U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Neanderthalers
Gereedschapskist uit de prehistorie[1]
[bewerken | brontekst bewerken]
In Schijndel zijn meerdere vuurstenen werktuigen uit de steentijd gevonden. Het gaat dan om de periode van 250.00 tot 40.000 jaar gelden. Er wordt dan gesproken van de "toolbox" van de prehistorische mens. De werktuigen hadden soms een specifieke functie, soms was het meer een soort Zwitsers zakmes dat voor meerdere functies geschikt was.
Boren zoals 1a t/m 1d werden gebruikt om gaten te maken in huiden, hout of bot.
Vuursteen afslagen zoals 2a-b, 3a-b, 5a-b en 7a-b werden gebruikt voor verschillende functies zoals snijden en schaven.
Krabbers zoals 4a-b werden gebruikt om huiden schoon te krabben en klingen (6a-b) zijn afslagen van een stuk vuursteen die gebruikt werden als basis om andere werktuigen te maken of meteen gebruikt werden als werktuig. De hier getoonde kling is waarschijnlijk gemaakt door een Neanderthaler.
Neanderthalers[bewerken | brontekst bewerken]
Lang geleden liepen er Neanderthalers in Schijndel rond. In 1996 en 2007 vonden archeologen enkele werktuigen die door de Neanderthalers gebruikt werden. Ze kwamen naar boven bij het uitdiepen van de Zuid-Willemsvaart en tijdens graafwerkzaamheden bij het industrieterrein Duin.
Neanderthalers zijn een uitgestorven mensensoort. Ze leefden zo’n 200.000 tot 40.000 jaar geleden. Het waren rechtop lopende mensen. Ze hadden grote hoofden en dikke botten. Een Neanderthaler was ongeveer 160 centimeter groot. De Neanderthalers hadden geen vaste woonplaats. Ze trokken rond om aan voedsel te komen en verzamelden zaden en eetbare planten en gingen op jacht. Neanderthalers waren goede jagers. Ze joegen op grote dieren: mammoeten, wolharige neushoorns, reuzenherten en wilde paarden. Ze trokken achter deze dieren aan en kwamen zo terecht in onze regio. Er zijn stenen werktuigen gevonden die ze hier achterlieten.
Steentijd[bewerken | brontekst bewerken]
De tijd waarin de Neanderthalers leefden noemen we de Steentijd. De steentijd maakt deel uit van de prehistorie. In de steentijd gebruikten mensen stenen werktuigen. Ze gebruikten waarschijnlijk ook werktuigen van hout of bot. Maar deze voorwerpen zijn bijna niet bewaard gebleven. De steentijd eindigt als de bronstijd begint. Brons is net als ijzer een soort metaal.
Werktuigen[bewerken | brontekst bewerken]
Neanderthalers waren slimme mensen. Ze maakten werktuigen van vuursteen. Bijvoorbeeld vuistbijlen, pijlpunten en schrapers. Als je vuursteen kapot slaat, krijg je scherpe randen. De scherpe randen aan de steen kon je gebruiken als mes om te hakken of te snijden. De vuursteenwerktuigen in Schijndel zijn tussen de 150.000 en 40.000 jaar oud.
Vuursteenmijnen[bewerken | brontekst bewerken]
Om werktuigen te maken gebruikten de Neanderthalers vuursteen. Die vuursteen kwam niet uit Schijndel. De Neanderthalers haalden de steen uit vuursteenmijnen. Dat waren gaten in de grond waar de vuursteen werd gevonden bij Sint-Geertruid in Zuid-Limburg.
Uitsterven[bewerken | brontekst bewerken]
Zo’n 45.000 jaar geleden kregen de Neanderthalers concurrenten. De “Homo Sapiens Sapiens” of moderne mens. Deze mens liep rechtop en kon denken. Enkele duizenden jaren geleden leefden Neanderthalers en moderne mensen samen. De Neanderthalers verdwenen als mensensoort. We weten niet precies waarom.
DNA[bewerken | brontekst bewerken]
Sommige wetenschappers denken dat Neanderthalers kinderen kregen met de moderne mens en op die manier langzaam verdwenen. Een bewijs is het DNA van de moderne mens. Twee tot vier procent van ons DNA hebben we van de Neanderthalers geërfd. Andere wetenschappers denken dat Neanderthalers en moderne mensen elkaar in de weg zaten bij het zoeken naar voedsel.
Bronnen, noten en/of referenties
|