Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

De straat waarin u woont Dinthersedijk

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De straat waarin u woont: De Dinthersedijk

Elders is uitvoerig aandacht besteed aan de Kluisstraat en de Steeg als uitvalsweg van Schijndel naar Heeswijk, maar ook de Steeg voert ons naar Dinther, zij het via Heeswijk. Dit is niet altijd zo geweest. Tot voor de aanleg van de Zuid-Willemsvaart had Schijndel een rechtstreekse verbinding met Dinther door middel van een dijk, die vanuit het Wijbosch dwars door de woeste gronden en het heidegebied via de Laverdonk en de Aa naar Dinther liep. Mogelijk is bedoelde weg aangelegd, of misschien is het beter te spreken over ontstaan, rond de 17e eeuw of nog eerder als een kotergat, een dijk die het mogelijk maakte, dat bezitters of pachters van de natte moerassige gronden, hun gronden konden bereiken. Het waren laag gelegen woeste broekgronden en heidevelden, waarin onmiskenbaar dopheide en zonnedauw, maar ook zwarte (blauwe) rapunzel, klokjesgentiaan en enkele soorten orchideeën zegevierden. In vroegere eeuwen maakten onze voorouders gretig gebruik van het rijkelijk aanwezige “tenenhout”(wilgen) dat als fitselstekken de basis vormde van de wanden van de lemen hutten. Ook leverde dit gebied veel eikenhakhout hetwelk weer de looistoffen leverde om huiden tot leer te verwerken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Schijndel tot in de negentiende eeuw verscheidene leerlooierijen bezat. Veel stromend water, beekjes zoals o.a. De Rijt en veel looistoffen waren de ingrediënten voor de toen nog overwegend rungare leerlooiing. De heide leverde ook plaggen voor de potstallen, maar ook voedsel voor de schapen. Aan schapen was er in het Schijndel van weleer dan ook geen gebrek. In de klappers van A.J.L. van Bokhoven wordt melding gemaakt van 7 schaapskuddes en 475 schapen in het jaar 1859. De aanwezige bloeiende heide deed ook de bijenvereniging glorieus bloeien.

In de Historische Statistische Beschrijving van het Koninkrijk Holland, vermeldt Servaas de Graaf over Schijndel: “Het land is niet toereikend om er van te bestaan, daarom zoekt men een tweede bestaansmiddel met handel in hop, haver, spek, hoepels en klompen en door het houden van bijen”. Keren we terug naar onze straat of liever dijk zoals zij vanaf ouds genoemd werd. De indruk wordt gewekt dat het hier om een flinke verbindingsweg gaat. Dat zou kunnen immers Dinther en Schijndel hadden dezelfde Heer. In 1398 kreeg Hendrick van de Leck, de Heer van Heeswijk en Dinther, ook Schijndel in onderpand van de Brabantse Hertogin Johanna. Wanneer Hendrick van der Leck in 1429 sterft, laat hij het dorp Dinther na aan zijn dochter Johanna. Een andere dochter, Elsbene genaamd, krijgt de inkomsten uit goederen gelegen te Schijndel. Hypothetisch is het natuurlijk niet ondenkbaar dat de familie van der Leck wel eens van de Dinthersedijk gebruik heeft gemaakt.

Midden achttiende eeuw.

Er was nog een belangrijk heerschap in Dinther gevestigd en wel Willem Lodewijk Grahame, welke gehuwd was met Sara van Couwenhoven. Het echtpaar kreeg zeven kinderen waaronder zoon Arend. Deze Arend Grahame werd kapitein in het Schotse regiment van kolonel Mackay welk regiment was gelegerd in het toenmalige Holland en dienstbaar was aan Willem Ill. Arend huwde Wilhelmina Laurentia van Oerle, dochter van de Schijndelse predikant. Met betrekking tot de familie Grahame nog een bericht hetwelk genoteerd stond in het Brabantse tijdschrift Taxandria anno 1914. Willem Lodewijk Grahame (vader van Arend) stond op een vonder voor zijn huis Avestein gelegen aan de rivier de Aa. Aan de overzijde stond op de weg naar Schijndel een zekere Van der Hoeven. Heer Grahame die Van der Hoeven zag staan riep hem toe: “ Hondsvot, wat doet gij op mijn land?“ Van der Hoeven antwoordde: “Tegen wie zegt ge dat?” Hierop antwoordde Grahame: “Tegen jou.” Tegelijkertijd legde hij zijn geweer aan. Van der Hoeven riep terug: “Schurk, schiet maar op.” Wijselijk gaf Grahame daar geen gevolg aan.

