Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Gerardus Jacobus de Wit (1925 - 2009)

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Gerardus Jacobus de Wit
Gerardus Jacobus de Wit (1925 - 2009).jpg
Persoonsinformatie
Volledige naam Gerardus Jacobus de Wit
Roepnaam Gerard of Broer
Geboorteplaats Schijndel
Geboortedatum 25 januari 1925
Overl.plaats Haelen
Overl.datum 15 maart 2009
Partner(s) Anna Maria Christina (Annie) Thijssen

Gerardus Jacobus (Gerard) de Wit [1][bewerken | brontekst bewerken]

Zoon van: Adrianus de Wit en Margaretha Maria Dito
Geboren: 25 januari 1925 te Schijndel
Toenmalig adres: Hoofdstraat 161
Legerplaats: Roermond
Legeronderdeel: 5 - 11 R.I. (later gew. Geniedienst Padang)
Legernummer: 250125121
Rang/functie: sergeant - in Padang bevorderd tot SMI
Datum vertrek naar Nederlands-Indië: 28 februari 1948
Naam van de boot: Volendam
Verblijf op: Sumatra
Datum terugkomst: 26 mei 1950
Naam van de boot: General Stewart
Laatst bekende woonplaats: Haelen (Limburg)
Overleden: 15 maart 2009 te Haelen (Limburg)

Herinneringen van Gerard[bewerken | brontekst bewerken]

Beknopte levensgeschiedenis van een Schijndelse Indiëganger.
Als oudste zoon van Janus de Wit moest ik in 1943 voor een half jaar naar de Arbeidsdienst. Toen ik daar uit kwam moest ik onderduiken, want we zouden naar Polen moeten ofwel we zouden in de Noordoostpolder worden ingezet. Niets was zeker! Enkele maanden ben ik in Haarlem geweest, daarna in Schijndel, waar we goede contacten hadden met de ondergrondse en met de politie onder andere wachtmeester Graat. De bevrijding heb ik overleefd in het Moederhuis van de zusters.
Na de bevrijding, wederopbouw boerderijen bij Karel van de Wiel, totdat mijn vader de bioscoop "het City Theater" aannam. Ik was inmiddels gekeurd voor militaire dienst, maar ik vroeg uitstel aan, welke ik kreeg voor onbepaalde tijd.
In 1946 werd ik toch opgeroepen en moest ik mij melden in Roermond van waar we meteen doorgingen naar Venlo in de Frederik Hendrik kazerne. Na een eerste training ging ik naar de kaderschool "Zeeburg" in Amsterdam, waar we toen zes weken kolenverlof kregen wegens de strenge winter. Van hieruit werden we naar Amersfoort gestuurd en naar Elst bij Rhenen voor een opleiding voor magazijnbeheerder. Na onze opleiding werden we bij verschillende bataljons ingedeeld. Ik kwam in Roermond bij 5 - 11 - R.I. bataljon "Tegelen" als sergeant van Benzine - Olie - Smeermiddelen, "B.O.S.".
Vanuit Roermond zijn we naar Indië vertrokken met de s.s. Volendam, waar we als onderofficier niets tekort kwamen. Deze zeereis duurde ongeveer een maand, waarna we in Medan van boord zijn gegaan en direct in een trein naar, wat later bleek, Pemantang-Siantar, zo'n 100 kilometer landinwaarts. Daar zijn wij (vele militairen van verschillende onderdelen) door de Zusters van Schijndel en de Paters Capucijnen heel hartelijk ontvangen en wij waren altijd welkom. Ik heb er persoonlijk nog dankbare herinneringen aan. Samen met de Zusters en vele vrienden hebben we onze verloving gevierd met mijn huidige vrouw Anny, met de handschoen, zoals men zei.
De hele Indië periode heb ik bijna iedere dag naar mijn verloofde geschreven, waar ik nu bijna 50 jaar (in het jaar 2000) mee getrouwd ben en zes kinderen en 16 kleinkinderen mee heb. Alles goed gezond! (Een zoon en schoondochter wonen met hun 4 kinderen in Schijndel)
Juist voor de tweede politionele actie werd ik overgeplaatst naar Padang, waar ik bij de Gewestelijke Geniedienst kwam, meer in mijn vak en waar ik goed organiseren geleerd heb. Ook in Padang heb ik Pater Van der Velden, Bruinsma en nog anderen ontmoet. Met Pater Van der Velden heb ik het contactblad "HOP EN PALMEN" opgezet, maar de interesse was gering. In opdracht van de garnizoenscommandant Kolonel Van Erp, heb ik een "PASAR MALANG" georganiseerd, met een treinrail, een jeep op rails en een aantal lorries.
Hierdoor kwam ik in contact met de directie van "DELISPOOR" en de naam "PEKANBARU" wat zeer interessant en vruchtbaar was. Bij de cementfabriek "INDARUNG" was ik ook kind aan huis en bij verschillende theeplantages. Voor mijn inzet vond mijn kapitein, dat ik bevorderd moest worden. Ik werd S.M.I. Ook had ik goede vriendinnen bij de G.G.D., leerling-verpleegsters en verpleegsters, die vrijwillig naar Indië waren gekomen om op afgelegen posten, dikwijls aan de frontlijn, zieken te verzorgen. Hierover zou ik een apart boek kunnen schrijven. Ook van oude liefdes in Schijndel, de hockeyclub en de vele vrienden, maar daar zal wel niets van komen. Gewond: tijdens dienstopdracht auto-ongeluk; 14 dagen ziekenhuis; daarvoor gewondendraaginsigne ontvangen.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Herinneringsboek van Schijndelse militairen in Nederlands-Indië "Hop en Palmen".