U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Beek 10 Gemonde
Landarbeiderswoning. | ||
Beek 10. | ||
Gebruik | Vakantiehuisje | |
Gereed | Voor 1880. | |
Monumentnummer | 508649 | |
Monument status | Rijksmonument. | |
Bouwpartners | ||
Eigenaar | C.J.M. Dortmans (1993) |
Een grensgeval in Gemonde.[1][bewerken | brontekst bewerken]
Het pand Beek 10 te Gemonde[bewerken | brontekst bewerken]
Als bouwjaar voor de bewoning, in die tijd sprak men nauwelijks over een "pand", wordt veelal circa 1850 aangehouden. Andere bronnen spreken van circa 1650-1700. Bij een artikel van het Brabants Dagblad van 16 december 1997 staat als kop "Daglonerswoning, varkensstal en vakantiehuisje". Daar zou aan toegevoegd mogen worden "Woonhuis in authentieke stijl". Wat ooit is begonnen als niet veel meer dan een gat in de grond met een soortement van dak er boven is, via diverse fases, uiteindelijk uitgegroeid tot een hedendaagse woning met zeer veel authentieke kenmerken.
Hiervoor was wel een passende, aanbouw en nieuwbouw nodig. Dat het passend is blijkt ook wel uit het feit dat het pand rond 1991 op de monumentenlijst van de gemeente Sint Michielsgestel is geplaatst om een dreigende sloop te voorkomen waarna het ook, rond 1998, op de landelijke monumentenlijst is geplaatst.
En ondanks een schoorsteenbrand in februari 2012, waarbij er niets anders restte dan wat schamele restanten, staat het nog altijd op de Monumentenlijst. Dit vooral omdat de eigenaren-bewoners met heel veel liefde en gebruik makend van zoveel mogelijk authentieke bouwmaterialen het pand weer in oude glorie wisten te herstellen.
Volgens mondelinge verhalen zouden er in dezelfde regio circa 16 van soortgelijke woninkjes hebben gestaan. In de loop der jaren zijn deze allemaal verdwenen.
Het gebruik[bewerken | brontekst bewerken]
Allereerst heeft het pand gediend tot bewoning. Maar tussendoor heeft het ook nog andere functies gehad.
Als varkensstal waarbij aangetekend dient te worden dat de varkenshouder aan de binnenkant van het huisje een stroomdraad moest spannen om te voorkomen dat de varkens de lemen muren zouden verwoesten.
Als vakantiehuisje van een familie uit Den Haag. Van het feit dat het huisje alleen in de zomermaanden gebruikt werd maakte het ongedierte dankbaar gebruik. De eigenaren-bewoners die het pand restaureerden vonden in een bed een nest met jonge muizen.
Bewoners en eigenaren[bewerken | brontekst bewerken]
Het feit dat het pandje op de grens van diverse rechtsgebieden lag had voor de toenmalige bewoners bij tijd en wijle zo zijn voordelen. Een actieve veldwachter kon bijvoorbeeld bij stroperijen het grensgebied niet overschrijden want zijn rechtsbevoegdheid bleef beperkt tot de plaats waarin hij was aangesteld. Dit en het feit dat Beek zes kilometer van zowel Gemonde als Schijndel ligt en dus, zeker in die tijd erg afgelegen was, trok het ook een bepaald slag bewoners aan. Namen welke men tegen is gekomen zijn onder andere: Marinus van Boxtel, Stien Heesakkers (Stien Pek), Toon de Soep en Pietje de Bie.
Wie er schijnbaar ook wel eens hun toevlucht zochten was de Bende van Oss. Latere eigenaren zijn onder andere Martinus en Marinus de Bever. Ook een gezin met acht kinderen heeft in het achterste deel van het pandje gewoond. En dat in een pand van nog geen 50 vierkante meter, en een maximale hoogte aan de binnenkant van circa 1.70 meter! Bart Rijkers kocht het geheel eind jaren vijftig waarna Toon Schellekens (de varkenshouder) het in 1965 kocht. In 1968 werd het weer verkocht en ging het als vakantiewoning door het leven. Tot 1991, toen een vastgoedhandelaar het kocht met de bedoeling er een villa te bouwen. Zoals reeds aangegeven voorkwam de gemeente Sint Michielsgestel dit. In 1998 werd het opnieuw verkocht en deze eigenaren verbouwden het tot, een " woonhuis in authentieke stijl" waarin het aangenaam wonen was.
De bouwstijl kort en bondig.[2][bewerken | brontekst bewerken]
In het MIP-rapport (Monumenten Inventarisatie Project) wordt in telegramstijl de bouwstijl van deze negentiende-eeuwse landarbeiders beschreven.
Landarbeiderswoning Woonhuis, 19e eeuw.
Handvorm baksteen, witgeschilderd.
Vierruits vensters met een luik, paneeldeur.
Afgewolfd zadeldak met stro en aan achterzijde oud Hollandse dakpannen.
Bakstenen waterput met putmik.
Ligusterhaag.
Dak met mossen begroeid.
Zeldzaamheid, cultuurhistorische waarde als type.
Beschrijving uit de gemeentelijke monumentenlijst 1993.[3] [bewerken | brontekst bewerken]
Typering, situering en bouwgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
Het eenlaags, vrijstaande pand staat achter de rooilijn en heeft de nokas van het schilddak loodrecht op de straat. Het schilddak is aan de rechter lange zijde laag aangezet. Het pand heeft een rechthoekige plattegrond.
Het voormalige kleine boerderijtje is vóór 1880 gebouwd en doet momenteel dienst als vakantiewoning.
Beschrijving van het exterieur[bewerken | brontekst bewerken]
Het wit geschilderde handvorm bakstenen gebouwtje heeft een zwart geschilderde plint en wordt overkapt door een schilddak dat met stro is gedekt met een voet van blauwe oudhollandse pannen aan de achterzijde. Onder de dakrand ligt op de muur een laag van houten planken. Op de nok staat een vernieuwde schoorsteen met betonnen afdekplaat. De deuren en de luiken zijn donker groen, de kozijnen rood en het raamwerk is wit geschilderd.
De hoofdingang, een vernieuwde paneeldeur met kussens, bevindt zich in de lange linker zijgevel. Deze gevel is bovendien voorzien van drie vierruits draairamen met luiken en afgeschuinde bakstenen onderdorpels en twee opgeklampte deuren. De korte voorgevel heeft een zelfde raam.
De korte achtergevel is voorzien van nieuwe tuindeuren ter plaatse van een oude staldeur.
In de tuin staat een bakstenen put.
Motivatie tot plaatsing op de monumentenlijst[bewerken | brontekst bewerken]
Het pand heeft een grote architectonische en cultuurhistorische waarde als een zeldzaam type gebouw.
Bronnen, noten en/of referenties |