Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Station Schijndel: verschil tussen versies

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 74: Regel 74:
=== '''Typering, situering en bouwgeschiedenis''' ===
=== '''Typering, situering en bouwgeschiedenis''' ===
Het vrijstaande eenlaags pand heeft een rechthoekige plattegrond en staat loodrecht op de as van de Spoorlaan. De nokas van het zadeldak loopt parallel aan de spoorlijn Boxtel - Gennep. <br>
Het vrijstaande eenlaags pand heeft een rechthoekige plattegrond en staat loodrecht op de as van de Spoorlaan. De nokas van het zadeldak loopt parallel aan de spoorlijn Boxtel - Gennep. <br>
Op 4 maart 1872 werd door M.M. Verhoeven, burgemeester van Schijndel, de eerste steen gelegd (zie de gedenksteen naast de ingang van de voormalige wachtkamerl. Het gebouw met woonhuis, vertrekken voor de stationsdienst en een wachtkamer deed dienst als station voor de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappij en werd opgetrokken in Waterstaatstijl. Omstreeks 1920 werd aan de spoorzijde een middenrisaliet onder plat dak toegevoegd. Voor het woongedeelte staat een treurwilg van ca. 1DO jaar oud. Beschriivíng van het exteríeur Het geheel wit gepleisterde gebouw heeft een omlopende, uitgemetselde, zwart geschilderde plint. De kozijnen zijn grijs en het overige raamwerk is wit geschilderd. Boven de overkragende houten gootlijst op klosjes, verheft zich een zadeldak dat gedekt is met rode verbeterde Hollandse pannen. De langgerekte voorgevel bestaat uit twee zijrisalieten met elk een omvang van twee vensterassen en een tussengedeelte met een omvang van drie assen. ln het middendeel bevinden zich twee deuren. De linker opgeklampte deur met getóogd bovenlicht geeft toegang tot de wachtkamer. De rechter vernieuwde deur onder luifel en getoogd bovenlicht geeft toegang tot het woonhuis. De vensters bestaan uit zesruits ramen of stolpramen met getoogd bovenlicht. De onderdorpels van hardsteen zijn grijs geschilderd. ln het midden is een rond gietijzeren luchtrooster aangebracht. Op de verdieping van de linker en rechter zijgevel bevinden zich twee dubbele stolpramen. Op de begane grond van de rechter zijgevel is een zij-ingang aangebracht. De achtergevel aan de spoorzijde heeft zijrisalieten met een omvang van één vensteras. De bovenlichten van deze vensters hebben een omlijsting die steunt op een cordonlijst. Voor de middenrisaliet met topgevel staat een uitbouw onder plat dak met een samengesteld raam en een paneeldeur. De overige vensters zijn identiek aan die in de voorgevel. De onderdorpels zijn hier van baksteen. Beschnjvíng' van het interieur De linker ingang in de voorgevel geeft toegang tot een kleine hal waar voorheen het loket stond. Een brede en hoge paneeldeur Ieidt naar de wachtkamer. De rechter ingang in de voorgevel geeft toegang tot het woonhuis en de voormalige dienstvertrekken. ln dit gedeelte is woningsplitsing toegepast. Vanuit de dwarsgang Ieidt een trap naar de verdieping, een trap naar de kelder, een paneeldeur rechts naar de keuken met kleine schouw, een paneeldeur recht vooruit naar de woonkamer met schuifdeuren en een paneeldeur iinks naar het tweede woonhuis. '    Motivatie tot Qlaatsing Het pand is een zeldzaam en gaaf bewaard gebleven station in Waterstaatstijl (I.1,2.). De Iigging op een Ianggerekt perceei met een toegangsweg loodrecht op het station is karakteristiek (Il.1,5.). Het station was van sociaai~ en cultuurhistorisch belang voor de ontwikkeiing van de infrastructuur in Schijndel (IlI.).   
Op 4 maart 1872 werd door [[Wilhelmus Petrus Verhoeven (1811 - 1890)|W.P. Verhoeven]], burgemeester van Schijndel, de eerste steen gelegd (zie de gedenksteen naast de ingang van de voormalige wachtkamer. Het gebouw met woonhuis, vertrekken voor de stations dienst en een wachtkamer deed dienst als station voor de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappij en werd opgetrokken in [https://nl.wikipedia.org/wiki/Waterstaatskerk Waterstaatstijl]. Omstreeks 1920 werd aan de spoorzijde een [https://nl.wikipedia.org/wiki/Risaliet middenrisaliet] onder plat dak toegevoegd. <br>
Voor het woongedeelte staat een treurwilg van ca. 10O jaar oud. <br>


