U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Kweekschool
DE KWEEKSCHOOL.
Van normaalschool naar kweekschool.
Vanaf 1858, drie jaren voor de dood van de stichter Antonius van Erp, is er in het moederhuis sprake van een normaalschool, een oudere benaming voor kweekschool. De kwekelingen noemde men toentertijd educandinnen. Vermoedelijk is Schijndel in deze geïnspireerd door de liefdezusters van de Oude Dijk in Tilburg. De Tilburgse generale overste schrijft hierover het volgende:
- “In het educandaat worden meisjes van fatsoenlijke familiën tusschen de 12 en 16 jaren, tegen een matig kostgeld van f 120,- opgenomen. Deze kinderen, welke eenvormig gekleed zijn, worden door bekwame zusters in alle vakken grondig onderwezen, welke er noodig zijn om haar tot geschikte schoolzusters voor te bereiden. Het ligt geenszins in de bedoeling dezer inrigting, om die jeugdige kinderen op eene of andere manier te verpligten zich later aan een geestelijk leven toe te wijden. Er wordt ongetwijfeld zorg gedragen, dat er aan de vorming van het hart der kinderen en aan de godsdienstige leiding niets ontbreekt. Wanneer de tijd der opleiding, die minsten vier jaren zal duren, verstreken is, worden zijn in de keus van eenen staat volkomen vrij gelaten. Ook krijgen ze elk jaar een maand vacantie”.
- “In het educandaat worden meisjes van fatsoenlijke familiën tusschen de 12 en 16 jaren, tegen een matig kostgeld van f 120,- opgenomen. Deze kinderen, welke eenvormig gekleed zijn, worden door bekwame zusters in alle vakken grondig onderwezen, welke er noodig zijn om haar tot geschikte schoolzusters voor te bereiden. Het ligt geenszins in de bedoeling dezer inrigting, om die jeugdige kinderen op eene of andere manier te verpligten zich later aan een geestelijk leven toe te wijden. Er wordt ongetwijfeld zorg gedragen, dat er aan de vorming van het hart der kinderen en aan de godsdienstige leiding niets ontbreekt. Wanneer de tijd der opleiding, die minsten vier jaren zal duren, verstreken is, worden zijn in de keus van eenen staat volkomen vrij gelaten. Ook krijgen ze elk jaar een maand vacantie”.
Van de Schijndelse normaalschool [1858-1896] is niet zo heel veel historische informatie bewaard gebleven, maar we hebben toch wel enige boeiende aanknopingspunten, die iets verraden over de sfeer en de uitgangspunten van toen. Het belangrijkste document is een geschreven reglement uit 1872 waarvan overigens niet bekend is wie het heeft opgetekend. In de inleiding zet de eerste de beste volzin meteen de toon van de normen en waarden die belangrijk worden gevonden nl……
- “Het is niet genoeg om het goede te doen, men moet dat goede ook naar behoren, dat is ordelijk en regelmatig verrichten. Wie bij al zijne handelingen orde en regel in acht neemt, arbeidt met veel gemak, met veel verdiensten, met standvastigheid”. En aan het einde leest men: “De kweekelingen die zich op de getrouwe onderhouding van het reglement met ijver toeleggen mogen zich verzekerd houden, dat zij dien innerlijken vrede, die kalmte der ziel zullen smaken, welke in de H.Schrift vergeleken wordt met een voortdurend feestmaal”.
- “Het is niet genoeg om het goede te doen, men moet dat goede ook naar behoren, dat is ordelijk en regelmatig verrichten. Wie bij al zijne handelingen orde en regel in acht neemt, arbeidt met veel gemak, met veel verdiensten, met standvastigheid”. En aan het einde leest men: “De kweekelingen die zich op de getrouwe onderhouding van het reglement met ijver toeleggen mogen zich verzekerd houden, dat zij dien innerlijken vrede, die kalmte der ziel zullen smaken, welke in de H.Schrift vergeleken wordt met een voortdurend feestmaal”.
Als belangrijkste deugden worden dan aangehaald die van gehoorzaamheid, orde, waakzaamheid, liefde en inschikkelijkheid. En waar de schrijfster melding maakt van de doelstelling van de kweekschool, daar kan men haar niet misverstaan. Zij houdt ons het volgende voor:
- “Het doel dezer inrichting is de kweekelingen op te leiden tot de beoefening der deugden, die eene christelijke maagd, vooral eene aan God toegewijde maagd, moeten sieren en haar tevens die grondige kennis, dat degelijk karakter te doen verkrijgen, die de onderwijzeres bijzonder moeten kenmerken. Als middel tot bevordering van dit dubbel doel moet alles strekken, wat in dit reglement wordt voorgeschreven”.
- “Het doel dezer inrichting is de kweekelingen op te leiden tot de beoefening der deugden, die eene christelijke maagd, vooral eene aan God toegewijde maagd, moeten sieren en haar tevens die grondige kennis, dat degelijk karakter te doen verkrijgen, die de onderwijzeres bijzonder moeten kenmerken. Als middel tot bevordering van dit dubbel doel moet alles strekken, wat in dit reglement wordt voorgeschreven”.
Dat was in die tijd de basisfilosofie en de gewoonste zaak van de wereld. Die orde en regelmaat zien we al direct terugkeren in de dagorde der kwekelingen, waarin alles van uur tot uur is voorgeprogrammeerd.
Regeltucht boven alles.
We hebben het hier over een reglement van 84 artikelen bestaande uit maar liefst 14 hoofdstukken waarbij niets aan het toeval wordt overgelaten. Alle belangrijke aspecten t.a.v. de opvoeding en vorming der jonge meisjes, die later doorstromen naar postulaat en noviciaat en uiteindelijk als onderwijzeres intreden in de congregatie, worden uiterst gedetailleerd beschreven en aan het einde zijn zelfs een hele serie formulegebeden voor allerhande gelegenheden opgenomen, zoals bv. morgen- en avondgebed, tafelgebeden, gebed tot de H. Maagd Maria op de laatste dag van het schooljaar, gebed dat de kwekelingen tijdens de vakantiedagen voor elkaar zullen bidden, gebed bij terugkeer in de kweekschool, opdracht aan Maria bij terugkomst na de vakantie, oefening van berouw, het gebed om de genade der volharding te verwerven dat de kwekelingen bij het Allerheiligste Sacrament verrichten voordat ze op vakantie gaan, om er enkele te noemen.
Ter illustratie ook enkele markante artikelen onder de rubriek ONDERDANIGHEID.
- “Alle kwekelingen volbrengen met de grootste bereidvaardigheid alles wat haar vanwege de onderwijzeressen of andere zusters bevolen wordt. Hare hoofddeugd bestaat in gehoorzaamheid van hart en geest aan al haar oversten, in dezen God zelf beschouwende” [artikel 7].
- Als onbestaanbaar met deze christelijke gehoorzaamheid vermijden zij zorgvuldig alle tegenspraak, bedilzucht, ja zelfs de minste oneerbiedigheid; zij gedragen zich met eene eerbiedige vertrouwelijkheid, spreken haar niet aan dan op een wijze en in bewoordingen, die de wellevendheid en de verschuldigde eerbied vorderen” [artikel 8].
- Men kent in die dagen ook een systeem van belonen en straffen en werkt op de rapporten of gedragskaarten met zgn. goede en kwade insignes. Men hanteert daarbij termen als uitmuntend, zeer goed, goed, vrij goed, redelijk en slecht, iets wat ons ook nu nog niet al te raar in de oren klinkt. De kwade insignes zijn vooral gericht op gedragsafwijkingen als ongehoorzaamheid, tegenspreken, oneerbiedigheid onder het gebed, oneerbiedigheid jegens de zusters, „onleerzaamheid‟, het breken van de silence [stilteregeling], onbescheidenheid, onvoorkomendheid, onwellevendheid en onordelijkheid [artikel 80].
- “Alle kwekelingen volbrengen met de grootste bereidvaardigheid alles wat haar vanwege de onderwijzeressen of andere zusters bevolen wordt. Hare hoofddeugd bestaat in gehoorzaamheid van hart en geest aan al haar oversten, in dezen God zelf beschouwende” [artikel 7].
DAGORDE DER KWEKELINGEN
Weekdagen | Zon- en feestdagen | ||
---|---|---|---|
5.30 | Opstaan | 5.30 | Opstaan |
6.00 | Morgengebed en meditatie | 6.00 | Morgengebed en meditatie |
6.30 | Studie | ||
7.00 | H.Mis | 7.00 | H.Mis |
7.30 | Ontbijt | 7.30 | Ontbijt |
8.00 | Slaapvertrek in orde brengen | 8.00 | Slaapvertrek in orde brengen + uitspanning |
8.15 | Klas | 8.30 | Reglement + uitspanning |
9.45 | Uitspanning | 9.30 | Sermoen (= preek) + kruisweg |
10.00 | Klas | 10.15 | Uitspanning |
11.00 | Catechismus of handwerken | 11.00 | Catechismus + zangles |
12.00 | Diner of middageten | 12.00 | Diner of middageten |
12.30 | Uitspanning | 12.00 | Uitspanning |
13.30 | Studie | 13.30 | Tuin |
14.00 | Klas | 14.00 | Rozenhoedje |
15.00 | Rozenhoedje + bezoek aan de H.Sacrament | 14.30 | Lof |
15.00 | Goûter + uitspanning | ||
15.30 | Goûter + uitspanning | 16.00 | Congregatie |
16.00 | Klas + 10 min. uitspanning | 16.45 | Uitspanning |
17.00 | Klas + 10 min. uitspanning | 17.00 | De groten naar de klas |
18.00 | Klas | ||
19.00 | Souper of avondeten | 19.00 | Souper of avondeten |
19.30 | Uitspanning | 19.30 | Uitspanning |
20.15 | Avondgebed | 20.15 | Avondgebed |
Eindelijk subsidie voor de kweekschool.
Op 23 april 1896 richt algemene overste Wilhelmina van Vlokhoven (Zr. Ignatia) een schrijven aan Z.E. de minister van Binnenlandse Zaken en licht daarin het voornemen van de congregatie toe t.a.v. de kweekschoolopleiding. De vierjarige cursus is volgens deze brief gebaseerd op het regeringsbesluit uit 1890 - 1891. Het personeel zal bestaan uit 3 onderwijzeressen en 4 vakonderwijzeressen, die uitsluitend aan de kweekschool zijn verbonden. Daarnaast kent men ook nog externe docenten die normaliter verbonden zijn aan andere scholen en slechts in een deeltijdfunctie lesgeven aan de kweekschool. Zij meldt dit in het perspectief van een mogelijke subsidiëring.
Het docententeam waarmee de bijzondere kweekschool is begonnen in 1896:
- Mej. H.H.M. Bogaerts (Zr. Joseph) hoofd en directrice (1865-1897)
- Mej. E.M.F. Renders (Zr. Felicité) onderwijzeres met akte B (1872-1929)
- Mej. M. Koenraads (Zr. Augustine) onderwijzeres met akte A (1877-1908)
- Mej. H. van Os (Zr. Christina) vakonderwijzeres b (1858-1937)
- Mej. M.C. Jongbloets (Zr. Virginia) vakonderwijzeres k (1870-1954)
- Mej. H.M. Cooijmans (Zr. Francoise) vakonderwijzeres j en k (1872-1906)
- Mej. J. Rutten (Zr. Antonio) vakonderwijzeres j (1873-1896)
- Mej. C.H. de Gier (Zr. Gonzaga) onderwijzeres verbonden aan de „binnenschool‟ (1860-1944)
- Dhr. J.B. Michels hoofd van de openbare school te Schijndel
- Dhr. J.H. Steenbergen onderwijzer van de leerschool te Nijmegen
Het heeft weliswaar tot 1 mei 1896 geduurd maar vanaf dat moment kan men rekenen op de nodige rijkssubsidie en worden de nieuwe plannen ingediend bij allerlei instanties. Een forse stap in de goede richting. Meteen wordt een nieuwe prospectus opgesteld waarin de basis voor de nieuwe „bijzondere kweekschool voor onderwijzeressen‟ helder wordt omschreven. Ze is bedoeld „voor jonge juffrouwen uit den fatsoenlijke stand die zullen worden opgeleid tot deugdzame en degelijke onderwijzeressen‟. In de toelatingseisen klinkt dit basisprincipe al meteen door, want men zoekt jonge dames van een onbesproken gedrag, een godsdienstige inslag en zoals het letterlijk gedefinieerd staat „met aanleg voor wetenschappelijke studie‟. De toelatingsleeftijd mag niet beneden de 15 zijn noch boven de 16 jaren. Wat hebben deze jonge meisjes te verwachten…..op de eerste plaats „onderwijs in de christelijke lering dat gegeven zal worden door een RK priester‟, studie van alle vakken die vereist zijn om staatsexamen te kunnen afleggen ter verkrijging van het diploma van hulponderwijzeres, naar verkiezing, dus blijkbaar facultatief, vertrouwd raken met de beginselen van de Franse taal, vrouwelijke handwerken en tenslotte de vrije en ordeoefeningen te beschouwen als een vorm van gymnastiek.
