Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Openbare Bibliotheek

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Openbare Bibliotheek in Schijndel[1][bewerken | brontekst bewerken]

Jarenlange voorgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

“Spreker vraagt zich af, wanneer we dit voorstel verwerpen, krijgen we dan nog ooit de kans in het hartje van Schijndel over zulk pand te beschikken." Dat staat te lezen in het verslag van de raadsvergadering van 13 april 1956. Met de spreker is bedoeld burgemeester A.Th.J.H. van Tuijl, die in die vergadering een pleidooi hield voor een volwaardige bibliotheek in Schijndel. Het pand waarvan sprake is, is dat van de fa. Van Roessel aan de Markt. De raad zag niet veel in het voorstel van het college. Het was te duur en men verwachtte weinig belangstelling van de kant van de bevolking. De opkomst van de televisie zou daarvan de belangrijkste oorzaak zijn en daarnaast beschikten de mensen zelf over boeken. Kortom, de plannen waren veel te voortvarend. En dat terwijl het ging om een startsubsidie van f. 2.800,-- en een bedrag van f. 4.800,-- voor het daaropvolgende jaar. Van Tuijl heeft gelijk gekregen. Het heeft bijzonder lang geduurd voordat er opnieuw een kans kwam voor de openbare bibliotheek, meer dan 12 jaar. Tot die tijd heeft lezend Schijndel zich moeten behelpen met de drie parochiebibliotheken die het dorp rijk was. Dat was op de Boschweg die in het parochiehuis was gevestigd en in 1970 stopte. Op de Hoevenbraak was de parochiebibliotheek (1952 t/m 1976) gevestigd in de kelder van De Vink. Zelf uitzoeken ging niet. Je moest kiezen aan de hand van een lijst. Alle boeken waren bruin gekaft. Boek lenen kostte 5 cent per week. In het centrum startte de R.K Boekerij St. Norbertus op 26 oktober 1919 in het Patronaat en via het pand van Roessel (nu locatie Glazen boerderij) en het pand van Van den Oetelaar Kerkstraat 13 (sept/okt.1944) eindigde deze in 1970 op Markt 2.

Streng voorbehouden[bewerken | brontekst bewerken]

“Voorbehouden lectuur", een term die de bibliotheekbezoeker vandaag de dag vreemd in de oren zal klinken, gaf in de dagen van de parochiebibliotheken aan hoe bedillerig de uitleen geregeld was. Men stond bijzonder huiverig tegenover alles wat niet precies strookte met hetgeen de kerk voorschreef. G. van der Bruggen, van 1952 tot 1976 werkzaam bij de parochie bibliotheek van de Hoevenbraak, heeft het aardig beschreven in een brochure die verscheen bij het 10-jarige bestaan van de Openbare Bibliotheek. Niemand durfde toentertijd te vragen naar boeken uit de categorie van de voorbehouden lectuur. Pas als de leiding van de bibliotheek, veelal bestaande uit de kapelaan en enige onderwijzers, had besloten dat iemand kon worden beschouwd als een gevormd lezer, kwam er wel eens zo'n boek over de toonbank. Aan de hand van een passage uit de Boerenpsalm van Felix Timmermans laat van der Bruggen zien waarin het gevaarlijke van zo'n boek wel niet bestond. In die tekst moet de hoofdpersoon met zijn koe naar de stier. Geïnspireerd door de manier waarop de stier zich van zijn taak kwijt, zoeken de hoofpersoon en de boerin de hooizolder op. Wie dit had mogen lezen, kreeg voortaan alles in handen, dat was een rijpe lezer! Die mocht bijvoorbeeld ook het werk van Antoon Coolen lezen. Want al was Coolen een geliefd auteur, veel van zijn werk stond op de plank “voorbehouden lectuur". De collectie van de parochiebibliotheken bestond vooral uit ontspanningslectuur, zoals Van der Bruggen schrijft, “cowboyboeken, detective- en onschuldige, zoetsappige liefdesromans.”

Teruglopende belangstelling[bewerken | brontekst bewerken]

De invloed van de televisie is van grote invloed geweest op de belangstelling voor de parochiebibliotheken. De volwassenen bleven steeds meer weg; de jonge lezers kwamen nog wel, zeker toen men, bij de Paulusbibliotheek bijvoorbeeld, overging op de aanschaf van stripboeken. De wat oudere jeugd had al eerder afgehaakt vanwege de betuttelende houding die de parochiebibliotheken kenmerkte. Toen in 1970 de Openbare Bibliotheek in Schijndel van start ging, verdwenen de bibliotheken van Boschweg en Centrum. De Paulusbibliotheek kon het nog tot in 1976 uitzingen.

Nieuwe poging[bewerken | brontekst bewerken]

Op 17 september 1968 waagde het Schijndelse college een nieuwe poging om te komen tot de oprichting van een openbare bibliotheek. Dat gebeurde nadat bij de begrotingsbehandeling voor 1967 al eens was aangedrongen op verbetering van de lokale lectuurvoorziening. In de nota van het college staat te lezen: “Gezien de situatie in vele andere gemeenten is er geen enkele reden meer om bevreesd te zijn onnodig voorop te lopen." Een understatement, deze opmerking, want twee maanden eerder had de directeur van de Provinciale Bibliotheekcentrale, H. Krens, al laten weten dat er nog slechts drie gemeenten in Brabant waren, met meer dan 15.000 inwoners, die nog geen openbare bibliotheek hadden. In feite liep Schijndel zelfs helemaal achteraan, want de twee andere plaatsen waren inmiddels al bezig met de realisatie van deze voorziening.