Beschriivíng van het exteríeur Het geheel wit gepleisterde gebouw heeft een omlopende, uitgemetselde, zwart geschilderde plint. De kozijnen zijn grijs en het overige raamwerk is wit geschilderd. Boven de overkragende houten gootlijst op klosjes, verheft zich een zadeldak dat gedekt is met rode verbeterde Hollandse pannen. De langgerekte voorgevel bestaat uit twee zijrisalieten met elk een omvang van twee vensterassen en een tussengedeelte met een omvang van drie assen. ln het middendeel bevinden zich twee deuren. De linker opgeklampte deur met getóogd bovenlicht geeft toegang tot de wachtkamer. De rechter vernieuwde deur onder luifel en getoogd bovenlicht geeft toegang tot het woonhuis. De vensters bestaan uit zesruits ramen of stolpramen met getoogd bovenlicht. De onderdorpels van hardsteen zijn grijs geschilderd. ln het midden is een rond gietijzeren luchtrooster aangebracht. Op de verdieping van de linker en rechter zijgevel bevinden zich twee dubbele stolpramen. Op de begane grond van de rechter zijgevel is een zij-ingang aangebracht. De achtergevel aan de spoorzijde heeft zijrisalieten met een omvang van één vensteras. De bovenlichten van deze vensters hebben een omlijsting die steunt op een cordonlijst. Voor de middenrisaliet met topgevel staat een uitbouw onder plat dak met een samengesteld raam en een paneeldeur. De overige vensters zijn identiek aan die in de voorgevel. De onderdorpels zijn hier van baksteen. Beschnjvíng' van het interieur De linker ingang in de voorgevel geeft toegang tot een kleine hal waar voorheen het loket stond. Een brede en hoge paneeldeur Ieidt naar de wachtkamer. De rechter ingang in de voorgevel geeft toegang tot het woonhuis en de voormalige dienstvertrekken. ln dit gedeelte is woningsplitsing toegepast. Vanuit de dwarsgang Ieidt een trap naar de verdieping, een trap naar de kelder, een paneeldeur rechts naar de keuken met kleine schouw, een paneeldeur recht vooruit naar de woonkamer met schuifdeuren en een paneeldeur iinks naar het tweede woonhuis. '    Motivatie tot Qlaatsing Het pand is een zeldzaam en gaaf bewaard gebleven station in Waterstaatstijl (I.1,2.). De Iigging op een Ianggerekt perceei met een toegangsweg loodrecht op het station is karakteristiek (Il.1,5.). Het station was van sociaai~ en cultuurhistorisch belang voor de ontwikkeiing van de infrastructuur in Schijndel (IlI.).


== '''Fotoalbum''' ==
== '''Fotoalbum''' ==

Versie van 10 okt 2020 11:40

Station Schijndel.
Station Schijndel.jpg
Spoorlaan 49.
Gebruik Station.
Gereed 1872.
Bouwstijl Eclecticisme.
Monument status Gemeentemonument GM7276.


Station Schijndel Spoorlaan 49

Aanleiding voor de aanleg van het spoor

In de tijd dat diverse spoorwegmaatschappijen werden opgericht om de meest lucratieve verbindingen mogelijk te maken werd in 1869 de Noord-Brabantsche-Duitsche-Spoorweg-Maatschappij (NBDS) opgericht. Zij wil een belangrijke internationale schakel tussen de havens van Vlissingen en Antwerpen en het Duitse achterland worden. In 1869 krijgt de Rotterdamse notaris W.H. van Meekeren verlof om een spoorweg aan te leggen tussen Boxtel en de Duitse grens.

