Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Bewerken van Sleutjes Spook

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 85: Regel 85:


=== '''In de Keulse Kar''' ===
=== '''In de Keulse Kar''' ===
Uit de periode dat hij in De [[Keulse Kar]] heer en meester is, zijn de nodige getuigenverklaringen bewaard gebleven, die het beeld van [[Thomas Gerbrands]] duidelijk illustreren. In 1747 is de schepen Lucas van Habraken 'n keer in de Keulse Kar geweest om te komen afrekenen. Gerbrands duwt hem met enige kracht een glas jenever onder de neus. Vervolgens gooit hij hem buiten. Zelfs op straat zit hij hem nog achterna met een geweer. Na die affaire stapt een zekere van Abeelen, meester-bierbrouwer, binnen om de afrekening te regelen van geleverde bieren, wat hij meermaals gedaan had de afgelopen jaren. Eerst nog toen Gerbrands verbleef in het huis van Van Beverwijk en nu dus in de Keulse Kar. Daar krijgt van Abeelen de nodige dreigementen naar het hoofd geslingerd in de sfeer van: ” Schurk, maak dat je het huis uit komt of ik schop je eruit". Van Abeelen is toen maar vertrokken. Ook een verklaring van Adriaan Janssen Schoenmakers en van Gordina Gijsbers van der Schoot, de dienstbode van Gerbrands, liegt er niet om. Op 22 maart 1748 is er volgens hun getuigenis, een heftige ruzie ontstaan tussen Evert Janssen van Delft en vorster Thomas Gerbrands. Van Delft loopt daarbij de nodige verwondingen op en de [[Chirurgijns en medicine doctoren|meester-chirurgijn]] [[Innocentius Egidius Bernuly (1688 - 1752)|Innocentius Egidius Bernuly]] moet er aan te pas komen. Overigens...,deze Evert was allesbehalve een lieverdje, getuige zijn eerdere gevangenschap in 's-Hertogenbosch. De dorpschirurgijn constateert na de vechtpartij een fikse hoofdwond en de nodige verwondingen aan Van Delfts arm. De dienstbode heeft het ook niet al te gemakkelijk in huize Gerbrands. Op een dag vraagt ze vrouw Gerbrands iets en meteen geeft de vorster haar een klap in haar gezicht, waardoor haar neus stevig begint te bloeden. Jaren later verklaren Gerbrands, diens vrouw en dochter Mechelina, dat Van Delft destijds een felle ruzie heeft gehad, maar zelf is begonnen. De vrouw van Gerbrands maant hem aanvankelijk a.u.b. naar huis te gaan. Als Van Delft zich echter bij het portaal van het huis meldt, wil vrouw Gerbrands meteen de deur dicht doen, maar de ruziemaker trekt acuut zijn mes. Hij loopt op de vrouw des huizes in. Die raakt niet gewond, maar er blijft wel een stevige kras op de deur achter. Eenzelfde voorval dateert van drie jaren geleden, zegt een andere verklaring. Corst van Gerwen zit dan in de herberg, bestelt een glas jenever en zet dat voor Van Delft neer. De geboren vechtersbaas geeft nogal luidruchtig te kennen, dat hij het vertikt met Van Gerwen een jenevertje te drinken. Ze vliegen elkaar in de haren, maar Van Gerwen trekt zich snel terug in de kamer waar Antony van Hanswijk, een broer van Antonetta en dochter Mechelina Gerbrands zitten. Van Delft grijpt zijn mes en Van Gerwen verdedigt zich met een stoel. Toch loopt de laatste een stevige messteek in zijn arm op. Hij wordt acuut naar chirurgijn Bernuly gebracht om verbonden te worden. Hendrik Eimbert Voets komt met een verklaring, dat Gerbrands op 18 november 1748 's morgens om half acht al met vier soldaten aan de deur heeft gestaan bij Bartel Teunis Verhagen, gelegen aan de Slender. De knecht van Bartel, die zelf nog op bed ligt, is het paard van zijn baas aan het roskammen en ziet plotseling de dragonders op hem af komen. Hij rent naar binnen, maar Thomas Gerbrands staat plotseling voor hem en roept hem toe: “Godt domme, hier heb ik den schelm". Hij grijpt de knecht bij de keel, die geen woord meer kan uitbrengen. Even later ontdekt Gerbrands dat hij de verkeerde te pakken heeft en zegt: “Godt domme, dit is de regte man niet!”. Bartel Verhagen is snel zijn huis uit gelopen, niets meer aan hebbende dan een hemd, broek en sokken. Gerbrands ziet hem vluchten en schreeuwt de soldaten toe: “Daar loopt den schelm heenen; Godt domme, schiet, schiet!”. Bartel valt van schrik ter aarde, maar is even later toch weten te ontkomen. Die val levert hem overigens  wel een ontsteking aan zijn knie op, waarvan hij maar langzaam herstelt. <br><Br>
