Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Thomas Gerbrands: verschil tussen versies

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3: Regel 3:
== '''Thomas Gerbrands, Gerechtsdienaar te Schijndel anno 1730''' ==
== '''Thomas Gerbrands, Gerechtsdienaar te Schijndel anno 1730''' ==


== '''Wie was Thomas Gerbrands?''' ==
== '''Verhalen over een vorster, niet geliefd bij Gemeente en inwoners''' ==
We weten niet precies op welk tijdstip het verhaal rond Sleutjesspook wereldkundig gemaakt is. We gaan er vanuit dat het mogelijk gebeurd is in de 18de eeuw. Niemand zal het ooit helemaal zeker weten! Op het moment dat het spook rondwaart in het slotje aan d’n Bogaard en het verhaal breedvoerig wordt verteld bij het haardvuur in herberg de Wildeman, leeft in Schijndel een vorster, veldwachter of gerechtsdienaar, die zijn sporen wel op een bijzondere wijze heeft nagelaten.  
We weten niet precies op welk tijdstip het verhaal rond Sleutjesspook wereldkundig gemaakt is. We gaan er vanuit dat het mogelijk gebeurd is in de 18de eeuw. Niemand zal het ooit helemaal zeker weten! Op het moment dat het spook rondwaart in het slotje aan d’n Bogaard en het verhaal breedvoerig wordt verteld bij het haardvuur in herberg de Wildeman, leeft in Schijndel een vorster, veldwachter of gerechtsdienaar, die zijn sporen wel op een bijzondere wijze heeft nagelaten.  
Uit de gegevens waarover de Heemkunde beschikt is een behoorlijk genuanceerd beeld te geven van deze legendarische dorpsfiguur. Hij regelt in die tijd in het dorp van alles, maakt processen-verbaal op, deelt boetes uit en houdt er een administratie op na. Arrestanten worden normaliter opgesloten in het zgn. ‘vorsterhuis’ wat is uitgerust met boeien en kettingen. De nieuwe Schijndelse vorster is een zekere Thomas, de zoon van Thomas Gerbrands en geboortig van ‘s-Hertogenbosch. Hij trouwt met Antonetta van Hanswijk en als in 1730 de functie vacant wordt vanwege het ontslag van Jan van Riet, wordt Thomas door de Staten-Generaal in Den Haag officieel tot vorster benoemd. Men wil in die periode vooral functionarissen benoemen die trouw zijn aan de gereformeerde godsdienst, want dat is na de vrede van Munster in 1648 voortaan van staatswege de godsdienst die telt.<br>
Uit de gegevens waarover de Heemkunde beschikt is een behoorlijk genuanceerd beeld te geven van deze legendarische dorpsfiguur. Hij regelt in die tijd in het dorp van alles, maakt processen-verbaal op, deelt boetes uit en houdt er een administratie op na. Arrestanten worden normaliter opgesloten in het zgn. ‘vorsterhuis’ wat is uitgerust met boeien en kettingen. De nieuwe Schijndelse vorster is een zekere Thomas, de zoon van Thomas Gerbrands en geboortig van ‘s-Hertogenbosch. Hij trouwt met Antonetta van Hanswijk en als in 1730 de functie vacant wordt vanwege het ontslag van Jan van Riet, wordt Thomas door de Staten-Generaal in Den Haag officieel tot vorster benoemd. Men wil in die periode vooral functionarissen benoemen die trouw zijn aan de gereformeerde godsdienst, want dat is na de vrede van Munster in 1648 voortaan van staatswege de godsdienst die telt.<br>

Versie van 31 jan 2020 20:25


Deze pagina is nog in bewerking door de auteur die deze heeft aangemaakt.
Gelieve daarom nog even te wachten met aanpassingen en verbeteringen
totdat deze mededeling verdwenen is. Excuses voor het ongemak.
Undcstrmrc.png