Bouw station Schijndel

In 1867 waren de plannen reeds bekend en de toenmalige Burgemeester van Schijndel Wilhelmus Petrus Verhoeven zag de verbinding als een grote vooruitgang voor Schijndel. Uit een raadsbesluit uit 1867 lezen we, dat Schijndel de gemeentegronden waarover de lijn zou worden aangelegd, gratis afstond aan de toen nog op te richten N.B.D.S.
Schijndel kon hieraan zonder veel verlies voldoen, omdat het kort daarvoor een groot stuk van de Rooiseheide, waarover deze spoorlijn zou worden aangelegd, in eigendom had gekregen. In 1869 gaf de gemeente onder bepaalde voorwaarden een subsidie van fl.10.000 en later nog eens fl. 5.000.- voor de bouw van het station. De eerste trein van de N.B.D.S. liep op 15 juli 1873 en waren de volgende stations in bedrijf:
Boxtel-Schijndel-Veghel-Uden-Mill-Haps-Oeffelt en Gennep.

Reeds in 1874 meldde Schijndel dat door de directe verbinding van deze gemeente met het buitenland, via de spoorweg Boxtel-Wesel, de handel veel was toegenomen. Als in- en uitvoer worden genoemd:

Invoer  : steenkolen, kalk, guano, huiden, Franse schors en Duits hout.
Uitvoer : lijnzaad, kalfkoeien, vette kalveren en varkens.

Voor de Schijndelse gemeenschap bleek de spoorwegverbinding van grote waarde. De afzetmogelijkheden van producten van eigen bodem werden niet alleen een stuk groter maar het trok ook een economische bedrijvigheid aan. De aanwezigheid van deze spoorwegverbinding was een van de hoofdredenen voor Jansen de Wit om zich hier te vestigen. Veel internationale, nationale en regionale post verliep via het (in de volksmond genoemde) Duits Lijntje. Drie maanden na de opening van de lijn reden er in october 1873 al twaalf Nederlande bedevaartstreinen naar Kevelaar. Ook veel hooggeplaatste personen maakten gebruik van deze lijn. Bekend zijn:

  • 21 januari 1901 Keizer Willem 2e met een extra wagon voor geiten om zijn gevolg van geitenmelk te voorzien. Na de 1e wereldoorlog maakte deze Keizer gebruik van het lijntje om naar Nederland te vluchten.
  • De Koningsparen van Noorwegen, Denemarken en van Zweden, Tsaar Nikolaus van Rusland en de Engelse Koning Edward de 2e, onze eigen Koning Willem 3e, President Roosevelt en Bismarck.

De lijn heeft als personenvervoer dienst gedaan van 15 juli 1873 tot mei 1940 (oorlog). Het ging weer open op 22 oktober 1945 totdat het op 1 augustus 1950 werd gesloten. Daarna heeft de lijn gefunctioneerd voor goederenvervoer. Hier kwam in 1972 echter ook een einde aan. De laatste trein in Schijndel was tijdens het Carnaval van 1971 vanaf station Schijndel naar Liempde, de zogenaamde Leutexpress.

Stationsgebouw/Woonhuis

Eclecticisme.

Het gebouw dateert uit 1872 en is opgetrokken in waterstaatsstijl.
De gevel is witgepleisterd en aan de achterzijde treft men hardsteen met dorpels aan.
Men bracht zesruits vensters aan met getoogd bovenlicht.
De erkerachtige uitbouw met terras zal in de jaren ’20 van de 20e eeuw zijn toegevoegd. De bovenlichten zijn in kleine roeden onderverdeeld.
Het dak is een zadeldak met Romaanse pannen.
Het klein vierkant gepleisterd gebouwtje fungeerde als toilet. Het is uitgevoerd met getoogde houten deuren.
Klimop begroeid. Grote treurwilg.
Functie, zeldzaamheid.
Een gevelsteen vermeldt als bouwjaar 1872.
Het was een station van de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappij, bevattende een woning en enkele lokalen voor de stationsdienst.

