U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Huisslachter
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 2: | Regel 2: | ||
=== '''Thé (Theo) van den Heuvel''' === | === '''Thé (Theo) van den Heuvel''' === | ||
[[Bestand:Thuisslager 1979 - 01.jpg|400px|thumb|Thuisslager 27-01-1979 | [[Bestand:Thuisslager 1979 - 01.jpg|400px|thumb|Thuisslager 27-01-1979]] | ||
Veel mensen kennen tegenwoordig vlees alleen van de slager of supermarkt. Kinderen realiseren zich niet of nauwelijks dat vlees en vleeswaren afkomstig zijn van gedode dieren, zoals varken, koe of kip. Tot ongeveer de jaren 60 van de 20<sup>e</sup> eeuw hielden boeren, maar soms ook wel “burgers” die ver van het centrum woonden, een of meer varkens voor eigen gebruik. Dat had een aantal voordelen. Het vlees van het eigen varken was goedkoper dan vlees van de slager en men kon een voorraad voor de winter aanleggen. Elk dorp in Brabant kende zo zijn eigen huisslachters die naast dat beroep nog een andere baan hadden want het slachten aan huis gebeurde alleen in de winter. Het begin van de slachttijd was de maand november en liep soms uit tot Pasen. <br>Een van die plaatselijke huisslachters in Schijndel was [[Theodorus Adrianus van den Heuvel (1906 – 2002)|Thé (Theo) van den Heuvel]], geboren op 18 mei 1906 en overleden op 11 april 2002. Hij leerde het vak van Piet van Kasteren uit Berlicum en heeft dit beroep wel zo’n 40 jaar uitgeoefend. Omdat het slachten alleen in de wintermaanden plaatsvond beoefende hij daarnaast ook het vak van stro- en rietdekker. Als men bedenkt dat het buitengebied van Schijndel tamelijk uitgebreid is en er in die tijd bijna geen harde wegen waren, dan kan men aannemen dat het een zwaar beroep was. Opgetuigd met zijn gereedschappen ging hij door weer en wind met de fiets op pad van boer naar boer. Voor hem was het dan ook belangrijk dat op de boerderij aangekomen alle voorbereidingen gedaan waren. <br> | Veel mensen kennen tegenwoordig vlees alleen van de slager of supermarkt. Kinderen realiseren zich niet of nauwelijks dat vlees en vleeswaren afkomstig zijn van gedode dieren, zoals varken, koe of kip. Tot ongeveer de jaren 60 van de 20<sup>e</sup> eeuw hielden boeren, maar soms ook wel “burgers” die ver van het centrum woonden, een of meer varkens voor eigen gebruik. Dat had een aantal voordelen. Het vlees van het eigen varken was goedkoper dan vlees van de slager en men kon een voorraad voor de winter aanleggen. Elk dorp in Brabant kende zo zijn eigen huisslachters die naast dat beroep nog een andere baan hadden want het slachten aan huis gebeurde alleen in de winter. Het begin van de slachttijd was de maand november en liep soms uit tot Pasen. <br>Een van die plaatselijke huisslachters in Schijndel was [[Theodorus Adrianus van den Heuvel (1906 – 2002)|Thé (Theo) van den Heuvel]], geboren op 18 mei 1906 en overleden op 11 april 2002. Hij leerde het vak van Piet van Kasteren uit Berlicum en heeft dit beroep wel zo’n 40 jaar uitgeoefend. Omdat het slachten alleen in de wintermaanden plaatsvond beoefende hij daarnaast ook het vak van stro- en rietdekker. Als men bedenkt dat het buitengebied van Schijndel tamelijk uitgebreid is en er in die tijd bijna geen harde wegen waren, dan kan men aannemen dat het een zwaar beroep was. Opgetuigd met zijn gereedschappen ging hij door weer en wind met de fiets op pad van boer naar boer. Voor hem was het dan ook belangrijk dat op de boerderij aangekomen alle voorbereidingen gedaan waren. <br> | ||