Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Bewerken van Gele Rijders

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 7: Regel 7:
Terugblik op de activiteiten van het Korps Rijdende Artillerie tijdens de mobilisatie-periode in de Eerste Wereldoorlog. Die terugblik is vooral gericht op de "Gele Rijders", omdat deze gedurende de jaren 1916-1919 in Schijndel gelegerd waren. Vooral ook omdat verscheidene van deze "Gele Rijders" zich in 1918, na de capitulatie van Duitsland, voorgoed in Schijndel vestigden. Hierna volgt de complete lijst van namen: Willem Bijsterbosch, Johan van Kampen, Jan Kamphorst, Herman Kraaijvanger, Hend Looman, Dorus Martens, Hein Memel, Stef Peters en Willem van Woezik.  
Terugblik op de activiteiten van het Korps Rijdende Artillerie tijdens de mobilisatie-periode in de Eerste Wereldoorlog. Die terugblik is vooral gericht op de "Gele Rijders", omdat deze gedurende de jaren 1916-1919 in Schijndel gelegerd waren. Vooral ook omdat verscheidene van deze "Gele Rijders" zich in 1918, na de capitulatie van Duitsland, voorgoed in Schijndel vestigden. Hierna volgt de complete lijst van namen: Willem Bijsterbosch, Johan van Kampen, Jan Kamphorst, Herman Kraaijvanger, Hend Looman, Dorus Martens, Hein Memel, Stef Peters en Willem van Woezik.  


