Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Teerdag

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Teerdag van het gilde.[bewerken | brontekst bewerken]

Op Sinterklaasdag 1756 is door de secretaris een schepenakte opgetekend die ons een inkijk geeft in een van de jaarlijkse teerdagen van het Sint Catharina Gilde, waarbij de gemoederen verhit raakten en rake klappen werden uitgedeeld.
Dit keer dus geen akte van testament, boedelscheiding, huurovereenkomst, akte van huwelijkse voorwaarden, akte van legitimatie voor een bastaardkind e.d. maar een zgn. interrogatie ofwel in gewoon Nederlands een ondervraging.
De stadhouder van het kwartier Peelland heeft opdracht gegeven aan het dorpsbestuur exact na te trekken wat er precies is gebeurd op 25 november 1756 bekend als St. Catharinadag. De H. Catharina is de patrones van het Schijndelse schuttersgilde, zoals ook de H. Barbara patrones is van het Sint Barbaragilde.
Opgetrommeld zijn achtereenvolgens Jan Eijmbert Verhagen (30), Mattijs Simon Verhagen (37), Jan Faasse van Nistelrooij (32) en Symon Eijmbers Verhagen (18). De schutterij vierde de teerdag in de herberg van Gijsbert Hendrix van der Heijden.
De getuigen wordt allereerst de vraag gesteld of zij daar ook op de Catharinadag zijn geweest ’s avonds rond 8 à 9 uur. Iedereen bevestigt dit.
Dan gaat de vragensteller verder met ze een voor een te vragen of ze op die avond de vier broers hebben gezien te weten Hendricus Cornelis van der Heijden, Casper Cornelis van der Heijden, Francois Cornelis van der Heijden en Arnoldus Cornelis van der Heijden. Ook dat gegeven klopt en daarna doet eenieder zijn relaas.
Tijdens het geroezemoes en door het gedrang heen is genoemde Hendricus op Jan Eijmbers Verhagen toegelopen. Jan zat daar bij het vuur en Hendricus zei; ‘Komt drinkt eens mee!”. Direct daarna is er een woordenwisseling te horen geweest tussen deze beide herbergbezoekers, tevens gildebroeders. Vrij kort daarop moest Jan enige vuistslagen incasseren. Wat er gezegd is blijft koffiedik kijken. Daar wordt in de getuigenverklaring met geen woord over gerept. Om erger te voorkomen springen de herbergier en de weduwe van Cornelis van der Heijden tussen beide kemphanen in en doen alle mogelijke moeite om ze uit elkaar te halen.
Buiten de woordenwisseling en de vuistslagen heeft Hendricus ook nog zijn mes getrokken en Jan enkele snijwonden toegediend en wel zo ernstig dat er omstanders waren die vreesden dat Jan ter plekke zou overlijden. Ook de broers Francois en Arnoldus stonden met messen in de hand.
Op een gegeven moment is Jan op de grond gevallen, dreigde zelfs met al zijn verwondingen onder de voet gelopen te worden, maar al lamenterend is hij uiteindelijk in de keuken terecht gekomen, zonder dat hij zijn belager van zich heeft kunnen afschudden. De beide broers van Hendricus hadden dat tijdig weten te voorkomen. Hendricus zou hem zelfs nog enkele keren met zijn hoofd op de harde stenen vloer geduwd te hebben. Ja, als de drank is in de man, vult u zelf maar in!

De herbergier, hevig ontstemd over de gebeurtenissen, riep vanuit de keuken, dat hij de belager zou aanklagen, waarop Hendricus terugriep: “Dat doe maer Gijsbert oom!”.
Ten slotte was de lucht nog niet helemaal geklaard, want genoemde Caspar stond ook met een mes in de hand en hield dat dreigend boven het hoofd van zijn neef Peter, de zoon van de herbergier. Hij moet toen gezegd hebben: “Godt doyme swijgt stil off ik sneij er uw ook” en op dat moment had Peter al een snee te pakken. Met die mededeling eindigt de getuigenverklaring.