U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Henricus Godefridus Josephus Bolsius (1885 - 1954 )
Henricus Godefridus Josephus (Harry) Bolsius (1885 – 1954)[bewerken | brontekst bewerken]
Henricus Godefridus Josephus Bolsius werd geboren op 13 april 1885 in Schijndel, zoon van Lambertus Josephus Bolsius geboren in Schijndel (1848 – 1907) van beroep bierbrouwer en Irena Francisca Augustina Maria Raupp geboren in Sint Oedenrode (1856 – 1930), als tweede kind in een gezin met elf kinderen waarvan er twee vroegtijdig overleden en een dood werd geboren. Henricus, van beroep wasbleker, overleed op 6 december 1954 in Vianen aan de gevolgen van een verkeersongeval.
Henricus Godefridus Josephus Bolsius trouwde op 17 november 1908 in Beuningen met Mechtilda Josephina Maria Verstraaten.
Mechtilda Josephina Maria (Thilly) Verstraaten werd geboren op 13 augustus 1884 in Beuningen, dochter van Wilhelmus Johannes Josephus Verstraaten geboren in Beuningen (1856 – 1923) van beroep bierbrouwer en Adriana Antonia Leijten geboren in Hilvarenbeek (1852 – 1924), als derde kind in een gezin met acht kinderen. Mechtilda overleed op 3 juni 1964 in ’s-Hertogenbosch.
Kinderen uit het huwelijk van Henricus en Mechtilda:
- Lambertus Josephus (Bertus) werd geboren op 16 maart 1913 in Schijndel, trouwde met Anna Maria Louisa Bensdorp geboren in Nijmegen (1919 – 1995). Lambertus overleed op 30 april 1987 in ’s-Hertogenbosch.
- Godefridus Maria (Fried) werd geboren op 29 april 1914 in Schijndel, overleed 25 juni 1984 in Vught en werd begraven in Schijndel.
- Hermine Irene Maria (Hermien) werd geboren op 1 juni 1916 in Schijndel, trouwde op 21 januari 1941 in Schijndel met Ferdinandus Johannes Franciscus Vrijmoed geboren in Rotterdam (1916). Hermien overleed op 2 maart 1998.
Dr. H.G.J. Bolsius, 40 jaar raadslid[1][bewerken | brontekst bewerken]
“Onder de families die we in ons vaderland wel eens met de naam ‘regentenfamilies’ aanduiden mag die van de familie Bolsius gerekend worden, want als we dit nagaan dan blijkt, dat deze familie in de Schijndelse gemeenteraad gedurende 71 jaren, bijna onafgebroken, vertegenwoordigd is geweest. De grootvader van het raadslid, Dr. H.G.J. Bolsius, vestigde zich in 1843 als geneesheer in onze gemeente en als zodanig bleef hij tot zijn overlijden in 1885 hier gevestigd.
Diens zoon A.J.M. Toon Bolsius, werd in september 1879 op 29-jarige leeftijd als raadslid voorgedragen en bij de periodieke aftreding van dat jaar als raadslid gekozen. Onafgebroken had hij tot zijn overlijden in 1906 zitting in de raad. Hij werd opgevolgd door de vader van de jubilaris, de Heer L.J. Bolsius en toen deze in 1907 overleed en zijn ambt dus vacant werd, kon diens zoon, wel als raadslid worden voorgedragen, doch zijn 22-jarige leeftijd was een beletsel om als raadslid op te treden. Het duurde daarom tot 1910 vooraleer de Heer H.G.J. Bolsius ofwel mijnheer Harry Bolsius, zoals hij algemeen bekend is, bij enkele kandidaatstelling tot lid van Schijndels gemeenteraad kon worden benoemd. Op 3 november werd hij als zodanig voorgedragen en 28 december 1910 werd hij beëdigd, tot vervulling van de vacature van Jan Timmermans (Schoot).
Sindsdien heeft hij onafgebroken zitting gehad in onze raad, tot 1919 onder burgemeester H.L. Manders, van 1919-1937 onder burgemeester J. J. Janssens en vanaf 1937 tot 1950 onder burgemeester W.J.N. Wijs.
Veertig jaren raadslid is een hele tijd en de persoon en de hoedanigheden van de Heer Harry Bolsius kennende, valt het dan ook niet te verwonderen, dat Schijndel steeds maar weer ’n beroep deed op hem en hem gaarne nog meer als wethouder had gezien, dan in de periode 1923-1927.
Zijn drukke werkkring als industrieel, te weten firmant der Gebr. Bolsius kaarsenfabriek in onze gemeente, hoofddirecteur der N.V. Nutricia te Zoetermeer en Cuyk, commissaris van Nutricia Bureau de Veste te Brussel en van Lactelle Nutricia Françoise te Tourcoing, verhinderde hem echter zijn geboorteplaats in ’n hogere functie dan raadslid te dienen.
Doch de ‘nestor van de raad’ zoals men hem zeer terecht noemt, heeft als raadslid zeer vele verdiensten voor onze gemeente verworven en met hart en ziel hangt hij dan ook aan onze gemeente, welke hem in 1919 naar de Provinciale Staten afvaardigde. Hij stelde zich hiervoor niet meer herkiesbaar, anders was zijn mandaat in 1946 ongetwijfeld verlengd.
Hij heeft Schijndel gediend als raadslid, als voorzitter van de Bouwvereniging Huis en Erf, als lid van het kerkbestuur in de parochie van de St. Servatiuskerk en wanneer men op deze vitale man een beroep doet voor Schijndels gemeenschapsleven, dan komt men nooit tevergeefs.
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau bij Koninklijk Besluit van 22 december 1950.
Bronnen, noten en/of referenties
|