U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Gijsbertus Hendrikus de Gier (1911 - 1980)
Gijsbertus Hendrikus de Gier (1911-1980)[bewerken | brontekst bewerken]
Gijsbertus (Gijs) de Gier werd geboren op 19 oktober 1911 in Eindhoven, zoon van Hendrikus Martinus de Gier geboren in Driel (1876 – 1950) van beroep spoorwegbeambte en Maria Timmermans geboren in Elst (1877 – 1949), als vierde kind in een gezin met zeven kinderen. Gijsbertus, van beroep kantoorbediende/ in- en verkoper, overleed op 18 september in Bad Dürheim (D).
Gijsbertus trouwde op 8 juli 1938 in Eindhoven met Josephina Maria Gijsberdina (Fien) Spieringhs.
Josephina Maria Gijsberdina (Fien) Spieringhs werd geboren op 8 augustus 1914 in Woensel, dochter van Johannes Josephus Spieringhs geboren in Tilburg (1882 - ????) van beroep smid en Gijsberdina Cornelia van Hoof geboren in Tilburg (1881 – 1944), als zesde kind in een gezin met acht kinderen waarvan er twee dood werden geboren. Josephina overleed op 26 oktober 1998 in Schijndel.
Kinderen uit het huwelijk van Gijs en Fien:
- Marie José Huberdina (José) werd geboren op 31 juli 1939 in Eindhoven, trouwde met Antonius Gijsbertus (Tony) Bosmans, geboren in Schijndel (1937 - 2016). José overleed op 14 mei 2016 in Schijndel.
- Erik gehuwd met Gine Kruijer.
- Loes gehuwd met Roel de Zwart.
- Karina Johanna Josephina (Karin) gehuwd met Antonius Johannes (Ton) van den Brand.
- N.N. kind werd dood geboren op 12 april 1957 in Schijndel.
Levensloop Gijs de Gier[bewerken | brontekst bewerken]
Gijs de Gier is geboren in Eindhoven. Daar trouwde hij met de Eindhovense Josephine (Fien) Spieringhs. In 1939 kregen zij hun eerste dochter, José…..er volgen nog twee dochters (Loes en Karina) en een zoon (Erik), die worden in Schijndel geboren.
De echte Eindhovenaar kwam naar Schijndel op uitnodiging van de heren Jansen, directie van de bekende Jansen de Wit kousen- en sokkenfabriek. Gijs was een rasechte sporter en was vooral een rijzende ster in de voetbalsport. De heren Jansen wilden het voetballen in Schijndel een boost geven en dachten die gevonden te hebben in deze toen al bekende voetballer van de Eindhovense Voetbal Vereniging EVV.
Op 16 november 1909 werd EVV opgericht door het samengaan van twee Eindhovense clubs. De clubkleuren werden blauw/wit, refererend aan het stadswapen van Eindhoven In het seizoen 1938, vlak voor het begin van de Tweede Wereldoorlog, veroverde EVV voor het eerst het kampioenschap in de Eerste Klasse. EVV was de club van Eindhoven. Er komen vele malen meer toeschouwers naar de wedstrijden kijken dan naar PSV. Na de bekerwinst in 1938 was de landstitel in 1954 de laatste wedstrijd voor de invoering van het betaalde voetbal.
Omstreeks 1941 kreeg Gijs de Gier een mooie baan "aangeboden" als in- en verkoper; en een woonplek in Schijndel. Tijdelijk even aan de Spoorlaan maar daarna de (zeker voor die tijd mooie) nu nog bestaande woning, aan de Hoofdstraat 204 (tegenover de toen florerende fabriek). Deze tweekapper,aan de andere kant woonde de politieagent Bogaarts, bestaat nog steeds. Dit in tegenstelling tot de fabriek die helemaal is afgebroken.
Gevoetbald werd op het voetbalveld in de Hoevenbraak (Wijbosch). Gijs werd captain, coach en vooral "sterspeler". Namen uit die tijd: Eddy van den Dungen, keeper, woonachtig in Veghel. Na een aantal vruchtbare voetbaljaren, noopten meerdere hernia's hem tot stoppen. Misschien was het ook een teken van die tijd van het "goede leven" verbonden aan zijn baan: het roken van lekkere sigaren, vele uithuizige diners en een lekkere cognac. Wie dacht er toen aan dat roken en Bourgondisch leven minder goed zijn? Gijs had geen atletisch figuur meer, hij was stevig gebouwd, snel, en niet omver te lopen.
