Meijgraaf 4-4a

Woning met hoepelmakerij.
Meijgraaf 4 - 4a.
Gereed	ca. 1880
Monumentnummer	517036
Monument status	Rijksmonument.

Meijgraaf 4-4a

Woning met hoepelmakerij ca. 1880 - buiten gebruik.

Baksteen, gepleisterde plint. Zesruits schuifvensters. Opdekdeur.
Zadeldak, oud Hollandse dakpan.
Gevel en dak begroeid met mossen. Klimop.
Industrieel-archeologisch belang.

• Woning met hoepelmakerij Meijgraaf 4-4a.
• 

  Achterzijde.

• 

  Achterzijde.

• 

  Detailput achterzijde.

• 

  Marinuske Cromsigt.

• 

  Pomp.

• 

  Schouw.

Beschrijving uit de gemeentelijke monumentenlijst 1993.

Typering, situering en bouwgeschiedenis

Het eenlaags, vrijstaande pand staat direct aan het trottoir, vóór de huidige rooilijn van de Meijgraaf nabij de kruising van de Meijgraaf en de Bunderstraat. Het rechthoekige pand heeft de nokas van het zadeldak parallel aan de straat. Het omstreeks 1880 gebouwde dubbele woonhuis heeft een omvang van vijf vensterassen. Momenteel is één woongedeelte in gebruik als hoepelmakerij.

Beschrijving van het exterieur

Het bakstenen pand met gecementeerde plint wordt overkapt door een zadeldak dat gedekt is met blauwe oudhollandse pannen. Op de nok staat een schoorsteen.
Van de vijf assen in de voorgevel zijn er twee voorzien van opdekdeuren met gedeelde bovenlichten. De overige drie vensterassen zijn voorzien van zesruits schuifvensters onder rechte strekken en zonder onderdorpels. De duimen van de vensterluiken zijn nog aanwezig. Onder de dakrand zijn een muizetand- en een bloktandlijst ingemetseld.
De linker zijgevel, het dak en delen van de voorgevel zijn begroeid met klimop. De rechter zijgevel heeft een rechthoekig raam met een verticale roede.
De achtergevel is voorzien van twee opgeklampte deuren en vierruits schuifvensters.

Beschrijving van het interieur

De linker achteringang geeft toegang tot één opengebroken vertrek (voormalige herd en geut) dat in gebruik is als werkplaats - hoepelmakerij.
De rechter achteringang geeft toegang tot de geut. Hier staat een originele waterpomp met aanrechtje. De vloer is van zwarte plavuizen. Twee paneeldeuren met ovale houten knoppen aan de rechter zijde geven toegang tot de kelder en de opkamer. Alle vertrekken hebben een houten zoldering. Achter de geut ligt de woonkamer (de voormalige herd) met een vloer van rode en gele plavuizen. De schouw is dichtgezet en de bedstede is uitgebroken. Vanuit de woonkamer geeft een paneeldeur toegang tot het vertrek achter de opkamer. Twee bedsteden in deze ruimte zijn afgesloten door oker geschilderde opdekdeuren. De houten zoldering is groen geschilderd.

Motivatíe tot Qlaatsing Het pand .is een zeldzaam ongeschonden voorbeeld van een 19e eeuws dubbel woonhuis onder één kap (l.1,2.). Het pand heeft cultuurhistorische meerwaarde gekregen door de uitoefening van het ambacht hoepels maken (IIl.l ,2.).