Tijdens de naspeuringen bij de nazaten van onze Schijndelse "Gele Rijders" kwam er nog aardig wat fotomateriaal voor de dag. Tientallen gesprekken met vele "oudjes" uit Schijndel, (let wel: 85-plussers waarvan velen zich nog jong voelden), brachten nog heel wat informatie aan het licht. Zeer verrassend was het bezoek aan de dames Mien Hermes van Veghel en Iet van den Elzen van Veghel. Het Korpsbureel van de "Gele Rijders" in Schijndel was gevestigd in het "[[tramstation]]" van [[Antonius van Veghel (1868 – 1968)|Toontje van Veghel]], de vader van bovengenoemde dames. Met adjudant Smitz heeft de familie van Veghel nog jarenlang contact gehouden en Mien herinnert zich ook nog een vakantie die ze in Arnhem bij de adjudant heeft doorgebracht. Elke week ging de foerier in Heeswijk met paard en wagen proviand halen. Volgens de gezusters kwam men daar met de boot aan. Broer Tijn mocht dan vaak mee op de wagen en als ze dan terugkwamen vertelde hij vol trots dat hij een grote pot bier gehad had. (Bij de Heeswijkse brug stond het café van Blommers).  Bier was ook bij de "Gele Rijders" geliefd. Hoewel de meesten volgens de gezusters van Veghel keurige jongens waren, waren er ook wel "echte zuipers" bij. Soms waren er echte braspartijen. Bertha van de  Biggelaar, dienstmeisje bij de familie van Veghel riep eens uit: "Die jongens van de infanterie, dat waren nog eens nette jongens. Maar die Gele Rijders: zuipers zijn het, grote zuipers!" Zoiets lieten de "Gele Rijders" natuurlijk niet over hun kant gaan en ze pakten Bertha dan ook eens stevig beet en eisten van haar dat ze zou zeggen: "Liever een kus van een "Gele Rijder" dan van een infanterist". Eerst wilde Bertha nog niet erg, maar toen de greep steviger werd riep ze dan ook luid: "Liever unne kus van een "Gele rijer" dan van een infantrist". Mien van Veghel: "eens zaten er een paar bij ons aan de bar en die hadden al genoeg op volgens vader. Maar ze dreigden de boel kapot te slaan als ze niet meer kregen. Net toen kwam de adjudant van verlof terug. Hij hoorde het spektakel, maakte vlug de deur op slot en slingerde alle aanwezige "Gele Rijders" op de bon. Met als gevolg "het cachot". Ook Hein van den Brand, geboren in 1909, kan zich nog herinneren dat er "goeie drinkers" bij zaten. Hij woonde toen "op het [[Elschot]]". In die buurt waren nogal wat "Gele Rijders" ingekwartierd. Elke middag gingen ze eten halen in een grote tent, die tegenover het [[patronaat]] in de wei stond (waar nu de flat "de Cluse" en de woningen aan de [[Boterweg]] zijn). Vooral in het weekend, als ze soldij hadden gekregen, gingen er veel "Gele Rijders" naar het café van Perke ([[Du Perco|Du Perko]], vroeger "Hoek van Holland" genoemd).  Daar legden ze even aan, maar dat even ontaardde wel eens in een grote braspartij. Ze werden dan door een van de officieren opgepakt en "in de petoet" gesmeten. Aldus het relaas van Hein van den Brand. Jan Verhagen, onze boombeeldhouwer, kan er ook nog over getuigen. Hij moest samen met zijn zusje, de latere zuster Adrelina, wel eens bonnen gaan halen in het "Raodhaus". Daar zaten wel eens van die mannen in "den bak" en zij zongen er lustig op los. Wie weet is dat wel de reden dat Jan nu uit volle borst meezingt met het Smartlappenkoor! Hij herinnert zich ook dat [[Johanna Maria van de Weijenberg (1886 - 1969)|Mina Weienberg]] daar toen werkte en de opgesloten "Gele Rijders" eten bracht.  
Tijdens de naspeuringen bij de nazaten van onze Schijndelse "Gele Rijders" kwam er nog aardig wat fotomateriaal voor de dag. Tientallen gesprekken met vele "oudjes" uit Schijndel, (let wel: 85-plussers waarvan velen zich nog jong voelden), brachten nog heel wat informatie aan het licht. Zeer verrassend was het bezoek aan de dames Mien Hermes van Veghel en Iet van den Elzen van Veghel. Het Korpsbureel van de "Gele Rijders" in Schijndel was gevestigd in het "[[tramstation]]" van Toontje van Veghel, de vader van bovengenoemde dames. Met adjudant Smitz heeft de familie van Veghel nog jarenlang contact gehouden en Mien herinnert zich ook nog een vakantie die ze in Arnhem bij de adjudant heeft doorgebracht. Elke week ging de foerier in Heeswijk met paard en wagen proviand halen. Volgens de gezusters kwam men daar met de boot aan. Broer Tijn mocht dan vaak mee op de wagen en als ze dan terugkwamen vertelde hij vol trots dat hij een grote pot bier gehad had. (Bij de Heeswijkse brug stond het café van Blommers).  Bier was ook bij de "Gele Rijders" geliefd. Hoewel de meesten volgens de gezusters van Veghel keurige jongens waren, waren er ook wel "echte zuipers" bij. Soms waren er echte braspartijen. Bertha van de  Biggelaar, dienstmeisje bij de familie van Veghel riep eens uit: "Die jongens van de infanterie, dat waren nog eens nette jongens. Maar die Gele Rijders: zuipers zijn het, grote zuipers!" Zoiets lieten de "Gele Rijders" natuurlijk niet over hun kant gaan en ze pakten Bertha dan ook eens stevig beet en eisten van haar dat ze zou zeggen: "Liever een kus van een "Gele Rijder" dan van een infanterist". Eerst wilde Bertha nog niet erg, maar toen de greep steviger werd riep ze dan ook luid: "Liever unne kus van een "Gele rijer" dan van een infantrist". Mien van Veghel: "eens zaten er een paar bij ons aan de bar en die hadden al genoeg op volgens vader. Maar ze dreigden de boel kapot te slaan als ze niet meer kregen. Net toen kwam de adjudant van verlof terug. Hij hoorde het spektakel, maakte vlug de deur op slot en slingerde alle aanwezige "Gele Rijders" op de bon. Met als gevolg "het cachot". Ook Hein van den Brand, geboren in 1909, kan zich nog herinneren dat er "goeie drinkers" bij zaten. Hij woonde toen "op het [[Elschot]]". In die buurt waren nogal wat "Gele Rijders" ingekwartierd. Elke middag gingen ze eten halen in een grote tent, die tegenover het [[patronaat]] in de wei stond (waar nu de flat "de Cluse" en de woningen aan de [[Boterweg]] zijn). Vooral in het weekend, als ze soldij hadden gekregen, gingen er veel "Gele Rijders" naar het café van Perke ([[Du Perco|Du Perko]], vroeger "Hoek van Holland" genoemd).  Daar legden ze even aan, maar dat even ontaardde wel eens in een grote braspartij. Ze werden dan door een van de officieren opgepakt en "in de petoet" gesmeten. Aldus het relaas van Hein van den Brand. Jan Verhagen, onze boombeeldhouwer, kan er ook nog over getuigen. Hij moest samen met zijn zusje, de latere zuster Adrelina, wel eens bonnen gaan halen in het "Raodhaus". Daar zaten wel eens van die mannen in "den bak" en zij zongen er lustig op los. Wie weet is dat wel de reden dat Jan nu uit volle borst meezingt met het Smartlappenkoor! Hij herinnert zich ook dat [[Johanna Maria van de Weijenberg (1886 - 1969)|Mina Weienberg]] daar toen werkte en de opgesloten "Gele Rijders" eten bracht.  


<gallery caption="De Gele Rijders in Schijndel" widths="200" hieghts="200">
<gallery caption="De Gele Rijders in Schijndel" widths="200" hieghts="200">
Al uw bijdragen aan Schijndelwiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie Schijndelwiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)