In de prospectus wordt aan de ouders meegedeeld dat aan de gezondheid van de kwekelingen de uiterste zorg besteed zal worden en in geval van ziekte krijgen ouders of voogden meteen bericht. De jaarlijkse grote vakantie begint in augustus en duurt 5-6 weken, de paasvakantie 14 dagen en het „verblijf in het gesticht‟ (lees: internaat) wordt gesteld op 4 cursusjaren.
Er wordt geen directe druk uitgeoefend op de kwekelingen om die vier jaren vol te maken, want, zo schrijft de directrice, het staat de jonge kwekelingen vrij om, op last of onder goedkeuring van ouders of voogden, het „gesticht‟ weer te verlaten. Constateert het docententeam dat er sprake is van ongeschiktheid en de bovenstaande doelstelling werkelijk niet haalbaar is voor de studente, dan wordt daarvan bij de eerstvolgende vakantie kennis gegeven aan de ouders of voogden, die deze kennisgeving het beste kunnen beschouwen als een verzoek om hun kinderen na die vakantie dan ook maar thuis te houden. Tenslotte verzoekt men bij de toelating een deugdelijk geboortebewijs mee te brengen, een vaccinatiebewijs en een document in verband met de verandering van woonplaats.
Wie verdere inlichtingen wenst, kan zich vervoegen bij de directie van de kweekschool.
Deze prospectus en andere details over leerplan e.d. worden door Zr. Ignatia van Vlokhoven en het hoofd onderwijszaken Zr. Innocentia Eijcken aan diverse personen toegestuurd zoals Hare Majesteit de Koningin weduwe en regentes der Nederlanden, Zijne Excellentie de minister van Binnenlandse Zaken, Mr. J.F. Coolen schoolopziener in het arrondissement Veghel, Mr. D.H. van den Acker schoolopziener in het district Eindhoven en Jonkheer J.B. Verheijen inspecteur van het Lager Onderwijs in de 1e inspectie te Loon op Zand.
De inhoud van het onderwijs.
In genoemde prospectus wordt voorts voor 1896 - 1897 een volledig overzicht gepresenteerd van alle vakken, verdeeld over de vier cursusjaren, steeds opklimmend in moeilijkheidsgraad met duidelijk aangegeven welke boeken men gebruikt per vak, per cursusjaar en de wettelijke letteraanduiding per vakgebied. Als we ons realiseren dat we het hier hebben over kweekschooltoestanden van 110 jaren geleden, dan zijn die overzichten natuurlijk „onderwijs historisch gezien‟ bijzonder interessant.
Op de Mariakweekschool te Schijndel, die vrij snel heel goed bekend staat in de regio, kiest men voor een vrij uitgebreid pakket bestaande uit:
Nederlandse taal (d) onderverdeeld in spraakleer (grammatica) en stijlleer; lezen (a) nl. technisch op een goed niveau, natuurlijk en vloeiend met een perfecte uitspraak en het bekende begrijpend lezen wat toen werd aangeduid met „logisch lezen‟; veel aandacht voor mooi methodisch schrijven (b); het vak rekenen (c) verdeeld in theorie van de onderscheiden onderdelen en de dagelijkse praktijk via allerlei oefenboeken; geschiedenis (e) met aandacht voor de vaderlandse historie en allerlei regeringsvormen; aardrijkskunde (f) gericht op kennis van de aarde, de werelddelen, speciaal Europa en bijzonderheden in eigen land; kennis der natuur (g) onderverdeeld in natuurkunde, plant- en dierkunde en in de 4e cursus nadere beschouwingen over het menselijk lichaam en de functie der organen; het vak zingen h] met overigens ruim aandacht voor notenschrift, maat en ritme, toonsoorten e.d. waarbij de bundel „Zangvogeltjes‟ maatgevend is; tenslotte volgt men lessen in tekenen (i), gymnastiek (j), nuttige handwerken (k) onderverdeeld in breien, knippen, naaien, mazen en stoppen opklimmend in een steeds verdere verfijning der technieken. Een omvangrijk lespakket!
In de 3e en 4e cursus krijgen de jonge meisjes de nodige lessen in pedagogiek of opvoedkunde en onderwijskunde in allerlei facetten, de didactiek van het vakgebied en de manier van lesgeven in al die vakken als ze straks als hulponderwijzeres voor de klas zullen staan.
Jeugdherinneringen aan de kweekschoolperiode
- Verhaal van een oude zuster, die een mooi sfeerbeeld heeft geschetst van de kweekschool in haar tijd. Zij schrijft o.a. het volgende: “ Ik ben kwekeling geworden in 1895. Op de slaapzaal brandden kleine petroleumlampjes. Kinderen moesten Frans spreken. Wie het niet deed kreeg een rode band om en wie plat sprak een blauwe band. Op het patroonfeest van zuster Gonzaga de Gier (1860-1944) kregen we stijve rijstepap met suiker. Dat was een buitengewone traktatie. In het begin kregen we 's morgens niets op ons brood, maar op zekere zondag kondigde Zr. Gonzaga, die de zorg voor de kwekelingen had, onder het reglement af, dat we in het vervolg aan het ontbijt één boterham belegd met spek zouden krijgen. De andere boterham bleef onbelegd. We maakten grote wandelingen. Ieder jaar werden we uitgenodigd door de zusters in Sint Oedenrode en Den Dungen, wat toen vanwege het kleine getal kinderen (ca. 50) nog wel mogelijk was. Ons voornaamste uitstapje was de reis naar Volkel naar de heeroom van Zr. Leonard de Vaan (1870-1923) nl. pastoor de Vaan, waar we feestelijk werden onthaald. Dat gebeurde in de kersentijd. We gingen met de trein naar Uden en verder te voet.
- Op de binnenplaats der oorspronkelijke kweekschool was het een geliefkoosde sport over de drie stenen paden te springen. Rector Kluijtmans beloonde de sprong over de drie stoepen tegelijk met een dubbeltje, waarmee we dan bij Zr. Gonzaga wat lekkers konden kopen. Tot deze prestatie waren echter maar een paar kinderen in staat.
- Daar de speelplaats klein en vlak bij de kapel was, gingen we onder de retraite van de Eerwaarde Moeders spelen „in de Buunder‟. Daar vingen we kikvorsen. Die werden gedood en dan namen we de kikkerbilletjes mee naar huis om ze in een pan, die Zr. Dymphna Valenberg (1858-1935) ter beschikking had gesteld, te braden. Dat was voor ons allen op één na een lekkernij ”.
Het kweekschoolgebouw van toen is ontworpen door architect Heijkants uit Erp en gebouwd door de aannemers F. Rooijakkers uit Gemert en J. v.d. Waardenburg uit Dinther voor een bedrag van f 26.479,88. In april 1898 werd het in gebruik genomen. Wel zijn er typische elementen uit het verhaal van Zr. Theresia te distilleren zoals bv. het voorschrift in de prospectus van de kwekelingen om klompen mee te brengen en wel een paar zwarte klompen voor nat weer in de tuin. Die werden steevast opgeborgen in het zgn. „stenen kamertje‟. Op de binnenplaats, waar het gasthuis aan grensde, moet een wip en schommel gestaan hebben. Op een nog onbestrate speelplaats stonden banken met daarnaast een hardstenen plaat, waarop de kwekelingen „bikkelden‟.
Zuster Alphonsina schrijft, bij gelegenheid van het gouden feest van de kweekschool in 1946, over de jaren '90 van de 19e eeuw enkele markante details. Zij was de laatste kwekeling die algemene overste zuster Emmanuël de Gier in 1894 nog had aangenomen. Zuster Gonzaga, bekend als een goede moeder, had samen met zuster Hubertina de zorg voor 42 kwekelingen.
En dan volgt een persoonlijke ontboezeming als ze schrijft: “Wat had ik de eerste dagen heimwee! Had ik me maar enigszins kunnen oriënteren, ik had beslist het hazenpad gekozen. De goede God, die me immer zo trouw leidde en bijstond,
wilde niet dat ik den weg naar Olland, mijn geboorteplaats, terugkende, al had ik die vroeger zeer dikwijls begaan. Stilletjes aan gevoelde ik me beter thuis en spoedig werd de kweekschool me zeer dierbaar. Toen de nieuwe kweekschool werd geopend en de nieuwe kapel ingewijd (1898) kregen we voor het eerst paasvakantie, later zelfs ook nog kerstvakantie.”
Zuster Augusta van de Westelaken heeft nog vóór de nieuwe kweekschool van 1896 de hulpakte gehaald. Ze moest studeren in een studiekamer staande aan een lessenaar met aan weerszijden drie à vier plaatsen. 's Morgens om 6 uur werd verwacht dat de kwekelingen gangen en trappen zouden vegen, daarna een misviering, gevolgd door het ontbijt en dan afwassen in de bijkeuken. Het lesrooster zag er toen nog redelijk simpel uit…..maandag taal, dinsdag rekenen, woensdag taal, donderdag rekenen etc..
Een andere anonieme zuster schrijft over het begin van de kweekschool het volgende:
- “Op een morgen begin 1896 werd aan de leerlingen der normaalschool aangekondigd, dat de taalles die dag niet door zou gaan omdat de lerares Zr. Joseph Bogaerts met de eerwaarde Zr. Innocentia Eijcken op reis was. Enige weken later werd ons verteld dat HEW (hunne eerwaarden) op verkenning waren geweest bij de eerwaarde Zusters van Dongen, waar het jaar tevoren de R.K. Kweekschool was opgericht. Dit was de eerste in Nederland. Weer een poos later vernamen wij, dat onze normaalschool ook zou worden omgezet in kweekschool. Op 1 mei 1896 werd dan de Schijndelse kweekschool als de tweede R.K. Kweekschool in Nederland geopend. Vereisten nu waren: 4 cursussen, voorafgegaan door de voorbereidende klassen A en B. Als directrice werd aangesteld Zr. Joseph Bogaerts tevens lerares in de Nederlandse Taal. Verder nog Zr. Felicité Renders voor rekenen, opvoedkunde en aardrijkskunde. Tevens Mijnheer Michels leraar N. Taal, rekenen en de bijvakken. Mijnheer Steenbergen voor tekenen; Mijnheer Tielstra hoofd der school in Boxtel uitsluitend N. Taal. Na enige maanden is jammer genoeg deze Heer verongelukt. In diens plaats werd aangesteld Mijnheer van Gils hoofd der school in Wijbosch, die enige maanden later overleed. Sindsdien trad als leraar op Mijnheer Baudoux. Reeds op 27 febr. 1897 overleed de 1e directrice Zr. Joseph. Als de 2e directrice werd benoemd Zr. Felicité Renders en als nieuwe lerares in de N. Taal werd aangesteld Zr. Vincentia van Esch. Handwerken en muziek werden resp. gegeven door Zr. Virginia Jongbloets en Zr. Leonard de Vaan. De hoogste klas der normaalschool werd nu de 4e cursus en begon met 4 kandidaten Zr. M. Helena v.d. Stappen, Zr.Matheo van Heeswijk, Zr. Christiana Teunissen en Theodorine van Vugt. Van deze 4 eerste kandidaten zijn op 5 mei 1897 de drie eerstgenoemden geslaagd. Op 31 mei hebben deze drie met goed gevolg ook examen gedaan voor handwerken en kwamen 's avonds om 8 uur thuis, gereed om ergens als onderwijzeres geplaatst te worden, wat niet lang op zich liet wachten. Reeds den volgenden morgen om 5 uur verlieten Zr. M. Helena en Zr. Matheo het Moederhuis. De eerste om reeds te 9 uur in Woensel voor de klas te staan en de tweede moest dien zelfden dag in Borne ook nog haar taak aanvangen. No.3 kon nog een maand in het Moederhuis blijven, om eind juni, met Zr. Mathilde v.d. Dennen als hoofd, naar St. Anthonis te vertrekken en daar samen op 1 juli de school voor het L.O. te beginnen”.
Het wekelijks aantal lesuren in 1896-1897 in de vier cursusjaren met voor de meisjes zoals men kan zien een zwaar accent op de nuttige handwerken, overigens exclusief de uren godsdienstonderwijs.
