Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Onderwijs in de Gouden Eeuw: verschil tussen versies

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Nieuwe pagina aangemaakt met '== '''Onderwijs in de Gouden Eeuw''' == Waar een kerk stond was meestal wel enige vorm van onderwijs. Minimaal godsdienstonderricht, lezen, schrijven en rekenen. K...')
 
Regel 46: Regel 46:


== '''Middelbaar onderwijs''' ==
== '''Middelbaar onderwijs''' ==
Wie de financiële mogelijkheden had om door te studeren kon kiezen uit verschillende Laijnse Scholen in de regio. Van daaruit was een eventuele overstap naar universitair onderwijs mogelijk. Nogal wat Brabantse studenten zien we ingeschreven worden aan de Leuvens Nationaal Onderwijsmuseum te Rotterdam  .
Wie de financiële mogelijkheden had om door te studeren kon kiezen uit verschillende Laijnse Scholen in de regio. Van daaruit was een eventuele overstap naar universitair onderwijs mogelijk. Nogal wat Brabantse studenten zien we ingeschreven worden aan de Leuvens Nationaal Onderwijsmuseum te Rotterdam  .


[[Categorie:Geschiedenis]]
[[Categorie:Geschiedenis]]
[[Categorie:Onderwijs]]
[[Categorie:Onderwijs]]

Versie van 6 jan 2020 22:07

Onderwijs in de Gouden Eeuw

Waar een kerk stond was meestal wel enige vorm van onderwijs. Minimaal godsdienstonderricht, lezen, schrijven en rekenen. Kosters hadden vaak als neventaak de jeugd te onderwijzen. Rond 1400 kent men in Schijndel een kosterij. Daar moet bijna zeker een school aan verbonden geweest zijn. In de archieven, die nog zijn bewaard vanaf 1530, is echter niets te vinden over een Schijndelse school. Pas in de 17° eeuw worden weer enige details gemeld zoals namen van schoolmeesters en reparaties aan schoolgebouwen en schoolmeester woningen.

Schoolmeesters, kosters, reparaties, gebouwen.

1564-1569 Joris Lodewijksz. Chatuvelts wordt in die jaren genoemd als schoolmeester.
1613-1644 Peter Mathijsen van Meerhout die in 1613 door de pastoor als schoolmeester wordt aangesteld en tevens als koster dienst doet. In 1644 maakt hij met zijn vrouw zijn testament op. Hij woont in de schoolmeesterwoning op het kerkhof en wordt naast het onderwijzen der jeugd ook belast met het luiden van de kerkklokken, het uurwerk van de toren onderhouden en de doden mee begraven
Na 1648 worden de katholieke of “paapse” schoolmeesters van lieverlee vervangen door schoolmeesters van de “gereformeerde religie”. rond 1660 Mathijs van Meerhout, vermoedelijk de zoon van Peter, die als paaps schoolmeester nog geaccepteerd wordt en in 1662 overlijdt.
1660-1671 Willen Roessing die in 1671 overlijdt. Hij is dan schoolmeester, koster, voorlezer en voorzanger in de protestantse diensten die in de aan de gereformeerden afgestane Servatiuskerk [1648-1795] worden gehouden. Brabant is op dat moment °generaliteits1and° hetgeen betekent, dat het rechtstreeks vanuit de Staten Generaal bestuurd wordt in die tijd.
1671-1683 [dubieus] Paulus Tersele
1683-1704 Elias Roessing die later wordt opgevolgd door Willem Roessing

De oudste school werd gebouwd op het kerkhof, gelegen rondom de Servatiuskerk, annex een schoolmeesterwoning. Over deze Schijndelse school en haar schoolmeesters tijdens de generaliteitsperiode is nauwelijks iets bekend. Ondanks dat de bronnen schaars zijn, is er toch behoorlijk wat informatie te vinden over de oude schoolgebouwen.

Dat de school inderdaad op het oude kerkhof stond bewijst het volgende archieffragment uit 1648:

“.....de ene sijde aen die kercke, andere sijde de erfve der kercke van Schyndel, ene eynde den kerckhof ende de tymeragien vanden schoole ten deele op dese gront staende” .

Een apart probleem in de aangehaalde generaliteitsperiode [1648 - 1795], was de problematiek rond de school in Eerde en de schoolkinderen die aan de uiteinden van het dorp woonden. In 1661 melden zich een groot aantal inwoners

Aan de Rooise kant van Eerde waren dat:

Adriaan Janssen Coppens de mulder, Aelbert Jan Dircx, Gerit Jan Simons, Michiel Michielssen Houbraecken,

Aan de Veghelse kant:

Geerling Janssen van Gruenendael, Jan Ariens Verlocht, Gerit Janssen Verweteringhe, Jan Aertssen Verhaegen

Aan de Schijndelse kant:

Denis Jan Denissen van der Meulen, Huybert Hendricx van der Duynen, Jan Huybert Spierincx en Jacop Peters.