Eerste stationswachter

Als eerste wachter/beheerder werd aangesteld Antoon Janssen, geboren te Ottersum en getrouwd met Egberta Jeurgens uit Mill. Hij woonde met zijn gezin in het station. Hij bleef dat totdat er een einde kwam aan het personenvervoer in 1950. Later is het gebouw verbouwd tot twee woonhuizen.

Beschrijving uit de gemeentelijke monumentenlijst 1993.

Typering, situering en bouwgeschiedenis

Het vrijstaande eenlaags pand heeft een rechthoekige plattegrond en staat loodrecht op de as van de Spoorlaan. De nokas van het zadeldak loopt parallel aan de spoorlijn Boxtel - Gennep.
Op 4 maart 1872 werd door W.P. Verhoeven, burgemeester van Schijndel, de eerste steen gelegd (zie de gedenksteen naast de ingang van de voormalige wachtkamer. Het gebouw met woonhuis, vertrekken voor de stations dienst en een wachtkamer deed dienst als station voor de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappij en werd opgetrokken in Waterstaatstijl. Omstreeks 1920 werd aan de spoorzijde een middenrisaliet onder plat dak toegevoegd.
Voor het woongedeelte staat een treurwilg van ca. 10O jaar oud.

Beschriivíng van het exteríeur Het geheel wit gepleisterde gebouw heeft een omlopende, uitgemetselde, zwart geschilderde plint. De kozijnen zijn grijs en het overige raamwerk is wit geschilderd. Boven de overkragende houten gootlijst op klosjes, verheft zich een zadeldak dat gedekt is met rode verbeterde Hollandse pannen. De langgerekte voorgevel bestaat uit twee zijrisalieten met elk een omvang van twee vensterassen en een tussengedeelte met een omvang van drie assen. ln het middendeel bevinden zich twee deuren. De linker opgeklampte deur met getóogd bovenlicht geeft toegang tot de wachtkamer. De rechter vernieuwde deur onder luifel en getoogd bovenlicht geeft toegang tot het woonhuis. De vensters bestaan uit zesruits ramen of stolpramen met getoogd bovenlicht. De onderdorpels van hardsteen zijn grijs geschilderd. ln het midden is een rond gietijzeren luchtrooster aangebracht. Op de verdieping van de linker en rechter zijgevel bevinden zich twee dubbele stolpramen. Op de begane grond van de rechter zijgevel is een zij-ingang aangebracht. De achtergevel aan de spoorzijde heeft zijrisalieten met een omvang van één vensteras. De bovenlichten van deze vensters hebben een omlijsting die steunt op een cordonlijst. Voor de middenrisaliet met topgevel staat een uitbouw onder plat dak met een samengesteld raam en een paneeldeur. De overige vensters zijn identiek aan die in de voorgevel. De onderdorpels zijn hier van baksteen. Beschnjvíng' van het interieur De linker ingang in de voorgevel geeft toegang tot een kleine hal waar voorheen het loket stond. Een brede en hoge paneeldeur Ieidt naar de wachtkamer. De rechter ingang in de voorgevel geeft toegang tot het woonhuis en de voormalige dienstvertrekken. ln dit gedeelte is woningsplitsing toegepast. Vanuit de dwarsgang Ieidt een trap naar de verdieping, een trap naar de kelder, een paneeldeur rechts naar de keuken met kleine schouw, een paneeldeur recht vooruit naar de woonkamer met schuifdeuren en een paneeldeur iinks naar het tweede woonhuis. ' Motivatie tot Qlaatsing Het pand is een zeldzaam en gaaf bewaard gebleven station in Waterstaatstijl (I.1,2.). De Iigging op een Ianggerekt perceei met een toegangsweg loodrecht op het station is karakteristiek (Il.1,5.). Het station was van sociaai~ en cultuurhistorisch belang voor de ontwikkeiing van de infrastructuur in Schijndel (IlI.).

Fotoalbum

Fotoalbum Station Schijndel