Vak | CI | CII | CIII | CIV |
---|---|---|---|---|
A. Lezen | 4 | 3 | 3 | 2 |
B. Schrijven | 2½ | 1½ | 1 | 1 |
C. Rekenen | 5 | 5½ | 5 | 6 |
D. Taal | 4 | 4 | 6 | 7 |
E. Geschiedenis | 1 | 2 | 2 | 2 |
F. Aardrijkskunde | 2 | 2 | 2 | 2 |
G. Kennis der natuur | 2 | 2 | 2 | 3 |
H. Muziek | 2 | 1 | 1 | 1 |
I. Tekenen | 2 | 2 | 2 | 3 |
J. Gymnastiek | 1 | 1 | 1 | 1 |
K. Nuttig handwerken | 6 | 6 | 6 | 7 |
Subtotaal | 31½ | 30 | 31 | 35 |
Totaal 127½ lesuur. |
De bouw van een nieuwe kweekschool
Op de 1e vrijdag in september 1923 wordt een eerder beraamd plan uit de kast gehaald nl. de bouw van een nieuwe kweekschool, verbetering van de voorbereidende klassen en restauratie van de rechtervleugel van het moederhuis, nadat het jaar daarvoor al een nieuwe verdieping is gezet op de hoofdbouw van het moederhuis. Na aanbesteding wordt het werk gegund aan de firma Segers uit Nijmegen voor een geldsom van f 238.400,-. Door sterke toename van het aantal kwekelingen was de noodzaak tot uitbreiding extra urgent geworden. Algemene overste Zr. Theodora Slits stelt het college van B&W op 26 november 1923 in kennis van het congregatiebesluit en schrijft: “Geacht College, het bestuur der kweek- en opleidingsschool der Zusters van Liefde te Schijndel aan de Heikant geeft met verschuldigde eerbied te kennen, dat door haar is aanbesteed een nieuwe opleidingsschool ter vervanging en verbetering der bestaande. Dat door vermeld bestuur echter geen aanspraak zal worden gemaakt op een hogere uitkering wegens gebruikswaarde aan gebouwen, terreinen en meubelen dan de thans voor hare opleidingsschool vastgestelde vergoeding, ook al wordt die waarde door vernieuwing aanzienlijk verhoogd”.
Architect Ch.J. van Liempd maakte destijds een raming van de bouwkosten en kwam tot de volgende conclusie:
Bedrag Grondwerk en riolering f 8.485, - Kelder centrale verwarming f 15.000,- Kweekschool zonder kapel f 157.485,- Vloer speelplaats en putjes f 3.000,- Centrale verwarmingsinstallatie f 10.000,- Architect- en opzichtkosten f 8.530,- Totaal f 202. 050
Er wordt voortvarend gebouwd, zelfs zo dat de voorbereidende klassen al op 1 september 1924 in de nieuwbouw gehuisvest kunnen worden tot grote tevredenheid van personeel en leerlingen. De kweekschool zelf volgt op 1 mei 1925.
Rector Rubbens heeft, op verzoek van monseigneur Diepen, de nieuwbouw en de nieuwe kapel van de Mariakweekschool op 8 december 1925 ingezegend en ook de wijding verricht van de aangebrachte kruisweg.
Inmiddels heeft de kweekschool een nieuw privilege verworven. Per 28 december 1923 is nl. bepaald dat men in de toekomst niet meer hoeft deel te nemen aan landelijke staatsexamens, maar door het zgn. „jus promovendi‟ wordt het docententeam de bevoegdheid toegekend zelf voortaan in eigen huis de eindexamens af te nemen en de akte van bekwaamheid uit te reiken. Dit alles gebeurt vanaf 1924 in de gastenzaal van het moederhuis. Het examen omvat dan de vakgebieden lezen, schrijven, taal, rekenen, vaderlandse geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkunde, zingen, tekenen en opvoedkunde. In 1925 worden daar aan toegevoegd de vakken wiskunde, rekenkunde i.p.v. het gewone rekenen, algemene geschiedenis, handwerken, vrije en ordeoefeningen (een vorm van lichamelijke oefening) later de akten J en K en de talen Frans, Duits en Engels.
Het vak godsdienst met als onderdelen godsdienstkennis, bijbelse geschiedenis en kerkgeschiedenis, wordt op dat examen niet vereist. Men haalde hier destijds een apart diploma voor.
Het bijzondere jaar 1929.
Had in oktober 1918 de Spaanse griep voor de nodige opschudding gezorgd, overleden enige meisjes en stuurde men de overige kwekelingen naar huis, in februari 1929 openbaart zich roodvonk. Het is een besmettelijke ziekte, gepaard gaande met koorts, keelpijn en helderrode huiduitslag. Deze bacteriële infectie wordt veroorzaakt door een streptokokkenbacterie en is een typische kinderziekte, die overigens ook bij volwassenen kan voorkomen. Vroeger was het een gevreesde ziekte die weken kon duren en soms oor-, nier-, hart- of gewrichtsaandoeningen tot gevolg kon hebben. Sinds de komst van penicilline en antibiotica kan men de besmetting efficiënter bestrijden. Logisch dat men op het internaat uiterst zorgvuldig omging met deze ziekteverschijnselen. Op de 16e van die maand wordt bij twee meisjes de ziekte ontdekt en nog dezelfde dag worden ze overgebracht naar de barakken in 's-Hertogenbosch. Op andere kostscholen in de regio was al een besluit gevallen de internen naar hun ouders te laten gaan, zodat zich de ziekte niet verder zou uitbreiden. Op de 22e constateert men dat zich op de Schijndelse kweekschool bij een derde meisje de ziekte openbaart, zodat op medisch advies van de huisarts toch iedereen huiswaarts moet keren. Alle families worden telefonisch en telegrafisch in kennis gesteld. Met name de meisjes uit de voorbereidende klassen had men uit voorzorg al afgezonderd van de rest. Pas op 13 april, dus na de paasvakantie, keert iedereen weer terug naar het internaat. Bij aankomst volgt meteen een nauwkeurige medische controle. Men wil niets meer aan het toeval overlaten, te meer omdat ook al sinds eind februari twee jonge zusters besmet waren en men geen enkel risico meer nam. Nadat iedereen genezen was verklaard, werd de hele kweekschool grondig ontsmet.
In september wordt iedereen opgeschrikt door een andere niet voorziene gebeurtenis. Op de 1e dag van die maand overlijdt directrice Zr. Felicité Renders die met ingang van de zomervakantie al ziek was geworden. Ondanks het feit dat ze voortdurend aangaf na de vakantie haar lessen weer te willen hervatten, was de huisarts van mening dat bedrust de enige remedie zou zijn. Ze zou helaas niet meer op haar post terugkeren.
Na ruim 32 jaren intensieve en voortreffelijke bestuursjaren moet de kweekschoolgemeenschap definitief afscheid van haar nemen. Op 14 september wordt een opvolgster benoemd in de persoon van Zr. Anselma Tijhuis en gaat de
opleidingsschool voor onderwijzeressen weer een nieuwe fase in.
De start van zuster Anselma Tijhuis.
Het is interessant om te zien hoe de congregatie ten aanzien van de zusters-docenten van de Mariakweekschool de meesten van hen lang op hun post laat blijven en ze ogenschijnlijk vrijwaart van allerlei overplaatsingen van het ene klooster naar het andere. Op zich natuurlijk wel logisch, want het aantal zusters dat de bevoegdheden bezat om kweekschooldocente te worden was uiteraard beperkt! Een kweekschool is immers een uiterst belangrijke beroepsopleiding die zonder meer „een docentenkorps dient te hebben van een bijzonder hoog kwaliteitsgehalte'. Daar heeft de congregatie dan ook altijd een professioneel beleid in gevoerd en er zéér terecht de uiterste zorg aan besteed. Over die langdurige aanstellingen is het een en ander af te lezen van de volgende tabel van 1 september anno 1929, waarin naast de naam ook de diensttijd vermeld staat. Er is dus ook een enkele externe leerkracht in dienst bv. vanuit een praktijkschool, als de nieuwe directrice Zr. Anselma aantreedt.
Naam | Kloosternaam | Diensttijd in jaren en maanden |
---|---|---|
J.M. Tijhuis | Zr. Anselma | 0 |
G. Gebbink | Zr. Constantina | 15 + 1 maand |
A.M. Lambooij | Zr. Carmela | 17 + 10 maanden |
G. Strevers | Zr. Gonzalina | 17 + 1 maand |
Dhr. G.M. van Velthoven | 29 + 11maanden | |
M.P. Aarts | Zr. Stephana | 17 + 6 maanden |
W.J. van Dam | Zr. Stephano | 17 + 1 maand |
Th.E.J. van de Boom | Zr. Alphomsini | 3 + 7maanden |
J.G. Horbach | Zr. Theresiana | 15 + 6 maanden |
Dhr. F. van de Laarschot | tijdelijk - hij was hoofd in Den Dungen | |
H.F. van de Leemputten | Zr. Jesualda | 17 +2 maanden |
A.M.W. Onzenoort | Zr. Antonilla | 13 + 10 maanden |
A.M.J. Rubbens rector | 9 + 10 maanden | |
E.M.H.Th. Sprangers | Zr. Henricia | }
Van deze groep docenten zien we in de lijst van 1940 nog terug: Zr. Anselma met 11 dienstjaren, Zr. Constantina (26 +1), Zr. Carmela (28 + 10), Dhr. v. Velthoven (40 + 11), Zr. Theresiana (26 + 6) en Zr. Antonilla (24 + 9). Voor het verdere feitenmateriaal over de historie van de kweekschool uit de jaren '30 van de vorige eeuw zijn we grotendeels aangewezen op een totaal andere archiefbron. Voor 1929 kan men terugvallen op het bekende memoriaalboek van de congregatie (1836-1929) wat bv. intensief is gebruikt om het gedenkboek van 1926 samen te stellen. Vanaf 1929 zijn het de zgn. hectografen of circulaires van de algemene oversten, die overigens meer direct betrekking hebben op het intern beleid binnen de congregatie en het gemeenschappelijk leven van de zusters, met al z'n regels en bijzondere gebruiken. Ten slotte is er een derde belangrijke informatiebron bestaande uit 14 dagboeken (1931-1967) die zéér minutieus zijn bijgehouden en waarin men haast van dag tot dag de belangrijkste gebeurtenissen „in telegramstijl opgetekend‟ kan nalezen. Enige opmerkelijke wapenfeiten binnen de Schijndelse kweekschool zijn natuurlijk eerst het zilveren ambtsjubileum van docent Van Velthoven op 8 september 1930. Dat is onder meer herdacht met een prachtige hulde, maar klap op de vuurpijl is zeker geweest de groots opgezette en druk bezochte reünie van oud-leerlingen.
159 Ook mag niet onvermeld blijven hoe met name alle studenten van het mulo- en kweekschoolinternaat samen met alle zusters van het moederhuis steevast aanwezig waren bij de bekende sacramentsprocessies, een typische uiting van het rijke roomse leven, waar ook de inwoners van Schijndel zich sterk bij betrokken voelden. In de grote kloostertuin trok men destijds met de monstrans onder het baldakijn, flambouwen en kaarsen rond en de slotplechtigheid vond plaats bij de bekende koepel. Een indrukwekkende stoet die al biddend en zingend rondtrekt.
