Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Jan Johannes van Heertum (1904 - 1972)

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Brief van missionaris Jan van Heertum, O Praem.

Vanuit Canada schreef Missionaris van Jan van Heertum onderstaande brief op 3 juli 1954 aan zijn dorpsgenoten te Schijndel.

"Beste dorpsgenoten", Op zondag 20 en 27 juni hoefde ik niet te preken voor de missie en van deze gelegenheid heb ik gebruik gemaakt om een bezoek te brengen aan mijn neef Gijsbertus van der Spank, die in Guelph, Mid West Ontario, Kanada studeert voor veearts en aan verschillende andere Schijndelaren in die streek. Gaarne geef ik hierbij mijn indrukken van Kanada ten beste. In die veertien dagen heb ik bezocht: Janus v.d. Heijden, Frans den Ouden, Ad den Ouden en hun zuster Jo, Gijs van Esch, Toon van Weert, Marinus van Heeswijk, Bert van Kasteren, Piet Bolwerk, Nard Kuipers- van den Dungen, Nard van Goch, A. Koppens- van Schijndel, Vrouw van Schijndel en Jo, die hier op bezoek zijn, en last but not least Jan Vissers en Bert Vissers-Kraajevanger. Als een ooggetuige kan ik verzekeren dat zij het allemaal zeer goed maken in de nieuwe wereld en zo gauw ik in september terug kom in Schijndel zal ik trachten hun groeten bij hun familieleden persoonlijk over te brengen.
In bijna elk huishouden trof ik foto's aan van Deken G.L.J. van Dijk of Pastoor A.J. Pessers. Wel een bewijs dunkt me dat zij hun vroegere herder nog in ere houden en zijn vermaningen ter harte blijven nemen. Overal kreeg ik den indruk dat zij hun traditionele Hollandse degelijkheid willen handhaven. De Geestelijken hier spreken dan ook met veel lof over hun Nederlansche parochianen, dat zij zo trouwe kerkgangers en stoere werkers zijn. Diep in zijn hart waardeert elke Kanadees hun werklust en spaarzaamheid, twee eigenschappen waarin hij zelf meestal uitblinker is. Een professor vertelde me dat de Nederlandse emigranten goede burgers zijn. Een Hollander kan hier al licht werk vinden omdat hij bekend staat als een goede werker. Niet dat zij allemaal vast werk hebben heel het jaar door, maar zonder werk zijn ze nooit lang. Iedereen die een paar jaar in Kanada gewoond heeft, kon niet alleen voldoende sparen om zich een auto,frigidaire en meubelen aan te schaffen, maar heeft ook geld opzij kunnen leggen om een huis te kopen. Men moet in Holland heus niet denken dat de emigranten hier op een houtje moeten bijten of alles uit de mond moeten sparen om een beetje vooruit te komen. Zij zeggen allemaal dat zij hier beter eten dan ze in Holland gewend waren. Het leven is dan ook goedkoop. Ik zou haast zeggen 50 tot 70 percent goedkoper als in Nederland. Om enkele prijzen te noemen: suiker 10 cent per pond, rundvlees 43 cent, een fijn witbrood 15 cent, benzine 48 cent per gallon (4 liter) en voor tractors kost hij maar goed de helft. Voor 606 tot 70 dollar koopt men een goed confectiepak met twee broeken, voor 10 dollar een paar schoenen. Huishuur is ongeveer het enige dat duur is, vooral in de steden. Men kan hier een dollar verdienen als in Holland een gulden.

Voorbeelden spreken het best en daarom zal ik er enkele aanhalen.
Gijs v.d. Spank heeft maandelijks honderd dollar nodig voor de 7 maanden dat hij universiteit loopt. Dat is voor kost en kleer, boeken, leer en zakgeld. Universitaire studies zijn overal ter wereld duur. Deze som van 700 dollar kan hij echter makkelijk verdienen onder de 5 maanden vacantie. Omdat hij hard werkt en veel uren maakt, kan hij ook sparen voor de toekomst en voor zijn reis naar Holland over 3 jaar. In de vacantie van 1953 maakte hij elke week minstens 100 dollar. Er waren dagen dat hij meer dan 30 dollar maakte. Jammer genoeg weet ik niet hoeveel geld hij op de bank heeft staan. Anders zou het voorbeeld nog sprekender zijn, want ik geloof stellig dat het een flink bedrag is. Tussen haakjes mag ik er wel bij vertellen, dat hij in 1953 derde in zijn klas van 63 studenten stond en dit jaar tweede en dit niet tegenstaande het feit dat hij tijdens de studiemaanden nog twee uur dagelijks handenarbeid voor de universiteit gedaan heeft, waarvoor hij ook betaald werd.