Uit de periode dat hij in De [[Keulse Kar]] heer en meester is, zijn de nodige getuigenverklaringen bewaard gebleven, die het beeld van [[Thomas Gerbrands]] duidelijk illustreren. In 1747 is de schepen Lucas van Habraken 'n keer in de Keulse Kar geweest om te komen afrekenen. Gerbrands duwt hem met enige kracht een glas jenever onder de neus. Vervolgens gooit hij hem buiten. Zelfs op straat zit hij hem nog achterna met een geweer. Na die affaire stapt een zekere van Abeelen, meester-bierbrouwer, binnen om de afrekening te regelen van geleverde bieren, wat hij meermaals gedaan had de afgelopen jaren. Eerst nog toen Gerbrands verbleef in het huis van Van Beverwijk en nu dus in de Keulse Kar. Daar krijgt van Abeelen de nodige dreigementen naar het hoofd geslingerd in de sfeer van: ” Schurk, maak dat je het huis uit komt of ik schop je eruit". Van Abeelen is toen maar vertrokken. Ook een verklaring van Adriaan Janssen Schoenmakers en van Gordina Gijsbers van der Schoot, de dienstbode van Gerbrands, liegt er niet om. Op 22 maart 1748 is er volgens hun getuigenis, een heftige ruzie ontstaan tussen Evert Janssen van Delft en vorster Thomas Gerbrands. Van Delft loopt daarbij de nodige verwondingen op en de [[Chirurgijns en medicine doctoren|meester-chirurgijn]] Innocentius Egidius Bernuly moet er aan te pas komen. Overigens...,deze Evert was allesbehalve een lieverdje, getuige zijn eerdere gevangenschap in 's-Hertogenbosch. De dorpschirurgijn constateert na de vechtpartij een fikse hoofdwond en de nodige verwondingen aan Van Delfts arm. De dienstbode heeft het ook niet al te gemakkelijk in huize Gerbrands. Op een dag vraagt ze vrouw Gerbrands iets en meteen geeft de vorster haar een klap in haar gezicht, waardoor haar neus stevig begint te bloeden. Jaren later verklaren Gerbrands, diens vrouw en dochter Mechelina, dat Van Delft destijds een felle ruzie heeft gehad, maar zelf is begonnen. De vrouw van Gerbrands maant hem aanvankelijk a.u.b. naar huis te gaan. Als Van Delft zich echter bij het portaal van het huis meldt, wil vrouw Gerbrands meteen de deur dicht doen, maar de ruziemaker trekt acuut zijn mes. Hij loopt op de vrouw des huizes in. Die raakt niet gewond, maar er blijft wel een stevige kras op de deur achter. Eenzelfde voorval dateert van drie jaren geleden, zegt een andere verklaring. Corst van Gerwen zit dan in de herberg, bestelt een glas jenever en zet dat voor Van Delft neer. De geboren vechtersbaas geeft nogal luidruchtig te kennen, dat hij het vertikt met Van Gerwen een jenevertje te drinken. Ze vliegen elkaar in de haren, maar Van Gerwen trekt zich snel terug in de kamer waar Antony van Hanswijk, een broer van Antonetta en dochter Mechelina Gerbrands zitten. Van Delft grijpt zijn mes en Van Gerwen verdedigt zich met een stoel. Toch loopt de laatste een stevige messteek in zijn arm op. Hij wordt acuut naar chirurgijn Bernuly gebracht om verbonden te worden. Hendrik Eimbert Voets komt met een verklaring, dat Gerbrands op 18 november 1748 's morgens om half acht al met vier soldaten aan de deur heeft gestaan bij Bartel Teunis Verhagen, gelegen aan de Slender. De knecht van Bartel, die zelf nog op bed ligt, is het paard van zijn baas aan het roskammen en ziet plotseling de dragonders op hem af komen. Hij rent naar binnen, maar Thomas Gerbrands staat plotseling voor hem en roept hem toe: “Godt domme, hier heb ik den schelm". Hij grijpt de knecht bij de keel, die geen woord meer kan uitbrengen. Even later ontdekt Gerbrands dat hij de verkeerde te pakken heeft en zegt: “Godt domme, dit is de regte man niet!”. Bartel Verhagen is snel zijn huis uit gelopen, niets meer aan hebbende dan een hemd, broek en sokken. Gerbrands ziet hem vluchten en schreeuwt de soldaten toe: “Daar loopt den schelm heenen; Godt domme, schiet, schiet!”. Bartel valt van schrik ter aarde, maar is even later toch weten te ontkomen. Die val levert hem overigens  wel een ontsteking aan zijn knie op, waarvan hij maar langzaam herstelt. <br><Br>


=== '''Ruzie om houtschatpenningen''' ===
=== '''Ruzie om houtschatpenningen''' ===
Al uw bijdragen aan Schijndelwiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie Schijndelwiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)

Op deze pagina gebruikte sjablonen: