U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Rijvereniging Het Ros Beyaert
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 3: | Regel 3: | ||
== '''Oprichting''' == | == '''Oprichting''' == | ||
Op 19 februari 1925 wordt door enkele leden van de [[Boerenbond Schijndel]] een rijvereniging opgericht. Deze oprichters waren [[Hermanus Arnoldus Kraaijvanger (1891 – 1974)|Herman Kraaijvanger]], Piet van de Velden, Haske de Graaf, | Op 19 februari 1925 wordt door enkele leden van de [[Boerenbond Schijndel]] een rijvereniging opgericht. Deze oprichters waren [[Hermanus Arnoldus Kraaijvanger (1891 – 1974)|Herman Kraaijvanger]], Piet van de Velden, Haske de Graaf, Jan Verhagen en Harrie van de Spank. Ze kozen een mooie naam voor hun vereniging, “Het Ros Beyaert”. Het edele ros is bekend uit het Middelnederlandse heldendicht dat verhaalt over de vier Heemskinderen in hun moedige strijd tegen Keizer Karel de Grote.<br> De paarden van de eerste '''negen leden''' zijn nog lang niet de ranke paarden van nu. Overdag staan ze voor de ploeg of kar, ’s avonds zijn ze plotseling rijpaard. Vooral de oudere boeren zijn aanvankelijk niet zo blij met de nieuwe hobby van hun zoons of knechten. Paarden zijn er om te werken en niet om ’s avonds en op zondag nog eens “afgebeuld” te worden. Maar dit verandert snel als ze merken dat hun zoons en knechten juist door de ruitersport meer liefde voor het paard krijgen en het beter leren verzorgen. Het paardrijden komt de gezondheid van de paarden alleen maar ten goede. <br>De ruitersport bloeit in heel het NCB- gebied dan ook steeds verder op. In 1940 telt de bond van landelijke ruiterverenigingen '''al 110''' aangesloten afdelingen.<br> Herman Kraaijvanger is dan nog de enige ruiter met enige ervaring, hij was ingedeeld geweest bij de bereden artillerie van het leger “De [[Gele Rijders]]”. Hij wordt de eerste commandant-instructeur. De vereniging beschikt dan nog niet over een eigen terrein en is daardoor, voor het oefenen, aangewezen op braakliggende veldjes. Veewagens en paardentrailers zijn er niet, dus alle afstanden binnen en buiten Schijndel moeten ruiter en paard te voet afleggen.<br> | ||
== '''Oorlogsjaren''' == | == '''Oorlogsjaren''' == |