U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Schijndelse hopbellen: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
| (7 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven) | |||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
== '''Schijndelse hopbellen''' == | == '''Schijndelse hopbellen<ref>Canon van Meierijstad</ref>''' == | ||
"Hopbellen", zo worden de inwoners van Schijndel genoemd. En niet zonder reden. Schijndel was het belangrijkste [[Schijndel hopdorp|hopdorp]] in de Meierij. Hop bracht geld op. In 1755 kreeg Schijndel twee hopwagen. Daarmee werd de hop gewogen. Handelaren verkochten de hop in Holland, het Rijnland en Antwerpen. Maar wat is hop? En wat kun je er mee? | "Hopbellen", zo worden de inwoners van Schijndel genoemd. En niet zonder reden. Schijndel was het belangrijkste [[Schijndel hopdorp|hopdorp]] in de Meierij. Hop bracht geld op. In 1755 kreeg Schijndel twee hopwagen. Daarmee werd de hop gewogen. Handelaren verkochten de hop in Holland, het Rijnland en Antwerpen. Maar wat is hop? En wat kun je er mee? | ||
| Regel 6: | Regel 6: | ||
In Schijndel verbouwden inwoners in 1400 al hop. De boeren groeven op hun akkers kuilen en plantten daar in groepen van vier de hop. Daarna groeide de hop metershoog aan houten palen. Een Schijndelaar had in 1533 meer dan 10.000 hopkuilen op zijn land! Ook in Veghel en Sint-Oedenrode werd rond 1600 hop verbouwd. De Kartuizerhoeve in Olland had een veld met 1.000 hopkuilen. Als de hopbellen geplukt waren, werden ze gedroogd in speciale huisjes: eesthuisjes. Daarna kon je er bier mee brouwen of je kon de hop verkopen.<br> | In Schijndel verbouwden inwoners in 1400 al hop. De boeren groeven op hun akkers kuilen en plantten daar in groepen van vier de hop. Daarna groeide de hop metershoog aan houten palen. Een Schijndelaar had in 1533 meer dan 10.000 hopkuilen op zijn land! Ook in Veghel en Sint-Oedenrode werd rond 1600 hop verbouwd. De Kartuizerhoeve in Olland had een veld met 1.000 hopkuilen. Als de hopbellen geplukt waren, werden ze gedroogd in speciale huisjes: eesthuisjes. Daarna kon je er bier mee brouwen of je kon de hop verkopen.<br> | ||
De hop die niet gebruikt werd in de bierbrouwerij werd verkocht. De meeste Meierijse hop werd verkocht aan dorpen en steden in wat we nu Duitsland noemen. Handelaren kregen een speciaal briefje waarop stond dat de hop "alhier door Meierij van den Bosch is geteeld en geoogst". Daardoor wist de koper dat deze hop écht uit de Meierij kwam. | De hop die niet gebruikt werd in de [[Bierbrouwers|bierbrouwerij]] werd verkocht. De meeste Meierijse hop werd verkocht aan dorpen en steden in wat we nu Duitsland noemen. Handelaren kregen een speciaal briefje waarop stond dat de hop "alhier door Meierij van den Bosch is geteeld en geoogst". Daardoor wist de koper dat deze hop écht uit de Meierij kwam. | ||
Schijndelse hopboeren kenden een bijzondere belasting: de 'hoptiende'. Hoe meer hopkuilen ze hadden, hoe meer ze betaalden. De Schijndelse boeren vonden de belasting te hoog. Vooral in 1678. Ze sloegen de man die de belasting kwam ophalen bont en blauw. De hoogschout van Den Bosch was kwaad. Hij stuurde soldaten naar Schijndel. Maar die waren niet welkom. De Schijndelse boeren waren razend! Ze gooiden expres hopkuilen dicht. Zo betaalden ze minder belasting.<br> | Schijndelse hopboeren kenden een bijzondere belasting: de 'hoptiende'. Hoe meer hopkuilen ze hadden, hoe meer ze betaalden. De Schijndelse boeren vonden de belasting te hoog. Vooral in 1678. Ze sloegen de man die de belasting kwam ophalen bont en blauw. De hoogschout van Den Bosch was kwaad. Hij stuurde soldaten naar Schijndel. Maar die waren niet welkom. De Schijndelse boeren waren razend! Ze gooiden expres hopkuilen dicht. Zo betaalden ze minder belasting.<br> | ||