Thomas Gerbrands, Gerechtsdienaar te Schijndel anno 1730

Verhalen over een vorster, niet geliefd bij Gemeente en inwoners

We weten niet precies op welk tijdstip het verhaal rond Sleutjesspook wereldkundig gemaakt is. We gaan er vanuit dat het mogelijk gebeurd is in de 18de eeuw. Niemand zal het ooit helemaal zeker weten! Op het moment dat het spook rondwaart in het slotje aan d’n Bogaard en het verhaal breedvoerig wordt verteld bij het haardvuur in herberg de Wildeman, leeft in Schijndel een vorster, veldwachter of gerechtsdienaar, die zijn sporen wel op een bijzondere wijze heeft nagelaten. Uit de gegevens waarover de Heemkunde beschikt is een behoorlijk genuanceerd beeld te geven van deze legendarische dorpsfiguur. Hij regelt in die tijd in het dorp van alles, maakt processen-verbaal op, deelt boetes uit en houdt er een administratie op na. Arrestanten worden normaliter opgesloten in het zgn. ‘vorsterhuis’ wat is uitgerust met boeien en kettingen. De nieuwe Schijndelse vorster is een zekere Thomas, de zoon van Thomas Gerbrands en geboortig van ‘s-Hertogenbosch. Hij trouwt met Antonetta van Hanswijk en als in 1730 de functie vacant wordt vanwege het ontslag van Jan van Riet, wordt Thomas door de Staten-Generaal in Den Haag officieel tot vorster benoemd. Men wil in die periode vooral functionarissen benoemen die trouw zijn aan de gereformeerde godsdienst, want dat is na de vrede van Munster in 1648 voortaan van staatswege de godsdienst die telt.

Staangeld van marktkramen

Enige jaren na zijn benoeming treffen we hem in 1734 op een marktdag. Hij is daar met zijn assistent, de schutter Hendrik van Hamont. Jacobus Janssen van Gemert staat bij het tweetal in de buurt en hoort alles wat er gezegd wordt. De schutter vertelt de vorster, dat het schepencollege hem per brief opdracht heeft gegeven het staangeld van de kramen op te nemen. Gerbrands reageert met ‘Ik schijt op de officier’, maar hij laat van Hamont het geld ophalen. Zelf mag hij het niet. Het is hem door de schepenen verboden. Als enige dagen later twee schepenen de druk bezochte herberg van Gerbrands bezoeken, is te raden hoe die reageert. Hij noemt hen onomwonden ‘boerenschepenen’. Hij snauwt hen toe dat ze geluk hebben binnen te staan, want als hij hen aan de voordeur ontmoet zou hebben, dan ‘soude ick u onder de klooten schuppen’, een gebruikelijke uitbrander uit de mond van deze vorster.

Aanbesteding van de dorpspomp

In hetzelfde jaar, op 14 november, zijn alle schepenen bijeen in hun raadkamer, om daar de aanbesteding te regelen van het maken van een nieuwe dorpspomp, aan het einde van de Pompstraat. Ze roepen Gerbrands binnen en men vraagt hem beleefd, of hij deze aanbesteding via publicaties heeft aangekondigd. Hij antwoordt daarop bevestigend. Vervolgens vraagt men hem ‘ het clockje te trecken’ dat op het raadhuis staat, om zodoende de mensen bij elkaar te kunnen roepen, die de aanbesteding graag willen meemaken. Hij weigert dit pertinent en schermt met de uitspraak, dat hij hiertoe niet gehouden is. Ondanks druk van het bestuurscollege houdt hij voet bij stuk en blijft weigeren het klokje te laten kleppen. Zonder vooraankondiging gaat de aanbesteding toch door!

Procesdossier Schijndel contra Gerbrands

Onder de stukken van de Raad van Brabant in Den Haag, een hoog gerechtscollege zou je kunnen zeggen, bevinden zich ook enige documenten rond affaires tussen het dorpsbestuur van Schijndel en Thomas Gerbrands. Interessant is om te zien hoe men daarin allerlei aanvaringen, bedreigingen en misstappen van Gerbrands bij elkaar schrijft. Er heerst een soort ‘koude oorlog’ tussen beide partijen. Destijds heeft hij voor de vertegenwoordigers van de Staten Generaal zijn eed moeten afleggen en tevens stipte gehoorzaamheid beloven aan de plakkaten en ordonnanties die van hogerhand worden uitgevaardigd en bij herberg de Wildeman op het publicatiebord aldaar wordt opgehangen. In plaats van dienstbaar te zijn aan de overheid en de orders stipt op te volgen, wordt hij ervan beticht zich aan de verschuldigde gehoorzaamheid te onttrekken, de inwoners van Schijndel te kwellen en te plagen en het is dan ook niet verwonderlijk dat het klachten regent vanuit de bevolking. Ondanks alle pogingen van het dorpsbestuur ophem te wijzen op zijn plichten en verzoeken om zijn leven te beteren, heeft Gerbrands zich aan steeds meer aan misstappen en grovere beledigingen en dreigementen schuldig gemaakt. Zo heeft hij in 1737 op de procureur Lucas Rijsterborgh op een brutale wijze, overigens zonder voorafgaande ruzies, de nodige scheldwoorden afgevuurd en hem zelfs gedreigd dood te schieten. Onder een bepaald voorwendsel heeft hij Rijsterborgh gevraagd bij hem in huis te komen en eenmaal binnen heeft hij de deur afgesloten, om zijn boosaardig voornemen uit te voeren, maar wel zo dat geen enkele getuige het zou kunnen waarnemen. Het is uiteindelijk bij zware beledigingen gebleven.

