Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Schijndel hopdorp

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Dat Schijndel een echt hopdorp is geweest is algemeen bekend. De zandbodem met z’n schone grondwater en wat lemige ondergrond was bij uitstek geschikt voor het verbouwen van graan en ook de hopscheuten deden het prima op de vele hopvelden met hun schuin uitstekende hopstaken.

Graan en hop[bewerken | brontekst bewerken]

Een ideale combinatie om een brouwerijtje mee op te starten en bier te gaan produceren. Ten tijde van Karel de Grote (ca. 800) kende men de hop al, omdat de hopteelt toen al gepropageerd werd door monniken van de oude kloosterorden.
In die tijd was de aandacht nog vooral gericht op de geneeskrachtige werking die hop zou hebben. Later staat de verbouw van hop uitdrukkelijker in het teken van de bierbereiding.
Uit archieven is een Schijndels pachtcontract uit 1400 bekend van een grote hoeve waarin ze melding maken van maar liefst 2020 hopstaken. In Schijndel werd zoveel hop verbouwd, meestal als bijverdienste naast het gewone landbouwbedrijf, dat er een levendige handel ontstond. Op de Brabantse zandwegen en ook daar buiten, kon je menige Schijndels hoog- of erdkar, beladen met de nodige hopzakken, zien passeren. In de twee hopwagen, gelegen in resp. de Groote Straat en de Laagstraat waren het de hopmeesters die hun klanten zagen binnenkomen om de hop op zijn kwaliteit en gewicht te laten keuren, voordat er een keurmerk in de vorm van een "loodje met de naam Schijndel erop" aan de zakken werd bevestigd.
Bekend is overigens, dat er binnen de hopteelt en het brouwproces nogal wat fraudeurs rondliepen.
Uit de historie van Schijndel zijn een hele serie herbergen bekend en bij sommige stond ook een heuse brouwerij. Klinkende oude herbergnamen zijn bijvoorbeeld Sint Barbara, de Valk, De Zwaan, Herberg De Wildeman, d’n Engel, de Arend, d'n Hemel, Sint Anthonis, de Roos, de Keulse Kar en natuurlijk ook een Roode Leeuw en een Hotel de Gouden Leeuw.

Bier en hop[bewerken | brontekst bewerken]

Bier was in de voorbije eeuwen een normale dagelijkse drank, ook omdat het water in en om het huis en de boerderij nog niet erg gezond te noemen was. Naarmate de drinkwatervoorziening langzamerhand werd verbeterd, zal het gebruik van bier binnenshuis wel enigszins zijn afgenomen.
Dat betekende voor de hoptelers minder inkomen. Men bleef echter de hopteelt voortzetten maar met wisselend resultaat. Een verminderde afzet van de zakken met hopbellen, inkrimping van de handel, maar ondanks dat alles werd in geen enkel opzicht een hopbelastingverlaging aangeboden. In de archieven is weinig terug te vinden van de oorzaken van het langzaam maar zeker verdwijnen van deze grootschalige hopteelt in Schijndel. Ook is niet precies bekend op welk moment die teruggang is ingezet. In 1783 immers heeft men nog een uitgebreide inventarisatie uitgevoerd waaruit bleek, dat Schijndel over het hele dorp verspreid de beschikking had over bijna 100.000 hopkuilen.
Rond eind 19e eeuw heeft de hopteelt zijn beste tijd gehad en er moest nu uitgezien worden naar een andere bron van inkomsten zoals houtteelt. De grondstoffen in de vorm van allerlei houtsoorten, ruimschoots voorhanden in het Schijndels landschap, boden uitkomst. Want als er ergens veel hout werd aangetroffen, dan was het hier.