U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Eimbertus van Rooij (1869 – 1953)
Eimbertus van Rooij (1869 – 1953)[bewerken | brontekst bewerken]
Eimbertus (Bertje) van Rooij werd geboren op 13 juni 1869 in Schijndel, zoon van Waltherus (Wouter) van Rooij geboren in Schijndel (1825 – 1882) van beroep landbouwer en Willemijna van Ballekom geboren in Schijndel (1831 – 1914), als eerstgeborene in een gezin met zes kinderen waarvan er twee vroegtijdig overleden. Bertje, van beroep vleeshouwer/ kruidenier/ vleesgrossier, overleed op 2 december 1953 in Schijndel.
Eimbertus van Rooij trouwde op 22 augustus 1893 in Schijndel met Maria Merks.
Maria (Marie) Merks werd geboren 25 november 1870 in Boxtel, dochter van Arnoldus Cornelis Merks geboren in Hooge en Lage Mierde (1842 – 1882) en Adriana Vugts geboren in Liempde (1843 – 1931), als eerstgeborene in een gezin met zeven kinderen waarvan er drie vroegtijdig overleden. Maria overleed op 13 november 1965 in Schijndel.
Kinderen uit het huwelijk van Bertje en Marie:
- Waltherus Arnoldus Josephus (Wout) werd geboren op 27 mei 1894 in Schijndel (De Kluis), trouwde op 27 november 1923 in Bergeijk met Maria Lambertha Johanna Catharina Martina (Martina) van Herk geboren in Bergeijk (1899 – 1976). Wout, van beroep slager/ vleesfabrikant, overleed op 15 juni 1975 in Boxtel.
- Adriana Wilhelmina Maria (Jaan) werd geboren op 12 juli 1895 in Schijndel (Kluis), trouwde op 22 augustus 1918 in Schijndel met Johannes (Jan) Geerkens geboren in Schijndel (1888 – 1959). Adriana overleed op 29 februari 1980 in Schijndel.
- Arnoldus Adrianus Josephus (Nol) werd geboren op 20 juni 1896 in Schijndel (Kluis), trouwde op 9 mei 1927 in Venlo met Amalia Maria Antonia (Molly) Janknecht geboren in Venlo (1899 – 1960). Nol overleed op 2 april 1964 in Valkenswaard.
- Henriëtte Wilhelmina (Jet) werd geboren op 20 maart 1898 in Schijndel (Kluis), trouwde op 2 augustus 1927 in Schijndel met Johannes Gerardus Franciscus (Jan) Verhulst geboren in Schijndel (1901 - 1983). Henriëtte overleed op 13 december 1973 in Boxtel.
- Wilhelmina Johanna (Mien) werd geboren op 8 april 1900 in Schijndel (Kluis), trouwde op 25 november 1925 in Schijndel met Josephus Alphonsus Maria (Jef) de Leijer geboren in Sint Oedenrode (1901 - 1999). Wilhelmina overleed op 5 oktober 1959 in Sint Oedenrode.
- Maria Eimberta Johanna (Iet) werd geboren op 16 juli 1902 in Schijndel (Kluis), trouwde op 24 april 1928 in Schijndel met Josephus Cornelius (Joost) Vink geboren in Sambeek (1899 - 1978). Maria overleed op 11 november 1982 in ’s-Hertogenbosch.
Bertje van Rooij [1][bewerken | brontekst bewerken]
Bertje van Rooy is bij zeer velen nog goed bekend. Hij was zoals men op de foto kan zien een fors man, met een zuidelijk Hongaars uiterlijk. Een krullebol. Hij was ongeveer 13 jaar, toen zijn vader overleed. Toch mocht hij nog naar “De Ruwenberg” te St. Michielsgestel om verder te leren.
Toen híj trouwde is hij in de Kluis gaan wonen en begon daar een slagerij. Hij was de grondlegger van het nu nog bestaande vleeswarenfabriek (80- jaar). We lazen 10 jaar geleden dan ook in een feestgids:
Hoe dikwijls hoort men niet de verzuchting in zijn omgeving: “Wat verandert de wereld toch vlug!" Het is maar zoals je het bekijkt, en dan nog van welke kant. Velen, zeker niet het minst onder de jongeren, klagen erover dat de vooruitgang nog te langzaam vordert. Zo is het nu, maar zeventig jaar geleden was het al niet anders.