Zij leggen op verzoek van schoolmeester Huybert van Bree een verklaring af, dat de hertgang Eerde een afgelegen hoek is behorende onder drie dorpen bestaande uit huizen die ressorteren onder drie dingbanken. In het midden van het dorp staat een kapel meer dan een uur gaans van de onderscheiden parochiekerken. Bovendien zo verklaren zij, dat er voor de val van Den Bosch en mede ook vanwege de ongemakkelijke kerkweg en schoolweg naar de drie genoemde dorpen, altijd ten behoeve van de omwonenden in Eerde zelf “school is gehouden ende de kinderen geleerdt” en dat zulks door de regeerders van de drie dorpen nooit verhinderd is. De inwoners durven hun kinderen niet over die vuile, veraf gelegen en gevaarlijke wegen naar de scholen in de dorpen te sturen. En ze doen een dringend beroep op Sint Oedenrode, Veghel en Schijndel naar een oplossing te zoeken, want ze zijn er niet gelukkig mee als hun kinderen zonder schoolkennis moeten opgroeien of zoals ze het in de brief uitdrukken “gescapen waeren in letticheyt ende ongeleerdheyt op te wassen” .

Een kijkje in de dorpsschool

Veelal zaten de kinderen tussen de 3 en 10 jaar in één ruimte bij elkaar. Het moet een wat rommelige indruk hebben gegeven. Ze kregen wat men toen noemde “hoofdelijk onderwijs”. Geen klassikale lessen, maar de schoolmeester gaf de kinderen individueel een aparte taak. Hadden ze die af, dan moesten ze zich melden aan de lessenaar. De schoolmeester overhoorde de taak of gaf wat nadere aanwijzingen. De kleinere kinderen werden geholpen door de ouderen in de klas. Alle lesjes werden hardop geleerd. Zittenblijven kende men op die dorpsscholen niet. Al met al moet het op het eerste gezicht wat wanordelijk overgekomen zijn. Bovendien lawaaierig als je bedenkt dat alles hardop werd geleerd en opgezegd. Het was er niet alleen druk. De meeste scholen waren donker en vies. Verlichting was er nauwelijks, op een kaars of olielamp na op de lessenaar van de schoolmeester zelf. Omdat het in de winter sneller donker was, kende men in de winterperiode ook kortere schooldagen. In de zomer waren soms veel kinderen afwezig omdat ze moesten helpen tijdens de oogsttijd op het boerenbedrijf. Om het wat warm te houden stookte men turf, die men in elk heidegebied kon steken. Dat zorgde ervoor dat het in die schoolgebouwen soms erg benauwd was omdat de rook binnen bleef hangen.

Strafmaatregelen

Om zo’n hele klas in toom te houden had een schoolmeester diverse mogelijkheden. Het was toen nog toegestaan kinderen te slaan als ze het te bont maakten. Ook kwam het voor dat een kind vanaf de lessenaar van de schoolmeester de zogenaamde “pechvogel” naar zich toegegooid kreeg. De herrieschopper moest die dan oprapen en bij de schoolmeester terugbrengen. Die stond dan al klaar met wat men toen noemde “de plak”, waarmee zo’n kind vervolgens een flinke tik op de vingers kreeg. Was iemand erg dom geweest, dan kreeg men soms een 'ezelsbord” omgehangen. Had je iets gestolen of erg gelogen, dan kreeg je een “schandbord” om je schouders hangen. Zo’n kind werd vervolgens de hele dag “te schande gezet” voor iedereen in de klas.

Schoolgeld

De schoolmeester ontving lang niet van iedereen schoolgeld. De allerarmsten hoefden vaak geen schoolgeld te betalen. Die werden door de parochie of de armentafel betaald. Later zijn die primitieve schooltjes gelukkig door betere gebouwen vervangen en zijn de onderwijsmethoden en de manier van lesgeven sterk verbeterd.

Middelbaar onderwijs

Wie de financiële mogelijkheden had om door te studeren kon kiezen uit verschillende Laijnse Scholen in de regio. Van daaruit was een eventuele overstap naar universitair onderwijs mogelijk. Nogal wat Brabantse studenten zien we ingeschreven worden aan de Leuvens Nationaal Onderwijsmuseum te Rotterdam .