Twee sfeerfoto‟s van de plechtigheid van een sacramentsprocessie uit 1934. Om de sfeer te proeven van de kweekschool van die dagen is de neerslag van een interview met Sjaan Verschuren die toen in Schijndel studeerde, tekenend ….. …… “De zusters, zo vertelt Sjaan, eisten van ons stipte gehoorzaamheid, weerhielden ons van contacten met de buitenwereld, lieten ons dagelijks een kort wandelingetje in de directe omgeving van het moederhuis maken en eenmaal per week een lange wandeling in rijen van drie naar alle windstreken in en om Schijndel met zijn prachtige buitengebied. We werden geconfronteerd met vaste studie- en ontspanningsuren, slechts driemaal per jaar op vakantie nl. met Kerst, Pasen en een maand zomervakantie, geen permanent in je haar, verplicht dragen van een uniform, dagelijks een mis bijwonen in de kweekschoolkapel, ‟s avonds gezamenlijk het rozenhoedje bidden, saaie weekenden waarin we heel vaak gedichten zaten over te schrijven. Typerend voor die strakke discipline is de anekdote over een van de leerlingen, die het waagde met Schijndelkermis vanuit het openstaande raam wat té uitbundig naar feestvierende jongelui te zwaaien…..de waaghals kon uit Schijndel vertrekken. Ja zo ging dat…..tegenwoordig zou het niet meer denkbaar zijn met onze mondige jeugd, aldus Sjaan. Wij waren nogal gezagsgetrouw opgevoed in die tijd. De regelgeving was duidelijk en van thuis uit hadden we geleerd „volgzaam‟ te zijn. Enigszins rebelse typen onder de internen hadden geleerd hun gevoelens redelijk te onderdrukken en zich maar aan te passen. Op de kweekschool golden logischerwijs de normen en waarden die in de ogen van de toenmalige zusters heel belangrijk waren en de meisjes werden in een religieuze sfeer door hun studietijd heen geleid en begeleid, in de hoop, dat velen van hen zouden intreden. Sjaan herinnert zich van de lange wekelijkse wandelingen o.a. de specialiteit van zuster Constantina, die werkelijk elk willekeurig bermplantje in het buitengebied met naam en toenaam kende. Ze ziet ook nog met ongelofelijk veel plezier terug op de kunstkring van de Mariakweekschool, waar men o.a. toneelstukken schreef en feestliederen en cantates instudeerde. Zelf heeft Sjaan eens een behoorlijke toneelrol gespeeld in een historisch stuk over de bekende Frankische koning Clovis en zijn Clothilde. Het maakte je wat cultuurgevoeliger, iets waar je je hele leven plezier van zou kunnen hebben, was vaak de achterliggende filosofie. Ook bezochten de kwekelingen, meestal klassiek getinte, toneeluitvoeringen op de abdij van Heeswijk en bij de paters Damianen te Sint Oedenrode. Buiten een wat huiselijker aangeklede recreatie- of ontspanningszaal zag je verder saaie gangen, klassen en een strak ingerichte studiezaal met een surveillerende zuster die vanuit haar iets hoger geplaatste katheder alles nauwkeurig in de gaten hield. Ook op de slaapzalen was toentertijd weinig te beleven. Op je slaapcel, die van boven gewoon open was, had je een gordijn als „deur‟ en verder naast je bed een kleine eenvoudige wastafel. Dat was overigens al luxe in vergelijking met het mulo-internaat, want daar had je alleen maar lange rijen wasbakken voor gemeenschappelijk gebruik. De slaapzaalzuster riep met luide stem wanneer het tijd voor je was om je te verschonen. Baden deden we met een rokje aan”. Alles heeft zijn tijd - De liefdewerken van de zusters 160 Groepsfoto van de kwekelingen uit 1936 - 1e rij v.l.n.r.: Mien Korti, Jaantje Bekkers, Sjaan of Jaantje Verschuren, Jo Huls, Maria Peeters Weem, Paula Sterke, Maria Bakers, Lina Lomme; 2e rij v.l.n.r: Betsie van Heck, Anneke van Munster, Tonia van Zeeland, Jet Lagarde, Dora Poos, Maria Albers, Marian Croonen, Tinie Greep, Mia van Loon, Lucie Krol; 3e rij v.l.n.r: Zr. Francesca Tausch, Tonnie Tausch, Erica Doreleijers, Marietje Kanen, Mien Wijtvliet, Riet van der Steen, Lies van Berkel, Tonnie van Onzenoort, Marietje Blankers, Jule van der Heijden, Truus Lagarde, Mia der Kinderen, Zr. Anselma Tijhuis; 4e rij v.l.n.r: Mien van de Nieuwenhof, Maria Verhagen, Toos Saenen, Til Houbraken, Bertha van der Hagen, Lucie van der Hagen, Chris Bakermans, Stanny van Lith, Marietje Peters, Marietje Saenen, Gerarda ten Haef, Marietje Scholten, Petra Versantvoort [later zijn er verschillenden van ingetreden] Dan de feestelijke viering van het 40-jarig bestaan van de kweekschool met een gezongen H.Mis in de Mariakapel op 1 mei 1936. Bij die gelegenheid is weer een fraaie feestcantate gecomponeerd. Maar dat feest zal toch enigszins overschaduwd zijn geweest door andere ontwikkelingen met af en toe donkere wolken boven Pastoor van Erpstraat 1. Op de 29e april vindt er een centrale vergadering plaats van de R.K.Kweekschoolbond op de toenmalige Bisschoppelijke Kweekschool van de Fraters van Tilburg in de Sint Josephstraat te ‟sHertogenbosch. Dit alles naar aanleiding van een brief van de minister van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen dd. 23 april 1936. Er komen vertegenwoordigers bijeen van maar liefst 43 kweekscholen. Blijkbaar is gespreksonderwerp geweest de voortzetting van de rijkssubsidie voor kweekscholen. Diverse opleidingsscholen zien het zwaard van Damocles al boven hun hoofd hangen. Wat zal er straks gebeuren met de kweekscholen waarvan de subsidie wordt ingetrokken of sterk verminderd…..kunnen die rekenen op de onvoorwaardelijke steun van de andere instituten die wel gesubsidieerd blijven? Dat heeft in die dagen de gemoederen sterk bezig gehouden. Op de 6e juni volgt een tweede bespreking en wordt van hogerhand meegedeeld, dat er in ieder geval zeven meisjeskweekscholen opgeheven zullen worden. De 19e van dezelfde maand valt de definitieve beslissing, waarbij Schijndel gelukkig van opheffing gespaard blijft. Een hele geruststelling! Men kan nu wat rustiger toeleven naar het eeuwfeest van de congregatie op 1 november 1936, waarover in deel 3 uitgebreid is ingegaan. Het eeuwfeest is voor de kweekschool echter wel een uitgelezen gelegenheid om eens een prachtig uitstapje te organiseren. In het Burgers‟ dierenpark in Arnhem hebben ze het geweten….rector van Heusen, Dhr. van Velthoven, 44 kwekelingen van de 1e tot en met 4e cursus, 7 leerlingen van de huishoudschool, 84 meisjes van de voorbereidende kweekschoolklassen, 18 zusters aspiranten [met tijdelijke geloften], 21 leden van de congregatie [zusters met eeuwige geloften] vertrekken vanuit het moederhuis richting Arnhem en brengen tevens een bezoek aan paleis het Loo te Apeldoorn. Vervoersbedrijf van der Rijt zet tegen een vergoeding van f 2,- per persoon zes bussen in en het entreekaartje voor het dierenpark kost de reisleiding slechts f 0,25. p.p. Alles heeft zijn tijd - De liefdewerken van de zusters 161 In het kader van dat eeuwfeest is vanuit de kweekschool en de ulo [voorbereidende kweekschoolklassen] nog wel meer gebeurd in de novembermaand van 1936 o.a. een grootse huldiging, een gezamenlijk bezoek aan het graf van pastoor Antonius van Erp de stichter van de congregatie, bezoek van alle ouders van de kwekelingen en over twee data verdeeld een reünie van oud-leerlingen waarvan er de ene week 256 en de andere week 260 naar Schijndel zijn afgereisd. Afkondiging van de mobilisatie In het boek over de granaatweken van de hand van mijn oud-collega Louis van Dijk is over de [voor]mobilisatie en de oorlogsperiode alles wat aan wetenswaardigheden bekend was prachtig bij elkaar geplaatst. Op de oorlogsdocumentatie vanuit het moederhuis is al uitgebreid ingegaan. We concentreren ons nu meer op de lotgevallen van kweekschool en internaat en de vervelende gevolgen daarvan, vooral puttend uit de aantekeningen zoals die zijn vastgelegd in de serie dagboeken van het hoofdbestuur. De eerste tegenvaller biedt zich al meteen aan als in 1939 de op 6 januari 1937 benoemde rector Verhoeven, die de 22e daarop volgend zijn intrek neemt in het rectoraat, wordt opgeroepen om als majoor Verhoeven zijn functie van legeraalmoezenier op te pakken, zonder te weten voor hoe lang. Op 25 augustus 1939 vertrekt hij naar Den Helder. Twee dagen later wordt de mobilisatie definitief afgekondigd onmiddellijk gevolgd door een oproep om paarden te leveren. De zusters krijgen op de 4e september hun eerste oefening in het kader van de luchtbescherming. De zomervakantie voor de meisjes van de kweekschool wordt verlengd tot de 6e september, zodat de zusters wat langer intern koortsachtig overleg hebben kunnen plegen van …..hoe zullen we alles perfect organiseren onder de nieuwe omstandigheden. Hun improvisatievermogen zal nog duchtig op de proef worden gesteld. Op het moment dat alle internen weer binnenstromen wordt door de heren Kooken en de Bever een deskundige inspectie uitgevoerd naar de kwaliteit van de ingerichte interne schuilkelder nl. het souterrain van het kweekschoolgebouw. De militaire staf van de 4e divisie wordt bij particu lieren ingekwartierd en men richt het patronaatsgebouw in als bureau. De directe gevolgen van deze inkwartiering is dat het consultatiebureau voor zuigelingen zich moet vestigen in de gymzaal en het personeelskamertje van de lagere school, de Sint Elisabethvereniging voorlopig vergadert in de kleine gastenzaal, hun magazijntje wordt ondergebracht in de school en alle EHBO-artikelen bergt men op in het magazijn van het Wit Gele Kruis. Ook zijn de militaire doktoren Oppenraaij en Michels in de weer om ergens een zaaltje te bemachtigen voor zieke soldaten, dat uiteindelijk ook in de gymzaal van de „buitenschool‟ wordt ingericht. Intussen is de functie van godsdienstleraar aan de kweekschool vacant en wil het hoofdbestuur op zeer korte termijn in deze vacature voorzien. Dat lukt. Op 8 september 1939 meldt zich de heer Mercx prefect van klein seminarie Beekvliet aan om de honneurs van rector Verhoeven waar te nemen. Hij treedt daags daarop al in functie. Maar het is helaas van zéér korte duur. Tien dagen later immers wordt een nieuwe vervanger verwelkomd in de persoon van Dr. Kerssemakers, die juist zijn theologische studie te Rome en Bonn heeft voltooid. De lesgevende taak in godsdienstonderwijs, bijbelse geschiedenis, kerkgeschiedenis en liturgie aan de kweekschool is voorlopig weer veilig gesteld. Alles gaat door zoals men gewend is en ook zullen de gebruikelijke examens worden afgenomen. Wat de kweekschoolleiding in die dagen daadwerkelijk heeft moeten regelen om geen inbreuk te hoeven doen op het normale les- en studieprogramma zullen we nooit weten, maar het zal niet gering geweest zijn! Tegelijk met het initiatief voor een structurele bijdrage aan een omvangrijke breiactie nl. 35.000 wollen mutsen en handschoenen voor de militairen krijgt kapitein Brouwers half november verlof om in de openvallende uren de gymzaal van de kweekschool voortaan te gebruiken om met de soldaten te kunnen turnen. Het mobilisatiejaar wordt volgens de dagboeken afgesloten met een sfeervolle kerstnachtviering in de Mariakapel van de kweekschool voor alle ingekwartierde militairen die in Schijndel verblijven en voor hen wordt eerste kerstdag een feestelijk kerstontbijt geserveerd in de grote gymzaal. Alles heeft zijn tijd - De liefdewerken van de zusters 162 De geslaagden uit 1938 vl.n.r. 1. Guus Voets 2. Mien van den Nieuwenhof 3. Paula Sterke 4. Mia der Kinderen 5. Marietje Scholten [Zr.Angelina] 6. Mien Wijtvliet 7. Jo Huls 8. Bets van Heck 9. Marietje Blankers 10. Lucia van der Hagen 11. Mien Korte 12. Tobie Scholten 13. Tonny van Onzenoort 14. Jule van der Heijden 15. Lies van Berkel 16. Truus Lagarde [Zr. Josepha] 17. Chrisje Bakermans 18. Stannie van Lith – en bij deze groep hoorden ook de zusters Floribertha van Hal en Engeltrudis Wijtvliet
163 Er is weinig invoelingsvermogen nodig om te beseffen dat voor de leiding van mulo-, huishoudschool- en kweekschoolinternaat een moeilijke tijd aanbreekt. Niemand weet op dat moment precies wat de bewoners van het moederhuis allemaal boven het hoofd hangt. Op 16 maart 1940 wordt de meisjesschool ontruimd en worden 309 Hollandse militairen ingekwartierd. Op het moederhuis zelf logeren zes officieren. In april wordt de school aan de Pompstraat deels opgeëist en besluit men om de jongens en meisjes van de Servatiusparochie om beurten in dezelfde lokalen lessen te laten volgen nl. de jongens van 8.00-12.00 uur en na de middag de meisjes van 13.00-17.00 uur. Als op 10 mei het bombardement op Rotterdam een angstige periode inluidt, vertrekken de Hollandse soldaten en worden de gebouwen drie dagen later ingenomen door Duitse militairen, die verdeeld worden over de school en de boerderij, terwijl de heren officieren de slaapzaal van de mulo tot hun beschikking krijgen. Die van de Mariahoeve zijn overigens na tien dagen weer verder getrokken. Na het nodige improvisatievermogen van zusters en lekenpersoneel is de situatie op de 21e mei dusdanig onder controle, dat alle lessen op mulo, huishoudschool en kweekschool in ieder geval weer hervat kunnen worden. Hoe men dit allemaal precies voor elkaar heeft gekregen is nergens tot in detail beschreven, maar geloof maar dat de zusters uiterst inventief te werk zijn gegaan! Angstig blijft de sfeer overigens wel. Uit veiligheidsoverwegingen worden de meisjes tijdelijk naar beneden gehaald omdat er ‟s nachts nogal wat vliegverkeer van vijandelijke vliegtuigen is en veel van de internen worden behoorlijk onrustig. Eind ‟40 wordt de grote kapel verduisterd en verzorgt men de vieringen in de Mariakapel van de kweekschool.