Volgt het voorbeeld van Piet en Guust van Simon Donkers uit St. Oedenrode, die ook in Schijndel wel bekend zijn. Voor zij trouwden, waren zij samen een half jaar in Kanada een kijkje wezen nemen. Nu zijn ze weer anderhalf jaar hier terug en hebben beiden een zoon gekocht. Beiden hebben zij als knecht gediend bij Kanadese boeren, maar sinds enkele weken werken zij op een kippenfarm om ook de knepen van dit bedrijf te leren. De eigenaar heeft een duizend kampioenkippen en hanen. Laatst had iemand hem 360 dollar geboden voor 6 kippen en hij gaf ze niet. Om te beginnen verdient Piet 140 dollar per maand plus vrije inwoning op een schoon en ruim bovenhuis. Op mijn vraag of hij niet op een farm zou willen blijven, als hij later 200 of meer dollars zou kunnen verdienen, antwoordde Piet, dat het aardig zou moeten gaan als ik geen boer werd. Hij wilde echter eerst nog enkele jaren sparen om dan, als er zich een goede kans voordeed, een goede boerderij te kopen. De meeste Hollanders kopen te gauw, zegt Piet. Men moet eerst een flinke tijd hier geweest zijn eer men het verschil van grond goed kent. Op sommige plaatsen verhardt de klei gauw, of er zit slechts een dunne laag klei aan de oppervlakte en onderaan grint. Of er liggen soms grote keien, die natuurlijk geen goed doen aan de machinerieën. Als het goed is, moeten de velden ook tamelijk vlak liggen. Men moet ook goed op de hoogte zijn van de moderne machines waarmee hier gewerkt wordt. Piet en Guust hebben natuurlijk elk hun eigen wagen. Zonder dat kan men hier niet vooruit. Nog veel minder als in Holland zonder fiets. Bij elke kerk en fabriek is een heel groot parkeerveld waar de wagens van de kerkgangers en arbeiders geparkeerd staan.

Laten we het nu even Jan en Betje Vissers met de oren pakken. Wat waren zij blij toen ik onverwacht bij hen aankwam. Ze maken het allemaal goed. Jan had nog geen kwade dag gehad en nu hij een boerderij gekocht heeft, moet het hem nog eer beter als slechter gaan. De dagen van zeeziekte zijn gelukkig voorbij. Betje lachte nog even vroolijk als op de Schoot, maar dat wil niet zeggen dat zij nooit geschreid heeft. Zij mist natuurlijk de gezelligheid en den aanloop van vroeger. Maar haar grootste bezwaar was dat de kinderen Zondags geen gezelligheid hadden. In Kanada wordt de Zondag niet gevierd zoals in Brabant maar zoals in de Protestantsche provincies. Men kan hoogstens een autorit maken en dat doen ze dan ook. Jan heeft een prachtige auto en hij chauffeurt alsof hij het altijd heeft gedaan. Alle wegen zijn hier hard. Twee jongens wonen bij een boer in hetzelfde dorp, die jongens gaan naar de Katholieke school en Zus werkt 5 dagen per week in een hotel, Adri werkt bij een aannemer in Peterborough en verdient 40 dollar per week. (Hij komt iedere avond thuis). Toon is thuis op de boerderij en Bert woont nog steeds bij zijn vroegere boer, ook dicht bij huis, terwijl Ria, zijn vrouw, dagelijks in een Katholiek ziekenhuis in Peterborough gaat werken. De kinderen hebben zodoende een goede gelegenheid om Engels te leren. De taal is natuurlijk een grote moeilijkheid voor Jan en Betje. Zij verstaan echter veel beter Engels dan ze zelf spreken en als zij zich niet in het Engels kunnen uitdrukken spreken ze maar Schijndels of met handen en voeten en de mensen met wie ze dagelijks omgaan verstaan hen. Ze profiteren natuurlijk van het feit dat hun oudste zoon twee en een half jaar in Kanada geweest is. Zonder hem had Jan geen boerderij durven kopen, want toen hij in April aankwam, was alles nog dor. Bert gaf hem echter de verzekering dat het een goede boerderij was en dat de eigenaar betrouwbaar is. Jan heeft geld opgenomen om deze boerderij te kunnen kopen maar nu kan hij ook zijn geld in Holland opeischen. Er is 90 ha grond bij, alle in zeer goed toestand, tractor, melk-maai-zaai-dorscombine en maaimachine plus twee electrische pompen. De oogst is ook van Jan, n.l. 9 H.A. tarwe, 6 H.A. gerst en 6 H.A. haver. De rest is gras en hooiland. Het viel me op dat de gewassen er zo blauw bij stonden en toch zei Jan, was er niets meer kunstmest opgegooid als in Holland op een HA. besteed wordt. Hij heeft er ook 40 stuks vee bij, meestal vetweiers, en enkele varkens en kippen. Dagelijks wordt de zaan aan huis opgehaald. Het is een stenen huis, dat ruim voldoende is voor hun huishouden, heeft een basement of kelder, beneden en bovenhuis. Er is overal waterleiding, en natuurlijk electriciteit. Er zijn verschillende kleinere schuren bij en heel grote, waarvan het onderste deel als stal dient en het bovenste als schuur. Het is een ontzettende ruimte. Er zijn ook catrollen om de oogst op te heisen. Het huis en de barns hebben sinds jaren geen schoonmaak of verf gehad. De grond ligt aan een stuk en er is een goed afrastering van dikke prikkeldraad om het gedoe.

