U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Elschotseweg 35
Woonhuis/boerderij | ||
Elschotseweg 35 | ||
Gebruik | Woonhuis | |
Gereed | 1917 | |
Bouwstijl | Eclecticisme | |
Bouwpartners | ||
Architect | Ch.J. vanLiempd | |
Eigenaar | P. Verhagen (1993) |
Elschotseweg 35[1][bewerken | brontekst bewerken]
Dorpswoning Woonhuis, 1917
Baksteen, ook de dorpels, tandlijstdecoratie. Rechte steekankers. T-vensters. Glas-in-lood bovenlichten. Vernieuwde paneeldeur.
Mansarde/wolfdak. Tuile du Nord.
Aangebouwde schuur onder zadeldak.
Ligusterhaag.
Detaillering.
Opgetrokken middenpartij met hoek- en deurpilasters.
Beschrijving uit de gemeentelijke monumentenlijst 1993.[2][bewerken | brontekst bewerken]
Typering, situering en bouwgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
Op een zeer ruim perceel op de hoek van de Lariestraat en de Elschotseweg staat dit vrijstaande pand bestaande uit een woonhuis aan de Elschotseweg en eenaangebouwde voormalige boerderij aan de Lariestraat. Het eenlaags woonhuis staat in de rooilijn en heeft de nokas van het afgewolfde mansardedak parallel aan de straat. Deeenlaags boerderij aan de linker achterzijde van het woonhuis is achter de rooilijn van de Lariestraat gelegen met de nokas van het zadeldak parallel aan deze straat.
Het woonhuis met boerderij is in 1917 ontworpen door architect Ch.J. van Liempd. De architectuur van het woonhuis is een voorbeeld van het Eclecticisme.
Direct na de Tweede Wereldoorlog werd aan de rechter achterzijde van het woonhuis een aanbouw toegevoegd met keuken, bergplaats en toilet. Tegen de boerderij werd in 1954 aan de lange zijde een kippenhok gebouwd. Het dak aan de achterzijde van het woonhuis werd in 1978 voorzien van met dakkapellen. Deze niet oorspronkelijke toevoegingen worden niet beschermd.
Het boerderijgedeelte is inmiddels omgebouwd tot woonhuis, zodat het pand nu een dubbele woonfunctie heeft.
De siertuin rondom het woonhuis wordt omzoomd door een ligusterhaag. Op het erf bij de boerderij staan een zes-tal notenbomen.
Beschrijving van het exterieur[bewerken | brontekst bewerken]
De bakstenen voorgevel is symmetrisch ingedeeld en wordt verticaal geleed door hoek- en muurpilasters. De muurpilasters, die de centrale ingang flankeren, zijn opgetrokken
tot een dakkapel. De ingang en de vensters bevinden zich in verdiepte muurvlakken.
De ingang wordt gevormd door een vernieuwde paneeldeur met een glas-in-lood bovenlicht. De deur- en raamkozijnen zijn voorzien van kraalprofielen. In de verdiepte muurvelden aan weerszijden van de ingang zijn twee T-schuiframen met glas-in-lood bovenlichten aangebracht. De dakkapel boven de ingang heeft een trapgevel met ezelsruggen en een openslaand raam in het midden. De ingang en de vensteropeningen worden ontlast door rechte strekken met siermetselwerk aan de bovenzijde en afgeronde bakstenen onderdorpels van rode verblendsteen. De overige gevelversiering van rode verblendsteen bestaat uit een speklaag, verticaal siermetselwerk tussen de vensters en zigzag- en bloktandlijsten in een bakstenen band onder de overkragende houten gootlijst op klossen. Op het afgewolfde mansardedak, dat gedekt is met blauwe tuile du Nord pannen, staan twee hoge schoorstenen met afdekplaat op de nok. Op het voorschild aan weerszijden van de opgetrokken dakkapel zijn twee houten dakkapellen gebouwd onder plat met overstekende gootlijst op klosjes. Het houten kozijn- en raamwerk van deze dakkapellen is fijn bewerkt met holle profielen en groeven.
De vensters op de begane grond en verdieping van de rechter en linker zijgevel zijn gelijk aan die van de voorgevel. De linker zijgevel heeft bovendien een halfvenster.
Onder de dakrand is een bloktandlijst ingemetseld en in de muren zijn rechte muurankers bevestigd.
De voormalige boerderij aan de linker achterzijde van het woonhuis wordt overkapt door een afgewolfd zadeldak dat gedekt is met blauwe mulderpannen en met een piron en
een schoorsteen op de nok. Onder de dakrand is een bloktandlijst ingemetseld. De gevels van dit deel van het pand zijn grotendeels vernieuwd.
De lange gevel aan de Lariestraat heeft een gepleisterde plint en wordt van links naar rechts doorbroken door een opgeklampte getoogde schuurdeur, twee getoogde zesruits
stalraampjes, een opgeklampte rechte én een getoogde deeldeur, twee getoogde zesruits stalraampjes, een vernieuwde paneeldeur met getoogd bovenlicht, en een paneeldeur onder rechte strek. Tegen de gevel zijn enkele rechte muurankers bevestigd.
Beschrijving van het interieur[bewerken | brontekst bewerken]
De hal achter de hoofdingang deelt het woonhuis symmetrisch in twee gelijke delen. In de hal ligt een granito vloer. De lambrisering tegen een deel van de muren is een
geschilderde imitatie van marmer. Daarboven is een sierrand geschilderd van golvende lijnen en gestileerde bloemen. Aan de bovenzijde van de muren onder het plafond is een
vergelijkbare sierrand van gestileerde bloemen geschilderd. Op het plafond zijn sierlijsten van stuc aangebracht. De paneeldeuren in de hal hebben een pilaster en
architraafomlijsting.
Het gedeelte rechts van de hal was oorspronkelijk opgedeeld in een woonkamer en slaapkamer met bedsteden maar is nu geheel opengebroken tot woonkamer. De vensters zijn aan de binnenzijde afsluitbaar door in de muren verzonken schuifluiken. In het verlengde van deze ruimte is aan de achterzijde een aanbouw met keuken, toilet en bergplaats gebouwd.
Links achter in de hal leidt een trap naar de verdieping. Onder de trap geeft een rondboog doorgang toegang tot de voormalige keuken. Van hieruit is het mogelijk om via de vroegere bijkeuken in het voormalige boerderijgedeelte te komen. De hoofdingang van dit woonhuis ligt aan de Lariestraatzijde. De breedte-indeling van het pand met achtereenvolgens voorstal, koestal, dorsruimte, bergplaats en karhuis is bewaard gebleven.
Motivatie tot plaatsing op de monumentenlijst[bewerken | brontekst bewerken]
Met name het hoofdgebouw - het eigenlijke woonhuis - is een goed voorbeeld van het eclectische bouwstijl van architect Van Liempd.
Het exterieur en delen van het interieur zijn in de gave oorspronkelijke toestand en vertonen bijzondere detaillering.
Het pand is in de directe omgeving de enige overgebleven boerderij met karakteristieke tuin en erf en heeft als zodanig meerwaarde omdat het grenst aan het landelijke
'boeren' gebied rondom de Hopstraat.
Bronnen, noten en/of referenties |