164 Tussen de lesuren door of op een regenachtige vrije middag even gezellig ontspannen aan de piano of samen rondom een gezelschapspel vertier zoeken. Een muzieklesje volgens de muziekmethode Ward gegeven door Zr. Marie Cecilia Vogels. Alle ruimten in het moederhuis worden heringericht. De meisjes van de 3e muloklas komen op 4 mei terug. Dan volgen nogal wat interne verschuivingen binnen het gebouw. De beschikbare ruimten worden ingezet voor de internen nl. slaapzaal St.Anna van de aspiranten, de leeszaal en de studiekamer van novicen en postulanten. De refters van de postulanten en aspiranten worden omgetoverd tot eetzalen voor de kinderen. De aspiranten krijgen de ziekenkamer St. Theresia als eetzaal en de recreatiezaal van de novicen wordt voorlopig eetzaal voor de postulanten. Een andere ziekenkamer richt men in als studiezaal voor de jonge zusters. Vele oudere zusters zullen zich de vertrekken met die variatie aan heiligennamen nog wel levendig herinneren! De vreugde is echter van korte duur. Alles is op orde als twee nieuwe officieren opdracht geven een deel van het klooster te ontruimen omdat kweekschool, mulo en lagere school te weinig ruimte bieden voor de militairen. Op de 1e verdieping zullen nog ontruimd worden de kliniek en de twee ziekenkamers van de zusters alsmede de donkere kamer St.Martha. Op de 2e verdieping moet er drie slaapzalen van de zusters aan geloven, waarvan er een daags te voren was ingericht voor de kinderen van de 3e muloklas. He laas…..Befehl ist Befehl! Tot overmaat van ramp blijkt de zusterslaapzaal Onze Lieve Vrouw van Bijstand door de Duitse Wehrmacht afgebroken te zijn. Consternatie alom! Maar…..de zusters houden het hoofd koel, overdenken nieuwe alternatieven en door de heer Kriellaars worden slaapgelegenheden aangeboden in het bekende bondsgebouw in de Toon Bolsiusstraat. Het hoofdbestuur besluit van dit aanbod dankbaar gebruik te maken. De bovenruimte van ruim 14 meter lang en 11 meter breed wordt als slaapzaal ingericht voor de mulokinderen van de 1e en 2e klas. Op de 11e mei gaan de algemene overste en moeder vicares nog eens poolshoogte nemen zowel in het bondsgebouw als in Den Dungen om klaslokalen, slaapplaatsen e.d. aan een grondige inspectie te onderwerpen. Met de eigenaar van café Smits wordt afgesproken dat de naaischool voor Dungense meisjes ondergebracht zal worden in een leegstaande zaal in zijn café. Voor slechts 1 gulden per dag kan deze ruimte gehuurd worden.
Aan dit „dwergfornuis‟ zoals men schreef durfden het de zusters toch te wagen om ze te vullen….die 120 magen! In de kloosterkroniek van Den Dungen wijdt men aan de tijdelijke opvang van kwekelingen slechts één alinea te midden van de andere oorlogsnotities. De kroniekschrijfster heeft het volgende opgetekend: “…..zo leefden wij van de ene dag in de andere, totdat er voor ons klooster Alles heeft zijn tijd - De liefdewerken van de zusters 165 iets bijzonders ging gebeuren. Ons gesticht was nl. door het hoofdbestuur van Schijndel uitverkoren tot een „ballingsoord voor de Schijndelse kweekschool‟. Al in april begon de grote verhuizing van beddengoed, schoolbanken, boeken, schoolborden, enfin van alles wat maar mogelijk en nodig was. Studiezaal en werkkamer van de zusters werden klassen, eveneens twee pensionkamers. De slaapzaal der zusters werd ingericht voor de kinderen, de zusters gingen op de zolder slapen. Wat ‟n verandering voor ons! Met open armen ontvingen we onze Schijndelse zusjes, met de kinderen, die voor de Duitsers hadden moeten wijken. Ons convent groeide ineens geweldig aan. Ons reftertje zat propvol als we allen aan tafel waren. ‟t Was behelpen hier en daar, maar toen de kinderen op 3 mei arriveerden was de kweekschool spoedig in actie en al liep alles nog niet altijd op rolletjes, de zaak marcheerde en al gauw ging het goed. De kwekelingen brachten heel wat leven en gezelligheid in ons klooster en waren hier graag. Op 26 juli was ‟t het zilveren kloosterfeest van onze ZEW algemene overste, dus ook de kweek had feest. Drie dagen lang vermaakten zij ons met haar gezang op de speelplaats. Ook het afscheid van de heer Van Velthoven, die vele jaren zijn diensten aan de kweekschool heeft gegeven, had plaats in ons huis, wijl ook de leraar zijn leerlingen in hun ballingsoord had kunnen volgen. Aan die ballingschap kwam een einde op 24 juli 1943 toen het moederhuis in staat was de kweekschool weer terug te nemen. Het was een gezellige tijd geweest!”. Over dat langdurig verblijf is destijds een schitterende reportage samengesteld van ca. 35 foto‟s. De kwekelingen hebben daar bij elke foto in dichterlijke taal, vaak zelfs op rijm, hun belevenissen vastgelegd en dit album geschonken aan Zr. Cécile Kievits de algemene overste. Wie de onderschriften leest en de foto‟s bekijkt krijgt een goede indruk van de omstandigheden, de sfeer, de relatie docenten versus kwekelingen, de onderlinge saamhorigheid en het improvisatietalent van velen, om er in dit „ballingsoord‟ voor eenieder echt het allerbeste van te maken! De tachtigers onder de nog levende zusters en oudkwekelingen die diep in hun geheugen willen duiken, herinneren zich vast en zeker nog [inmiddels wat vervaagde] beelden, misschien soms wat bange, maar zeker ook fantastische momenten uit die evacuatieperiode. Vanwege dit zeer bijzonder stukje kweekschoolhistorie hebben we bij wijze van hoge uitzondering meerdere sfeerfoto‟s uit die reportage opgenomen.
Grote schoonmaak op de kweekschool Op 6 mei 1943 wordt de militaire keuken met z‟n drie hoge schoorstenen, die kort na de inbeslagname van de kweekschool op de speelplaats is opgebouwd, weer afgebroken. Moeder Annie voert namens het hoofdbestuur met een inspecteur van de Duitse Wehrmacht een grondige controle uit op het voorwaardelijk vrijgegeven gebouwencomplex. De maandelijkse schadevergoeding voor het eerdere gemis van de gebouwen vervalt hiermee. De komende weken staan helemaal in het teken van een algehele schoonmaak. Lagere school en bewaarschool worden als eerste onder handen genomen. De gehele operatie duurt zowat tot de 22e van die maand. Al op de 12e mei kan het bewaarschoolonderwijs, zoals het toen nog heette, weer ter hand genomen worden. Door zusters en kinderen worden alle leermiddelen en meubilair vanuit het patronaatsgebouw, waar vanaf 7 september 1942 de kleuters waren ondergebracht, overgebracht naar de Pastoor van Erpstraat. Goed drie dagen later wordt ook de kweekschool voorwaardelijk vrijgegeven, met dien verstande dat de commandant enige stringente voorwaarden stelt nl. de verduistering moet voorlopig blijven, de door de Alles heeft zijn tijd - De liefdewerken van de zusters 166 militairen aangebrachte wasgelegenheid dient in tact te blijven en de uitkijktoren op het hoogste gedeelte van het kweekschoolgebouw mag nog onder geen beding worden afgebroken. Met man en macht begint men aan de grote schoonmaak. Eerst, mede in verband met de kweekschoolexamens, worden gymzaal, handwerkzaal, refter en recreatiezaal in gereedheid gebracht. Later volgen de andere vertrekken. Het schriftelijk kweekschoolexamen heeft men nog, zij het enigszins provisorisch, in Den Dungen gehouden onder toezicht van Dr. Dekkers. Het mondeling gedeelte vindt plaats op 15 mei voor 3 zusters en 11 kwekelingen. Voorlopig blijven de kwekelingen van de cursussen I II en III nog in Den Dungen gehuisvest. Pas op 24 augustus besluit het hoofdbestuur de kweekschool van daar uit weer over te plaatsen naar het moederhuis. Voor het transport van leermiddelen en meubilair zal de firma Jansen de Wit zorg dragen. Enige dagen later, nadat alle gebouwen opnieuw zijn schoongemaakt en vooral ontsmet, zegent rector Verhoeven het gehele complex in en kunnen de 55 meisjes van de kweekschool, de 19 van de huishoudschool en de 109 muloleerlingen weer aan een nieuw schooljaar beginnen. Het wordt een zeer woelig en onrustig cursusjaar en het onderwijs zal met name vanaf april 1944 vast en zeker constant ontregeld zijn geweest. Op 27 april 1944 worden lagere school en kleuterschool in de Pastoor van Erpstraat gedeeltelijk gevorderd om te gaan dienen als kledingmagazijn. Na het bericht van de invasie van de Geallieerden in Normandië vertrekken veel meisjes van het internaat, meestal op verzoek van hun ouders, al naar huis. Er volgt voor de rest een vervroegde zomervakantie. In september vordert men het gehele complex Pastoor van Erpstraat 4 en worden de kinderen ondergebracht in de gymzaal en handwerkzaal en een muloklas. De angstaanjagende granaatweken in september/oktober 1944 zijn natuurlijk helemaal hectisch geweest en was van een reguliere onderwijsvoorziening weinig of geen sprake. De verwoestingen aan het gebouwencomplex waren niet gering! Het een en ander is tot in detail te lezen in het boek dat destijds is geschreven door mijn oud collega Louis van Dijk. De opluchting is groot als de bevrijding een feit is en op 29 oktober 1944, de feestdag van Christus Koning, wordt dat gevierd met een gezongen H.Mis in de noodkapel, die is ingericht in de refter van de kweekschool. Maar bevrijding betekende voor de kweekschool zeker niet, dat alles weer hersteld en opgepakt kon worden zoals men voor de oorlog gewend was. In november 1944 volgt een uitvoerige bespreking of de kweekschool evt. ondergebracht kan worden in het gebouw Hemelrijken te Eindhoven, omdat de Schijndelse kweekschool en speelplaats weer opnieuw zijn gevorderd, alleen nu niet door de Duitse Wehrmacht maar door de Royal Air Force. In de loop van de decembermaand komen er steeds meer Engelse militairen, terwijl de Schotten worden gehuisvest in het schoolgebouw tegenover het moederhuis. Tussen de 8e en 13e januari 1945 keren alle kwekelingen van cursus IV die in het bevrijde gedeelte van ons land wonen terug naar Schijndel en nemen hun intrek in het oude kweekschoolgebouw. Op resp. 7 en 28 februari melden de meisjes van de cursussen I II en III zich en is de kweekschoolgemeenschap weer compleet. Op weg naar het gouden feest [1896-1946] Indrukwekkend moet de bevrijdingsoptocht zijn geweest op 5 mei 1945, georganiseerd door de kweekschoolleerlingen, die feestvierend en onder grote publieke belangstelling door de Pastoor van Erpstraat, Hoofdstraat, en Pompstraat zijn getrokken. Enige dagen later hebben ze bovendien deelgenomen aan een officiële hulde door de gemeente Schijndel ter ere van de nog aanwezige Engelse militairen. Een der kwekelingen hield in het Engels een schitterende toespraak, waarvan de kalligrafisch zeer fraai uitgewerkte tekst aan de commandant werd aangeboden. In juni van dat jaar is het kweekschoolgebouw door de R.A.F. officieel vrijgegeven en schakelt men weer langzaam over op het normale kweekschoolleven. Een saillant detail uit die dagen……de 20 examenkandidaten zijn zonder examen gepromoveerd tot onderwijzeres krachtens een Koninklijk Besluit van 8 juni 1945. Alles heeft zijn tijd - De liefdewerken van de zusters 167 De groep geslaagden uit 1945 met rector van Haaren: 1e rij v.l.n.r. Mientje Bouten, Maria Ellenbroek, Annie Priems; 2e rij v.l.n.r. Maria van Beek, Jo Watrin, Denny Blankers, Rikie van Doren en Anna Franken; 3e rij v.l.n.r. Annie de Kroon, Rosa Brands, Jeanne Wijn, Mien Takken en rector van Haaren; 4e en bovenste rij: Diny Beijers en Truus Koopmans – op de foto missen we een aantal geslaagden nl.: Wil Peeters, Joop Wilbers en de zusters Ma. Francisca Tra, Ma. Ignatia Dolmans, Gemma Ma. de Reijer, Ma. Lidwine Oude Vrielink
