U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van De Schijndelsche spoorwegzaak
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 154: | Regel 154: | ||
Naar ’s pleiters meening eischt het maatschappelijk belang, dat de rechter bij de bepaling der straf rekening houdt met de omstandigheid, dat een beklaagde een bekentenis heeft afgelegd. Immers, steeds wordt den beklaagden voorgehouden, dat een eerlijke bekentenis hun in hun straf zal ten goede komen en nu dient dit ook hier het geval te zijn, anders zal geen rechterlijk ambtenaar meer in gemoede een beklaagde tot bekentenis kunnen aansporen zonder die belofte. Doch ook het publiek rechtsgevoel verlangt, dat een beklaagde, die een rouwmoedige vrijwillige bekentenis doet, minder hard zal worden gestraft dan hij, die steeds hardnekkig blijft ontkennen. | Naar ’s pleiters meening eischt het maatschappelijk belang, dat de rechter bij de bepaling der straf rekening houdt met de omstandigheid, dat een beklaagde een bekentenis heeft afgelegd. Immers, steeds wordt den beklaagden voorgehouden, dat een eerlijke bekentenis hun in hun straf zal ten goede komen en nu dient dit ook hier het geval te zijn, anders zal geen rechterlijk ambtenaar meer in gemoede een beklaagde tot bekentenis kunnen aansporen zonder die belofte. Doch ook het publiek rechtsgevoel verlangt, dat een beklaagde, die een rouwmoedige vrijwillige bekentenis doet, minder hard zal worden gestraft dan hij, die steeds hardnekkig blijft ontkennen. | ||
Als het Hof, wanneer het straks in raadkamer het vonnis over ’s pleiters client zal vellen, dit in aanmerking neemt en zich wil herinneren, hoe het de door de Rechtbank opgelegde straf aan een Antoon van Berkum, die een mensch mede had vermoord en bij wien nooit van eenige bekentenis, van eenig berouw is spraak geweest, met vijf jaren verminderde – dan, zegt pleiter, ziet hij met gerustheid de uitspraak voor den 2en beklaagde tegemoet. | Als het Hof, wanneer het straks in raadkamer het vonnis over ’s pleiters client zal vellen, dit in aanmerking neemt en zich wil herinneren, hoe het de door de Rechtbank opgelegde straf aan een Antoon van Berkum, die een mensch mede had vermoord en bij wien nooit van eenige bekentenis, van eenig berouw is spraak geweest, met vijf jaren verminderde – dan, zegt pleiter, ziet hij met gerustheid de uitspraak voor den 2en beklaagde tegemoet. | ||
De president verklaarde hierna het onderzoek der zaak gesloten en bepaalde de uitspraak op Donderdag 27 dezer. | De president verklaarde hierna het onderzoek der zaak gesloten en bepaalde de uitspraak op Donderdag 27 dezer. | ||
Bron: Provinciale Noordbrabantsche ’s-Hertogenbossche Courant van zaterdag 22 juni 1895, no. 142. | |||
=== '''De uitspraak van het Gerechtshof''' === | === '''De uitspraak van het Gerechtshof''' === |