U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Het eerste vrouwelijke raadslid van Schijndel
Het eerste vrouwelijke raadslid van Schijndel.[1][bewerken | brontekst bewerken]
In 1810 kwam er een ommezwaai in de bestuurlijke vorm van de gemeente. Schout, borgemeesters en schepenen hadden afgedaan. Voortaan zou de gemeente bestuurd worden door de Burgemeester ( Maire) met wethouder(s) gecontroleerd en geadviseerd door een gemeenteraad. Met de invoering van de gemeentewet op 29 juni 1851 kreeg deze bestuurlijke vorm haar definitieve karakter en is het de gemeenteraad die de beslissingen neemt. 1966 was voor Schijndel historisch gezien een bijzonder jaar. Het was het jaar waarin voor het eerst een vrouw zitting nam in de gemeenteraad. De emancipatie was ook hier een feit geworden.
Jet Geerkens geboren op 11 januari 1921, reeds belast met talrijke vrijwillige nevenfuncties, vond dat in Schijndel de tijd rijp was, om ook in de gemeenteraad een vrouwelijke stem te laten doorklinken. De verkiezingen die in dat jaar gehouden werden, waren voor haar succesvol. Zij die meenden dat Jet nu “ het dolleminatijdperk “ strijdend zou gaan aanvoeren, kwamen bedrogen uit. Hoewel Jet Geerkens natuurlijk ook wilde opkomen voor het vrouwenbelang bleef zij de aimabele moederlijke lady in de Schijndelse gemeenschap.
Uit een interview afgenomen bij gelegenheid van haar afscheid als onderwijzeres citeren wij haar uitspraak: ”Emancipatie moet je niet overdrijven. Je hoeft niet persé te knokken of op de barricade te gaan staan. Vechten, nee ik ben geen vechtersbaas. Met praten kom je net zover, emancipatie moet vríendschappelijk een plaats krijgen. Als je sommige vrouwen hoort afgeven op mannen, dan zou je bijna gaan denken dat mannen anti-vrouw zouden gaan worden. Dat kan toch niet?
Wilhelmina van Bussel-Steenbakkers.[bewerken | brontekst bewerken]
Wilhelmina van Bussel-Steenbakkers (geboren in Schijndel) had reeds eerder plaatsgenomen in een gemeenteraad echter dan in Berlicum. In een uitgave 'Aachterum' van de historische vereniging Berlicum Middelrode schríjft Harry Wijgergangs over de gemeenteraadsverkiezingen in 1927. Uit dat artikel blijkt dat Pastoor Knaapen, zich uitermate inspande in een ' blaaike ' dat eigendom was van de parochie Berlicum en waarvan hij zegt “ Het kost niks. Het komt zo dikwijls uit als het noodig is , en als de pastoor het betalen kan.”. In dat' blaaike ' schrijft de pastoor “ Gelukkig hoef ik mij niet met de Berlicumsche politiek te bemoeien. Ik ben voor iets beters en heiligers gezonden. Al gauw blijkt enkele regels later, dat Pastoor Knaapen een, wat we nu zouden noemen, stemadvies uitbrengt, hetwelk er op neer komt dat Katholieken op de R.K. Kiesvereeniging (voorloper van de KVP) dienen te stemmen. (lees moeten stemmen}. Van die op 17 Mei 1927 gehouden verkiezingen heeft Wijgergangs geen kieslijsten kunnen achterhalen, maar hij vond wel een schrijven van de toenmalige Burgemeester Godschalx gericht aan de commissaris van de koningin. Daarin stond vermeld dat er op de R.K. partij 1164 stemmen zijn uitgebracht, terwijl 147 stemmen zijn uitgebracht op eene katholieke vrouw, die tot geen politieke partij schijnt te behooren. Wijgergangs vervolgt; In de raadsvergadering van 22 juni 1927 spreekt de voorzitter zijn spijt uit dat Cornelis Tibosch de raad moet verlaten en hij bedankt hem voor zijn verdiensten. Zijn plaats wordt ingenomen door Wilhelmina van Bussel-Steenbakkers. Zij is de eerste vrouw in de Berlicumse raad en schrijft hierdoor voor Berlicum geschiedenis. En... hiermede schreef die vrouw in zekere zin tevens geschiedenis voor Schijndel, immers werd zij de eerste Schijndelse vrouw in de politiek die in de gemeenteraad kwam, zij het in die van Berlicum Wie was die Wilhelmina van Bussel-Steenbakkers? Op 27 februari 1867 werd te Schijndel geboren Wilhelmina Steenbakkers dochter van Gijsbertus Steenbakkers en Catharina van Eerd. Zij trouwde op 11 februari 1890 te Asten met Antonius Marcelis Adrianus van Bussel van beroep bierbrouwer, die geboren was op 29 augustus 1861 te Asten. Hij was een zoon van Jan Peter van Bussel en Maria Elisabeth van Bussel, welke laatste een winkel dreef in Asten. Vader Jan Peter van Bussel was ten tijde van het huwelijk al overleden. De getuigen bij dit huwelijk waren: een broer van Antonius van Bussel genaamd: Johannes Petrus van Bussel, horlogemaker te Asten en een neef van de bruidegom genaamd Petrus van Beerkel, die ook horlogemaker was te Asten. Jan van Nuland, een molenaar te Asten en zwager van de bruidegom.(afgaande op de beroepen betrof het hier een nogal gegoede middenstandsfamílie.) De bruid Wilhelmina had als getuigen meegebracht haaris niet broer Adrianus Gijsbertus Steenbakkers 26 jaar oud, landbouwer van beroep en ook te Asten wonend. Wanneer en waarom het bruidspaar Van Bussel-Steenbakkers naar Berlicum is vertrokken is niet bekend. Mogelijk was er in Asten geen plaats voor een tweede horlogemaker en/ of was er in Berlicum nog geen horlogemaker gevestigd Als we het verslag van Harry Wijgergangs verder vervolgen blijkt dat Wilhelmina van Bussel-Steenbakkers volgens de familie een nogal rebelse vrouw was, die zeker ook niet aan de leiband van de pastoor wenste te lopen. Zij is in de gemeenteraad van Berlicum gebleven tot 1930. Op 7 februari van dat jaar vraagt zij ontslag aan. Als motief wordt aangegeven dat zij de gemeente gaat verlaten.
Bronnen, noten en/of referenties
|