Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Gelezen in Brusselse archieven

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Bloedig tafereel na de bloedprocessie[1][bewerken | brontekst bewerken]

De Schijndelaar Jan Lambrecht Wouterssoen heeft de dagelijkse zorg voor vrouw en kinderen en probeert als 'arme ambtsman' aan de kost te komen. Hij stuurt een verzoekschrift in en verklaart daarin, dat hij eigenlijk nog nooit iets misdaan heeft. Dat onberispelijk gedrag wordt echter geschonden. Ongeveer twee jaren geleden is hij met vrienden op weg gegaan naar Boxtel, om daar getuige te zijn van de bloedprocessie. Een oud gebruik in de regio Boxtel sinds het einde van de 14de eeuw. Uit vele omliggende dorpen trekken mensen naar de Boxtelse Petruskerk op de dag 'dat men aldaer is thoonende het heylich bloet daer berustende'. Jan wordt vergezeld door Roelof Peter Hendriks en enkele andere goede buren. Nadat ze de kerkelijke viering hebben bijgewoond en de 'solemnele processie', zijn ze een herberg in gedoken voor een gezamenlijke maaltijd en hebben daar 'goede chiere gemaeckt'. Na de maaltijd verlaten ze gezamenlijk de herberg en wandelen weer richting Schijndel. Onderweg worden ze voorbij gelopen door een groepje uit Sint-Oedenrode. Ze maken een of andere opmerking naar de voorbijgangers. Hun opmerking wekt kennelijk de nodige irritatie, waarom is niet geheel duidelijk, want in Boxtel zelf is geen onvertogen woord gevallen. De gemaakte opmerking zal dus wel geen vriendelijk toontje hebben gehad. Het gezelschap vervolgt haar weg, zonder al te veel discussie. De processiegangers uit Sint Oedenrode komen hen echter achterop gelopen. Sommigen gaan snel door het koren en door een voetpadje ter plaatse om wat sneller bij de groep Schijndelaren te zijn. Ze zijn voorzien van 'bloote sweerden ende langhe messen'. Ze slaan in op Jan en Roelof en hun gezelschap, waarvan er diversen bloedige verwondingen oplopen. Maar die van Schijndel slaan heftig terug. Later horen ze, dat de uit Sint-Oedenrode afkomstige Jan Adriaan van Colle aan zijn verwondingen is overleden. Jan Lambrecht Wouters vreest 'rigeur van justitie' en dient een verzoek om remissie in. De gratie wordt hem uiteindelijk verleend.

Een ontbrekend zegel[bewerken | brontekst bewerken]

Antoni Cresten uit Schijndel heeft een remissiebrief ontvangen vanuit Brussel vanwege een begane doodslag, maar bij nader inzien was dit geen wettig bewijsstuk. Daar ontstaat de nodige discussie over. Het probleem was nl. dat het officiële zegel ontbreekt. Hij dient een nieuw verzoek in en ontvangt een bezegelde remissiebrief.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Heemblad Rond die Cluse 2003-3, jaargang 10, bladzijden 20 en 21