168 Het jaar 1946 zal grotendeels in het teken staan van de voorbereidingen op het gouden feest van de gesubsidieerde Mariakweekschool [18961946]. Dat is in die dagen uitbundig gevierd. De toenmalige algemene overste Zr. Cecile Kievits houdt een warme toespraak aan het adres van de leraren en leraressen, die in die 50 jaren in stille opoffering, krachtdadige plichtsbetrachting, offervaardige volharding en grote toewijding de Mariakweekschool tot een niet meer weg te denken instituut hebben gemaakt ter bevordering van het Roomse onderwijs en als opleidingsschool voor de jonge religieuzen. Er zijn cantates geschreven en vanuit alle hoeken van het land zijn creatieve oorkonden richting kweekschooldirectie en hoofdbestuur gezonden, waarin de oud-kwekelingen hun dankbaarheid lieten doorklinken voor zoveel mooie jaren van studie, de gedegen en professionele opleiding, vooral de persoonlijke vorming in alle opzichten en de meegekregen feeling voor orde, discipline, plichtsbesef en gemeenschapszin. Het blijkt een unaniem gevoelen te zijn dat leeft onder de kwekelingen die uiteindelijk kozen voor het religieuze leven, maar ook onder hen die als leek in het onderwijs zijn verder gegaan! Een zeer speciale oorkonde is die met de volgende tekst: “Op 1 mei 1946, in het 7e jaar van het pontificaat van Paus Pius XII, in het 6e bestuursjaar van Mgr. W. Mutsaerts, bisschop van ‟s-Hertogenbosch, onder de regering van Koningin Wilhelmina en het bestuur van moeder Cecile Kievits als algemene overste van de Zusters van Liefde te Schijndel, heeft de Mariakweekschool aldaar haar 50-jarig bestaan herdacht – gevolgd door de namenlijsten van de zusters van het hoofdbestuur anno 1946, de zittende leraressen, de oud-leraressen en tenslotte de groep oud-leerlingen onderwijzeressen die op dat moment in het moederhuis wonen. Een van de rijk geïllustreerde oorkonden die naar Schijndel zijn gestuurd t.g.v. het gouden kweekschooljubileum met de namen van hoofdbestuur en kweekschoolteam Een oorkonde waarin het congregatiewapen mooi is ingetekend omringd door zonnebloemen. De oorkonde waar de kwekelingen kijken naar de prachtige beeltenis van de patrones van de kweekschool. De gouden kweekschool verder op weg Bij de bespreking van het gouden feest van de kweekschool is verzuimd te vermelden dat de heer van Velthoven een jaar van te voren definitief afscheid had genomen. Een gerenommeerd kweekschooldocent, die zich in zijn bijna 40jarige Schijndelse periode op heel veel terreinen dienstbaar heeft gemaakt. In de oorlogsjaren werd zijn woning verwoest en gingen ook zijn dierbare boekencollectie en allerlei bijzondere aantekeningen verloren. Ondanks dat zware verlies was hij de man die een boeiend oorlogsverslag samenstelde voor de Schijndelse gemeen schap. Uit het in memoriam dat in 1947 in de Schijndelse Courant is afgedrukt wordt hij geroemd om zijn welbespraaktheid, zijn enorme inzet voor harmonie Sint- Cecilia, zijn activiteiten ten behoeve van de leeszaal, de organisatie van de Koninginnedagfeesten, het Wit Gele Kruis, zijn ontelbare redevoeringen en excellent organisatievermogen. Voor het bekende spreekwoord …„Praten als Brugman‟ is de door de Schijndelnaren in die tijd zelfs een eigen bedachte variant verzonnen nl. „Praoten es de leeraar‟. Hij wordt op 68-jarige leeftijd getroffen door een beroerte en na een kortstondig ziekbed over Alles heeft zijn tijd - De liefdewerken van de zusters 169 lijdt hij in Den Dungen op 10 januari 1947. Het in memoriam wordt afgesloten met de volgende woorden: “Dat hij ruste in vrede is de wens van allen, van de ouderen die door zijn werk veel goeds en schoons zagen ontstaan, van de jongeren die zijn arbeid zullen voortzetten en voltooien tot heil van ons dierbaar dorp, dat in het hart van de heer van Velthoven een zo grote plaats innam. De eeuwige vrede hebbe zijn ziel”. Blijkbaar is er kort na de oorlog een gebrek aan onderwijzend personeel. Op diverse plaatsen worden zgn. „spoedcursussen‟ georganiseerd. Zo gaan enkele zusters-kweekschooldocenten nl. de zusters Servatia, Constantina, Carmela en Anselma vanuit de Schijndelse Mariakweekschool enige keren per week naar Eindhoven om daar mee te werken aan de versnelde opleiding van de aankomende nieuwe onderwijzeressen.
Langzaam maar zeker komt er medio 20e eeuw op de Schijndelse kweekschool, maar ook elders in den lande, een mentaliteitsverandering op gang. Zeker ook mede door het aantreden van de nieuwe rector Jos van de Schoor in 1952 gaan er in de dagelijkse praktijk van de opleidingsschool annex internaat schoorvoetend wat zaken veranderen en is een proces van een zekere flexibilisering op gang gekomen. Vast en zeker is ook een betekenisvolle factor geweest een, in een krantenartikel van mei 1956, aangehaalde uitspraak van de toenmalige paus Pius XII over de opvoedingsmethoden in internaten. Die heeft het bestuur van het internaatscomplex aan de Pastoor van Erpstraat beslist aan het denken gezet. Een pauselijke congregatie als die van de Zusters van Schijndel zou adviezen vanuit Rome immers niet zo maar naast zich neerleggen. De toen regerende paus geeft opvoeders in mulo- en kweekschoolinternaten de serieuze overweging mee, dat een te strenge en strakke uniformiteit kan leiden tot verstikking van het persoonlijk initiatief. Ook bestaat volgens hem het gevaar dat aan de internen een al te hoog geestelijk peil wordt opgedrongen.
170 Bovendien zo verklaart hij, dat door al te grote gestrengheid sterke karakters tot opstandigheid worden gebracht en schuchtere studenten misschien wel ontmoedigd. Hij waarschuwt voor de zgn. massa-opvoeding en pleit voor een juiste balans tussen werk en ontspanning voor de jonge mensen op jongens- en meisjesinternaten. Zelfs, zo schrijft hij, dienen godsdienstoefeningen binnen redelijke perken te blijven. De jeugdige studenten zelf worden aangespoord eraan te werken en ernaar te streven dat ze uitgroeien tot voortreffelijke persoonlijkheden. De paus spreekt zijn teleurstelling uit, dat er „heden ten dage‟ zoveel jonge mensen gevonden worden, die geen gevoel meer hebben voor een groot en verheven ideaal en zich beperken tot de bevredi ging van hun gemakzucht. Hij benadrukt nog eens extra dat men zich niet moet inlaten met allerlei beuzelarijen. Tenslotte houdt hij de opvoeders voor te streven naar een verantwoorde balans tussen de thuisopvoeding en die op het internaat, zodat de een niet afbreekt wat de ander opbouwt! Het feit dat dit krantenartikel zorgvuldig is bewaard in het kloosterarchief en bij de kweekschooldocumentatie is aangetroffen bewijst mijns inziens, dat de leidinggevende zusters van toen zich beslist hebben bezonnen op de woorden van „het hoofd van de Rooms Katholieke kerk te Rome‟ en er hun conclusies uit getrokken hebben.
171 Interview met Mieke Broeren (†) Ze is beter bekend als Miek en binnen de familie als Puck Groenendaal-Broeren uit Den Dungen. Ze heeft in haar jeugdjaren, samen met nog drie zussen, inderdaad haar mulo- en kweekschooltijd doorgebracht bij de Zusters van Schijndel. Haar broer Piet werd later zelfs kweekschooldirecteur. In dat gesprek schetste ze een sfeerbeeld van haar belevenissen en persoonlijke ervaringen uit die studieperiode. Terugkijkend concludeert ze voor zichzelf dat ze, in tegenstelling tot haar oudere zus die op het maandrapportje alleen maar tienen haalde op alle onderdelen, met enige schrik en beven uitkeek naar die maandelijkse rapportage. Ze bleef regelmatig op zessen steken en besloot ‟n keer een maand lang haar allerbeste beentje voor te zetten en een voorbeeldige kwekeling te zijn. Ze deed alles supergoed, gedroeg zich correct, uitermate beleefd, alles exact volgens de bestaande strenge regelgeving, maar het mocht niet baten. Tot op de dag van vandaag weet ze nog niet, waarom juist zij maar bleef hangen op zessen! Er waren onder haar klasgenoten hele volgzame meisjes, maar Miek had er wat moeite mee zich volledig te plooien naar de heersende wetten en regels en uitte van tijd tot tijd de nodige kritiek. Ja, dat strookte niet met de opvattingen van de zusters en het normen- en waardenpatroon op de toenmalige kweekschool. Haar klas heeft op een dag een lelijke aanvaring gehad met de directrice zuster Anselma naar aanleiding van een liedje, geïntroduceerd door een zekere Anna de Haas uit Son, dat met enige regelmaat door de gangen of over de speelplaats klonk. De strekking van het lied kwam er op neer, dat men soms een gruwelijke hekel aan al dat gestudeer had, want „blokken‟ zou men! Dit ludieke protest viel niet altijd en overal in de smaak. De tekst was als volgt: “Op ons studje moet je wezen, op ons studje moet je zijn. Daar staat op de deur geschreven, heel veel studie en chagrijn. Op onz‟ boeken klein en groot, sjouwen wij ons eigen dood. O allerakeligst studje, ik haat je zo!” Met het „studje‟ werd de studiezaal bedoeld. Degenen die in die jaren op de kweekschool zaten en deze tekst lezen, zullen zich vast nog wel de impact en draagwijdte van deze versregels voor de geest kunnen halen. Zuster Anselma, kennelijk geïrriteerd door deze „klaagzang‟, hield op haar beurt een soort „donderpreek‟ en liet de groep eenzaam en alleen achter met haar uitspraak: “Als jullie zo‟n hekel aan studeren hebben, dan hoef je van mij écht niet meer te studeren, hoor!” De dreiging in haar stem ontging niemand en de hele klas werd drie kwartier lang aan haar lot overgelaten. Dat leidde tot een soort collectief gewetensonderzoek en de slotconclusie moest zijn….laten we maar weer ijverig aan de studie gaan! De pedagogische en psychologische aanpak van de kweekschooldirectrice, hoe hard misschien ook, had effect gehad. Voor de jonge interne kwekelingen was bezoek van buitenaf, tussen de schoolvakanties in, een volledig taboe, de te verzenden brieven werden meestal door de zusters gecensureerd, kranten mocht men niet lezen en de dagorde was zodanig, dat men van ‟s morgens 6.00 uur tot ‟s avonds 21.30 voortdurend in touw was met lessen volgen, studeren, sporten, ontspanning, een variatie aan huishoudelijke werkzaamheden en bidden. Toch ziet Miek met genoegen terug op haar studietijd, waarin ze een prima opleiding heeft gekregen en de strenge regelgeving van toen paste helemaal in de sfeer van die tijd. Alles heeft zijn tijd - De liefdewerken van de zusters 172 Het docententeam uit die tijd en hun lesgevende taak: 1e rij vlnr. Zr. Antonilla [hoofd op de Boschweg en gaf op woensdagmiddag aardrijkskunde], Zr. Anselma [directrice, opvoedkunde en geschiedenis], rector van Haaren [godsdienst], Zr. Carmela [kerkgeschiedenis, tekenen, Engels en Duits], Zr. Theresiana [lichamelijke opvoeding]; 2e rij vlnr. Zr. Marie Margarita [natuurkunde en biologie], Constantina [wiskunde, rekenen en schrijven], Zr. Marie Servatia [Nederlands, Frans en muziek], Zr. Simona [handwerken]; niet op de foto staan Wolf Lange die eenmaal per week de Wardmethode voor muziek aanleerde en Zr. Helène de zgn. „moeder van de kinderen‟ die als surveillante constant bij de meisjes aanwezig was, aldus Miek Broeren Men gaat andere accenten leggen Hoe dan ook…..in