Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Ups en downs binnen de kerkgemeenschap

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Germaanse cultuur en beginnend christendom

Het christendom was 2000 jaar geleden een ‘nieuwe godsdienst’ binnen het Romeinse Rijk. Ondanks de tegenwerking die de eerste christenen ondervonden, hadden zij al vroeg de behoefte om onder de overheersing van de Romeinen in onze streken het woord van God te verkondigen. Vooral toen de macht van de Romeinen gaandeweg de 5e eeuw beduidend minder werd en het Germaanse Rijk zich begon te ontwikkelen, denk aan Clovis, Pepijn de Korte, Karel de Grote.
Rond de 7e en 8e eeuw treedt blijkbaar een nieuwe fase in nadat in de voorgaande eeuwen veel oude nederzettingen weer langzaam maar opnieuw waren betrokken. Binnen de katholieke kerk bestond altijd al de behoefte om binnen de Germaanse cultuur van die dagen het christendom te gaan preken.
In de 4e eeuw is het bisdom Tongeren [België] gesticht waar Servatius bisschop is. Hij overlijdt in 384. Volgens kerkhistorici is het uitgesloten dat hij al in onze streken tot de evangeliepredikers behoord zou hebben. Het feit dat er in de directe omgeving Servatiuskerken aangetroffen worden heeft meer met het Maastrichtse Servaaskapittel te maken dan met de bisschop zelf. Dat kapittel is ontstaan binnen het nieuwe bisdom Luik-Maastricht. Van daaruit lijkt de missionering in deze streken te zijn aangepakt door o.a. Lambertus [670-705] en Hubertus [705-727]. Ook Willibrordus, die opereert vanuit de grote abdij te Echternach en missionaire activiteiten krachtig stimuleert, krijgt in onze regio veel schenkingen van vooraanstaande lieden, die hem in zijn streven duidelijk ondersteunen.
Niet alleen in de Kempen maar ook zeker binnen Peelland zien we hoe Echternach actief is geweest in de driehoek Deurne, Bakel en Vlierden getuige de Willibrorduskerken aldaar. Ook vanuit de abdij van Sint Truiden worden her en der parochies met eenvoudige kerkgebouwen gesticht o.a. te Alem en de omgeving van Stiphout en Gerwen met hun Trudokerken. Schijndel krijgt via het genoemde Servaaskapittel zijn Servatiuskerk, zoals we die ook kennen uit Brabantse plaatsen als Dinther, Erp, Lieshout, Megen, Oijen en Westerhoven. Voorts kennen we ook nog de vele Brabantse Lambertuskerken die zijn gesticht vanuit het Lambertuskapittel te Luik.
Veel bijzonderheden zijn overigens over die vroege missionering en parochiestichtingen niet bekend. Het blijven voor de Schijndelse geschiedenis en van heel veel andere dorpen uitgesproken duistere eeuwen. Dat Schijndel ook iets te maken had met de abt van Sint Truiden wordt duidelijk in 1257 als deze abt op doorreis naar Alem, Schijndel aandoet. Hij had hier onroerend goed liggen bij herberg de Roode Leeuw zoals later blijkt, waarover een cijns betaald moest worden. Hij logeert in deze herberg en de Schijndelse bevolking wordt geacht te zorgen voor kost en onderhoud tijdens zijn kortstondig verblijf.

Stichting van de Wijbossche kapel

Hoe de stichting van de Wijbossche kapel in 1428 op het goed van Aert Eghen tot stand is gekomen wordt helaas nergens beschreven. Is het een bewuste afsplitsing geweest van de Servatiuskerk in het dorp, omdat de Wijbossche gemeenschap inmiddels sterk is uitgegroeid? Het blijft gissen. Bij een erfdeling een jaar tevoren, op hetzelfde goed, wordt er met geen woord gerept over een kapel. Maar in 1428 vermaakt Hendrik Jan van Dort een legaat aan de Antoniuskapel en dat is de reden dat men vasthoudt aan 1428 als stichtingsjaar. Een tweede reden is het feit dat men in 1448 spreekt van ‘de onlangs opgerichte kapel’. Er zullen nog vele legaten en schenkingen volgen. Aan de kapel is altijd een rector verbonden geweest en in de archieven spreekt men ook regelmatig over kapelmeesters, verantwoordelijk voor inkomsten en uitgaven en het onderhoud. Begin 17e eeuw worden bomen geplant rondom de kapel, terwijl de gekapte bomen aangewend werden voor de reparatie van dit eenvoudig godshuis. In 1660, dus tijdens de schuurkerkperiode, dient de hervormde schoolmeester Smets een aanvraag in bij de Raad van State om de kapel als gratis woonruimte te mogen betrekken, omdat de gemeente niet bereid is hem een geschikte woning aan te bieden.
Over de geschiedenis van de kapel tussen 1648 en 1836 is eigenlijk niets bewaard gebleven, behoudens dan een enkele losse aantekening. Bij een storm is 1836 waait het torentje met de klok van de kapel af en het verval van het gebouw is dusdanig, dat de gemeente Schijndel besluit ze in 1850 af te breken. Restanten van de kapel zijn bij een archeologische veldverkenning ter plaatse precies getraceerd. Het bewaarde tabernakel is sinds enige jaren in gerestaureerde vorm aangebracht in de huidige wegkapel aan het Kapeleind.