Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Tramstation

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Tramstation
[[Bestand:
Tramstation aan de Hoofdstraat in Schijndel
|264px]]
Gebruik tramstation
Gereed 1899
Opening 26 juni 1899
Sluiting 1936
Tramstation aan de Rooiseweg in Schijndel

Tramstation Hoofdstraat 111 – 113 (1899 - 1936) [1][bewerken | brontekst bewerken]

Op 26 juni 1899 is het voor Schijndel een feestelijke dag vanwege de eerste stoomtram van tramwegmaatschappij ‘de Meijerij’ die door het dorp reed en stopte bij het tramstation dat was ondergebracht bij het café van Toon van Veghel. De lijn ’s- Hertogenbosch - Eindhoven passeerde Schijndel. De vastgestelde snelheid was 20 km, maar in werkelijkheid was hij niet hoger dan 12 km per uur. In 1932 werd het personenvervoer opgeheven, in 1934 het goederenvervoer en ten slotte heeft men in 1936 de rails opgebroken, omdat inmiddels op dit traject autobusverbindingen waren gerealiseerd. In de wintermaanden werd een kachel gestookt om het de reizigers wat aangenamer te maken. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) was in café Van Veghel het bureau gevestigd van het korps de Gele Rijders. Thans heeft het pand een horecabestemming.

Het pand Hoofdstraat 111-113 is dus niet alleen bekend vanwege het feit dat er een tramstation was gevestigd. Zoals hierboven vermeld was er tijdens de Eerste Wereldoorlog het bureau van de Gele Rijders gevestigd, officieel bekend als "het Korps Rijdende Artillerie". Een oud korps dat in 1918 het 125-jarig jubileum mocht vieren. Eind 1916 meldden deze militairen zich te Schijndel en hebben er ruim 2 1/2 jaar vertoefd en zoals Ben Peters schreef "het sociale en maatschappelijke leven van de Schijndelse bevolking ten dele beïnvloed". Het korps stond onder commando van luitenant-kolonel Baud. Het "korpsbureel" was gevestigd in het tramstation van Toontje van Veghel. De manschappen zelf waren, al dan niet met hun paard, verspreid over Schijndel en Wijbosch ingekwartierd in verschillende boerderijen. De officiersmess was ondergebracht in Hotel De Zwaan, soms ook aangeduid als Hotel Goijaarts. Een leuk detail is dat een van de korporaals, genaamd Van Goor, die afkomstig was uit Sonsbeek, zijn inkwartieringsadres "Villa Klein Sonsbeek" noemde, gelegen naast het Moederhuis Pastoor van Erpstraat van de Zusters van Liefde, namelijk de woning van de familie Jan van Doremalen. Achter de domineeswoning Hoofdstraat, uit 1776, en de Nederlands Hervormde Kerk lag een exercitieterrein en in het Patronaat, gebouwd in 1907, werden wagonladingen hooi en haver voor de paarden opgeslagen. Het patronaat was ook de locatie waar de kantine was gevestigd, waar aan de Gele Rijders theorielessen werden gegeven en waar men gymnastiekoefeningen hield. In de avonduren kon men er kaarten, biljarten en de muziekliefhebbers onder hen hadden de beschikking over een piano. Ook in economisch opzicht was de komst van de Gele Rijders, met name voor de caféhouders en herbergiers, een aardige bron van inkomsten. Vermeldenswaard is ook dat de in 1886 geboren dokter W.H.A. van Oppenraaij destijds in functie was als "officier van gezondheid" bij de Gele Rijders en nadien huisarts werd in Schijndel, wiens praktijk duurde tot 1948.

Overige afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]


Bronnen, noten en/of referenties
  1. Attentietegels in Schijndel.