| Regel 13: | Regel 13: | ||
In 1730 vertelden de dorpsbesturen van Schijndel en Veghel nog dat er in hun dorpen veel hop was aangeplant. Maar de handelaren kochten steeds meer hop uit Luik en andere landen. De Meierijse hop bracht steeds minder op. | In 1730 vertelden de dorpsbesturen van Schijndel en Veghel nog dat er in hun dorpen veel hop was aangeplant. Maar de handelaren kochten steeds meer hop uit Luik en andere landen. De Meierijse hop bracht steeds minder op. | ||
== '''Hopbellen<ref>Brabants Dagblad zaterdag 28 februari 1981 Schijndel was 't hopcentrum</ref>''' == | |||
Schijndel was duidelijk een plattelandsgemeente. Als de aardappelen uit gedaan moesten worden dan kreeg de schooljeugd een hele week vrij om thuis te helpen.<br> | |||
[[categorie:Landbouw | Een van de belangrijkste landbouwgewassen is lange tijd de hop geweest. <br> | ||
Schijndel was jarenlang een vooraanstaand hopcentrum. Nog zijn de Schijndelaren bekend als hopbellen. Hop is een belangrijke grondstof bij het brouwen van bier. En er waren nogal wat brouwerijen in die tijd. Vrijwel elk dorp had er wel een of twee. <br> | |||
Schijndel telde in het begin van de twintigste eeuw meerdere brouwerijen. Alleen al aan de De Voort, nu [[Boschweg]] geheten, stonden er twee of drie. Bij naam kent [[Petrus Josephus Maria van der Spank (1902 - 1990)|Pieter van der Spank]] ze niet meer allemaal. Nog wel herinnert hij zich brouwer Swinkels die nabij de oude [[Openbare Lagere School Hoofdstraat|openbare jongensschool]] aan de [[Hoofdstraat]] een [[Bierbrouwerij De Zwaan|brouwerij]] had.<br> | |||
Brouwer was ook Mathijs Smits de oom van Adrianus Bolsius. Tjeu Bolsius heeft deze [[Bierbrouwerij het Anker|brouwerij]] aan de Hoofdstraat eveneens enige tijd gerund. <br> | |||
Dit pand heeft daarna korte tijd gediend als jamfabriek en appeldrogerij. De [[Slagerij Gebroeders Geerkens|exportslagerij Geerkens]] heeft er in gezeten, een bioscoop en, voordat het plaats moest maken voor de AMRO-bank, een [[Garage van Heeswijk|autobedrijf]]. | |||
[[categorie:Landbouw en veeteelt]] | |||
{{appendix}} | |||
Huidige versie van 23 mei 2025 11:27
Schijndelse hopbellen[1][bewerken | brontekst bewerken]
"Hopbellen", zo worden de inwoners van Schijndel genoemd. En niet zonder reden. Schijndel was het belangrijkste hopdorp in de Meierij. Hop bracht geld op. In 1755 kreeg Schijndel twee hopwagen. Daarmee werd de hop gewogen. Handelaren verkochten de hop in Holland, het Rijnland en Antwerpen. Maar wat is hop? En wat kun je er mee?
Hop is een snelgroeiende klimplant. Aan de plant groeien hopbellen. Dat zijn de bloemen van de hopplant. Nadat de hopbellen geplukt en gedroogd zijn, worden ze gebruikt bij het maken van bier. Hop zorgt ervoor, dat het bier een sterkere smaak krijgt en dat het gaat schuimen. Ook kan het bier langer bewaard worden wanneer er hop in verwerkt is.
