Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Gerechtszaak anno 1693

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Gerechtszaak anno 1693[bewerken | brontekst bewerken]

Verklaring van Gijsbertus de Jongh, secretaris te Schijndel[bewerken | brontekst bewerken]

Criminele zaken vielen destijds onder de bevoegdheid van de hoog- en laagschout van ’s-Hertogenbosch of zijn directe vervanger en als op een van de Meierijse dorpen weer eens iets zeer ernstigs aan de knikker was, gaf hij het lokale dorpsbestuur opdracht de feiten helder op een rij te zetten en gedegen informatie in te winnen over de concrete toedracht.
Zo geeft Gijsbert de Jongh, de secretaris van Schijndel, op 7 januari 1693 een definitieve verklaring af. Die komt er op neer, dat Hendrick Vuchts en Christiaan Hubens als schepenen van Schijndel bevestigen, dat de meester-chirurgijns Mr. Willem Cocquel en Hendrik van Davervelt respectievelijk wonende te Schijndel en Middelrode, op 4 januari het dode lichaam hebben ‘gevisiteert’ (= onderzocht) van een zekere Dominicus Schenckels, liggende ten huize van Dircxken van de Sande.
De chirurgijns doen dit in opdracht van de Heer Alexander Schimmelpenninck van der Oije, Heer te Engelenbergh, hoog- en laagschout van stad en meierij van ’s-Hertogenbosch. Daar gearriveerd constateren ze een steekwond, even onder de rechterborst (er staat letterlijk: memme). Nadat men het lichaam heeft opengesneden, blijkt deze steekwond te zijn doorgedrongen tot in de borst, door het diafragma, tot zelfs in de lever toe. Het is een dodelijke of zgn. ‘lethale’ steekwond gebleken.

Getuigenverklaringen van ingezetenen[bewerken | brontekst bewerken]

Eerste getuige:
Hendrik Willems van Herethum oud omtrent 34 jaren is de eerste getuige die aantreedt, die naar waarheid verklaart dat hij afgelopen zondag was ten huize van Dircxken, de weduwe van Antony van de Sande en aldaar een glas bier heeft zitten drinken. Onder de aanwezigen heeft hij toen Dominicus Schenckels zien zitten en een zekere Gerit van der Loo. Die twee hebben woorden met elkaar gekregen. De getuige weet echter niet waarom precies de ruzie is ontstaan tussen die kemphanen. Beiden hebben op dat moment een mes in de hand en gaan elkaar te lijf. Schenckels heeft zich meteen omgekeerd en is naar de geut gelopen en van der Loo is naar buiten gegaan. Schenckels is daarop plotseling van de geut de keuken binnengebracht en op een stoel gezet. Het ziet er allemaal erg bloederig uit en hij is zwaar gewond onder in zijn rechterzij. Vrij kort daarna is hij gestorven, aldus Hendrik van Herethum.
Tweede getuige:
De 20-jarige Jan Hendrik Anthonisse vande Spanck. Hij brengt een nieuw detail in nl. dat de woordenwisseling verband zou houden met een gekocht of verkocht paard en dat Schenckels in de keuken liggende in ieder geval nog in leven was.
Derde getuige:
De 25-jarige Hendrik Jan Laurens die verder geen nieuwe feiten meer weet aan te dragen.
Vierde getuige:
De 33-jarige Antonis van de Sande legt een identieke verklaring af over die zondag de 4e januari van het jaar 1693, maar voegt er nog wel aan toe, dat iemand geroepen schijnt te hebben: “Loop naar de pastoor toe want hij (Dominicus dus) sterft”. Van de Sande staat dan enige tijd bij het huis van buurman Huijbert Ketelaers en is toen wederom in het huis van Dircxken teruggekeerd. Daar aangekomen ziet hij de gewonde Schenckels op stro liggen terwijl de chirurgijn hem nader onderzoekt, maar nog voor of tijdens de inspectie van de chirurgijn is hij kennelijk dood gebleven.