Toen hij moest stoppen met voetbal, bleef hij nog enkele jaren voorzitter van voetbalclub RKSV Schijndel. Hij was een man die vooral bekend stond om zijn rechtlijnigheid. Bovendien was hij een geboren speecher. Hij sprak altijd voor de vuist weg.
Gijs hield van reizen en reisde met zijn gezin in de vijftiger jaren al naar Duitsland en vervolgens Italië. Zijn zwarte Volkswagen kever RK-30-25 staat bij zijn kinderen in het geheugen gegrift. Feilloos wist hij overal de weg. Hij was voor die tijd al een geweldig avonturier. In Italië en Oostenrijk genoot hij als een echte Feinschmecker van de streekproducten. Ook voor een dubbel portie Schwarzwalder Kirschtorte draaide hij zijn hand niet om. Het liefst logeerde hij in een Gasthof, waarnaast een slagerij (van hetzelfde huis) gevestigd was.
In Schijndel waren drie gelegenheden om te tennissen: TC JEDEWE en Bolsius. Het verschil was dat bij Jedewe alleen medewerkers en hun kinderen mochten tennissen. Bolsius kende deze conditie niet. Hieruit is later een Schijndelse tennisclub ontstaan, die evenals Jedewe in competitieverband ging tennissen. Het tennis was toen nog een elitaire sport. Vooral bij Jedewe. De gewone sokkenbreier was beslist geen lid. Op een gegeven moment kwam er een eigen gemeentelijke tennisvereniging Schijndel. Ze kregen hun kleine gezellige clubhuis en maar liefst twee gravelbanen aan de Meester Michelsstraat.
Gijs de Gier was voorzitter van tennisvereniging JeDeWe. Zelf speelde hij redelijk goed tennis. Naast het recreatieve tennis met JeDeWe-collega's, speelde hij - na zijn voetbalcarriëre - al tenniscompetitie in Den Bosch en Eindhoven. Hij speelde vele herendubbels met Harrie van de Steen; later ook met Nico van der Heijden. Vaak werden er ook tennissende zakenrelaties uitgenodigd. Steevast werd bij thuiswedstrijden rijkelijk geluncht in Hotel De Zwaan. Waar men at bij uitwedstrijden, bleek dit al even rijkelijk.
Van de kinderen van Jedewe-medewerkers, die dit spel met de paplepel werd ingegeven. De jongste dochter Karin lag vrijwel elke avond op de baan om s.v.p. te mogen ballenrapen. Ook dient Ad de Hommel genoemd te worden, die nog met Gijs tenniste. Later kwamen ook Herman, zus Loes, Teun en Annelies de Hommel, waarbij Herman uitblonk als supersnelle netspeler.
De Jedewebaan was gelegen in een prachtig lommerrijk park tegenover de fabriek. De gravelbaan zelf werd omringd door fraaie kastanjebomen. Het was er prachtig om te tennissen. Er was een klein houten "keetje" bij, waar je kon zitten als het regende. Verder stond hierin een kist met slot. Daarin zaten wat flesjes frisdrank en de enige die hiervan de sleutel had, was Nico van der Heijden. De kinderen van Gijs, konden alleen maar hunkeren naar een flesje frisdrank. Nico was als penningmeester en verwoed tennisser elke avond en bij elke competitiewedstrijd aanwezig. Gelukkig speelde zijn vrouw Agnes ook tennis. Ze moest wel herhaaldelijk haar carrière op een laag pitje zetten vanwege een zwangerschap (Klaas, Margré, etc. etc.) maar zodra de baby op de wereld was, was Agnes meteen weer op haar oude tennispeil.
