Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Bewerken van De Zusters van Liefde van Schijndel

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 643: Regel 643:
De basisvisie die hieronder ligt is het gegeven dat leven vanuit de geloften inherent is aan een gelovig leven. Geloof komt niet vanzelf, het is een gave waarom we moeten vragen. Het religieuze leven staat of valt met gebed, het is een levensopdracht voor iedere Zuster van Liefde. Dat betekent concreet dat de zustergemeenschap bewust de ruimte en tijd neemt voor stilte, inkeer en bezinning, om zodoende voortdurend nieuwe inspiratie op te doen. Dat kan in persoonlijke gebeden maar ook binnen het gemeenschappelijk gebed. In het verleden waren al die momenten strikt voorgeschreven en na het vernieuwingskapittel is, wat het gebedsleven betreft, een veel sterker beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van iedere zuster. Ook in dit opzicht is men gegroeid vanuit strikte uniformiteit naar pluriformiteit! Natuurlijk zijn er gezamenlijke gebedsdiensten blijven bestaan, maar daarbuiten verwacht men van iedere zuster een eigen invulling in de geest van de congregatie. In de huidige grotere kloostergemeenschappen zoals het moederhuis en Annahof in Wijbosch kent men nog vaste tijdstippen waarop vieringen en gebedsdiensten worden gehouden, maar geheel anders ligt dit voor zusters die of geheel zelfstandig of in kleine communiteiten leven van 2-4 zusters en niet de beschikking hebben over een kapel.<br>   
De basisvisie die hieronder ligt is het gegeven dat leven vanuit de geloften inherent is aan een gelovig leven. Geloof komt niet vanzelf, het is een gave waarom we moeten vragen. Het religieuze leven staat of valt met gebed, het is een levensopdracht voor iedere Zuster van Liefde. Dat betekent concreet dat de zustergemeenschap bewust de ruimte en tijd neemt voor stilte, inkeer en bezinning, om zodoende voortdurend nieuwe inspiratie op te doen. Dat kan in persoonlijke gebeden maar ook binnen het gemeenschappelijk gebed. In het verleden waren al die momenten strikt voorgeschreven en na het vernieuwingskapittel is, wat het gebedsleven betreft, een veel sterker beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van iedere zuster. Ook in dit opzicht is men gegroeid vanuit strikte uniformiteit naar pluriformiteit! Natuurlijk zijn er gezamenlijke gebedsdiensten blijven bestaan, maar daarbuiten verwacht men van iedere zuster een eigen invulling in de geest van de congregatie. In de huidige grotere kloostergemeenschappen zoals het moederhuis en Annahof in Wijbosch kent men nog vaste tijdstippen waarop vieringen en gebedsdiensten worden gehouden, maar geheel anders ligt dit voor zusters die of geheel zelfstandig of in kleine communiteiten leven van 2-4 zusters en niet de beschikking hebben over een kapel.<br>   
Er is in de constituties een opsomming gegeven van de meest wezenlijke momenten die bijdragen aan de optimalisering van het geestelijke leven van de zusters o.a. via schriftlezing en uitleg hierover in thematische bijbelconferenties, lezen van geestelijke lectuur, gezamenlijke gebeden zoals getijden, morgen- en avondgebed, liturgische vieringen zoals de dagelijkse eucharistievieringen, uitvaartdiensten van medezusters, meditatie, retraite- en bezinningsdagen, gelovige gesprekken gebaseerd op de actualiteit binnen onze samenleving, allerlei vormen van devotie o.a. Maria-devotie, het sacrament van boetvaardigheid of biecht, het sacrament der zieken en andere gebedsvormen of bezinningsmomenten. Aangezien de Schijndelse congregatie een pauselijke congregatie is, is men niet per definitie gebonden aan liturgische beleidslijnen binnen een bepaald bisdom. Op het moederhuis bv. kent men een  liturgische dienst die een geheel eigen liturgisch beleid voert en praktisch alle bijzondere diensten samenstelt qua keuze van teksten, liederen en symboliek, ondersteund weliswaar door het pastoraal team. In het archief is een onvoorstelbaar grote hoeveelheid boekjes van uiteenlopende vieringen te vinden, die in de eigen repro-afdeling zijn gedrukt. Het boeiende van onze tijd is dat deze vieringen in de meeste gevallen toegankelijk zijn voor het gelovige publiek van buiten het moederhuis. Hiervan wordt dankbaar gebruik gemaakt. Blijkbaar hebben die diensten binnen een intieme kloosterkapel de nodige aantrekkingskracht. Overal om je heen hoor je dat geluid en het is dus kennelijk niet alleen van toepassing op kapellen of kloosterkerken van contemplatieve of beschouwende orden, maar ook die van actieve congregaties.<br>   
Er is in de constituties een opsomming gegeven van de meest wezenlijke momenten die bijdragen aan de optimalisering van het geestelijke leven van de zusters o.a. via schriftlezing en uitleg hierover in thematische bijbelconferenties, lezen van geestelijke lectuur, gezamenlijke gebeden zoals getijden, morgen- en avondgebed, liturgische vieringen zoals de dagelijkse eucharistievieringen, uitvaartdiensten van medezusters, meditatie, retraite- en bezinningsdagen, gelovige gesprekken gebaseerd op de actualiteit binnen onze samenleving, allerlei vormen van devotie o.a. Maria-devotie, het sacrament van boetvaardigheid of biecht, het sacrament der zieken en andere gebedsvormen of bezinningsmomenten. Aangezien de Schijndelse congregatie een pauselijke congregatie is, is men niet per definitie gebonden aan liturgische beleidslijnen binnen een bepaald bisdom. Op het moederhuis bv. kent men een  liturgische dienst die een geheel eigen liturgisch beleid voert en praktisch alle bijzondere diensten samenstelt qua keuze van teksten, liederen en symboliek, ondersteund weliswaar door het pastoraal team. In het archief is een onvoorstelbaar grote hoeveelheid boekjes van uiteenlopende vieringen te vinden, die in de eigen repro-afdeling zijn gedrukt. Het boeiende van onze tijd is dat deze vieringen in de meeste gevallen toegankelijk zijn voor het gelovige publiek van buiten het moederhuis. Hiervan wordt dankbaar gebruik gemaakt. Blijkbaar hebben die diensten binnen een intieme kloosterkapel de nodige aantrekkingskracht. Overal om je heen hoor je dat geluid en het is dus kennelijk niet alleen van toepassing op kapellen of kloosterkerken van contemplatieve of beschouwende orden, maar ook die van actieve congregaties.<br>   
[[Bestand:Moederhuis 33.jpg|400px|thumb|Titelblad van het klein brevier.]]
 
