U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Straatnaamgeving in Schijndel
Hoe straatnamen ontstaan[1][bewerken | brontekst bewerken]
Van kadasternummer naar straatnaam[bewerken | brontekst bewerken]
Tot ver in de twintigste eeuw waren straatnamen allesbehalve vanzelfsprekend. In Schijndel werd tot na de Tweede Wereldoorlog vooral gewerkt met kadasternummers. Vanaf 1832 gebeurde dat met pure perceelnummers, later aangevuld met wijknamen, zoals Borne en Elschot, wijkletters en huisnummers om de groei van het dorp enigszins overzichtelijk te houden. Wie iets wilde terugvinden van een woning van vóór 1936, moest dus niet zoeken op een straatnaam – die bestond simpelweg niet – maar op het kadastrale perceel. Pas in 1936 begon men daadwerkelijk namen aan straten toe te kennen, waardoor Schijndel langzaam het adressensysteem kreeg zoals we dat nu kennen.
Daarvoor leefden inwoners vooral met volksnamen. ‘Kerkeind’ is daar een typisch voorbeeld van: iedereen wist wat ermee bedoeld werd, maar officieel bestond de naam nooit,” legt Henk van den Brand, lid van de Schijndelse heemkunde en lid van de straatnaamcommissie in Meierijstad, uit.
Met de bouwplannen die de komende jaren in Schijndel op de rol staan, neemt de vraag naar nieuwe straatnamen opnieuw toe. Omdat die nieuwe wijken straks tientallen nieuwe straatnamen vragen, is dit hét moment om te kijken hoe dat proces werkt — en waarom sommige namen decennialang op de plank blijven liggen.
BAG: het zenuwstelsel van adresinformatie[bewerken | brontekst bewerken]
Centraal staat de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). “Daar staat alles in wat je maar wilt weten: zoals bijvoorbeeld adressen, panden, verblijfsobjecten en dergelijke,” vertelt Henk Prins. Het is ook het bestand waar navigatiebedrijven hun updates uit halen. Klachten als “Mijn adres staat niet in mijn navigatie” worden opgelost doordat een navigatiesysteem de nieuwste data ophaalt uit het BAG-bestand.
De regels: 24 tekens en tien jaar geduld
“De gemeente hanteert vaste richtlijnen voor naamgeving in de openbare ruimte,” legt Mark van den Broek van de gemeente Meierijstad uit. Twee daarvan springen eruit:
– Straatnamen mogen volgens de BAG-regelgeving tot 80 tekens lang zijn, maar krijgen bij meer dan 24 tekens een verplichte verkorte naam. Een van de leden grapte daarover: “De De Cock van Neerijnenstraat is precies 24 tekens — zijn voornaam paste niet meer op het bordje.”
– Pas tien jaar na overlijden mag iemand worden vernoemd. Alleen leden van het Koninklijk Huis zijn hiervan uitgezonderd. “Het moet niet automatisch zo zijn dat een burgemeester een straatnaam krijgt. Vaak hebben ze al een koninklijke onderscheiding; dan moet de bijzondere verdienste aantoonbaar zijn,” vertelt Henk verder.
Dat deze regel serieus wordt genomen, blijkt uit het voorbeeld van burgemeester Hulshof. Hij verbleef slechts iets meer dan een jaar in Schijndel en zijn verdiensten waren zeker geen aanleiding om hem een straatnaam toe te kennen.
Inwoners kunnen zelf namen voorstellen. Wat veel mensen níét weten: inwoners mogen zelf namen voor de openbare ruimte indienen. De commissie benadrukt dat dit welkom is. “Als mensen ideeën hebben, mogen ze die gewoon kenbaar maken.”
Wel moet het voorstel aan drie voorwaarden voldoen: de naam moet passen binnen de regels, bij een persoonsnaam geldt de tienjaarstermijn en er moet een geschikte straat in een passende wijk beschikbaar zijn.
Soms snel, soms 30 jaar wachten[bewerken | brontekst bewerken]
Hoewel sommige dossiers eindeloos lijken te duren, kan een straatnaam ook verrassend snel rond zijn. De commissie vertelt over de nieuwste straatnamen in Sint-Oedenrode, waar vrouwelijke componisten centraal staan. “We vonden dat er meer vrouwen vernoemd moesten worden. Binnen een week was het geregeld,” klinkt het.
Aan de andere kant zijn er inwoners die al sinds de jaren ’90 hopen op een vernoeming. Pas wanneer er een passende wijk wordt ontwikkeld, komt zo’n voorstel weer op tafel. “Je hebt een goed idee nodig én een goede plek.” Soms duurt dat tientallen jaren, zoals bij de Spaanse straatnamen, wordt uitgelegd.
De Spaanse straatnamen[bewerken | brontekst bewerken]
In Schijndel komt in de nieuw te bouwen wijk Grote Braeck een bijzonder cluster straatnamen: de Spanjestraat, Córdobastraat en Andalusiëhof. Deze namen verwijzen naar de herkomstgebieden van de eerste Spaanse gastarbeiders die in de jaren zestig naar Schijndel kwamen om hier te werken en een toekomst op te bouwen. Het was een periode waarin veel Nederlandse bedrijven — ook in Schijndel — dringend op zoek waren naar extra arbeidskrachten. Spaanse werknemers vormden daarbij een belangrijke groep.
De straatnamen zijn destijds in het leven geroepen naar aanleiding van een motie vanuit de PvdA, met als doel de bijdrage van deze eerste generatie arbeidsmigranten zichtbaar te maken in het straatbeeld. De commissie benadrukt dat het bijzonder is dat deze straten nu juist daar komen waar ze het best passen. Zoals in het gesprek werd uitgelegd: “Het is nu op de plek waar het het meest gepast is, zo dicht mogelijk bij hun achtergrond.”
Bijzondere straatnamen[bewerken | brontekst bewerken]
De Boskoopstraat (1950)
Deze naam verwijst naar de gemeente Boskoop, die na de oorlog grote hoeveelheden hulpgoederen — waaronder glas voor ruiten — schonk aan Schijndel. “Het is de enige straatnaam in Schijndel die naar een Nederlandse plaats is vernoemd,” aldus de commissie. Daarbij gingen er zelfs goederen terug de andere kant op: “In Boskoop kregen ze van ons klompen en wij kregen glas dat afkomstig was uit de kassen.”
De Generaal Ewellweg
Een naam die officieel ooit heeft bestaan, maar door vrijwel niemand is gezien. Het bleek een voetpad te zijn op de Duin, met het idee dat daar het museum Bevrijdende Vleugels zou komen. Dat museum kwam er nooit en het pad groeide dicht, maar op oude kaartjes stond de naam nog wel vermeld. Henk van den Brand vertelt: “Ik wilde weten wanneer die naam was gegeven én opgeheven. Dat heeft nogal wat speurwerk gekost, maar het is me gelukt.”
Ontwikkeling en toekomst[bewerken | brontekst bewerken]
Wanneer in Schijndel een nieuw bouwplan wordt ontwikkeld, begint voor de straatnamencommissie een zorgvuldig traject. De manier waarop nieuwe straatnamen worden gekozen, hangt sterk af van de omvang en aard van de ontwikkeling. Het verschil tussen een kleine inbreiding en een volledig nieuwe wijk is daarbij belangrijk.
Wanneer het gaat om één nieuwe straat of een kleine inbreiding binnen een bestaande woonwijk, kijkt de straatnamencommissie allereerst naar de directe omgeving. In dat geval wordt vaak teruggegrepen op historische veldnamen of wordt aangesloten bij bestaande thema’s in de buurt. Zo blijft de naamgeving logisch, herkenbaar en passend binnen het bestaande stratenpatroon. De commissie verwoordt dit als volgt: wanneer er sprake is van een beperkte uitbreiding, wordt er echt gekeken naar de omgeving, naar de veldnamen.
Wanneer er een grote gebiedsontwikkeling plaatsvindt – zoals Het Hooghekke straks bij stal Vermulst – werkt het proces anders. Dan wordt er niet langer gezocht naar losse historische namen, maar wordt een volledig nieuw thematisch concept ontwikkeld. Dit gebeurt omdat een nieuwe wijk vraagt om een samenhangend geheel van straatnamen dat past bij de identiteit van het gebied. De commissie zegt hierover: “Als het echt een compleet nieuwe wijk is, dan is het ook vanzelfsprekend om juist een thematiek te kiezen.”
Bronnen, noten en/of referenties
|