Elektrisch licht

In De Schijndelse Krant stond op 2 september 1955, bladzijde 2/2, onderstaand artikel.

Op het Oetelaar werd de lamp uitgeblazen

In 1955 werd het gebied “Het Oetelaar” aangesloten op het elektriciteitsnet.

Ja, geachte lezer. U leest het goed, de lamp uitgeblazen. Heus niet zo gek hoor want in 1955 zijn nog verschillende mensen heel blij, als ze eindelijk ook electrisch licht krijgen. Dit was onlangs het geval met het laatste stuk der zogenaamde onrendabele gebieden namelijk het Oetelaar.

Het gemeenteraadslid de Edelachtbare Heer A.J. van Oorschot liet dit heugelijke feit officieel te zijnen huize namelijk Zaterdag vieren en wij allen konden ons weer gemakkelijk terugplaatsen naar jaren geleden, toen we zelf ook nog petroleumlicht hadden ofwel nog met bromolie stookten.
Velen kunnen zich dit echter niet meer voorstellen, doch wie met ons geruime tijd in de grote kamer vertoefd had met slechts een petroleumlamp brandend en daarbij nog een en ander door ons moest worden genoteerd, nu dan was het werkelijk een ontzettend genot toen ineens een knop werd omgedraaid en wij allen wederom genoten van volop electrisch licht en iedereen en alles weer duidelijk onderscheiden kon worden.

De heer van Oorschot had voor dit feit het voltallige gemeentebestuur uitgenodigd. Bij aankomst op het Oetelaar stond naast de boerderij van Van Oorschot een vijftal vendeliers met vaandrager en tamboer opgesteld om de Burgemeester met zijn echtgenote aldaar te verwelkomen.
Nadat de vendelgroet was gebracht sprak de Hoofdman van het Gilde van St. Joris en Cathrien uit Gemonde, de heer Mar. van de Schoot, enkele woorden en heette het Gemeentebestuur op het Oetelaar hartelijk welkom. Hij verzocht even de aandacht voor het vendelzwaaien van zijn leden. Dit ging alles in een rustig en fijn afgestemd tempo, waarvoor iedereen bewondering had en hetgeen met een hartelijk applaus werd beloond.
Nadat alle vertrekken bij de fam. Van Oorschot waren gevuld met B. en W., de Raad en verschillende genodigden en iedereen van een verfrissing was voorzien, nam de heer Van Oorschot bij het licht van de petroleumlamp het woord. Spreker liet uitkomen, dat hij erop gespitst was deze avond te mogen verzorgen, terwijl het Gilde van St. Joris en St. Cathrien blij was aanwezig te mogen zijn. Spreker zette vervolgens uiteen hoe aangenaam het was, dat hier eindelijk de laatste lamp kon worden uitgeblazen. Dit gebeuren mag zomaar niet zonder meer voorbijgaan. Wij hebben wel lang op licht moeten wachten, aldus spreker doch hij bracht dank aan allen die hebben meegewerkt tot de aanleg hiervan. Spreker memoreerde nog het werken van wijlen de heer H. Bolsius in de commissie voor de zogenaamde onrendabele gebieden. Hij heeft er veel voor gedaan, aldus de heer Van Oorschot en er is veel strijd voor geleverd, doch alles is opgelost en spreker betreurt het ten zeerste, dat de heer Bolsius dit feit jammer genoeg niet meer heeft mogen beleven.
Vervolgens stelt spreker aan Mevr. Van Tuijl een speciaal hiervoor gemaakte blaaspijp ter hand, waarop de echtgenote van de burgemeester prompt de lamp ineens uitblaast en tegelijk alle vertrekken in een zee van electrisch licht waden.
Nadat de heer Van Oorschot Mevr. Van Tuijl dank heeft gebracht voor de verleende medewerking, stelt hij haar deze laatste petroleumlamp als herinnering aan dit feit ter beschikking.
Burgemeester (A.Th.J.H. van Tuijl) neemt hierop het woord en zegt het een buitengewone gedachte van de heer van Oorschot te vinden om hier de laatste lamp te komen uitblazen op het Oetelaar. Ik ben blij, aldus spreker, dat het nog zo spoedig gebeurd is, want we zijn zelfs ver vooruitgelopen op het indertijd door de heer Bolsius zaliger gedachte opgestelde 10-jarenplan. Weliswaar heeft nog niet iedereen electrisch licht, doch de meeste boerderijen toch wel. De burgemeester zei het vendelzwaaien zeer op prijs gesteld te hebben en bracht daarvoor dank. Alhoewel men op het Oetelaar moderner wordt hoopte spreker toch dat de oude tradities hier gehandhaafd zouden blijven. Ook bracht hij dank voor de geschonken lamp en zei toe, dat deze een ereplaats zou krijgen in zijn huis.
Nadat het bestuur van het Gilde van St. Joris en St. Cathrien de heer Van Oorschot had gefeliciteerd met de nieuwe verlichting, genoten allen nog geruime tijd van de gastvrijheid van de familie Van Oorschot op het Oetelaar.

Bronnen, noten en/of referenties