Ten aanzien van de aloude praktijk van het gezamenlijk bidden van de „getijden der H. Maagd’ is in 1948 aan de congregatie voorgesteld over te stappen op het zgn. „kort brevier‟, dat qua inhoud meer is ingebed in het liturgisch jaar. Het is de redemptorist pater Stallaert die een onderhoud heeft met het hoofdbestuur over een nieuwe uitgave van de bestaande getijden of de omschakeling naar een nieuwe vorm van breviergebed, waar bv. de toenmalige kardinaal de Jong een voorstander van was. Het hoofdbestuur wint informatie in bij de bisschop van ‘s-Hertogenbosch Mgr. W. Mutsaerts. Die adviseert nog even te wachten totdat vanuit Rome meer duidelijkheid is over de vraag of de pauselijke congregaties of het een of het ander zouden gaan bidden. <br>
Ten aanzien van de aloude praktijk van het gezamenlijk bidden van de „getijden der H. Maagd’ is in 1948 aan de congregatie voorgesteld over te stappen op het zgn. „kort brevier‟, dat qua inhoud meer is ingebed in het liturgisch jaar. Het is de redemptorist pater Stallaert die een onderhoud heeft met het hoofdbestuur over een nieuwe uitgave van de bestaande getijden of de omschakeling naar een nieuwe vorm van breviergebed, waar bv. de toenmalige kardinaal de Jong een voorstander van was. Het hoofdbestuur wint informatie in bij de bisschop van ‘s-Hertogenbosch Mgr. W. Mutsaerts. Die adviseert nog even te wachten totdat vanuit Rome meer duidelijkheid is over de vraag of de pauselijke congregaties of het een of het ander zouden gaan bidden. <br>
Pater Stallaert komt in februari 1949 terug in het moederhuis met een opgesteld plan om goedkeuring in Rome te kunnen verkrijgen voor het verkort brevier. Het stuk wordt echter door de toenmalige algemene overste niet ondertekend. Ze acht de tijd om te veranderen nog niet aangebroken! In juli van dat jaar volgt overleg met de directeur van de NV Centrale Drukkerij te Nijmegen over de aankoop van nieuwe getijdenboekjes, maar met dien verstande dat bij die „Getijden van de H. Maagd‟ de nieuwe tekst van de psalmen is opgenomen, een eigen titel is opgegeven en is gekozen voor een afbeelding van Maria Moeder van Goede Bijstand. Er worden 2000 exemplaren van besteld. In april 1950 ontvangen alle zusters een nieuw getijdenboek en bovendien een exemplaar van de „geestelijke lessen‟ opgesteld door pater Xaverius. In dezelfde maand is het wederom pater Stallaert die met de zusters begint aan het instuderen van de nieuwe teksten. Op 23 april is het dan zover…..de nieuwe getijden worden voor het eerst in koor gebeden. Daarmee is de discussie over het Klein Brevier overigens nog niet verstomd, want dat is in bewerking voor alle religieuzen. Het gaat om de Primen, Terts, Sext, Noon, Vespers, Metten, Lauden en Completen, hetzij op reciteertoon gebeden of op spreektoon.<br>  
Pater Stallaert komt in februari 1949 terug in het moederhuis met een opgesteld plan om goedkeuring in Rome te kunnen verkrijgen voor het verkort brevier. Het stuk wordt echter door de toenmalige algemene overste niet ondertekend. Ze acht de tijd om te veranderen nog niet aangebroken! In juli van dat jaar volgt overleg met de directeur van de NV Centrale Drukkerij te Nijmegen over de aankoop van nieuwe getijdenboekjes, maar met dien verstande dat bij die „Getijden van de H. Maagd‟ de nieuwe tekst van de psalmen is opgenomen, een eigen titel is opgegeven en is gekozen voor een afbeelding van Maria Moeder van Goede Bijstand. Er worden 2000 exemplaren van besteld. In april 1950 ontvangen alle zusters een nieuw getijdenboek en bovendien een exemplaar van de „geestelijke lessen‟ opgesteld door pater Xaverius. In dezelfde maand is het wederom pater Stallaert die met de zusters begint aan het instuderen van de nieuwe teksten. Op 23 april is het dan zover…..de nieuwe getijden worden voor het eerst in koor gebeden. Daarmee is de discussie over het Klein Brevier overigens nog niet verstomd, want dat is in bewerking voor alle religieuzen. Het gaat om de Primen, Terts, Sext, Noon, Vespers, Metten, Lauden en Completen, hetzij op reciteertoon gebeden of op spreektoon.<br>  
Al uw bijdragen aan Schijndelwiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie Schijndelwiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)

Op deze pagina gebruikte sjablonen: