Sint Catharina Gilde

In de brochure Schuttersgilden in Schijndel van januari 1980 noemt de streekarchivaris W. Cornelissen het Sint Catharina Gilde.

Het oudste gegeven over het gilde komt voor in een akte in het gemeentearchief van 26 november 1450, waarbij Haywig, vrouw van Walter van Beeck, bij testament 2 kromstaten (zilveren muntje) nalaat aan Sint Katharina, eveneens 2 kromstaten aan Sint Barbara. Hoewel de toevoeging "gilde" ontbreekt moeten toch de gilden zijn bedoeld en niet de altaren, omdat in deze akte tevens aan de kerk (fabriek) van Schijndel 3 kromstaten wordt geschonken en deze instelling dus naast Sint Katharina en Sint Barbara worden genoemd.

Aan deze tekst heeft het Sint Catharina Gilde haar oprichtingsjaar ontleend. Het jaartal 1450 staat daarom ook op het hoofdmansschild. De schenking van Haywig van Beeck heeft het gilde geïnspireerd tot het weer tot leven roepen van een vrouw, die gilde en kerk in haar rijkdom liet delen. Er zullen weinig broederschappen zijn met zoveel reglementen als dit gilde. Daarom is het geen wonder dat het ten leven roepen van Haywig in de vorm van een reglement is geschied.
Uit de overwegingen van het reglement blijkt evenwel, dat niet eerst het reglement er was en dat toen de broederschap is gaan zoeken naar een kandidaatsvrouwe. Neen, het is omgekeerd: de broederschap zag in Schijndel Haywig en heeft toen het reglement gemaakt.