Schijndel wordt de strenge regelgeving duidelijk versoepeld, een groter accent gelegd op de zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van de kwekelingen. Ook de activiteiten in de uren „vrije tijd‟ zullen meer in het perspectief geplaatst worden van een grotere zelfontplooiing, nemen van eigen initiatieven, leren organiseren e.d., vaardigheden die elke leerkracht in het latere leven heel hard nodig heeft. Was het voorheen zo dat de kweekschoolleiding zich het recht voorbehield de correspondentie tussen ouders en kwekelingen vice versa te controleren, nu werd dit gewoonterecht opgeheven. Brieven aan derden, buiten de ouders, blijven overigens nog wel onderhevig aan controle en censuur door de zusters. Ook wordt aan ouders de keuze gelaten of ze hun dochter graag extern of intern willen plaatsen. Extern houdt in dat de meisjes dagelijks naar huis gaan. Intern betekent in die dagen: van maandagmorgen tot en met zaterdagmiddag intern waarbij het kostgeld met fl.100 wordt verminderd als men de was thuis doet. Men kan ook kiezen voor een interne plaatsing waarbij de kwekelingen een of meerde re weekends naar huis gaan, overigens zonder vermindering van het kostgeld. Een 3e mogelijkheid is helemaal intern, uitgezonderd de kerst-, paas- en zomervakantie. Wil men in de weekenden met een vriendin naar huis, dan is daar wel een schriftelijke verklaring van de eigen ouders voor nodig. Wat de lectuur, muziekkeuze voor de meisjes betreft….men betracht in deze nog wel de nodige kieskeurigheid! In een brief van zuster Anselma Tijhuis aan de ouders van de studenten wordt uiteengezet hoe belangrijk het is dat de jonge meisjes hun horizon verbreden en daarin wordt een excursie aangekondigd naar Amsterdam waar het Rijksmuseum met een expositie van Bourgondische kunstschatten en het Tropenmuseum worden bezocht en de dag wordt afgesloten met een rondvaart door de Amsterdamse grachten. Enige zusters zullen als begeleidsters meegaan. In de jaren 1952-1953 worden wijzigingen voorgesteld in de schoolgeldheffing. Ook verschijnt een nieuw thema op de bestuursvergaderingen nl. de mogelijkheid voor de meisjes om deel te gaan nemen aan de zwemsport. De gemeente Schijndel zal daartoe „haar keurig ingerichte zwembad‟ enige uren per week reserveren voor de interne kwekelingen die dat hebben kenbaar gemaakt, na goedkeuring Alles heeft zijn tijd - De liefdewerken van de zusters 173 van hun ouders. De zusters vragen aan de ouders om te zorgen voor een „keurig zwempak‟. Een typisch sfeerbeeld wordt in een veel latere periode geschetst door oud-docent Jos Zeegers, die verantwoordelijk was voor tekenen en kunstgeschiedenis aan de aankomende onderwijzeressen. In de vijftiger jaren is hij op een uiterst curieuze wijze aangetrokken als „eerste leek‟ tussen alle religieuze docenten. Men heeft hem destijds helemaal niet gevraagd voor een sollicitatiegesprek, maar hij is benaderd of hij de bereidheid zou hebben een oudere zuster, bij wijze van therapie, tekenles te komen geven. Na enige weken komt de aap uit de mouw….de zuster die zgn. in therapie moest, bleek de tekendocente van de kweekschool te zijn en zij acht, na enige therapeutische lessen van de nieuwe leermeester, de „ingehuurde‟ Jos Zeegers een uitstekende kracht om haar taak te gaan overnemen. Als hij mijmert over zijn kweekschoolperiode schrijft hij: “De mogelijkheden op de Schijndelse kweekschool waren ook toen al legio. Ik kon met de studenten naar buiten om te gaan tekenen, we gingen op excursie, kortom…..alle plannen werden met gretig enthousiasme ontvangen. De aanvankelijke huiver die men had om een man, en dan nog wel een niet-kloosterling, aan te trekken als docent verdween al snel”. Oud-leerlingen die zich de acties van Zeegers nog helder herinneren beamen, dat er sinds zijn komst mogelijkheden werden gecreëerd voor openluchtfeesten en fancyfairs, het instuderen van grote toneelstukken als Marieke van Nimweghen e.d; een aula kon op een bepaald moment tot een middeleeuws marktplein worden omgetoverd compleet met gothische kerk of in een maanlandschap. Hij bleek ook een stuwende kracht achter de examenfeesten. Dit zijn maar enkele karakteristieke uitvloeisels van het nieuwe beleid. De sfeer verandert duidelijk binnen de internaatsmuren! Eind jaren vijftig en begin zestig behaalt ook het kweekschoolkoor Canto Vivo o.l.v. muziekdocent De Greef verbluffende resultaten. De behaalde diploma‟s illustreren de kwaliteit van dit koor. De behaalde diploma‟s van Canto Vivo In dezelfde periode, wat het vernieuwingsproces op z‟n minst heeft versterkt, is ook binnen de congregatie een drang naar openheid, zelfontplooiing en persoonlijkheidsontwikkeling groeiende, wordt de sterke behoefte aan vernieuwend denken over de inhoud van het kloosterleven en pluriformiteit in de beleving van kloosterregel en het „Ora et Labora‟ zichtbaarder en zien we ook de traditionele kleding verdwijnen en plaats maken voor een moderner kloosterhabijt. Allemaal signalen dat er veranderingen op komst zijn en het kloosterleven zoals dat in 1836 in de constituties en regelgeving was neergelegd een nieuwe invulling zou gaan krijgen. Alles heeft zijn tijd - De liefdewerken van de zusters 174 Een groep zusters-docenten in hun nieuwe kledij die midden jaren ‟50 aan de Mariakweekschool zijn verbonden : vl.n.r. op de achterste rij v.l.n.r. Zr. Marie Margaretha vd Hurk, Zr.Simona vd Weegh, Zr.Agnes Koekkoek, Zr. Marie Angeline van Uitert en Zr. Angelina Scholten - de voorste rij v.l.n.r Zr. Constantina Gebbink, Zr. Marie Odilia Wilms [directrice] en Zr. Marie Servatia Geijsen.
175 De examenkandidaten van 1956: staande v.l.n.r. Annie van Os, Henny van Erp, Jo van Hoof,.Truus Peeters, Jeanne Peeters, Tinie Huijbers, Jo van Drunen, Diny Oerlemans, Nellie Broeders, Celine Broeders, M.Schabbink, Annette Colen, Zr. Johanna Maria Priems, Fien Rakels, Fiet Gielen; geknield Wies Lange en zittend v.l.n.r. A.Peters, Tinie Rooyakkers, Zr.Hubertine Aarts, Mia Wagemans Een nieuw kweekschoolplan uit 1956 De leidinggevende functie van zuster Anselma Tijhuis als kweekschooldirectrice is sinds 1953 overgedragen aan zuster Odilia Wilms. Kort na haar aantreden wordt ze al geconfronteerd met een grootscheepse onderwijskundige operatie die vergaande gevolgen zal hebben voor de Mariakweekschool. De Haagse politiek, in persoon van onderwijsminister J.Cals, buigt zich dat jaar over de positie van de verschillende landelijke kweekscholen en presenteert een lange termijn visie, met als belangrijk uitgangspunt het benodigde aantal onderwijzers en onderwijzeressen in de nabije en verre toekomst en het aantal opleidingsinstituten. Men wil uiteindelijk naar een verantwoorde kwalitatieve en kwantitatieve spreiding van de kweekscholen over het hele land. Daarbij speelt de omvang van de kweekschool een belangrijke rol. Via allerlei grafieken en getalsmatige overzichten en prognoses, die ik u wil besparen, worden de Nederlandse kweekscholen onder de loep genomen. Wat de Brabantse situatie betreft….. men kent in onze provincie noch een rijkskweekschool noch een gemeentelijke; evenmin een protestants-christelijke. Nee, in het toen nog uitgesproken katholieke zuiden ging het louter om rooms-katholieke kweekscholen met in de meeste gevallen een in- en externaat en praktisch alle onder leiding van religieuzen nl. Baarle Nassau [1], Breda [2], Dongen [2], Eindhoven [3], Etten-Leur [1], ‟sHertogenbosch [3], Oirschot [1], Oudenbosch [2], Schijndel [1], Tilburg [2], en tenslotte Veghel [1], dus maar liefst 19 waarvan 11 meisjeskweekscholen, 7 jongenskweekscholen en 1 gemengde. Tussen het opperen van vernieuwingsplannen, de politieke beschouwingen en discussies eromheen en de uiteindelijke concrete uitvoering ligt vaak een lange periode. Maar de toon is gezet en veel van de bestaande kweekscholen voelen zich bedreigd in hun bestaan. Misschien is de fase die nu in de geschiedenis van de kweekschool volgt niet heel erg boeiend voor alle lezers. Toch vereist een verantwoorde geschiedschrijving, dat belangrijke thema‟s wel de revue passeren om een goed beeld te krijgen. Vandaar dat ik niet schroom om de historie zo objectief mogelijk weer te geven. Als eerste reactie op het nieuwe kweekschoolplan schrijven de zusters een beargumenteerde brief aan het Centraal Bureau voor Katholiek Onderwijs, waarin ze een poging ondernemen te redden wat er te redden valt. Zo delen zij het bureau het volgende mee: Alles heeft zijn tijd - De liefdewerken van de zusters 176 “Wij hebben een in- en externaat, mede bedoeld tot het opleiden van religieuzen, wat onze enige opleiding is; tevens zijn we bestuur van 45 lagere scholen met ca. 12.000 leerlingen en 5 ulo-scholen met zo‟n 800 leerlingen; we werken meestal in wat kleinere plaatsen, waar moeilijk aan leerkrachten te komen is; op onze eigen lagere en ulo-scholen hebben we alle gelegenheid meisjes te stimuleren onze kweekschool te bezoeken, die thans 92 studenten telt maar in september a.s. zullen dat er meer zijn; zowat de helft hiervan komt van de ulo-school aan de Pastoor van Erpstraat 1; deze school met 134 studenten in 1953 is gegroeid tot 242 in 1956 en daarom zal het aantal kweekschoolstudenten vermoedelijk wel oplopen tot rond de 125, wat dus boven de door de commissie ingestelde norm ligt; bovendien zal ons internaat alleen maar groeien als andere kweekscholen hier in de regio zouden moeten sluiten; met de opleiding op cultureelmaatschappelijk vlak hebben we inmiddels twee jaren ervaring opgedaan; onze kweekschool, waar vier docenten een volledige weektaak hebben en twee anderen zich nog verder bekwamen, dateert al van 1896 en is een van de oudste van ons land”.
De ontwikkeling van de kweekschool.In 1858 beginnen de Zusters van Liefde in Schijndel een normaalschool, vooral bedoeld om, naast het opleiden van onderwijzeressen, nonnen te kweken. In het begin was hierdoor het aantal kwekelingen gering omdat alleenmeisjes werden aangenomen die aanleg en studie ijver verenigde met de neiging tot het religieuze leven. De leerlingen zijn intern en gaan alleen met de zomervakantie naar huis. In 1896 ontvangt de opleiding rijkserkenning. Vanaf dat moment bestaat de eigenlijke kweekschool onder de naam “Maria, Zetel der Wijsheid”. Dit is na die van Dongen de 2e meisjeskweekschool in het land. De leerkrachten.1946. Onderwijzend personeel Kweek school, 50 jarig jubileum. J.B. Michels, Johannes Bernardus. G.M. van Velthoven, Godefridus. Ook jongens op de KweekschoolIn de 60-er jaren van de vorige eeuw wordt de vraag opgeworpen of de kweekschool niet gemengd moet worden. Mgr. W. Bekkers zegt: “Het kan worden toegestaan, maar ik weet niet of het wenselijk is!” Men moet rekening houden met de omliggende katholieke kweekscholen voor jongens, die wellicht klandizie verliezen. In 1965 wordt bij het Ministerie een aanvraag ingediend om met de kweekschool deel te mogen nemen aan het havo-experiment, hetgeen wordt toegestaan mits de school gemengd is. Aan de kweekschool wordt een 2-jarige Havo-top als voorbereiding verbonden. In 1966 heeft het bisdom geen bezwaar meer tegen het opnemen van jongens aan de kweekschool. 1968 Zuster Odilia Diverse raden worden ingesteld
Intussen richt de Rooise actiegroep de stichting VORS op: Voortgezet Onderwijs Rooi-Schijndel.