Ongetwijfeld behoorde Eymbertus van Rooy, onder de ouderen beter bekend als Bertje van Rooy, tot de groep van vooruitstrevenden toen hij in het voorjaar van 1893 met trouwplannen rondliep.
Bertje, met zijn Napolitaanse zwarte kop, was toen 23, Marie Merks, zijn verloofde, 22.
De romantiek uit die dagen moge ons dan nog wel eens met afgunst vervullen, daar stond tegenover dat de keiharde strijd om het bestaan ons nu toch wel zou afschrikken.
In de tijd, van de Atjeh-pacificatie in de Oost en de evenzeer beroering verwekkende vrijheidsoorlogen in Zuid-Afrika, was het hoofd van Bertje van Rooy vervuld met vreedzamere gedachten en plannen. In navolging van zijn Veghelse zanger-vriend Lambert van Eerd besloot hij slager te worden.
Toen Bertje van Rooy en Marie Merks op 23 augustus 1893 in hun huwelijksbootje waren gestapt, werd dit bootje varend gehouden uit de verdiensten van de winkel die Bert en Marie hadden geopend in de Kluis. Op de plaats waar zich nu nog altijd de slagerij van Gebr. Wouters bevindt werd naast koloniale en grutterswaren ook vis en ....vlees verkocht.
De Schijndelaren uit die tijd zullen meewarig het hoofd hebben geschud en hun mening over dit vreemde breinbrouwsel zal wel niet bemoedigend zijn geweest. Het was ook een revolutionair waagstuk om in het Schijndel van 1893 een slagerswinkel te openen, toen boer en burger en arbeidsman zelf thuis slachtten, zoals zij ook voorzagen in de eigen behoefte aan groenten en fruit. In het najaar en in het voorjaar vonden de huisslachtingen plaats. Het gerookte, gezouten of ingezuurde vlees voorzag in de behoeften van het gezin gedurende het gehele jaar. Een slagerswinkel was dus allerminst noodzakelijk. Bertje van Rooy zette evenwel door en ging vlees verkopen in een winkel, dat wil zeggen: één dag per week was er vers vlees.
De klanten? Wie herinnert zich nog burgemeester Manders en generaal van Vlijmen? Vroegere notabelen, die niet aan huisslachtingen deden en wekelijks door Piet van Breughel met de hondenkar werden bediend.
De aanleg van de Brabants-Duitse spoorweg bood nieuwe mogelijkheden en wel op het gebied van de export naar de Duitse en Engelse industriegebieden. De snelle treinen en aansluitende veerboten in Vlissingen maakten het mogelijk, ondanks de slecht ontwikkelde koeltechniek van die dagen, het Brabantse vlees vers in de Londense keukens te brengen. Het exportslachterijtje was gebouwd aan het spoor, ten zuiden van het station. De gebouwen staan daar nu nog, al is het niet meer te zien dat vandaar tonnen varkensvlees (er werden uitsluitend “lombokken” geslacht, varkens van 35 á 45 kg.) over de ijzeren spoorweg de slachtplaatsen verlieten.
Nog iets mag zeker niet onopgemerkt blijven, nu we het hebben over een voor ons af haast weer verre historie: de mensen van vóór de eerste wereldoorlog werden nog niet lastig gevallen met vestigingswetten, detaillistendiploma's enz., zodat Bertje naast kruidenier, slager en exportslachter, ook het beroep uitoefende van groentedroger, kastelein en stalhouder. Van dit alles is nu nog slechts overgebleven de slagerij en de “herberg", het huidige Hotel Amicitia. Nog vóór de oorlog 1914-1918 verrees naast het oude raadhuis het hotel, dat nog steeds dezelfde naam draagt. Van een oude boerderij, jazeker, de boerderijen stonden toen nog midden in het dorp tot naast het gemeentehuis, werd de stal gesloopt en zo ontstond de ruimte voor het hotel.
Het woongedeelte van de boerderij werd slagerij.
De huidige slagerij is nog steeds in dit pand gevestigd, en hoewel zijn muren indertijd misschien al kreunden van ouderdom, zullen zij dan nu toch het 70-jarige (nu 80-jarige) bestaan van het bedrijf mogen meemaken. Zij zullen wel een tastbare getuigenis afleggen van het verschijnsel dat wat op goede grond wordt gefundeerd, leefbaar is en leefbaar zal blijven.
Dit geldt dan ook zeker voor het jubilerende bedrijf, dat de tijd heeft getrotseerd, en onder de bezielende leiding van de heren W. van Rooy senior en junior vol goede verwachtingen de toekomst tegemoetziet.