Een stichting[bewerken | brontekst bewerken]

Krens noemt in zijn brief het oprichten van een stichting een van de voorwaarden om de openbare bibliotheek van de grond te krijgen. Nadat op 11 oktober 1969 de gemeenteraad zich positief heeft uitgelaten over de openbare bibliotheek, komt men op 29 oktober bijeen om de stichting bij notariële akte op te richten. De verzoeken om subsidie aan rijk, provincie en gemeente gaan de deur uit, het lidmaatschap van de centrale vereniging voor openbare bibliotheken wordt aangevraagd. En er is een begroting voor 1970. In het bestuur zijn de parochies vertegenwoordigd. Daarmee is de bibliotheek er overigens nog niet. Geruime tijd wordt er onderhandeld over samenwerking met de Openbare Leeszaal te Boxtel. Dat blijkt moeilijk, onder andere vanuit het oogpunt van subsidiëring. Er wordt contact gezocht met de Provinciale Bibliotheek Centrale voor adviezen en personele ondersteuning. Het patronaatsgebouw gaat, na enige aanpassingen, de nieuwe behuizing vormen. Men verwacht op dat moment dat rond september 1970 de openbare bibliotheek een feit zal zijn.

De opening[bewerken | brontekst bewerken]

Vrijdag 18 september 1970 is het dan zover. De Openbare Bibliotheek wordt geopend. De grote zaal van het Patronaat, inclusief het toneel en de uitbouw, herbergt de collectie van 4.500 boeken en biedt ruimte voor een uitleenbalie en een studieruimte. Behalve boeken zijn er ook zestig tijdschriften, dag- en weekbladen in te zien. Basis voor de collectie waarmee de Openbare Bibliotheek van start gaat is het boekenbestand van de Norbertus-parochie bibliotheek. Al wordt gewerkt met materiaal uit die oude bibliotheek, toch is het verschil groot, zoals al in augustus in de Schijndelse Krant te lezen valt: “In de oude uitleenbibliotheek kon men boeken voor ontspanningslectuur lenen, zoals romans, streekverhalen, cowboyboeken e.d. In de nieuwe zijn ook allerlei studieboeken en naslagwerken voorhanden.” De contributie bedraag f. 2,50 per jaar voor leden onder de 18 jaar of boven de 65. De overigen betalen f. 6,50. Op drie dagen kan men terecht voor het lenen of inzien van boeken en tijdschriften. Elke maandag en vrijdag van 15.00-17.30 en van 19.00-21.00 uur. Bovendien op de woensdagmiddag van 14.00-17.30 uur. En waar vroeger goedwillende vrijwilligers de boel runden, staan nu goed opgeleide beroepskrachten klaar om de bezoekers te woord te staan en te helpen.

10 jaar later[bewerken | brontekst bewerken]

Het eerste wat opvalt is de groei van het boekenbestand. In 1980 staan er 32.700 boeken, ruim zeven keer zoveel als bij de start 10 jaar eerder. Geen wonder dat de ruimte te klein aan het worden is. Het aantal uitleningen is navenant: 243.000 in 1979. Er zijn op dat moment 5.660 leden. Volgens de normen, die rekening houden met het aantal inwoners, zou de bibliotheek recht hebben op een ruimte die vier keer zo groot is als die waarover men in 1980 beschikt. En ook het personeelsbestand is aan uitbreiding toe. Pas als dat gerealiseerd is, kan men het bibliotheekwerk naar behoren uitvoeren.

Een nieuwe bibliotheek[bewerken | brontekst bewerken]

In 1982 wordt het ruimteprobleem opgelost. Na een verbouwing van het gemeenschapshuis In den Herd wordt op 25 januari van dat jaar de ruimte betrokken. Het betekende indertijd een geweldige vooruitgang, van 300 naar bijna 1.200 m2. Allerlei activiteiten die voorheen niet mogelijk waren, konden nu gerealiseerd worden. Zo kwam er de expositieruimte, een studiezaal, leestafels bij de tijdschriften en in de jeugdafdeling de strips. En de complete collectie kon nu op een aantrekkelijke manier worden neergezet. Toen de plannen voor deze nieuwe bibliotheek wereldkundig werden gemaakt, sprak wethouder Kemps nog over de verbouwing van het oude patronaat tot een theaterzaal. Wat daarvan is uitgekomen, is bekend. Van het patronaat rest niets meer dan wat foto's en een gevelversiering die overgebracht is naar de bibliotheek. In plaats van een theater verrijst nu het nieuwe politiebureau bij de bibliotheek op de stoep.

Huisvesting bibliotheek[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf 1982 is de bibliotheek op diverse plaatsen gehuisvest geweest. Na In den Herd volgde Cultureel Centrum 't Spectrum aan de Steeg en vervolgens een tijdelijke oplossing aan de Hoofdstraat in afwachting van definitieve huisvesting in het voormalige gemeentehuis van Schijndel.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Heemkundeblad tweede jaargang nummer 1 bladzijden 16 tot en met 19