U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Van Kaathoven klompen sinds 1919
Van Kaathoven klompen sinds 1919[1][bewerken | brontekst bewerken]
Spoorplaat 32
In 1429 gebruikte men de term ‘hoelblock’ voor een klomp en een citaat uit de 17e eeuw leert ons dat in die tijd ‘de menschen des somers veel bloots voets gaan en des winters gaan sij geschoeijt met holle ofte houte blocken’. Klompenmakers zijn er eeuwenlang geweest en tot op heden bestaat die beroepsgroep nog, alhoewel hij inmiddels aardig is uitgedund. Uit 19e-eeuwse gemeenteverslagen is bekend dat er rond 1854 in totaal 13 klompenmakerijen werden geteld in Schijndel, in 1879 registreerde men 35 klompenmakers met samen 69 knechten en begin 20e eeuw maar liefst 64 klompenmakers met 170 knechten in dienst. Een vrij zwaar beroep en er is eens berekend dat een ervaren klompenmaker op één dag zeven paar klompen kon maken. Die tijd had hij wel nodig om van twee ruwe blokken hout een paar mooie en gemakkelijk mansklompen of vrouwenklompen te fabriceren! De tekening geeft een beeld van het ingewikkelde werk waarvan iemand zich meester moest maken om het klompenmakersvak goed onder de knie te krijgen.
Naast de klompenmakers waren ook bedrijfjes actief zgn. reep- of hoepelmakerijen die vooral het hout van de griendgronden gebruikten en vooral rechte wilgenstokken die op de reepbank werden bewerkt met scherpe messen en tot repen werden gesneden. Dat deed de ‘reepsnijder’. We zien ze terug in bv. banden of hoepels om tonnen en kuipen. Wilgentenen werden gereserveerd voor de mandenmakers.
Bronnen, noten en/of referenties
|