de deuren van slavonisch eikenhout zonder kwasten, gemaakt door meubel- en timmerbedrijf J. Ottenheim te Helmond en besneden door de Gebr. Van Eck, betreden we de raadzaal. We richten onze aandacht eerst op het wandtapijt, met de hand geweven door tapijtknoperij Edmond de Cneudt te Baarn, naar een ontwerp van kunstenaar Fr. Jacobs. De voorstelling van dit gobelin vat de kunstenaar samen onder het motto “Pluk de dag”. Het stelt een oogsttafereel voor, uitbeeldende de welvaart, die er moge heersen, terwijl de haan op de voorgrond de waakzaamheid ten aanzien van de gemeentelijke belangen symboliseert.
De wanden van de zaal zijn gestucadoord met toeslag van beiers graniet in korrelvorm. De sgrafittowandversiering is eveneens ontworpen door Frans Jacobs, ontleend aan de motieven uit de dierenwereld zonder een speciale symboliek. Het geheel is boeiend om naar te kijken, telkens valt het oog op een nieuwe figuur, afwisselend donker en licht.Het schuinoplopende dak, werkt door de zachte kleurenschakering bijzonder sfeervol. De vloer van de zaal is uitgevoerd in italiaans marmer, christalino vergolato. De raadzaal is te verdelen in vier ruimten. Links de tribune voor de pers en de notuleur, rechts die voor het publiek. In het midden op het verhoog zetelt de voorzitter van de raad met de wethouders en de secretaris, terwijl de raadsleden hun plaats vinden in het verlaagde gedeelte, belegd met een handgeknoopt tapijt van tapijtknoperij de Cneudt. Het meubilair is weer vervaardigd door van Schaik en Berghuis te Waddinxveen, naar tekeningen van de architect. De panelen van de tafel van burgemeester en wethouders zijn besneden door de Gebr. Van Eck. De bekleding van de zetels is van echt leer.
Verder zij gewezen op de ramen, uitgevoerd in appliquéwerk met decoratieve voorstellingen. Zij bestaan uit vier lagen glas, waarvan de middelste lagen uit gekleurd glas, in mozaikvorm ingelegd. Ontwerpen eveneens van de heer Jacobs. Vondels spreuk “Indien het gemeen u roept, bezorgt het als uw eigen”, kon niet toepasselijker gebruikt worden!
Het borstbeeld van H.M. de Koningin, een kunstwerk van de Gebr. Van Eck, duidt op de eerbied voor staatshoofd en staatsvorm.
Twee ventilatoren in het dak zorgen voor de luchtverversing tijdens (rokerige) vergaderingen.

Tot slot zij vermeld, dat het gebouw is opgetrokken uit een bronskleurige ijsselsteen uit de Steeg. Voor de keermuren werd een handvorm mangaansteen gebruikt. De kosten van bouw en inrichting vergden een bedrag van ongeveer f. 750.000, --.

De rondgang door het gebouw is ten einde. Samenvattend kan gezegd worden, dat de Schijndelse gemeenschap, ruim 15 jaren na haar bevrijding, is verrijkt met een modern, praktisch ingericht gemeentehuis, waarin tot in lengte van jaren gewerkt kan worden aan de belangen van die gemeenschap.

Raadzaal.
Voor meer details klik hier.
Trap in de hal.

Monumenten Inventarisatie Project 1990 [2][bewerken | brontekst bewerken]

Gemeentehuis 1959.

Architect Buijtenen ir. J.C. van Buijtenen.
Baksteen, hardsteen. Siersmeedwerk aan bordes, balkon en scheepje op het dak als windvaan. Grote vierkante ramen met smalle roedeverdeling, dubbele paneeldeur.
Plat dak. Asymmetrisch geplaatste klokketoren.???
Aan de gevel, gemeentewapen, 1958.
Windvaan: schip Jan van Amstel 1960.
Schoon metselwerk en verschillend gekleurd marmer op de vloer.
In raadzaal origineel meubilair en decoraties.
Bouwstijl, functie.
Rechthoekig gebouw met asymmetrische voorgevel, waarbij de kant van de raadzaal is benadrukt door hekbalkon, de schuine daklijn en de schoorsteen.

Overige afbeeldingen.[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Heemblad Rond die Cluse 24e jaargang nummer 2 bladzijden 3 tot en met 8
  2. MIP gemeente Schijndel 1990, bladzijde 63