Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

WEC

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Historie van RKSV W.E.C.[bewerken | brontekst bewerken]

Een terugblik[bewerken | brontekst bewerken]

Een terugblik op de geschiedenis van WEC is omzien in verwondering. Verwondering over hoeveel er in vijftig jaar is bereikt en verwondering over het doorzettingsvermogen in de eerste jaren. Oudere leden kunnen nog met smaak vertellen over de beginjaren, toen de spelers zich moesten omkleden tussen de houtkrullen in de klompenmakerij en een paar emmers water de enige wasgelegenheid waren.
De eerste wedstrijden werden gespeeld op een weiland vol kuilen en pollen, nadat eerst de koeien waren overgeschoord en met schop en riek de vlaaien waren verwijderd. De goals waren van mastenhout en er was ‘n leren veterbal. Daar was de club zuinig op. Doordeweeks werd hij leeg gelaten, goed ingevet en in het donker bewaard, anders werd het leer te hard. Zwaar was hij toch al: liever dan de bal te koppen trokken de meeste spelers het hoofd in. Ging de bal kapot, dan werd hij naar Boxtel gebracht voor reparatie. Het waren de jaren van de wederopbouw en geld en goederen waren schaars.
De vereniging begon met dubbeltjes en kwartjes en met gekregen materialen, maar wist zich rijk aan leden met een onvoorwaardelijke clubliefde.
Vijftig jaar later is WEC een bloeiende vereniging met een fraaie accommodatie, voorzien van alle faciliteiten. Die ene veterbal heeft plaatsgemaakt voor rekken vol drietjes, viertjes en vijfjes en langs het hoofdveld is zelfs een overdekte tribune verrezen. En nog steeds wordt de ruggengraat van de club gevormd door enthousiaste leden, die belangeloos heel wat vrije uren in de club steken.

Wat vooraf ging.[bewerken | brontekst bewerken]

In 1922 verscheen van de hand van ene J.J. Doodkorte een boekje getiteld “Ouders, houdt uw kinderen af van den voetbalmatch”! Daarin haalde hij de smeekbede van een moeder aan: “Mogen de goede vaders en moeders medewerken om dat voetballen, dat zeker de kanker is der maatschappij, te weren”. En een pastoor uit Hengelo, gepokt en gemazeld in het patronaatswerk, kwam tot de conclusie dat voetbal een hartstochtelijk spel is, waaraan de jongen alles opoffert, zijn gezondheid, zijn opvoeding, zijn geld, zijn lessen, zijn ouderliefde, ook als het moet zijn deugd. De waarschuwingen vonden geen gehoor. De voetbalsport had allang vaste voet in Nederland gekregen en was begonnen aan een onstuitbare opmars tot in de kleinste dorpen.
Het zou weliswaar nog tot 1948 duren voordat de Rooms Katholieke Sportvereniging Wijbosch Eerde Combinatie werd opgericht, maar zowel in Eerde als in Wijbosch werd al eerder in clubverband gespeeld. Alleen werd in Eerde nooit een officiële wedstrijdvereniging opgericht. Onder de naam De Uivers speelde een groep liefhebbers wilde partijen tegen ploegen uit de omgeving, waaronder een elftal uit Wijbosch.
Maar Wijbosch had grotere ambities. In 1935 namen J. Duffhues en H. van Alebeek het initiatief tot de oprichting van de R.K.V.V. Wijbosch. De vereniging telde een senioren- en een juniorenelftal. Gespeeld werd op een veld naast café Jan Steenbakkers. De klompenmakerij achter het café diende als kleedlokaal. Het seniorenelftal speelde in de derde klasse RKVB Den Bosch. Het was een goed elftal dat in 1937, 1939 en 1940 kampioen werd. Het ledental groeide en de club werd uitgebreid met een tweede seniorenelftal. Maar de club was geen lang leven beschoren. In de oorlog ontstond er al snel een gebrek aan spelers en middelen. In 1941 werd het tweede elftal uit de competitie genomen en eind 1942 moest ook het eerste elftal worden ontbonden. Het bestuur besloot tot een fusie en zo vonden de overgebleven spelers van RKVV Wijbosch onderdak bij RKSV Schijndel.

Twee dorpen, Eén club[bewerken | brontekst bewerken]

Na de oorlog werd het gemis van een eigen voetbalclub in Wijbosch al weer snel voelbaar. In de smederij van Jan van Venrooy werden plannen gesmeed voor een nieuwe club.
Grote initiatiefnemers waren Jan en Toon van Venrooy en Theo van de Ekart. Op een proefvergadering in de jongensschool werd een voorlopig bestuur gekozen bestaande uit Jo Duijts, Jan J. van Hamond, Antoon Spierings, Marinus de Wit en Jan van de Westelaken.
De vergadering trok bijzonder veel belangstelling, ook uit Eerde. Dat kwam goed uit, want een aantal Wijbosschenaren voetbalde in Schijndel en in Wijbosch zelf zouden niet genoeg leden te vinden zijn. Eerdenaar Jan van Asseldonk wist genoeg plaatsgenoten enthousiast te krijgen om dit probleem te verhelpen. Er werd een aparte aanmeldingsvergadering gehouden in café Stapelbroek en zo komt het dat de Wijbosch Eerde Combinatie haar wortels in twee dorpen heeft.
Een tweede moeilijkheid voor het voorlopig bestuur was om de KNVB van het bestaansrecht van een nieuwe club te overtuigen. Tot tweemaal toe wees de bond de aanvraag af, zich beroepend op de fusie tussen RKSV Schijndel en RKVV Wijbosch in 1942. Hier bracht pastoor Vissers uitkomst. Als geestelijk adviseur van de KNVB wist hij welke wegen te bewandelen en ‘n overdonderend pleidooi was voldoende om toestemming te verkrijgen.
De officiële oprichtingsvergadering vond plaats op 4 augustus 1948. De nieuwe club telde 59 leden, 45 senioren en 14 junioren en kreeg een vijfkoppig bestuur:

  • Jo Duijts werd gekozen tot voorzitter,
  • Jan van de Westelaken werd secretaris,
  • Antoon Spierings penningmeester,
  • Jan van Venrooy en
  • Marinus de Wit werden tot commissaris benoemd.
  • Geestelijk adviseur werd pastoor A.J.E. Vissers.

Het inleggeld voor het lidmaatschap werd vastgesteld op drie gulden voor senioren en een gulden vijftig voor junioren. De contributie bedroeg respectievelijk 75 en 35 cent per maand. Met een collecte in Wijbosch en Eerde en de uitgifte van donateurskaarten probeerde de club wat meer financiële armslag te krijgen.

Zwart-wit en vuilgrijs[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds jaar en dag zijn rood en wit de clubkleuren van WEC. De eerste shirts waren echter zwart-wit. De keuze voor deze kleuren werd door de praktijk ingegeven. De club was arm, en kon zich geen shirts veroorloven, maar voorzitter Jo Duijts was vindingrijk. Bij meelhandel Max Wolf in Veghel wist hij een aantal fijngeweven meelzakken op de kop te tikken, die tot fraaie shirts werden vermaakt. Om de oude belettering weg te werken werden ze met poederverf zwartgeverfd en voorzien van een witte kraag. Er was maar een probleem: de verf was niet watervast. Dat ondervonden ook de supporters. In 1950 speelde WEC bij Avanti '31 om het kampioenschap, driftig aangemoedigd door de aanhang die zich met zwarte petjes had uitgedost. WEC won en in een feestelijke optocht gingen de supporters te voet achter de bus aan terug naar Wijbosch. Door een plotselinge hoosbui onderweg liep alle verf uit de petjes. Met vuile gezichten en kleren vol verfstrepen kwamen zij in Wijbosch aan. De stemming was er alleen maar uitbundiger door geworden.

Voetbalveld[bewerken | brontekst bewerken]

Nu was het nog zaak een geschikt voetbalveld te vinden. Commissaris Jan van Venrooy stak zijn licht op bij verschillende boeren in Wijbosch. M. van de Wijdeven bleek bereid om een geschikt stuk land te verhuren. Maar er zou nog enige tijd overheen gaan voordat het terrein speelklaar was. Tot die tijd stelde A. van der Sangen zijn weiland gratis beschikbaar. Daar speelde WEC op 26 september 1948 zijn eerste officiële competitiewedstrijd. De klompenmakerij achter café Steenbakkers diende als kleedlokaal voor de spelers die zich thuis nog niet hadden omgekleed. Aangezien het voetbalveld doordeweeks werd bezet door koeien, werden de trainingen noodgedwongen afgewerkt op de speelplaats van de jongensschool. Dat was niet erg bevorderlijk voor de opkomst.
Intussen togen vrijwilligers avond aan avond naar de Eerdseweg om het nieuwe veld in orde te krijgen. Met de schop, en later ook met paard en ploeg, werd de grond tot op een halve meter omgezet. Met een met beton volgestorte putring werd het veld platgewalst en vervolgens ingezaaid. Harrie Korsten werkte bij De Lucifer en zorgde voor afrasteringpalen, de gemeente leverde gaas en Jan van Venrooy en Theo van de Ekart schonken de goals.
Op 12 juni 1949 zegende pastoor Vissers het nieuwe sportveld in. In aanwezigheid van het gemeentebestuur werd een openingstoernooi gehouden met de clubs Avanti, Avesteijn en VOW.
Op de eerste jaarvergadering blikte de voorzitter tevreden terug op de geleverde prestatie en het Schijndels Weekblad noemde die prachtige grasmat en die keurige afrastering een lust voor het oog. Tot 1959 zou WEC dit terrein blijven gebruiken.