Tijdens een van de competitiedagen (zaterdag en zondag) kwam men door plotselinge ziekte een "dame" (vrouwelijke speler) tekort. Dochter Karin hing natuurlijk weer langs de lijn (11 of 12 jaar oud) en met de moed der wanhoop vond men in haar de enige mogelijkheid om die competitiedag door te komen. Karin kreeg de kans, met een houten racket van haar vader (veel te zwaar dus) om in te vallen, hoewel Karin nooit eerder een wedstrijd had gespeeld. Op een of andere manier wilde Karin zich toch bewijzen en met kunst en vliegwerk en een hoop lef won ze haar partij en de gemengd dubbel naast nestor Nico van der Heijden.
Karin’s manier van tennissen op zich, moet niet om aan te zien geweest zijn, maar de tegenstander ging op de knieën, omdat Karin gewoon als een razende Roeland over de baan snelde en de onmogelijkste ballen wist te retourneren.
Dit gaf haar in haar latere tennisloopbaan de naam: "de muur". Vanaf toen werd Karin vast ingedeeld in het competitieteam bij Nico van der Heijden. Van hem heeft Karin veel geleerd. Ook Nico was een enorme sprinter en er was geen bal onhaalbaar voor hem. Nooit opgeven was zijn lemma. Verder herinnert Karin uit het team Betty van der Rijdt (uit St.-Oedenrode) en Lino Zimmerman (Schijndel). In een later stadium speelde ook Agnes van der Rijdt competitie.
Als heer (mannelijke tennisser) kwam Herman de Hommel ("vliegende Herman") tegelijk met Karin in opkomst. Hij wist talloze partijen op zijn naam te zetten door meteen na zijn service door te rennen naar het net en zich daar vrijwel nooit de laten passeren. In die tijd was hij al een geweldige smasher.
Bij Jedewe werden veel wedstrijden gespeeld, tot er een aantal leden besloot te stoppen met competitietennis. Ad, Herman en Teun de Hommel, alsook Loes de Gier, ruilden het tennisspel in voor andere geneugten. Als clubje met een tennisbaan stond Jedewe redelijk hoog in de competitie. Na een paar jaar kwam het probleem dat de jeugd niet aanpikte omdat te veel ouderen meespeelden. Inmiddels was Gerard van Dorst met zijn vrouw Adje op het tennisveld verschenen. Het waren goede tennissers maar geen echte "jonkies". Hij leerde Karin wat meer de grondbeginselen van de slagen maar het kwaad was toen al geschied. Omdat Karin zichzelf het tennisspel had aangeleerd was ze wel een verwoed maar geen "mooie" tennisster.
Bij Schijndel bestond destijds het sterkste competieteam uit Jan en Minny De Wit, samen met Agnes Bos (later Klerks) en de opkomende Ad van Gogh.
Wilde Jedewe en/of Schijndel hoger komen in competitieverband dan was een fusie meer dan noodzakelijk, zodat men dan de jonge leden voor Schijndel kon vasthouden. Bovendien had de TC Schijndel de beschikking over twee gravelbanen. Op competitiedagen werd het vaak nachtwerk om alle verplichte wedstrijden te spelen. Met drie banen zou dit een enorme vooruitgang betekenen.
Ook Gijsbert van Bussel kwam al om de hoek kijken als een goed tennisser maar hij vond het natuurlijk niet alles om met een hele oude partner te tennissen. Annelies de Hommel tenniste ook een leuke partij. Helaas werd dit door haar te vaak gecombineerd met erg laat uitgaan in het weekend. Het kostte veel hoofdbrekens van Gijs, en een overredingskracht bij de directie van Jedewe, om samen met de Heer Tilanus deze fusie door te drukken. Nogal wat verhitte vergaderingen vonden plaats in Hotel De Zwaan. Uiteindelijk, tijdens een gezamenlijke ledenvergadering waren de meeste stemmen voor en werd de fusie een feit. De naam voor de nieuwe club werd: TC SKINLO.
In eerste instantie werd dus de competitie voortgezet op de twee banen bij de nieuwe tennisclub Skinlo. Gijs werd er bestuurslid. Een van de latere voorzitters was José Bolsius. Het beste team dat door die fusie in die jaren geformeerd werd, bestond een groot aantal jaren uit: Agnes Bos, Karin de Gier, Nico van der Heijden, en Ad van Gogh. Ad leidde daarnaast als tennisleraar nieuwe talenten op. Na enige tijd werd het eerste team versterkt door Gijsbert van Bussel.