Een ten dele afgenomen legaat

In Bergen op Zoom overlijdt een zekere Maria Geuns. Zij vermaakt een legaat aan Jan en Johannes Adriaan Leenders, inwoners van Schijndel en Arnoldus Moors is aangewezen om het legaat uit te keren. In september 1741 begeeft Moors zich naar het huis van Gerbrands, die de ontvangers van deze schenking heeft uitgenodigd om het geld in ontvangst te komen nemen. Jan en de vrouw van Johannes gaan erheen en geven dus gevolg aan de oproep van Gerbrands. Ze hopen er ook Moors te ontmoeten, maar Gerbrands staat hen al overdreven vloekend onder geen beding toe in hetzelfde vertrek plaats te nemen als waar Arnoldus Moors zit te wachten. Hij geeft hen te verstaan dat ze van het hele legaat geen duit zullen ontvangen als zij niet bereid zouden zijn de helft ervan aan hem uit te keren. De arme en eenvoudige bezoekers stemmen er uiteindelijk in toe. De verklaring besluit dat Thomas Gerbrands zich ‘op eene geweldige en geextorqueerde wijze’ [extorqueeren = afpersen, afdwingen] meester heeft gemaakt van de helft van het geldbedrag.

Een kar leem in beslag genomen

Nog een voorval uit 1741. Goyaert Laurense uit Schijndel heeft leem gestoken in de hei en er zijn kar mee vol geladen. Op de terugweg naar huis worden paard en kar gearresteerd en alles wordt in beslag genomen en overgebracht naar het huis van onze vorster. Voor het steken van leem wordt Goyaert al beboet en bovendien eist Gerbrands van Goyaert of diens vrouw dat hem eerst voor de kosten van de arrestatie 12 gulden wordt betaald, waar hij overigens geen enkele aanspraak op zou mogen maken volgens de bestaande reglementen. Nu komen er bij Gerbrands meer Schijndelse ingezetenen die permissie komen vragen om leem te steken. Gerbrands, die daarover in wezen geen beslissing mag nemen, keurt het echter wel goed met de onderliggende gedachte, dat hij dan weer personen kan arresteren vanwege overtreding van de voorschriften, wat hem het nodige geld oplevert. In de akte wordt het als volgt omschreven: “…dat hij op die wijse de onnosele en eenvoudige luijden met schrick en vreese door zijne bedreijginge bevangen haar gelt op eene geweldige en strafbaere wijse afgeknevelt en zig daarmede op allerleij slingse streecken verrijckt heeft”.

Visitatie van een dood lichaam

Op 5 januari 1742 zijn schout en schepenen van Schijndel opgeroepen de lijkschouw te verrichten wat in die tijd werd omschreven als ‘het visiteren van een dood lichaam’. De secretaris maakt daarna een rapport op, dat hij vervolgens inwerkt in het zgn. schepenprotocol, zeg maar het notulenboek van het dorpsbestuur. Hij leest zoals gewoonlijk het rapport voor aan het schepencollege en op dat moment onderbreekt hem de inmiddels aanwezige Thomas Gerbrands de vorster en valt hem op een onbeschofte, brutale en ongehoorde wijze in de reden. Hij meent er het college van te moeten overtuigen, dat ze hem moeten zien als rechtstreekse vertegenwoordiger van de hoogschout van ’s-Hertogenbosch en vindt dat er een absolute wijziging in het visitatierapport moet worden aangebracht. Het zou nl. niet ondertekend moeten worden door de secretaris, maar hij zelf zodat men in ’s-Hertogenbosch de indruk krijgt dat Gerbrands de auteur is, die er immers weer eens een geldelijke premie uit wil slepen. Volgens de plakkaten van de republiek der Nederlanden moet Gerbrands zich houden aan zijn ambtseed en gehoorzamen aan de plaatselijke officieren en schepenen of regenten van Schijndel. Het proces-verbaal suggereert echter dat hij het schepencollege kleineert, minacht, in het openbaar bespottelijk maakt. Als collecteur van de dorpsbelastingen die de ingezetenen moeten betalen handelt hij naar eigen inzicht en fantasie en vordert daarbij ongeoorloofde bedragen van de Schijndelse bevolking. Hij gaat ook rechtstreeks in tegen allerhande besluiten die worden genomen en hem niet naar de zin zijn bij hem allesbehalve in de smaak vallen.

