Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Ruzie met Sint-Oedenrode

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Strijd om de heide[bewerken | brontekst bewerken]

In 1311 krijgen de inwoners van Rode van de hertog van Brabant hun heide in erfpacht. Dit heidegebied strekt zich uit van Schijndel tot aan de grens van Breugel met een totale oppervlakte van zo’n 2000-3000 hectaren. Het deel tussen Sint-Oedenrode en Schijndel beslaat een oppervlakte van 1200 hectaren. Grondeigenaren uit Schijndel konden tegen betaling het gebruiksrecht van stukken van die heide kopen. Voor de gehuchten Wijbosch en Eerde was gebruik van die gemeenschappelijke heide van levensbelang binnen het agrarisch bedrijf. Door roofbouw en kaalslag waren daar veel zandverstuivingen ontstaan en stukken eigen heide verdwenen.
Het Rooise dorpsbestuur en hun zgn. gezworenen kweten zich uitstekend van hun taak van verscherpt toezicht op de Roderheide en deelden boeten uit aan hen die zich niet aan de regels hielden.
Dat heeft liefst vijf eeuwen lang tot spanningen geleid tussen beide gemeenten.

Proces voor de Raad van Brabant[bewerken | brontekst bewerken]

Halverwege de 15e eeuw wordt er een proces gevoerd voor het hoogste rechtscollege nl. de Raad van Brabant te Brussel. Het Roois dorpsbestuur wil het liefste alle buiteneigenaren weren en vooral de Schijndelaren, wier activiteiten erg schadelijk zijn voor die van Sint-Oedenrode. Schijndel wordt uitgedaagd om aan de hertogelijke rentmeester bewijzen te overleggen, dat het op basis van rechtsgeldige brieven recht zou hebben op gebruik van de heide.
Van Schijndelse kant huurt men procureur Jan Kievit in om, samen met 220 inwoners die zijn actie ondersteunden, het proces te beginnen. Men beroept zich vooral op het gewoonterecht.
Op 23 november 1451 volgt de definitieve uitspraak, maar het probleem blijft onopgelost en de vete duurt voort.
In 1589 volgt weer een nieuw proces, omdat de heidemeesters, die te paard en gewapend met een pistool de heide inspecteerden, voor de zoveelste keer weer iets onrechtmatigs hadden ontdekt. Een groep Schijndelaren die plaggen en turf aan het steken waren, werden zelfs in de boeien geslagen en hun paarden en karren in beslag genomen.
In 1649 volgt een nieuw proces nu voor de Raad van State, het adviesorgaan van de Staten Generaal.
Uiteindelijk worden in 1750 nieuwe grenspalen geplaatst bij de grenspunten gelegen bij de hoeve Ten Heesakker, de Luiseik, het Hermalen, het Hoefken, waar vroeger de paal ‘Paulus Rossemscamp’ stond en nog een paal ‘achter de Bergen naast de weg van Schijndel naar de Koevering ter hoogte van het Hooghekken. Het conflict leek enigszins opgelost, maar schijn bedriegt.

Definitieve regeling in de 19e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

In de Franse Tijd (1795-1813) ontbrandt de kwestie weer in alle hevigheid als gesproken wordt over verkoop van heidepercelen. Een oplossing lijkt ver weg totdat Schijndel in 1842 met het voorstel komt de heide opnieuw te verdelen, want die indeling van 1750 heeft tenslotte niets uitgehaald.
Een scheidingssloot tussen beide gemeenten zou de oplossing moeten brengen.
Die komt op 15 augustus 1864 tot stand waardoor de gemeente Schijndel werd uitgebreid met 100 bunder ontgonnen land en 400 bunder woeste grond. Daarna is binnen de Schijndelse Heide de verkoop begonnen van vele heidepercelen en de verkaveling definitief ingezet.

Nieuwe functie voor de Vlagheide[bewerken | brontekst bewerken]

Na die eeuwenlange discussies is het nu boeiend om te zien hoe de laatste jaren de gezamenlijke gemeenten Veghel, Sint-Oedenrode en Schijndel begonnen zijn aan een intergemeentelijk masterplan om de bekende Vlagheide een nieuw aanzien te geven.
Men wil onder meer een kwalitatief verbeterde toeristisch-recreatieve infrastructuur van het hele gebied gelegen tussen de Vlagheide, Eerdse Bergen, Koevering en Logtenburg.
Ook bestaan er plannen om een ecologische verbindingszone te creëren tussen de Beekse Waterloop en de Biezenloop. Tegelijkertijd zullen de militaire complexen een geheel andere bestemming gaan krijgen.
De grote ‘vuilnisbelt’ van weleer zal onderdeel uitmaken van deze nieuwe plannen en zo is het wederom de mens die ingrijpt in het landschap, zoals hij dat alle eeuwen door heeft gedaan. Een goed doortimmerd plan met veel historische, geologisch en cultuurhistorische informatie ligt aan de uitvoering ten grondslag.