Aldus de betreffendetekst.
Bertje was voogd over de kinderen van zijn broer Marinus, die te vroeg overleed evenals zijn vrouw Wilhelmina van Hedel.
Uit bovenstaande blijkt wel dat hi j en zijn vrouw Marie een druk leven hadden, daarbij hadden zij nog zes kinderen.
Maria Merks raakte al eveneens vroeg haar vader kwijt. Hij stierf toen zij 12 jaar was. Haar moeder Adriana Vugts hertrouwde en zo kwam het dat zij woonde bij haar tante in plaats van bij haar ouders. Tante Maria en oom Adrianus Verhagen waren kinderloos en daarom werd Marie Merks bij testament aangewezen als enige erfgename van Maria Francisca Merks en Adrianus Verhagen.
Misschien mede omdat Bert en Marie een hotel hadden, en dus de nodige kamers, hebben zij daarom de beide moeders in huis genomen tot hun dood, (er waren ook nog geen bejaardentehuizen). Oma zei altijd: "ik heb twee moeders verzorgd, ik weet wat het is” Zij is met 96 jaar gestorven op “St. Lidwina” te Schijndel.
12½ huwelijksjubileum van Eimbertus van Rooij en Maria Merks in 1906.
Rij A: 1. Arnoldus Adrianus Maria (Nol) van Rooij, 2. Vader Eimbertus (Bertje) van Rooij, 3. Adriana Wilhelmina (Jaan) van Rooij, 4. Moeder Maria (Marie) Merks, 5. Waltherus Arnoldus Josephus (Wout) van Rooij.
Rij B: 1. Maria Eimbertha Johanna van Rooij (Iet), 2. Wilhelmina Johanna Maria (Mien), 3. Henrietta Wilhelmina (Jet) van Rooij.
Bertje van Rooij en Maria Merks. Voor meer details klik hier.
Wout van Rooij en Martina van Herk. Voor meer details klik hier.
Jan Geerkens en Jaan van Rooij. Voor meer details klik hier.
Nol van Rooij en Molly Janknecht. Voor meer details klik hier.
Jan Verhulst en Jet van Rooij. Voor meer details klik hier.
Jef de Leijer en Mien van Rooij. Voor meer details klik hier.
Joost Vink en Iet van Rooij. Voor meer details klik hier.
Diamanten huwelijksfeest Van Rooij – Merks [2][bewerken | brontekst bewerken]
Naar wij vernemen zal het echtpaar Van Rooij - Merks, Hoofdstraat 58, op 24 augustus 1953 de dag herdenken waarop zij voor 60 jaar in het huwelijk traden. In verband met de hoge leeftijd van beiden zal het feest in familiekring worden gevierd. Voor belangstellenden zal van 1 1/2 tot 3 uur, te hunnen huize, gelegenheid zijn het diamanten paar te complimenteren.
Hoewel het feestvierende paar met de familie er zorgvuldig voor heeft gewaakt dat aan dit schone feest geen ruchtbaarheid werd gegeven is de viering toch niet ongemerkt voorbijgegaan. ’s Morgens werd een plechtige H. Mis van dankbaarheid opgedragen waarbij speciaal het kerkkoor goed voor de dag kwam om daardoor zijn erelid de nodige hulde te brengen. En al bleef alle openbaar eerbetoon achterwege toch kon de jubilaris het niet van zich verkrijgen om een vriendelijk aanbod vanwege de harmonie af te slaan en zo toog de harmonie ’s avonds in vol ornaat uit voor ’t brengen van een serenade. Bij de gelukwensen die namens de harmonie werden aangeboden door de heer Tibosch memoreerde deze hoe de jubilaris ruim 40 jaar geleden overging tot ’t bouwen van een muzieknis in z’n tuin die aan de harmonie en de zangvereniging onschatbare diensten heeft bewezen.
Tevens wees hij er op hoe de jubilaris in de Schijndelse gemeenschap een zeer bizondere plaats heeft ingenomen, getuige de vele grappen die van hem nog steeds de ronde doen. In zijn dankwoord sprak dr. Arn. v. Rooij over de diensten die door z’n vader waren bewezen aan het culturele leven van Schijndel door het bouwen van een muzieknis, van een toneelzaal die indertijd de eerste was op dit gebied in onze gemeente.
Bronnen, noten en/of referenties |