In Schijndel verbouwden inwoners in 1400 al hop. De boeren groeven op hun akkers kuilen en plantten daar in groepen van vier de hop. Daarna groeide de hop metershoog aan houten palen. Een Schijndelaar had in 1533 meer dan 10.000 hopkuilen op zijn land! Ook in Veghel en Sint-Oedenrode werd rond 1600 hop verbouwd. De Kartuizerhoeve in Olland had een veld met 1.000 hopkuilen. Als de hopbellen geplukt waren, werden ze gedroogd in speciale huisjes: eesthuisjes. Daarna kon je er bier mee brouwen of je kon de hop verkopen.
De hop die niet gebruikt werd in de bierbrouwerij werd verkocht. De meeste Meierijse hop werd verkocht aan dorpen en steden in wat we nu Duitsland noemen. Handelaren kregen een speciaal briefje waarop stond dat de hop "alhier door Meierij van den Bosch is geteeld en geoogst". Daardoor wist de koper dat deze hop écht uit de Meierij kwam.
Schijndelse hopboeren kenden een bijzondere belasting: de 'hoptiende'. Hoe meer hopkuilen ze hadden, hoe meer ze betaalden. De Schijndelse boeren vonden de belasting te hoog. Vooral in 1678. Ze sloegen de man die de belasting kwam ophalen bont en blauw. De hoogschout van Den Bosch was kwaad. Hij stuurde soldaten naar Schijndel. Maar die waren niet welkom. De Schijndelse boeren waren razend! Ze gooiden expres hopkuilen dicht. Zo betaalden ze minder belasting.
Wilde je hop verhandelen? Dan moest de hop naar de hopmeter. Dat was een keurmeester. Hij controleerde of er goede hop verkocht werd. Daarvoor gebruikte hij een hopwaag. Dat was een grote houten weegschaal die aan een balk in een huis werd gehangen. Daar bracht je de zakken met hop naar toe. In de waag werd de zak gewogen, zodat de boer precies wist hoeveel hop er in de zak gestopt was.
In 1730 vertelden de dorpsbesturen van Schijndel en Veghel nog dat er in hun dorpen veel hop was aangeplant. Maar de handelaren kochten steeds meer hop uit Luik en andere landen. De Meierijse hop bracht steeds minder op.
Hopbellen[2][bewerken | brontekst bewerken]
Schijndel was duidelijk een plattelandsgemeente. Als de aardappelen uit gedaan moesten worden dan kreeg de schooljeugd een hele week vrij om thuis te helpen.
Een van de belangrijkste landbouwgewassen is lange tijd de hop geweest.
Schijndel was jarenlang een vooraanstaand hopcentrum. Nog zijn de Schijndelaren bekend als hopbellen. Hop is een belangrijke grondstof bij het brouwen van bier. En er waren nogal wat brouwerijen in die tijd. Vrijwel elk dorp had er wel een of twee.
Schijndel telde in het begin van de twintigste eeuw meerdere brouwerijen. Alleen al aan de De Voort, nu Boschweg geheten, stonden er twee of drie. Bij naam kent Pieter van der Spank ze niet meer allemaal. Nog wel herinnert hij zich brouwer Swinkels die nabij de oude openbare jongensschool aan de Hoofdstraat een brouwerij had.
Brouwer was ook Mathijs Smits de oom van Adrianus Bolsius. Tjeu Bolsius heeft deze brouwerij aan de Hoofdstraat eveneens enige tijd gerund.
Dit pand heeft daarna korte tijd gediend als jamfabriek en appeldrogerij. De exportslagerij Geerkens heeft er in gezeten, een bioscoop en, voordat het plaats moest maken voor de AMRO-bank, een autobedrijf.
| Bronnen, noten en/of referenties |