U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Keulse Kar
| De Keulse Kar | ||
| Gebruik | herberg | |
De Schijndelse Keulse Kar[bewerken | brontekst bewerken]
Frans van der Eerden was eigenaar geweest van de Keulse Kar in Schijndel. In 1734 is hij naar Boxtel vertrokken waar hij een nieuwe Keulse Kar gaat runnen. Een notitieboekje geeft een idee van het inkomsten- en uitgavenpatroon van de toenmalige herbergier. Een periode waarin veel flessen, amen, ankers of pinten Rijnse en Franse wijn werden besteld of ‘steene kennekens Keulsche jenever’ werden uitgeschonken.
Een herberg waar diverse hooggeplaatste personen logeerden zoals bv. de stadhouder van de kwartierschout van Peelland, de klerk van de rentmeester der domeinen die er zijn jaarlijkse zitdag hield en vele anderen.
Een tijd waarin men bij de pellewever te Boxtel aan weefloon voor 40 ellen stof nog 4 stuivers per el betaalde, voor twee vaten erwten 1 gulden en 18 stuivers moest neertellen, of een zak hop van 49 pond, 6 gulden 5 stuivers en 8 penningen moest opbrengen.
Een historische periode en leefklimaat van vele jaren geleden. Frans van der Eerden heeft het notitieboekje gebruikt tot 1794 en er zelfs wat stamboomgegevens van zijn eigen familie in verwerkt.
Herbergen aan een handelsroute[1][bewerken | brontekst bewerken]
Op de hoek van de Hoofdstraat en Groeneweg lagen aan het begin van de zeventiende eeuw de herbergen de Keulse Kar, de Roode Leeuw en Sint Joris. Het centrum van Schijndel was tientallen herbergen rijk en zij bepaalden het straatbeeld in de zeventiende en achttiende eeuw.
De Keulse Kar lag op de hoek van beide wegen. De naam herinnert aan de reizigers die met hun koopwaar over de oude zandbanen vanuit 's-Hertogenbosch via Eindhoven en Maastricht naar Keulen trokken. De stichting van de Schijndelse Keulse Kar is niet bekend. In een vermelding uit 1665 staat wel dat iemand woonde in de Rechtestraat tegenover "die Ceulse Karre". In 1686 wordt de herberg omschreven als een huis met hof, schuur, stalling, boomgaarden en aangelegen landerijen onder het Lutteleinde aan de Kerk. Met landerijen erbij besloeg het geheel van de Keulse Kar een oppervlakte van ruim 2 hectare. In 1732 wordt de Keulse Kar, bestaande uit een huis, stalling, schuur, schop, varkenskooi, hof en belendende percelen, met in de kelders enige bier- en wijnstellingen, verkocht voor een bedrag van 2754 gulden.
Bronnen, noten en/of referenties
|