U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Oorlogsherinneringen Martina Wagner-Bijnen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 5: | Regel 5: | ||
=== '''De mobilisatie''' === | === '''De mobilisatie''' === | ||
Ons land is gemobiliseerd. Nederlandse militairen worden opgeroepen om dienst te doen en paraat te zijn in geval van oorlog. Ik woonde in de | Ons land is gemobiliseerd. Nederlandse militairen worden opgeroepen om dienst te doen en paraat te zijn in geval van oorlog. Ik woonde in de Kluisstraat in Schijndel nabij het patronaat, waar een onderdeel van het Nederlandse leger, ‘De Staf’, was ondergebracht.<br> | ||
Soldaten kregen hun kwartier bij burgers, er heerste onrust in het land, de spanning was groot. De Duitsers waren immers al in september 1939 Polen binnengetrokken. In het begin dachten de Nederlanders dat het zo’n vaart niet zou lopen, ons koningshuis was immers van ‘Duitse bloed’. Toch waren er angstige vermoedens en de verloven waren ingetrokken. Op de ochtend van de 10e mei werden we vroeg wakker van de drukte in onze straat, er was lawaai en onrust te bespeuren. De soldaten hadden een vervroegd appél en moesten met hun hele uitrusting verschijnen en spoedig vertrekken, voor de gewone soldaat, naar een onbekende bestemming. Na het appél was er geen ontbijt verzorgd voor de soldaten, zoals gewoonlijk, ze moesten snel weg. De mensen uit onze straat zorgden voor brood en koffie en nodigden de verontruste soldaten uit, om nog snel wat te eten. Wij hadden in die tijd een buurtwinkeltje met koloniale waren, snoep, koek, sigaretten en zo al meer. Daardoor kenden wij veel soldaten. De staf vertrok met zijn soldaten, niemand wist waarheen en wat er ging gebeuren. | Soldaten kregen hun kwartier bij burgers, er heerste onrust in het land, de spanning was groot. De Duitsers waren immers al in september 1939 Polen binnengetrokken. In het begin dachten de Nederlanders dat het zo’n vaart niet zou lopen, ons koningshuis was immers van ‘Duitse bloed’. Toch waren er angstige vermoedens en de verloven waren ingetrokken. Op de ochtend van de 10e mei werden we vroeg wakker van de drukte in onze straat, er was lawaai en onrust te bespeuren. De soldaten hadden een vervroegd appél en moesten met hun hele uitrusting verschijnen en spoedig vertrekken, voor de gewone soldaat, naar een onbekende bestemming. Na het appél was er geen ontbijt verzorgd voor de soldaten, zoals gewoonlijk, ze moesten snel weg. De mensen uit onze straat zorgden voor brood en koffie en nodigden de verontruste soldaten uit, om nog snel wat te eten. Wij hadden in die tijd een buurtwinkeltje met koloniale waren, snoep, koek, sigaretten en zo al meer. Daardoor kenden wij veel soldaten. De staf vertrok met zijn soldaten, niemand wist waarheen en wat er ging gebeuren. | ||