Anekdotes:
Competitiewedstrijden werden door Jedewe toen al gespeeld tegen: De Pettelaer en Bastion Baselaar uit 's-Hertogenbosch. In Eindhoven aan de Aalsterweg. In Vught bij Woburn Park.
Bij Woburn park speelde Agnes van der Heijden als jonge moeder de tweede single. Aan het begin van de derde set vroeg ze even een time-out. Ze ging tussendoor haar dochter de borst geven en haalde vervolgens zonder pardon haar derde set binnen.
Het gezin van Nico van der Heijden en Agnes (geboren: De Wit) breidde zich uit. Toch had Nico volkomen vrijheid om vaak te tennissen. Tijdens een gemengd dubbeltournooi bij De Pettelaer in Den Bosch steeg de temperatuur boven de 30 gr. Nico, met zijn eeuwige elastiekje om zijn zwarte haren (bijnaam die hij waarschijnlijk zelf nooit gekend heeft was: zwarte Noci), kreeg het zwaar te verduren met zijn partner Karin de Gier. Ze stonden op winnen toen Nico plotseling onder de omringende dennenbomen ging staan en sprak: "Speel jij maar even alleen verder; ik moet even wat rusten; ik ben wel vader van een gezin". Na een 5-tal minuten snelde hij weer toe met de roep: "Het gaat weer, we gaan er tegenaan. Natuurlijk wonnen ze maar zijn uitdrukking: "Ik ben wel vader van een gezin", is Karin nooit vergeten.
Bij Jedewe speelde het team destijds al tegen tennissers die later bekend werden. Zo streden ze tegen Nico Schaar, later een bekend A-speler. Ook de "mooie" Jan Hayer was een tegenstander tijdens een competitieduel. Hij was al op weg een bekend Nederlands tennisser te worden, die ook later in het buitenland aan toernooien deelnam. De echte top heeft hij nooit bereikt omdat hij "verslingerd" was aan vrouwelijk schoon. Ook "mooie Bella" een donkere schone uit Eindhoven (ze zou nu niet misstaan bij Gooische vrouwen) wist hij voor een weekendje Londen te verleiden. Zelf vergat hij daarbij dat hij eigenlijk competitie moest spelen. Het team heeft vergeefs op hem gewacht bij de Jedewe banen (in het Jedewe "keetje").
Een van de belangrijke relatie’s van Jedewe was de Heer Kerssemakers. Zijn dochter, Karina Kersemakers, was een veelbelovend tennisser in Eindhoven. De twee papa's maakten het uit wie van de Karina's het beste kon tennissen. Zo geschiedde aan de Aalsterweg in Eindhoven. Omdat het te verwarrend was dat er twee Karina's speelden, stelde Kerssemakers voor om de dochter van Gijs, Karin te noemen. Omdat Karin de Gier later deze Karina Kerssemakers op veel tournooien tegenkwam, bleef die naam Karin hangen in de tenniswereld. Nadat Karin de Gier trouwde vond deze Karin beter bij haar achternaam: van den Brand passen, twee lettergrepen zijn ook gemakkelijker. Overigens won Karin van den Brand wel steeds vaker van Karina Kerssemakers. Tot groot plezier van vader Gijs, die zijn dochter evenwel nooit hiermee complimenteerde. Ze moest het steeds via anderen horen. Zijn Spartaanse sportimborst weerhield hem ervan om complimenteus te zijn. Het heeft Karin er wel toe gedreven tot in lengte van jaren, alleen op basis van discipline, in een wedstrijd nooit op te geven.
Dat was Gijs de Gier. Hij ligt begraven op het kerkhof in Schijndel, samen met zijn echtgenote. Bij voetbalclub RKSV Schijndel en TC SKINLO wordt hij herinnerd als een groot sportman, een geweldig speecher en een persoon met een lijnrechte mening. Hij overleed op 18 september in 1980. Zijn kleinzoon Joost, werd op dezelfde dag, 18 september 1980, geboren in Veghel. Gijs de Gier liet zo een onuitwisbare herinnering na voor de jongere garde.