Kerckenwegh

Zijn bovenvermelde activiteiten de wezenlijke reden voor het ontstaan van de “dijck “, die later de Dinthersedijk zou gaan heten? Of zou de kerkhistorie de sleutel vormen tot de wording van de Dinthersedijk? In de stukken van de schepenbank vinden we vermeld “voetpad na Dinther“. We leven dan in 1798 dus ruim 200 jaar geleden. De noordelijke begrenzing van het heidegebied dat nu aangeduid wordt als het Wijboschbroek, wordt gevormd door de sterk meanderende rivier de Aa. Vandaar uit is het een kleine stap naar de Dolvert, de oude kern van Dinther alwaar ook de kerk (1139) staat, die door de diverse historische schrijvers o.a. Coppens genoemd wordt als de moederkerk van Schijndel. Historicus Schutjes trekt die bewering sterk in twijfel; Pater Jezuiet Wiro Heesters laat iedereen daaromtrent ook in het onzekere. Wij waren benieuwd of er in Dinther aanwijzingen te vinden zouden zijn over deze “wel of niet” zaken en informeerden daarom bij Jan van de Leest van de Heemkundekring Wojstap. Jan van de Leest zond een copie van een manuscript van pater Gerlacus van den Elsen. Daaruit citeren wij het volgende fragment: De kerk van Dinther, van oudsher den H. Servatius toegewijd, is zeer waarschijnlijk de moeder van Schijndel en misschien ook van Heeswijk. Het eerste kan bewezen worden uit een akte van 1331, waarbij de pastoor van Dinther als patronus ecclesie de Scinle optreedt en als zoodanig de oprichting, alsmede de benoeming van een vicarius van Schijndel in den kerk van Dinther had gepubliceerd: voor welke gebeurtenissen (goedkeuring en publicatie) bezwaarlijk andere gronden kunnen worden aangevoerd, dan dat Schijndel van Dinther afhankelijk was. Dat beide parochies dan dezelfden patroon vereeren, is slechts een negatief bewijs. Zie Schutjes Deel V blz. 1048. In verband hiermee verwijzen wij nog naar de uitgebreide visie in het Schijndels weekblad dd. 2 april 1998 “De Sint Servatiuskerk in middeleeuws Schijndel door Henk Beijers. Wat er ook van zij, de naam Dinthersedijk gaf onomstotelijk weer dat die weg ons naar Dinther leidde, een discussie daarover was overbodig. We zien dan ook dat toen vanaf 1937 de straatnamen van Schijndel een officiële status kregen, de Dinthersedijk niet ter sprake gebracht werd. In ons archief vonden we melding van de officiële naam Dinthersedijk, pas in de raadsvergadering van 29 juni 1954, waarschijnlijk in verband met het verschijnen van een nieuwe kaart. De naam Dinthersedijk zien we echter al ver in het verleden o.a. op de Tiendenkaart van 1757.

Het Veerpont

Door de aanleg van de Zuid-Willemsvaart (1822-1830) werd de directe verbinding tussen Schijndel en Dinther wel abrupt verbroken. Voor vele Schijndelse landeigenaren en pachters van gronden in de Laverdonk maar ook omgekeerd van die uit Dinther schepte dat natuurlijk problemen. Dat alles leidde tot de aanleg van een veerpont in de volksmond veelal “het ponteveer” genoemd. In voorheen het streekarchief “Langs Aa & Dommel” vond de historische werkgroep enkele stukken dien aangaande met daarbij een kaartje. Met een roeiboot kon men zich laten overzetten en daar werd vooral in de beginperiode veelvuldig gebruik van gemaakt. Geleidelijk aan werd dat overzetten minder omdat de eigenaren en/of pachters hun gronden verkochten of ruilden. Jan Verhagen, onze welbekende boombeeldhouder van weleer, vertelde daar nog het een en ander over. Jan had zelf in de dertiger jaren geruime tijd “het ponteveer” bediend toen hij bij zijn oom, die de pont onder beheer had, als jonge knaap werkte. In die periode kostte het overzetten drie centen. Jan vond dat wel erg weinig. “Je moest maar steeds klaar staan en het werk waar je mee bezig was onderbreken“, vertelde Jan en daarom vond hij dat het best een stuiver mocht zijn. Had men een fiets bij dan moest men daar nog een stuiver extra voor betalen. Wanneer in de twintiger jaren van de negentiende eeuw de Zuid-Willemsvaart is aangelegd, blijkt de Dinthersedijk zo'n beetje verwaarloosd te worden, hetgeen klachten tot gevolg had. Onder inventaris nr. 106 d.d.17 juni 1836 wordt burgemeester Jan van Beverwijk om informatie gevraagd i.v.m. “de toestand van de weg van Schijndel naar Dinther in concreto het gedeelte dat ligt tussen de veerpont nabij sluis 3 tot de oversteek bij de Aa-brug, Dinther” Het stuk verhaalt verder “Op sommige plaatsen blijkt de zandweg 4 ellen breed te zijn op andere plaatsen 7 ellen breed. Omdat de deklaag leemachtig van aard is blijkt de begaanbaarheid bij het minste natweder ondoenlijk te zijn. Ing. Rappart vindt dat verbetering niet alleen hoogstwenschelijk maar noodzakelijk is. Even verder meldt hij dan “Verbreding houdt in dat er dan wat van de eigendommen van o.a. kuiper Van Bommel en Van Beverwijk moet worden aangekocht, wat volgens hem geen bezwaren zal opleveren omdat de eigendommen er beter van worden, immers de weg wordt beter begaanbaar”. Rond 1940 is het veer opgeheven en moest men via de Steeg naar Dinther. In de winter en het vroege voorjaar kunt u nog zien doe de Dinthersedijk in het verleden aansluiting had met de weg die aan de andere zijde van het kanaal gelegen is en eertijds een aansluiting had met Dinther alsook met de Schijndelaren die in De Laverdonk woonden. Sinds de herindeling in 1996 behoren de bewoners van De Laverdonk alsook die van de overige Schijndelse gebieden aan de noordzijde van de Zuid-Willemsvaart niet meer tot de gemeente Schijndel, immers vormden eertijds de rivier de Aa de noordelijke grens van Schijndel, thans wordt die bepaald door de Zuid-Willemsvaart.