Kampioen[bewerken | brontekst bewerken]

Ook de sportieve prestaties gaven reden tot tevredenheid. In het eerste seizoen eindigde het eerste elftal, getraind door Jan van Schijndel, op de derde plaats. Een aantal supporters voorspelde voor het volgende seizoen al het kampioenschap. Zij kregen gelijk. In seizoen 1949-1950 werd WEC afdelingskampioen. Met de komst van enkele spelers van Schijndel naar WEC was het elftal technisch sterker geworden. De resultaten spraken boekdelen: van de 18 wedstrijden werden er 16 gewonnen, een partij werd verloren en een keer werd gelijkgespeeld. Afgaande op het doelsaldo van 139 voor en 28 tegen kan men gerust spreken van een schuttersfestijn. De promotiewedstrijden tegen Herptse Boys eindigden uit in een 5-2 overwinning en thuis in een overwinning met 8-1. Het kampioenschap leverde WEC onder andere nieuwe ballen en shirts op van gulle gevers.
Nadat de balans van de kas was opgemaakt werd van het batig saldo van 83 gulden en 52 cent een EHBO-uitrusting aangeschaft. Onder de nieuwe trainer J. van Kessel uit Sint Michielsgestel hoopte WEC in het volgende seizoen opnieuw kampioen te worden en te promoveren naar de KNVB. Maar na een hoopvolle start moest het elftal genoegen nemen met een eervolle tweede plaats.
In september 1951 kreeg WEC van de KNVB toestemming om met een juniorenelftal deel te nemen aan de competitie.
Het eerste speelde weer een puike competitie en eindigde met Stiphout op de eerste plaats. De beslissingswedstrijd in Gemert werd echter verloren. Het elftal kreeg wel een eervolle vermelding van de KNVB omdat het de competitie boetevrij had weten te volbrengen.

Waar zit het meeste talent?[bewerken | brontekst bewerken]

WEC speelde een aardig partijtje voetbal. Dat komt vooral door de inbreng van Wijbossche spelers, oordeelden de Wijbosschenaren. Nee, de beste spelers komen van over het spoor, vonden de Eerdenaren. Aan die opgewekte rivaliteit moest maar eens een einde komen. De enige manier om uitsluitsel te verkrijgen was een wedstrijd tussen beide dorpen. De wedstrijd werd gespeeld in seizoen 1952-1953. De mooie 4-4 eindstand bewees de gelijkwaardigheid van de spelers en maakte aan alle claims een einde.
WEC bleek overigens over echte talenten te beschikken. In 1952 werden Brord Steenbakkers en Albert van Geffen (als reserve) in de selectie van het Noordbrabants elftal opgenomen. In hetzelfde jaar werd een officiële supportersvereniging opgericht. Het eerste elftal eindigde in de competitie op de derde plaats en het tweede op de zesde.
Op 4 augustus 1953 vierde WEC zijn eerste lustrum.
In 1954 vertrok pastoor Vissers uit Wijbosch om aalmoezenier in het leger te worden. Bij zijn afscheid als geestelijk adviseur bood hij WEC een zilveren bal aan die nog altijd de prijzenkast siert. Vissers werd opgevolgd door de nieuwe pastoor W. Hanegraaf.
Na een matig voorgaand seizoen ging het eerste elftal er weer vol tegenaan. De werklust resulteerde in 1955 in het tweede kampioenschap.
Voorzitter Jo Duijts kon er, ondanks zijn slechte gezondheid, nog getuige van zijn. Maar kort daarop werd hij naar het ziekenhuis in Utrecht gebracht, waar hij op 9 september stierf. Zijn overlijden was een groot verlies voor de club.
In seizoen 1955-1956 kende de competitie een curieus verloop. Opnieuw gooide het eerste elftal hoge ogen. Het was een nek-aan-nek race met Schijndel 3. Tenslotte hing alles af van vier minuten voetbal. Eerder was de wedstrijd WEC-Blauw Geel op 29 januari gestaakt. De Bond besliste dat de resterende vier minuten op 27 mei gespeeld moesten worden. Bij winst zou WEC een beslissingswedstrijd tegen Schijndel 3 afdwingen. Het lukte echter niet, zodat Schijndel met een punt verschil het kampioenschap in de wacht sleepte.

1955 Kampioenschap W.E.C.

1955 Kampioenschap W.E.C.
Rij A: 1. M. van Doleweerd, 2. W. Steenbakkers, 3. K. Steenbakkers, 4. B. Havinga, 5. Br. Steenbakkers, 6. H. Steenbakkers, 7. J. van Asseldonk, 8. B. Spierings.
Rij B: 1. C. van de Leest, 2. A. Verbruggen, 3. A. van Geffen, 4. H. van den Heuvel, 5. H. van Geffen, 6. H. van Alebeek.









Supportersvereniging - RKSV W.E.C.[bewerken | brontekst bewerken]

In 1952 richtte Toon Verbruggen op verzoek van Jo Duijts de supportersvereniging op.
Tien jaar was hij daarvan voorzitter. Op de fiets gingen we de club achterna bij uitwedstrijden.
Rond 1993 wordt emeritus pastoor Harrie Hamers voorzitter van de supportersvereniging.
Dit is hij ook nog in 2003 terwijl Piet van Schijndel de financiën beheert.
De supportersvereniging houdt fietstochten en kaartavonden en er is de traditionele vrijwilligersavond.
Al deze activiteiten vinden plaats op of rond De Glorie.
Als de uitwedstrijden verder weg zijn, financiert de supportersclub.
Bij het 50 jarig bestaan schonk de supportersvereniging een geheel nieuw ingerichte bestuurskamer.