U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Sint Barbaraklooster II
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 179: | Regel 179: | ||
“Een ongeneeslijke ziekte heeft ook deze sterke mens gebroken. Met voorbeeldig geduld heeft hij zijn ziekte aanvaard als een bekroning van zijn zegenrijk priesterleven. In woord en daad was hij een verkondiger van Gods blijde boodschap. Met liefde en bezorgdheid heeft hij zich ingezet voor allen die aan zijn zorgen waren toevertrouwd en heel bijzonder de zusters van het huis, waar hij de laatste jaren geleefd heeft, mochten de blijmoedigheid en de offervaardigheid van zijn priesterzijn ervaren. Hij was een gelukkig mens, die graag en veel contact had met zijn familie en die door zijn open en blij karakter zich vele vrienden heeft verworven. Hij had een grote liefde voor | “Een ongeneeslijke ziekte heeft ook deze sterke mens gebroken. Met voorbeeldig geduld heeft hij zijn ziekte aanvaard als een bekroning van zijn zegenrijk priesterleven. In woord en daad was hij een verkondiger van Gods blijde boodschap. Met liefde en bezorgdheid heeft hij zich ingezet voor allen die aan zijn zorgen waren toevertrouwd en heel bijzonder de zusters van het huis, waar hij de laatste jaren geleefd heeft, mochten de blijmoedigheid en de offervaardigheid van zijn priesterzijn ervaren. Hij was een gelukkig mens, die graag en veel contact had met zijn familie en die door zijn open en blij karakter zich vele vrienden heeft verworven. Hij had een grote liefde voor | ||
alles wat mooi is in de schepping en vele uren van vreugde en voldoening heeft hij beleefd in het beoefenen van de beeldhouwkunst, waarbij hij ook juist in zijn oprecht geloof zijn inspiratie vond. Hij overleed op 28 juni 1967. De uitvaartviering vond plaats in de Servatiuskerk van Wijbosch waarna hij is ter aarde besteld op het congregatiekerkhof aan de Eerdsebaan. <br> | alles wat mooi is in de schepping en vele uren van vreugde en voldoening heeft hij beleefd in het beoefenen van de beeldhouwkunst, waarbij hij ook juist in zijn oprecht geloof zijn inspiratie vond. Hij overleed op 28 juni 1967. De uitvaartviering vond plaats in de Servatiuskerk van Wijbosch waarna hij is ter aarde besteld op het congregatiekerkhof aan de Eerdsebaan. <br> | ||
Het bisdom benoemt redelijk snel een nieuwe rector in de persoon van rector Adrianus Godefridus (Ad) de Koning, geboren op 5 december 1912, priester gewijd op 11 juni 1938 en overleden te Schijndel op 14 april 1986. Zijn rectoraat duurt 10 jaar (1967-1977). Om gezondheidsredenen verleent de Bossche bisschop Mgr. Bluijssen hem eervol ontslag | Het bisdom benoemt redelijk snel een nieuwe rector in de persoon van rector Adrianus Godefridus (Ad) de Koning, geboren op 5 december 1912, priester gewijd op 11 juni 1938 en overleden te Schijndel op 14 april 1986. Zijn rectoraat duurt 10 jaar (1967-1977). Om gezondheidsredenen verleent de Bossche bisschop Mgr. Bluijssen hem eervol ontslag m.i.v. 1 augustus 1977. Hoe hij, terugkijkend op zijn functioneren als rector, deze periode zelf heeft beleefd spreekt duidelijk uit zijn afscheidswoord dat hij 3 september 1977 heeft uitgesproken voor de kloosterzusters en personeel. Daarin zei hij het volgende:<br> | ||
::''“Ik mocht tien jaar lang de Christus onder u vertegenwoordigen, al was ik uiteraard bijlange geen „andere Christus‟. Wel heb ik naar eer en geweten en dat op mijn eigen manier mijn taak vervuld en ik troost me met de gedachte, dat het succes in Gods ogen van minder betekenis is dan het eerlijke pogen. Ik ben blij dat ik voor velen iets heb mogen betekenen, dat ik voor velen tot zegen en troost heb mogen en kunnen zijn. Beter dan wie ook besef ik, dat ik fouten heb gemaakt en vergissingen begaan. Waar niet gewerkt wordt worden geen fouten gemaakt en, zoals Paulus het zegt….we dragen onze schatten allen mee in breekbare potten. Ieder heeft zijn eigen inzichten, zijn eigen aard en temperament en allen moeten we roeien met de riemen die we hebben. Ik til er dan ook niet zwaar aan en ga er allerminst gebukt onder. Ik dank u voor alles wat u voor mij geweest bent en, onverschillig wie, voor mij gedaan heeft; voor de gebeden waarmee u me hebt vergezeld; voor het medeleven en belangstelling die u mij hebt geschonken. Nadrukkelijk wil ik de zieken bedanken die me veel grootheid van geest hebben getoond en met hun gelovige inspiratie tot voorbeeld zijn geweest. Met piëteit denk ik terug aan de ca. 150 zusters die ik tot in de dood mocht bijstaan en op ons kerkhof te ruste heb gelegd. Hun beeld staat steeds levendig voor me en van hun gebeden bij God mag ik me verzekerd weten. En dan had ik nog een verlangen nl. dat u de H. Eucharistie zult blijven zien als de kern van uw leven, als de bron van uw vrede, als het voedsel van elk apostolaat”.''<br> | ::''“Ik mocht tien jaar lang de Christus onder u vertegenwoordigen, al was ik uiteraard bijlange geen „andere Christus‟. Wel heb ik naar eer en geweten en dat op mijn eigen manier mijn taak vervuld en ik troost me met de gedachte, dat het succes in Gods ogen van minder betekenis is dan het eerlijke pogen. Ik ben blij dat ik voor velen iets heb mogen betekenen, dat ik voor velen tot zegen en troost heb mogen en kunnen zijn. Beter dan wie ook besef ik, dat ik fouten heb gemaakt en vergissingen begaan. Waar niet gewerkt wordt worden geen fouten gemaakt en, zoals Paulus het zegt….we dragen onze schatten allen mee in breekbare potten. Ieder heeft zijn eigen inzichten, zijn eigen aard en temperament en allen moeten we roeien met de riemen die we hebben. Ik til er dan ook niet zwaar aan en ga er allerminst gebukt onder. Ik dank u voor alles wat u voor mij geweest bent en, onverschillig wie, voor mij gedaan heeft; voor de gebeden waarmee u me hebt vergezeld; voor het medeleven en belangstelling die u mij hebt geschonken. Nadrukkelijk wil ik de zieken bedanken die me veel grootheid van geest hebben getoond en met hun gelovige inspiratie tot voorbeeld zijn geweest. Met piëteit denk ik terug aan de ca. 150 zusters die ik tot in de dood mocht bijstaan en op ons kerkhof te ruste heb gelegd. Hun beeld staat steeds levendig voor me en van hun gebeden bij God mag ik me verzekerd weten. En dan had ik nog een verlangen nl. dat u de H. Eucharistie zult blijven zien als de kern van uw leven, als de bron van uw vrede, als het voedsel van elk apostolaat”.''<br> | ||