Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Schietpartij anno 1650

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De irritatie van de zoon van de schout.[bewerken | brontekst bewerken]

De Schijndelse Van Helmontstraat is destijds door het college van B&W op advies van de straatnamencommissie zo genoemd ter herinnering aan een van de Schijndelse dorpsschouten nl. Aert Janssen van Helmont die in de 17e eeuw deze post heeft vervuld.
Deze schout had een zoon Paulus die in het onderstaande relaas een prominente rol speelt. Wat is er aan de hand? Er is in maart 1650 een schietpartij geweest en dat werd altijd bij het hoogste gezag gemeld nl. de hoog- en laagschout van ’s-Hertogenbosch, in dit geval de jonker Bergaigne en prompt daarop volgt dan een nader onderzoek.
De vorster schrijft een dagvaarding uit en roept Anthonis de zoon van Adriaen Janssen van de Sande op om getuigenis der waarheid te komen afleggen op verzoek van Nicolaes Peters van Grinsven secretaris te Schijndel en tevens stadhouder van genoemde hoogschout.
De 24-jarige Anthonis is de attestant die getuigt dat hij op 6 maart 1650 samen met zijn broer rond de klok van 9 uur in de avond via een openbare voetpad vanaf de Servatiuskerk op een kleine afstand het huis en tevens herberg hebben bereikt genoemd ‘De Roos’, ongeveer ter hoogte van het huidige Tunneke aan de Voortstraat. Terwijl ze over dat voetpad liepen hoorden ze achter zich de nodige stemmen. Afgaande op het geluid bleek het volgens Anthonis duidelijk de stem van Paulus de zoon van de schout te zijn, die samen met zijn vrouw en nog een knecht, onderweg waren naar ‘de Roos’ na een bezoek gebracht te hebben aan moeder Van Helmont.

Paulus zegt tegen zijn gezelschap de beide broers ziende: ”Wat sijn dat voor schelmen?”. Hij stuurt zijn knecht achter Anthonis en Jan aan. Die spreekt hen aan en keert vervolgens naar zijn baas terug. Paulus vraagt nieuwsgierig: “Nou….wie zijn het?”. De knecht zegt: “Het sijn eerlijcke knechts”. Maar Paulus is daar niet zo van overtuigd en zegt hardop: “tSijn vagebunden, het sijn peirdtdieffven” en dat herhaalt hij enkele keren.

Of ze werkelijk bekend stonden als paardendieven weten we niet omdat het archief hierover geen duidelijkheid verschaft. In de ogen van Paulus dus blijkbaar wel. Vervolgens hebben de beide gezelschappen elkaar bijna ingehaald, maar Anthonis heeft de pertinente uitspraak van Paulus van Helmont, in de wandeling Paulus Schouten genoemd, goed in zijn oren geknoopt en als Paulus pal achter hem aan komt lopen draait hij zich om en zegt heel brutaal: “Siet wel toe dat u peirdt niet gestoolen en wordt!”. De vrouw van Paulus bemoeit er zich nu ook mee en geeft Antonis te verstaan: “Hoe gij spreekt off men u niet en kende”. Ja, op een dorp kent immers iedereen, zo ook in het Schijndel van die dagen.

Inmiddels zijn ze bij ‘de Roos’ aangekomen en Paulus schiet met zijn vrouw en knecht naar binnen, terwijl de beide broers in de duisternis even blijven staan, zich beradend op een eventuele volgende actie. Hun vermoeden wordt bewaarheid. Ze horen ineens in de stilte van de duisternis het nodige rumoer in dat huis en plotseling wordt een van de vensters opengestoten en lost iemand een schot. Het was te donker om te kunnen zien wie er schoot en bovendien was het vanuit het huis door iemand die binnen stond. Anthonis wordt geraakt en niet zo’n beetje ook. Er dringt de nodige hagel zijn rechteroog binnen en ook zijn hoofd raakt gewond. Het dramatische gevolg was dat hij zijn gezichtsvermogen verloor aan dat ene oog en doodziek werd van de schotwond.

Hiermee eindigde hun verklaring die tevens werd aanhoord door twee getuigen nl. Anthonis Adriaenssen Smidts en Gerit Corrstiaens Verhaegen. Later zijn ook nog voor een persoonlijke verklaring opgeroepen de 21-jarige knecht Jan Dirck Handrickx en de 21-jarige Lijsbeth de dienstmaagd, beiden in dienst van Paulus Schouten, die de verklaring van Jan en Anthonis bevestigen.