Nu wil ik de vraag beantwoorden, die zo dikwijls gesteld wordt door Nederlandsche boeren "Waarom verkopen die Kanadese boeren hun boerderijen". Er zijn waarschijnlijk verschillende redenen en ik beperk me tot dit geval alleen, omdat ik over andere gevallen niet kan oordelen. De vorige eigenaar en zijn vrouw zijn elk ongeveer 40 jaar, ze hebben geen kinderen, zijn fatsoenlijke lui en ook goed Katholiek. Ja echte brave mensen. Hij heeft geen hart voor boeren maar wel voor machinerieën en zou graag in de stad gaan wonen. Ennismore, waar de Vissers wonen, is een dorp van enkel boeren. Zelfs de burgemeester, de meester en de twee winkeliers hebben elk een grote boerderij. Een boer heeft ook nog een kapperszaak die twee avonden per week open is. Er zijn ongeveer 150 boerderijen die meestal anderhalve km. van elkaar liggen, allemaal langs harde wegen. Tachtig percent der bevolking is katholiek en zijn meestal van Ierse oorsprong. De Vissers wonen 5 km van de kerk en de school, dus een uur lopen of beter gezegd 10 minuten motoren. Zij hebben het zeer goed getroffen dat zij in een goede katholieke streek terecht gekomen zijn en dat de kinderen naar een Katholieke school kunnen gaan en bij Katholieke boeren dienen. Lang niet alle emigranten zijn zo fortuinlijk. Bovendien wonen zij slechts 10 km van de stad Peterborough, waar een katholieke highschool is die de kinderen zouden kunnen bezoeken. Ennismore is een eiland aan alle kanten omgeven door prachtige meren en op twee punten verbonden door afsluitdijken met de omgeving. Me dunkt dat het eiland zo groot is als Schijndel en St. Oedenrode tezamen. In de zomer komen er veel touristen om te kamperen, boten en vissers. Hier en daar liggen motorbootjes en zelfs watervliegtuigen gemeerd en staan kleine houten huisjes, die touristen kunnen huren. Ik ben ervan overtuigd dat heel Schijndel met mij verheugd zal zijn, dat de Vissers het zo goed getroffen hebben.

Laten we nu even een kijkje nemen bij Janus en Jana v.d. Heyden, waarvan men in Schijndel hardnekkig blijft beweren, dat zij het slecht maken. Ze wonen in een prachtig herenhuis en hebben een boerderij van 180 H.A., waarvan ruim 40 H.A. Bosch. Er zijn twee enorm grote barns bij, waarvan er een als stal en schuur dient. In de winter staan er 90 koeien op stal en dan is er nog een even grote ruimte over voor varkenshokken. De andere schuur heeft 5 verdiepingen en op elk daarvan zag ik 225 kuikens, die 11 weken gehouden worden en daarna worden verkocht en vervangen door nieuwe. Dat gaat zo heel het jaar door, vertelde me Janus. Op mijn vraag of hij dat ooit naar Schijndel had geschreven, antwoordde hij, dat zij hem daar toch niet zouden geloven, maar dat hij blij was, dat er eindelijk iemand gekomen was, dien ze misschien wel zouden geloven. Zij hadden een beroerde tijd gehad, toen ze na de boerderij gekocht te hebben tot de ontdekking kwamen, dat er een hypotheek op stond. De eigenaren en hyotheekhouders waren allen handen op een buik met de advokaat van Janus. Toen hij echter op aanraden van een Nederlandse Pater een katholieke advokaat nam, werden de rollen enigszins omgekeerd. Het gevolg was dat de eigenaar met niets op straat werd gezet en nu doodarm is. Als ze alles van te voren geweten hadden, zou de boerderij op 5000 dollar minder gekocht zijn, maar dat is nog wel te overkomen. Twee zonen zijn op de boerderij thuis en twee dochters en een zoon werken op de fabriek in Galt. Ik twijfel er niet aan of ze zullen het wel rukken en zelf zijn ze ook vol goede moed. Ze komen er wel, ook al zijn er nog niet.