Een vergadering ten huize van Gerbrands

Op 18 juli 1745 zijn enige schepenen in vergadering bijeen in de herberg die door Gerbrands wordt gedreven. Men moet de biljetten en publicaties in orde maken in verband met de komst van een regiment infanteristen van Holstijn Goltorp, die daags daarop zullen komen logeren in Schijndel. Tijdens dat overleg zijn zo’n 20 tot 30 inwoners van Schijndel plotseling de vergaderkamer binnengedrongen. Ze uiten daar een krachtige wens nl. dat zij in dat jaar in het Broek [lees: Elderboek] turf of moer mogen steken. De bestuurders maken hen duidelijk dat de regelgeving op dit moment zodanig is, dat er slechts om de drie of vier jaren turf gestoken mag worden en de laatste ronde is geweest in 1743. Door de druk die de toegestroomde ingezetenen op de kwestie leggen antwoorden de schepenen, dat ze hun wens eerst met hun collega’s schepenen willen bespreken, alvorens daarover een beslissing te nemen. Ze pleiten voor 8 dagen uitstel. Bovendien….nu zijn ze in vergadering bijeen, noodzakelijk in het landsbelang, omdat die zaak van die inkwartiering goed geregeld dient te worden en dat heeft nu voorrang, vinden ze. Dus….even geduld als het om turf steken gaat, denkt men. Het gezelschap neemt hiermee geen genoegen en voert de druk stevig op, door te stellen dat men binnen een half uur een besluit op tafel wil zien liggen. Over de afloop zegt het archiefdocument niets. Bij nader onderzoek blijkt dat de mopperende ingezetenen tot het uitvoeren van deze ongeoorloofde en brutale overval zijn opgehitst door vorster Gerbrands. Wat is nl. het geval….turf steken en die verkopen levert zo’n 400 gulden op, waarvan de ophitser de nodige inkomsten mag opstrijken……over een geldwolf gesproken!

Zitdag in de Keulse Kar

Op de hoek van de huidige Groeneweg/Hoofdstraat, waar eens villa Nieuwegaard gebouwd en in 1968 gesloopt is, stond midden 18e eeuw de herberg de Keulse Kar, naast de Roode Leeuw. Op 20 januari 1746 is er een zekere weduwe van den Boomen, die in de Keulse Kar, toebehorende aan Francis van der Eerden, een zitdag organiseert, waarop de inwoners van Schijndel hun belastingcenten moeten komen afdragen uit de beden, verpondingen en de tienden. Gerbrands ergert zich groen en blauw dat die weduwe kiest voor de Keulse Kar en niet voor de herberg waar de vorster zelf de scepter zwaait. De man van de weduwe had nl. toen hij nog leefde de collecte van die belastingpenningen op zich genomen. Wat de weduwe doet is dus logisch en begrijpelijk. Opeens komt Gerbrands op een brutale wijze binnenvallen en geeft de aanwezigen te verstaan, dat ze aan de weduwe van den Boomen als collectrice geen enkele penning moeten betalen uit de tienden. En wat gebeurt er……het volk, misschien wel uit angst, vertrekt en de weduwe kan fluiten naar haar geld.

Uitgesloten van de avondmaaldienst

Bij de Vrede van Munster in 1648 is bepaald dat in het katholieke zuiden de christelijk gereformeerde godsdienst toonaangevend wordt en dat alle belangrijke functies bekleed dienen te worden door de gereformeerden zelf en niet door de ‘roomsen’. In die tijd spreekt men van de zgn. politieke en godsdienstige reformatie. Het overkoepelend orgaan binnen die hervormingsbeweging voor de Meierij is de classis van ’s-Hertogenbosch, met een onderafdeling genaamd de classis van Kempen- en Peelland, waaronder Schijndel valt. Heeft men klachten, dan kan men ze daar neerleggen. De algemene opinie t.a.v. Gerbrands is dat hij zich strafbaar gedraagt en dat hij zijn ongebonden levenswandel de vrije teugel laat en dat hij zelfs in kerkelijk opzicht de spot drijft met alle orders en plakkaten, met de openbare godsdienstuitoefening van de gereformeerden. Het past in het geheel niet bij zijn voorbeeldfunctie, maar dat schijnt hem niet te deren. Hij voert dit zelfs zo ver door, dat een serieuze klacht wordt ingediend omdat hij de Schijndelse predikant of dominee als persoon en diens familie bespot, brutaal bejegent en hoon en smaad toebrengt. De predikant klaagt hierover bij de classis te ’s-Hertogenbosch. Gerbrands wordt tenslotte de toegang tot de Avondmaaldienst geweigerd, waarover de vorster weer zijn gram uit. De avondmaalviering bij de gereformeerden in die tijd is immers vergelijkbaar met de misviering onder de katholieke bevolking. Daarvan uitgesloten worden is een straffe maatregel!