Er is een enorm verloop onder de leraren; in het schooljaar 1968 gingen 9 docenten weg, in 1969 zullen het er weer 8 zijn. De leerlingen achten de adjunct-directeur(Dhr. H.F. Vissers) niet capabel voor zijn taak. Zij vrezen dat 70% zal zakken door het lerarenverloop. De leerlingen van de kweekschool moeten hun standpunt nog bepalen. Voor een goed begrip: het zijn de havo-leerlingen die zich zo roeren. De kweekschool heeft geen problemen met de heer Visssers. De komst van jongens op de school in deze roerige tijd, waarin de jeugd alom meent een protesthouding te moeten aannemen - denk aan de bezetting van het Maagdenhuis-, komt in conflict met de sfeer van de kweekschool. Die sfeer is zeer behoudend, beschermend zelfs, alsof alle meisjes toekomstige nonnen zijn. Daarin voelen de jongens zich helemaal niet thuis. De kwestie haalt ook de landelijke pers: Op 21 mei 1969 schrijft De TijdDe leerlingen hebben ook bezwaar tegen het rooster met vele hiaten en de te geringe ruimte om in de openvallende uren te kunnen studeren. De onrust bestond al in 1968. Er was veel onenigheid tussen de leraren. Een van de vertrekkende docenten ging zelfs bijna op de vuist met de heer Vissers in een café waar veel leerlingen bij aanwezig waren. Meerdere docenten verzochten het bestuur (3 zusters van Liefde) Vissers te ontslaan. Dit werd na beraad afgewezen. Per 1 augustus 1969
De havo-leerlingen blijven staken tot zij een bevredigend antwoord hebben ontvangen. De kweekschoolleerlingen hebben een uur discussieverlof gevraagd om met de stakers te kunnen debatteren. Zij staan achter Vissers. Op 22 mei 1969 blijkt dat het schoolbestuur inspraak heeft toegezegd aan de stakende havo-leerlingen en -leerkrachten. Maar de leerlingen blijven staken en houden al drie dagen de aula bezet. De heer Vissers heeft ontslag aangevraagd per 1 augustus 1969. De havo-leerlingen zijn solidair met de leraar drs. Hamerlinck, die al langer vecht tegen de ongewenste gang van zaken op de school. De kweekschool doet normaal les; de leerlingen staan achter de adjunct-directeur de heer Vissers. Toch heeft deze zijn ontslag aangeboden. “Het bestuur heeft met ontzag kennis daarvan genomen, mede omdat de heer Vissers de ontstane situatie moeilijk als billijk en recht kan ervaren." Deze zinsnede ervaren de havo-leerlingen als grievend. Stichting Sint ServaasVoorstellen van de Stichting:
De zusters zien in dat zij de zaak niet alleen op zijn pootjes krijgen en daarom is Sint Servaas gemachtigd nu reeds te handelen alsof de bestuursoverdracht gerealiseerd is. De heer Hamerlinck schuwt geen stevige aanpak. Hij heeft een telegram aan de Tweede Kamer gezonden: “Gaarne onderzoek op hoog niveau naar het onderwijskundig en financieel wanbeleid van bestuur en directie van de havo te Schijndel." Hij is van mening dat de staking een protest is tegen de adjunct-directeur, die sinds zuster Odilia met ziekteverlof ging feitelijk de leiding heeft. Met hem valt niet te praten; met de nonnen aan het bestuur heerst er een middeleeuwse situatie. Sinds augustus 1968 zijn er reeds 10 docenten ontslagen of zelf weggegaan. Zij moeten lesgeven van 8.50 u. tot 17.50 u. Dat is veel te lang; uniek in den lande. De kweekschoolleerlingen kennen de heer Vissers al 10 jaar de havo-leerlingen nog geen jaar. De kweekschoolleerlingen komen bij elkaar in de gymzaal. Zij vinden dat de naam van de school in diskrediet wordt gebracht. De heer J. Roebroek van het nieuwe bestuur zegt dat een constructieve oplossing de naam van de school alleen maar goed kan doen. Het bestuur hoeft de heer Vissers niet te rehabiliteren: “respect voor de lofwaardige houding van de heer Vissers" zegt al genoeg. Vissers overweegt zijn ontslagaanvrage in te trekken. De havo-leerlingen staken weer sinds Vissers inderdaad zijn ontslag introk. 24 mei 1969 :Burgemeester mr. A.Th.J.H. van Tuijl doet aan het hoofd van een politiemacht een inval in de P.A. en gelast de stakende docenten en leerlingen van de havo-afdeling weer aan het werk te gaan, anders zal tegen hen worden opgetreden wegens huisvredebreuk. De stakers gaan noodgedwongen weer aan het werk. De politie spreekt over 5 politieauto's; de leerlingen tellen er 13 à 14. De docenten krijgen van het bestuur een spreekverbod tegenover de pers. De zusters schrijven aan de ouders van de studenten: In het Brabants Dagblad stond dat 10 leraren ontslag zouden hebben gevraagd. Dit zijn er slechts 8 plus 1 mondelinge aankondiging. 6 van hen hebben slechts een tijdelijke aanstelling tot 1 augustus. De zusters hebben aan de Katholieke Schoolraad verzocht een onderzoek in te stellen naar de oorzaken van de moeilijkheden. Naar aanleiding van het telegram van Harmelinck zegt de Staatssecretaris mr. J.H. Grosheide in de Kamer, dat hij geen onderzoek zal instellen, omdat na de Pinkstervakantie de lessen weer hervat zijn. Akademikon = communicatie op de Academie.In september 1973 verschijnt de eerste editie van een raar periodiek. Niet alleen de naam is raar, maar ook het tijdstip van verschijnen doet vreemd aan. De eerste 6 nummers verschijnen allemaal in september 1973; de nummers 7 t/m 9 verschijnen in november. In december verschijnt nogmaals een nr. 9 en daarnaast nog nr. 10;. De inhoud echter vergt de meeste aandacht: de uitgever, docent Bart van Schijndel, blijkt een enthousiast omvormer van de school tot een studie-en levensgemeenschap. De term academisering valt herhaaldelijk. Wij lezen o.a. dat de P.A. niet in de scholengemeenschap, die intussen Skinle heet, zal worden opgenomen; Den Haag is tegen algemeen voortgezet onderwijs met hoger beroepsonderwijs in één scholengemeenschap. Het 14e en 15e, en tevens laatste, nummer van Akademikon dat men aantreft verschijnen in april 1974. Er is sinds september 1973 geen H.A.V.O.-top meer aan de K.P.A. verbonden. In november wordt dhr. A.M. van Bilsen welkom geheten als beoogd voorzitter van St. Servaas, als opvolger van dhr. Roebroek. Dhr. Schreurs is benoemd tot godsdienstleraar op de P.A. De oudervereniging van de P.A. heeft op advies van Broeren besloten zich op te heffen. Het vergaat de K.P.A. niet slecht: van de 33 hoofdakte-examinandi in juni 1974 zijn er 28 geslaagd. In augustus zijn er 61 eersteklassers op een totaal van 124 leerlingen. Voor het nieuwe schooljaar loopt het aantal aanmeldingen in 1975 echter terug. 3 docenten verlaten de K.P.A. vanwege de onzekere toekomst, volgens Broeren. Er worden 3 nieuwe docenten aangesteld. De studenten zijn vol lof over dhr. Schreurs. Alle eindexamenkandídaten zijn geslaagd en nog mooier, hebben allen reeds een aanstelling! Maar…. het ziet er somber uit voor de P.A. Schijndel; die is te klein voor een zelfstandig voortbestaan. Er zijn 4 grotere in de omgeving. In januari 1976 denkt men steeds somberder over het voortbestaan van de K.P.A. Men gaat een gesprek aan met de P.A. te Veghel. De Inspectie is zeer tevreden over de leerkrachten die door de K.P.A. worden afgeleverd. Die goede naam doet zeker al de ronde, want er zijn weer 62 nieuwkomers en nog 15 lopende aanvragen. De P.A. van Veghel voelt zich iets veiliger dan de K.P.A. van Schijndel, want zij hebben een groter aantal studenten en zij liggen iets verder van Eindhoven en Den Bosch, waardoor hun achterland iets groter is. In mei is het aantal nieuwe aanmeldingen opgelopen tot 80, terwijl er nog 15 in beraad zijn. Het totaal aantal studenten loopt op van een kleine 130 tot 169. De directeur neemt zijn verlof op van 12 september tot 2 oktober. Hij heeft zopas zijn 25-jarig priesterjubileum gevierd. Er zijn nieuwe statuten voor St. Servaas; dat bestuur wordt voortaan democratischer samengesteld. De identiteit van de K.P.A. is in het geding. Er zal in het bestuur over gediscussieerd worden als Pastor C.Th.J. van den Brand aanwezig is. Gevolg is dat aan de K.P.A. een discussiegroep is samengesteld om van gedachten te wisselen over de identiteit. In 1977 zijn er iets minder nieuwe aanmeldingen: 71. Van de 46 geslaagden hebben 7 geen examen katechese gedaan; zij hadden geen interesse! Er is een studentenraad in oprichting aan de P.A. Daarnaast willen de studenten ook nog een academieraad. Daar zegt het bestuur “nee” tegen. In januari 1978 dragen de studenten een kandidaat voor het bestuur voor in de persoon van mevrouw Blaffert, die wordt benoemd. 40% van de studenten heeft een enquêteformulier betreffende de identiteit ingestuurd. Het resultaat is helaas niet bekend. Groepsfoto'sFoto's genomen tussen 1891-1900Kwekelingen in uniform van het cursusjaar 1890-1891. Studenten van de normaalschool anno 1893. Kwekelingen in uniform 1896. Kwekelingen in uniform 1898. Een groep kwekelingen uit 1898. Kegelspel op de speelplaats van de kweekschool rond 1900. Speelpauze op de speelplaats van de Kweekschool 1900. Kweekschool, groep kwekelingen op de speelplaats rond 1900. Kweekschool, groep kwekelingen op de binnenplaats rond 1900. Foto's genomen tussen 1901-1910Een groep kwekelingen in uniform anno 1903. Een groep kwekelingen in uniform anno 1903. Groep kwekelingen anno 1908 . Groep van 34 kwekelingen uit 1908 op de Heeswijkseheide. Een grote groep kwekelingen anno 1908. Kwekelingen voeren een toneelstuk op in 1909. Groep gekostumeerde kwekelingen 13 november 1909. Voorbereidende klassen kweekschool – vermoedelijk rond 1910. Foto's genomen tussen 1911-1920.Kweekschool, toneelstuk ‘de Hemelse Altaarwacht’ 28 april 1915. Kweekschool, foto uit 1915. De geslaagden van de kweekschool anno 1915. De geslaagden van de kweekschool anno 1920. Foto's genomen tussen 1921-1930.Geslaagden van de kweekschool uit 1925. Geslaagden van de kweekschool uit 1926. De groep geslaagden van de kweekschool anno 1927. De groep geslaagden van de kweekschool anno 1928. De groep geslaagden van de kweekschool anno 1929. De groep geslaagden van de kweekschool anno 1930. Foto's genomen tussen 1931-1940Groep geslaagden van de kweekschool anno 1931. Groep geslaagden van de kweekschool anno 1932. Groep geslaagden van de kweekschool anno 1933. Groep geslaagden van de kweekschool anno 1934. Kwekelingen uit 1936 voor het kweekschoolgebouw. Groep geslaagden van de kweekschool anno 1935. Kwekelingen ter gelegenheid van het eeuwfeest 1936. Kweekschool, opvoering ter gelegenheid van het eeuwfeest 1936. Groep geslaagden van de kweekschool anno 1936. Groep geslaagden van de kweekschool anno 1937. Geslaagden van de kweekschool uit 1938. Geslaagden van de kweekschool anno 1939. Geslaagden van de kweekschool anno 1940. Geslaagden van de kweekschool anno 1940. Geslaagden van de kweekschool anno 1940. Foto's genomen tussen 1941-1950.1940-1941, klas..?, geboren ca 1922. 1942 , klas ? , geboren ca 1922. De groep geslaagden van de kweekschool anno 1943. De groep geslaagden van de kweekschool anno 1944. 1945. Kweekschool, toneelstuk bij het 50 jarig jubileum. 1945. Geslaagden van de kweekschool uit 1945. 1946. Alle leerlingen kweekschool. Kweekschool,Opvoering van het stuk ‘Laudate’ 1946. Groep geslaagden van de kweekschool uit 1946. De groep geslaagden van de kweekschool anno 1947. De groep geslaagden van de kweekschool anno 1948. Geslaagden van de kweekschool uit 1949. De groep geslaagden van de kweekschool anno 1950. Foto's genomen tussen 1951-1960.Geslaagden zuster Otilia de Castro, 1951. Geslaagden 1952. Geslaagden 1953. Geslaagden 1954. Geslaagden 1955. Geslaagden 1956. Geslaagden 1957. Een groepsfoto van de kweekschool na de laatste les in juli 1960. Foto's genomen tussen 1961-1970.1962 examenklas, geboren ca 1940. 1964, examenklas 4B. 1964, geslaagden en leerkrachten Kweekschool. 1965, examenklas. 1967, eindexamenklas na behalen van de akte. Foto's genomen tussen 1981-1985.1985, de laatste examen klas die in Schijndel afstudeerde. |