Overal waar ik kwam, viel het me op, dat in Kanada alles op grote schaal geschiedt. Met twee man kan men hier even gemakkelijk 90 HA bewerken als in Holland 12 HA met vier of 5 man. De reden is dat men hier gewassen vermeldt, die veel werk met zich brengen, zoals bonen, suikerbieten, fruitteelt, groenten enz. Zulke bedrijven zijn ook in Kanada kleiner als andere waar meer op tarwe, gerst, haver, aardappelen, mais en veeteelt toegelegd wordt. Toch kunnen de boerderijen hier veel groter zijn als in Nederland, omdat hier veel meer gebruik gemaakt wordt van machinerieën. Landbouw en wetenschap gaan hier hand in hand.

Zo trof ik bij A.v.d. Heyden een waag aan om vee mee te wegen en een kerkklok om het om te roepen, als ze ver van huis aan het werk zijn. In al zijn velden en weien zijn zelfs buizen aangelegd om niet alleen het vee te voorzien van water maar ook om de wei te besproeien. tijdens een droge zomer. Kanada is een land van vrijheid- blijheid. Men wordt er niet lastig gevallen door allerlei bepalingen en wetjes. Dat is trouwens niet nodig in zo'n groot land met zo'n kleine bevolking.

Toch heeft ook Kanada zijn eigenaardigheidjes. Zo vertelde me Bert van Kasteren, dat zijn zoontje van drie jaar uit de herberg gegooid was door de politie. Bert was even binnengegaan om een glas bier te nemen en had Wim meegenomen. Dat is iets verschrikkelijks hier. Onder 21 jaar mag niemand in een herberg komen. Op het gebied van opvoeding hebben ze hier anders heel andere opvattingen als wij en de jeugd is vroeg rijp. De kinderen worden veel als grote mensen behandeld. Het is typerend dat de jongens van jongs af lange broeken dragen. Het spreekt daarom van zelf dat onze Katholieke emigranten zo veel mogelijk proberen om zich te vestigen in een stad of dorp waar kerk en school zijn. Louter katholieke dorpen zijn er nergens.

Tot slot wil ik nog enkele opmerkingen maken. Alle emigranten die ik ontmoet heb, zijn van mening dat men niemand den raad moet geven om te emigreren, even min als men niemand aanraadt om te trouwen of naar het klooster te gaan. Ieder moet dat voor zich beslissen en men hoogstens iemand tot emigratie aanmoedigen, als hij zelf neiging daartoe heeft. Vooral in het begin moet men door een zure appel bijten, maar of er dat veel of weinig zijn hangt meestal af van het feit of men bij een goede werkgever en in een goede streek terecht komt en of men veel of weinig Engels kent. Ik geef dus alle toekomstige emigranten de raad om zich veel meer op de Engelse taal toe te leggen als hun voorgangers tot nu toe gedaan hebben. Men kent nooit teveel Engels. Studeert gerust 2 of 3 jaar dagelijks wat Engels. Begint nu reeds die zure appel te eten. Als ge lang genoeg blijft eten, wordt het vanzelf zoet. Uit eigen ondervinding als missionaris weet ik, dat het vaarwel zeggen aan familie en vrienden op den duur niet zo zuur is als het aanleren van de vreemde taal en het getob dat daaraan vast zit. Als gij die mand zure appels nu reeds aanspreekt, zult gij je direct na aankomst in Kanada hier veel beter thuis voelen, meer kunnen verdienen en jezelf eer kunnen vestigen. Waar een wil is, daar is een weg. Het spijt me dat ik tijdens mijn kort bezoek aan de andere Schijndelsche mensen in Kanada niet voldoende informatie heb kunnen verzamelen om ook over hen meer uitvoerig te schrijven. Nogmaals zij maken het allemaal goed en groeten met mij al hun vrienden, d.i. heel Schijndel. Vaartwel Schijndelaren in Kanada. God's rijkste zegen. Ik bewonder U.

Sint Norbert Abbeo


  • J. van Heertum, O. Praem
  • Jan van Heertum Nobertijn der Abdij van Berne
  • Geboren te Schijndel 4 november 1904 om 7.30 uur te Elde.
  • Zoon van Gijsbertus van Heertum landbouwer en van Francijn Vleuten landbouwster.
  • Getuigen: Wilhelmus van der Schoot 63 jaar landbouwer en Willem van der Schoot 25 jaar landbouwer.
  • Ingetreden in de Abdij van Berne te Heeswijk 8 oktober 1924.
  • Legde de gelofte af 8 oktober 1926.
  • Priester gewijd 15 augustus 1930
  • Als missionaris werkzaam in het Bisdom Jabalpur (India) 1931-1965
  • Kapelaan te Berlicum 8 oktober 1966
  • Rektor van het Bejaardentehuis St.-Joseph te Eerde 19 september 1969
  • Door een ernstig ongeluk plotseling overleden in het St.-Elisabeth - Ziekenhuis te Tilburg op 6 juni 1972
  • 9 juni 1972 begraven op het kloosterkerkhof te Heeswijk.